Használati útmutató Casio G-Shock G-9100-1ER

Casio Horloges G-Shock G-9100-1ER

Olvassa el alább 📖 a magyar nyelvű használati útmutatót Casio G-Shock G-9100-1ER (5 oldal) a Horloges kategóriában. Ezt az útmutatót 2 ember találta hasznosnak és 2 felhasználó értékelte átlagosan 4.5 csillagra

Oldal 1/5
Gebruiksaanwijzing 3088
1
Vertrouwd raken
Gefeliciteerd met de aankoop van dit CASIO horloge. Lees deze gebruiksaanwijzing
nauwkeurig om optimaal gebruik te kunnen maken van uw aankoop.
Waarschuwing!
=
De in dit horloge ingebouwde meetfuncties zijn niet bedoeld om professionele
metingen te verrichten. De door het horloge afgegeven waarden dienen
uitsluitend als een redelijke schatting.
=
De gegevens over de geografische lengte, maanstatus, maanfase-indicator
en getijgrafiek die op het display van dit horloge verschijnen, zijn niet voor
navigatiedoeleinden bedoeld. Gebruik altijd correcte instumenten en bronnen
om gegevens voor navigatiedoeleinden te verkrijgen.
=
Dit horloge is geen instrument om laag en hoog getijgegevens te berekenen.
De getijgrafiek van dit horloge is uitsluitend bedoeld om een redelijke schatting
van de getijbewegingen te verschaffen.
=
CASIO COMPUTER CO., LTD stelt zich niet verantwoordelijk voor schade
of claims van derden die kunnen optreden door gebruik van dit horloge.
Algemene gebruiksaanwijzing
= Druk op om van functie te wisselen.
= Druk in een willekeurige functie (behalve als een instelscherm getoond wordt) op
om het display te verlichten.
Tijdfunctie
Gebruik de tijdfunctie om de huidige tijd en datum in te
stellen en te bekijken.
= De getijgrafiek toont de beweging van het tij voor de
huidige datum overeenkomstig de huidige tijd van de
tijdfunctie.
= De maanfase-indicator toont de huidige maanfase
overeenkomstig de huidige datum van de tijdfunctie.
Belangrijk!
= Stel de huidige tijd, datum en woonplaatsgegevens
(gegevens voor de plaats waar u het horloge
gebruikt) juist in voordat u van de horlogefuncties
gebruik maakt. Zie “Woonplaatsgegevens” voor meer
informatie.
De tijd en datum instellen
Het horloge is voorgeprogrammeerd met UTC-verschilwaarden die elke tijdzone over
de gehele wereld representeren. Controleer voordat u de tijd instelt eerst de instelling
van het UTC-verschil voor uw woonplaats (de plaats waar u het horloge normaal
gesproken gebruikt).
= Denk eraan dat in de wereldtijdfunctie de tijden getoond worden op basis van de in
de tijdfunctie gemaakte tijd- en datuminstellingen.
De tijd en datum instellen
1. Houd in de tijdfunctie A ingedrukt totdat de
secondecijfers beginnen te knipperen, wat aangeeft
dat het instelscherm is geselecteerd.
=
Let erop u het correcte UTC-verschil voor uw
woonplaats instelt voordat u andere tijdfunctie-
instellingen maakt.
=
Zie de “UTC-verschil/stadscodetabel” voor
informatie over de mogelijke instellingen van het
UTC-verschil.
2. Druk op om het knipperen in de hieronder getoonde volgorde te verplaatsen om
andere instellingen te selecteren.
3. Gebruik wanneer de instelling die u wilt wijzigen knippert
en om deze als
hieronder beschreven te wijzigen.
=
Zie “Zomertijd (DST)” voor gedetailleerde informatie over de zomertijdinstelling.
=
Het UTC-instelbereik is -12,0 t/m +14,0 met stappen van 0,5 uur.
=
Wanneer zomertijd is ingeschakeld, is het UTC-instelbereik -11,0 t/m +15,0 met
stappen van 0,5 uur.
=
Zie “Knipperwaarschuwing” voor informatie over de knipperwaarschuwing.
4. Druk twee keer op om het instelscherm te verlaten.
= De weekdag wordt automatisch overeenkomstig de ingestelde datum (jaar, maand
en dag) getoond.
Tussen 12-uur en 24-uur weergave wisselen
Druk in de tijdfunctie op om tussen 12-uur en 24-uur weergave te wisselen.
= Bij 12-uur weergave verschijnt de (PM) indicator links van de uurcijfers bij tijden in P
het bereik 12 uur ’s middags tot middernacht en verschijnt geen indicator bij tijden
in het bereik van middernacht tot 12 uur ’s middags.
= Bij 24-uur weergave worden alle tijden in het bereik van 0:00 tot en met 23:59
getoond, zonder indicator.
= De 12-uur/24-uur weergave die u in de tijdfunctie selecteert, wordt in alle functies
toegepast.
Zomertijd (DST)
Zomertijd (DST) zet de tijd een uur vooruit ten opzichte van de standaardtijd. Denk
eraan dat niet alle landen of zelfs locale gebieden gebruik maken van zomertijd.
Bij de tijdfunctietijd tussen zomer-
en standaardtijd wisselen
1. Houd in de tijdfunctie ingedrukt totdat de
secondecijfers beginnen te knipperen, wat aangeeft
dat het instelscherm geselecteerd is.
2. Druk een keer op om het DST-instelscherm te tonen.
3. Druk op om tussen zomertijd ( getoond) en ON
standaardtijd (OFF getoond) te wisselen.
4. Druk twee keer op om het instelscherm te verlaten.
= De DST-indicator verschijnt in de tijd-, getij/
maangegevens- en alarmfunctie om aan te geven dat
zomertijd is ingeschakeld. In de getij/maangegevens-
functie wordt de DST-indicator uitsluitend op het
getijgegevensscherm getoond.
Woonplaatsgegevens
Maanfase-, getijgrafiek- en maan/getij-gegevensfunctie-gegevens worden niet juist
getoond tenzij de woonplaatsgegevens (UTC-verschil, geografische lengte en
maaninterval) juist zijn ingesteld.
= Het UTC-verschil is het tijdverschil van de tijdzone waarin de plaats zich bevindt
ten opzichte van de tijd in Greenwich, Engeland.
= UTC is de afkorting van Universal Time Coordinated, de internationale wetenschap-
pelijke tijdstandaard gebaseerd op nauwkeurig onderhouden atoomklokken die de
tijd tot op de microseconde nauwkeurig bijhouden. Schrikkelseconden worden
indien nodig toegevoegd of afgetrokken om de UTC-tijd gesynchroniseerd met de
rotatie van de aarde te houden.
= Het maaninterval is de verstreken tijd tussen de verplaatsing van de maan over een
meridiaan en het volgende hoge getij op die meridiaan. Zie “Maaninterval” voor
meer informatie.
= Dit horloge toont de maanintervallen in uren en minuten.
= De “Woonplaats/maaninterval gegevenslijst” verschaft informatie over het
UTC-verschil, de geografische lengte en het maaninterval over de gehele wereld.
= De volgende fabrieksinstellingen voor de woonplaatsgegevens (Tokyo, Japan) zijn
van toepassing als u het horloge net heeft aangeschaft en als u de batterij laat
vervangen. Verander deze instellingen zodanig dat ze overeenkomen met het
gebied waar u het horloge normaliter gebruikt.
UTC-verschil (+9.0); Geografische lengte (oost 140 graden); Maaninterval (5 uur en
20 minuten)
Woonplaatsgegevens instellen
1. Houd in de tijdfunctie ingedrukt totdat de
secondecijfers beginnen te knipperen, wat aangeeft
dat het instelscherm geselecteerd is.
2. Druk twee keer op om het UTC-verschil instel-
scherm te tonen en controleer of de instelling juist is.
= Gebruik als de instelling van het UTC-verschil niet
juist is (+) en
(-) om deze te wijzigen.
3. Druk op om het instelscherm van de geografische
lengte te selecteren.
Over deze gebruiksaanwijzing
= Knopbedieningen worden aangegeven met
gebruikmaking van de letters zoals in de illustratie
getoond.
= Elke sectie van deze gebruiksaanwijzing verschaft u
de informatie die u nodig heeft om de bedieningen in
elke functie uit te voeren. Meer gedetailleerde en
technische informatie vindt u in de “Referentie”-
sectie.
Stopwatchfunctie
Wereldtijdfunctie
Getij/maangegevensfunctie
TimerfunctieAlarmfunctie
Druk op
Tijdfunctie
Weekdag
Maand – DagGetijgrafiek
Maanfase-
indicator
Uren : Minuten Seconden
PM-indicator
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
Seconden
Uur
UTC-
verschil Minuten
Jaar
DST
Dag Maand
Seconden
Knipperalarm
Stel de seconden op  in
Wissel tussen zomertijd (*))
en standaardtijd (*##)
Druk op
Druk op
Scherm: Om dit te doen: Doe dit:
Stel het UTC-verschil in
Verander de uren of minuten
Verander jaar, maand of dag
Gebruik   (+) en (-)
Gebruik   (+) en (-)
Gebruik   (+) en (-)
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
DST-indicator
Aan/uit-status
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
Geografische lengte waarde
Geografische lengte (Oost/west)
Gebruiksaanwijzing 3088
2
4. Druk op om het knipperen in de hieronder volgorde te verplaatsen om andere
instellingen te selecteren.
5. Gebruik als de instelling die u wilt wijzigen knippert
en om deze zoals
hieronder beschreven te wijzigen.
6. Druk op om het instelscherm te verlaten.
Maan/getij-gegevens
In de maan/getij-gegevensfunctie kunt u de maanstatus
en maanfase voor een specifieke datum, evenals
getijbewegingen voor een specifieke datum en tijd voor
uw woonplaats kunt bekijken.
= Wanneer u de getij/maangegevensfunctie selecteert,
verschijnen eerst de gegevens voor 6 uur ’s ochtends
op de huidige datum.
= Controleer als u om bepaalde redenen veronderstelt
dat de maan/getij-gegevens niet juist zijn de
tijdfunctiegegevens (tijd, datum en woonplaats) en
maak de benodigde wijzigingen.
= Zie “Maanfase-indicator” voor informatie over de
maanfase-indicator en “Getijgrafiek” voor informatie
over de getijgrafiek.
= Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in
de maan/getij-gegevensfunctie die u selecteert door
op te drukken.
De maan/getij-gegevensschermen
Druk in de maan/getij-gegevensfunctie op om tussen het getijgegevens- en
maangegevensscherm te wisselen.
= Druk wanneer het getijgegevensscherm getoond wordt op om naar het volgende
uur te gaan.
= Druk wanneer het maangegevensscherm getoond wordt op om naar de
volgende dag te gaan.
= U kunt ook voor een specifieke datum (jaar, maand, dag) de getij- en maangege-
vens bekijken. Zie “Een datum specificeren” voor meer informatie.
= Als u de maan/getij-gegevensfunctie selecteert, verschijnt eerst het scherm (getij-
of maangegevens) dat getoond werd terwijl u de functie de laatste keer verliet.
Een datum specificeren
1. Houd in de maan/getij-gegevensfunctie ingedrukt
totdat de jaarinstelling begint te knipperen, wat
aangeeft dat het instelscherm geselecteerd is.
2. Druk op om het knipperen in de hieronder
getoonde volgorde te verplaatsen om andere
instellingen te selecteren.
3. Gebruik terwijl een instelling knippert (+) en (-) om deze te wijzigen.
=
U kunt een datum instellen tussen 1 januari 2000 en 31 december 2099.
4. Druk op om het instelscherm te verlaten.
5. Gebruik om het getij- of maangegevensscherm te laten verschijnen.
Wereldtijd
In de wereldtijdfunctie wordt de huidige tijd in 48 steden
(29 tijdzones) over de gehele wereld getoond.
= De tijden in de wereldtijdfunctie zijn gesynchroniseerd
met de tijd in de tijdfunctie. Controleer als u vermoedt
dat een bepaalde wereldtijdfunctie-tijd niet correct is
het UTC-verschil voor uw woonplaats en de instelling
van de tijdfunctie-tijd.
= Selecteer in de wereldtijdfunctie een stadscode om
de huidige tijd in een specifieke tijdzone te bekijken.
Zie de “UTC-verschil/stadscodelijst” voor informatie
over de mogelijke instellingen voor het UTC-verschil.
= Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in
de wereldtijdfunctie, die u selecteert door op te
drukken.
De tijd in een andere plaats bekijken
Druk in de wereldtijdfunctie op
om naar het oosten door de stadscodes (tijdzones)
te bladeren.
Een stadscodetijd tussen standaard- en
zomertijd wisselen
1. Gebruik in de wereldtijdfunctie om de stadscode
(tijdzone) te tonen waarvoor u de instelling van de
standaardtijd/zomertijd wilt wijzigen.
2. Houd ingedrukt om tussen zomertijd (DST-
indicator getoond) en standaardtijd (DST-indicator
niet getoond) te wisselen.
= De DST-indicator verschijnt op het wereldtijdfunctie-
scherm als u een stadscode selecteert waarvoor
zomertijd is ingeschakeld.
= Onthoud dat als u de instelling van de zomertijd/
standaardtijd voor een willekeurige stadscode wijzigt,
deze instelling ook voor de andere stadscodes wordt
toegepast.
Stopwatch
De stopwatch maakt het mogelijk verstreken tijd,
tussentijden en twee finishtijden te meten.
= Het bereik van de stopwatch is 23 uur, 59 minuten en
59,99 seconden.
= De stopwatch loopt door, opnieuw startend vanaf 0,
nadat deze zijn limiet heeft bereikt, tenzij u de
stopwatch stopt.
= De stopwatchmeting loopt door, zelfs als u de
stopwatchfunctie verlaat.
= Als u de stopwatchfunctie verlaat terwijl een
tussentijd is bevroren op het display, wordt de
tussentijd verwijderd en keert deze terug naar de
verstreken tijdmeting.
= Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in
de stopwatchfunctie, die u selecteert door op te
drukken.
Over Auto-Start
Met Auto-Start voert het horloge een 5-seconden aftelling uit en begint de stopwatch-
bediening automatisch wanneer de aftelling 0 bereikt. Gedurende de drie laatste
seconden van de aftelling, klinkt elke seconde een signaal.
Auto-Start gebruiken
1. Druk terwijl op het stopwatchscherm allemaal nullen
worden getoond op .
= Hierdoor wordt een 5-seconden aftelscherm getoond.
= Druk om terug te keren naar het 0-scherm
nogmaals op .
2. Druk op om de aftelling te starten.
= Wanneer de aftelling 0 bereikt, klinkt een signaal en
start de stopwatchbediening automatisch.
= Als u op drukt terwijl de Auto-Start aftelling
plaatsvindt, start de stopwatch direct.
Timer
De timer kan worden ingesteld binnen een bereik van 1
tot en met 24 uur. Een alarm klinkt als de timer 0 bereikt.
De timer is tevens uitgevoerd met een automatische-
herhaling-functie en een voortgangssignaal dat de
voortgang van de aftelling aangeeft.
= Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in
de timerfunctie, die u selecteert door op te drukken.
Instellen van de timer
De volgende instellingen dient u te maken voordat u de
timer begint te gebruiken.
Timer-starttijd, automatische herhaling aan/uit,
voortgangssignaal aan/uit
= Zie “De timer instellen” voor informatie over het
instellen van de timer.
Automatische herhaling
Als automatische herhaling is ingeschakeld, herstart de aftelling automatisch vanaf de
ingestelde timer-starttijd als 0 bereikt wordt. Als u de aftelling door laat lopen, zal deze
maximaal acht keer worden herstart, waarna deze automatisch stopt. Als automati-
sche herhaling is uitgeschakeld, stopt de aftelling als 0 bereikt wordt en wordt de
aanvankelijke timer-starttijd op het display getoond.
= Als u op drukt terwijl een automatische-herhaling-aftelling in voortgang is, wordt
de huidige aftelling gepauzeerd. U kunt de aftelling hervatten door nogmaals op
te drukken, of u kunt de timer-starttijd op 0 instellen door op te drukken.
Voortgangssignaalbedieningen
Het horloge geeft op verschillende momenten gedurende een aftelling een signaal
zodat u op de hoogte blijft van de voortgang van de aftelling zonder dat u op het
display hoeft te kijken. Het volgende beschrijft de verschillende soorten voortgangs-
signalen die het horloge tijdens een aftelling afgeeft.
Maanstatus
uren
Maanstatus
minuten
Geografische
lengte
Geografische
lengte waarde
Instelling
Geografische lengte
Geografische
lengte (oost/west)
Maaninterval
uren, minuten
Knopbedieningen
Gebruik   (+) en (-) om de instelling te wijzigen.
• U kunt een waarde in het bereik van 0º tot en
met 180º met stappen van 1 graad instellen.
Gebruik
om tussen oostelijke geografische ( )
en westelijke geografische lengte ( ) te wisselen.
Gebruik
(+) en
(-) om de instelling te wijzigen.
Scherm
Maand - Dag
Getijgrafiek
Maanfase-indicator
Tijd
Druk op
MaangegevensschermGetijgegevensscherm
Maand - Dag Maanfase-indicator
Getijgrafiek Tijd Maanfase
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
Maand - DagJaar
Maand DagJaar
Stadscode
Huidige tijd in de
geselecteerde stad
DST-indicator
1/100 seconde
Uren
Minuten
Seconden
Verstreken tijd
WissenHerstart Stop
 
Tussentijd
TussentijdStart
StopStart
Tussentijd
Eerste renner
finisht.
Tijd eerste
renner op display.
Stop
Tweede renner
finisht.
Loslaten tussentijd
Tijd tweede
renner op display.
Loslaten tussentijd Wissen
Stop
  
Twee finishtijden
Start Wissen
 
(SPL displayed)
T
ijd meten met de stopwatch
Uren
Minuten
Seconden
Gebruiksaanwijzing 3088
3
Einde-aftelling-signaal
Het einde-aftelling-signaal geeft aan wanneer de aftelling 0 bereikt.
= Als het voortgangssignaal is uitgeschakeld, klinkt gedurende ongeveer 10
seconden een einde-aftelling-signaal of totdat u deze stopt door op een willekeu-
rige knop te drukken.
= Als het voortgangssignaal is ingeschakeld, klinkt het einde-aftelling-signaal
gedurende ongeveer 1 seconde.
Voortgangssignaal
Als het voortgangssignaal is ingeschakeld, geeft het horloge als volgt een signaal om
de voortgang van de aftelling aan te geven.
= Vanaf vijf minuten voor het einde van de aftelling geeft het horloge elke hele minuut
vier korte signalen.
= 30 Seconden voor het einde van de aftelling geeft het horloge vier korte signalen.
= Tijdens de laatste 10 seconden van de aftelling geeft het horloge elke seconde een
kort signaal.
= Als de timer-starttijd groter of gelijk is dan/aan 6 minuten, geeft het horloge de
laatste 10 seconden voordat het 5-minuten-moment bereikt is, elke seconde een
kort signaal. Als het 5-minuten-moment bereikt is, geeft het horloge vier korte
signalen.
De timer instellen
1. Houd wannneer de starttijd in de timerfunctie op het
display getoond wordt ingedrukt totdat de
instelling van de starttijd begint te knipperen, wat
aangeeft dat het instelscherm geselecteerd is.
=
Gebruik als de starttijd niet getoond wordt de
bediening bij “De timer gebruiken” om het
instelscherm te selecteren.
2. Druk op om het knipperen in de hieronder
getoonde volgorde te verplaatsen om andere
instellingen te selecteren.
3. Gebruik als de gewenste instelling knippert en om deze als hieronder
beschreven te wijzigen.
=
Stel 0:00 in om een timer-starttijd van 24 uur in te stellen.
4. Druk op om het instelscherm te verlaten.
= U kunt stappen 1 en 2 van bovenstaande bediening ook uitvoeren als u de huidige
instellingen van automatische herhaling en het voortgangssignaal wilt bekijken.
De timer gebruiken
Druk in de timerfunctie op om de timer te starten.
= De aftelling loopt door, zelfs als u de timerfunctie
verlaat.
= Druk terwijl een aftelling loopt op om deze te
pauzeren. Druk nogmaals op om de aftelling te
hervatten.
= Om een aftelling volledig te stoppen, pauzeer deze
dan eerst (door op te drukken) en druk vervolgens
op
. Hierdoor keert de timertijd terug naar de
startwaarde.
Alarmen
U kunt voor drie onafhankelijke multi-functie-alarmen
uren, minuten, maand en dag instellen. Als een alarm is
ingeschakeld, klinkt het signaal wanneer de alarmtijd
bereikt wordt. Een van de alarmen is een wekalarm en
de andere twee zijn eenmalige alarmen. U kunt ook een
uursignaal inschakelen waarna het horloge elk heel uur
twee keer een signaal geeft.
= Er zijn drie alarmschermen genummerd
AL1
en
AL2
voor het eenmalige alarm, en een wekalarm-
scherm aangegeven door
SNZ
. Het uursignaal-
scherm wordt aangegeven door
SIG
.
= Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in
de alarmfunctie die u selecteert door op te drukken.
Alarmtypes
Een alarmtype wordt bepaald door de instellingen die u maakt, zoals hieronder
beschreven.
= Dagelijks alarm
Stel de uren en minuten in voor de alarmtijd. Door deze instelling klinkt het alarm elke
dag op de ingestelde tijd.
= Datumalarm
Stel de maand, dag, uren en minuten in voor de alarmtijd. Door deze instelling klinkt
het alarm op de ingestelde tijd op de ingestelde datum.
= 1-Maand alarm
Stel de maand, uren en minuten in voor de alarmtijd. Door deze instelling klinkt het
alarm elke dag op de ingestelde tijd, alleen in de ingestelde maand.
= Maandelijks alarm
Stel de dag, uren en minuten in voor de alarmtijd. Door deze instelling klinkt het alarm
elke maand op de ingestelde tijd, op de ingestelde dag.
Een alarmtijd instellen
1. Gebruik in de alarmfunctie om door de
alarmschermen te bladeren totdat het alarm waarvoor
u de tijd wilt instellen getoond wordt.
= Selecteer alarmscherm
AL1
of
AL2
om een eenmalig alarm in te stellen.
Selecteer
SNZ
om het wekalarm in te stellen.
= Het wekalarm herhaald elke 5 minuten.
2. Houd nadat u een alarm heeft geselecteerd ingedrukt totdat de uurcijfers van de
alarmtijd beginnen te knipperen, wat aangeeft dat het instelscherm geselecteerd is.
= Door deze bediening wordt het alarm automatisch ingeschakeld.
3. Druk op om het knipperen in de hieronder getoonde volgorde te verplaatsen om
andere instellingen te selecteren.
4. Gebruik terwijl een instelling knippert om deze als hieronder beschreven te wijzigen.
5. Druk op om het instelscherm te verlaten.
Alarmbediening
Het alarm klinkt op de ingestelde tijd gedurende ongeveer 10 seconden. In het geval
van een wekalarm, wordt het alarm maximaal zeven keer elke vijf minuten herhaald.
= Alarm- en uursignaalbedieningen worden uitgevoerd overeenkomstig de tijdfunctie-tijd.
= Druk op een willekeurige knop om het alarm te stoppen.
= Door tijdens een 5-minuten interval tussen wekalarmen een van de volgende
bedieningen uit te voeren, stopt de huidige wekalarmbediening.
Het tijdfunctie-instelscherm selecteren
Het wekalarm-instelscherm selecteren
Het alarm testen
Houd in de alarmfunctie ingedrukt om het alarm te laten klinken.
De alarmtijd instellen
1. Gebruik in de alarmfunctie om een alarm te
selecteren.
2. Druk op om deze in of uit te schakelen.
= Wanneer u een alarm (
AL1
,
AL2
of
SNZ
)
selecteert, verschijnt de alarm-aan-indicator ( ) ALM
op het alarmfunctiescherm.
= De alarm-aan-indicator wordt in alle functies getoond
als een alarm is ingeschakeld.
= De alarm-aan-indicator knippert terwijl een alarm klinkt.
= De wekalarm-indicator ( ) knippert terwijl het SNZ
wekalarm klinkt en gedurende de 5-minuten
intervallen tussen alarmen.
Het uursignaal in- en uitschakelen
1. Gebruik in de alarmfunctie om het uursignaal
(
SIG
) te selecteren.
2. Druk op om deze in of uit te schakelen.
= De uursignaal-indicator ( ) wordt in alle functies SIG
getoond als deze functie is ingeschakeld.
Verlichting
Het horloge maakt gebruik van een elektronisch paneel
waardoor het gehele display verlicht wordt voor een
gemakkelijke aflezing in het donker. De automatische
lichtschakelaar activeert de verlichting automatisch als u
het horloge naar uw gezicht beweegt.
= De automatische lichtschakelaar moet ingeschakeld
zijn (aangegeven door de automatische-lichtschake-
laar-aan-indicator) om de verlichting automatisch te
laten activeren.
= Zie “Verlichting voorzorgsmaatregelen” voor meer
belangrijke informatie over het gebruik van de
verlichting.
De verlichting handmatig inschakelen
Druk in een willekeurige functie op om de verlichting te activeren.
= Bij deze bediening wordt de verlichting ingeschakeld ongeacht de huidige instelling
van de automatische lichtschakelaar.
= U kunt de hieronder beschreven bediening gebruiken om een verlichtingsduur van
1,5 of 3 seconden te selecteren. Wanneer u op drukt, blijft de verlichting
gedurende ongeveer 1,5 of 3 seconden geactiveerd, afhankelijk van uw huidige
verlichtingsduurinstelling.
De verlichtingsduur instellen
1. Houd in de tijdfunctie
ingedrukt totdat de
secondecijfers beginnen te knipperen, wat aangeeft
dat het instelscherm geselecteerd is.
2. Druk terwijl de secondecijfers knipperen op om de
verlichtingsduur tussen 1,5 seconden ( ) en 3
seconden ( ) te wisselen.
3. Druk twee keer op om het instelscherm te verlaten.
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
Voortgangssignaal
Automatisch herhalen
Uren Minuten
Knopbedieningen
Gebruik   (+) en (-) om de instelling te wijzigen.
Druk op
om automatische herhaling in (
getoond) of uit ( getoond) te schakelen.
Druk op
om het voortgangssignaal in ( ) of
uit ( ) te schakelen.
Instelling
Uren, minuten
Automatische
herhaling
Voortgangssignaal
Scherm
Alarmnummer
Alarmdatum
(Maand – Dag)
Alarmtijd
(Uren : Minuten)
Uur Maand DagMinuten
Om dit te doen:
Verander de uren
en minuten
Verander de
maand en dag
Doe dit:
Gebruik   (+) en (-).
Stel bij de 12-uur weergave de tijd juist in als ochtendtijd
(geen indicator) of middag/avondtijd (P indicator).
Stel in voor elke instelling om een alarm
zonder maand en/of dag te selecteren.
Scherm
Alarm-aan-indicator
Wekalarm-indicator
Uursignaal-aan-indicator
Automatische-lichtschakelaar-
aan-indicator
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l

Termékspecifikációk

Márka: Casio
Kategória: Horloges
Modell: G-Shock G-9100-1ER

Szüksége van segítségre?

Ha segítségre van szüksége Casio G-Shock G-9100-1ER, tegyen fel kérdést alább, és más felhasználók válaszolnak Önnek




Útmutatók Horloges Casio

Útmutatók Horloges

Legújabb útmutatók Horloges