Használati útmutató Lumag RP350DE

Olvassa el alább 📖 a magyar nyelvű használati útmutatót Lumag RP350DE (32 oldal) a nincs kategorizálva kategóriában. Ezt az útmutatót 5 ember találta hasznosnak és 2 felhasználó értékelte átlagosan 4.5 csillagra

Oldal 1/32
Trilplaat (voorwaarts en achterwaarts lopend.
Let op! Leest U voor de ingebruikname en montage de gehele
gebruiksaanwijzing. Zorg ervoor dat U doormiddel van deze
gebruiksaanwijzing vertrouwd raakt met de machine en het gebruik van de
machine.
Aanwijzing
De fabrikant van deze machine is volgens het product
aansprakelijkheidsrecht niet verantwoordelijk voor schade, die aan of door
deze machine ontstaat bij:
- oneigenlijk gebruik,
- het niet gebruiken volgens de richtlijnen in de gebruiksaanwijzing,
- reparaties door derden c.q. niet geautoriseerde vakmensen,
- het inbouwen of uitwisselen van niet originele onderdelen,
- gebruik waarvoor de machine niet bestemd is,
Het risico is dan volledig voor de gebruiker.
LET OP!!!
DEZE MACHINE HEEFT BIJ AFLEVERING NOG GEEN
MOTOROLIE IN DE MOTOR.
CONTROLEER REGELMATIG ALLE BOUTEN EN
MOEREN VAN DEZE TRILPLAAT. DOOR DE GROTE
TRILLINGEN ZOU HET KUNNEN ZIJN DAT U DEZE
OPNIEUW MOET AANDRAAIEN. DOET U DIT NIET DAN
KAN DIT ERNSTIGE SCHADE AAN TRILPLAAT
VEROORZAKEN (GEEN GARANTIECLAIM MOGELIJK!!)
Door L.V.G. Hartham Gmbh zelf gemaakte grafieken, foto’s, teksten en lay-
outs zijn volgens het recht ook eigendom van L.V.G. Hartham. Het
kopiëren of gebruiken van betreffende grafieken, foto’s teksten of lay-outs
in andere elektronische of gedrukte publicaties is zonder uitdrukkelijke
toestemming van L.V.G. Hartham Gmbh niet toegestaan.
In het geval van een defecte accu trekstarter gebruiken! (zie
onderstaand startschema).
INHOUDSOPGAVE
1. Inleiding
2. Doelgericht gebruik
3. Veiligheidsvoorschriften
3.1 Algemene veiligheidsvoorschriften
3.2 Operationele zekerheid
3.3 Veiligheid bij gebruik van verbrandingsmotoren
3. Service 4 -Veiligheid
3.5 Gebruikte aanwijzing en waarschuwingssymbolen-
4. Bedieningelementen
5. Machine transport
5.1 Het mechanisch optillen
5.2 Het transport van de machine met onderstel (accessoires)
5.3 Opslag
6. Ingebruikname
6.1 Diesel brandstof
6.2. Motor
6.3 Voor ingebruikname
6.4 Motor handmatig starten
6.5 Motor elektronisch starten
6.6 Motor afstellen
7. Onderhoud
7.1 aarts en achterwaarts lopen.Voorw
7.2 Aanbevelingen voor het verdichten/trillen
7.3 Verdichten zonder zijplaten
8. Onderhoud
8 .1 Onderhoudsplan
8 .2 Motorolie
8 .3 Luchtfilter
8.4 Aandrijfriem
8 .5 Smering van het trilmechanisme
8 .6 De accu
8 .7 Reinigen van de trilplaat
9. Probleemoplossingen
10. Aanwijzingen m.b.t. het milieu
11 . Technische gegevens
12. Garantie en klantenservice
13. Onderdelen van de machine
1. Houd uw werkomgeving schoon en opgeruimd.
3.1 Algemene veiligheidsvoorschriften
- Een niet opgeruimde werkomgeving kan ongelukken tot gevolg hebben.
2. Houdt rekening met omgevingsfactoren.
- Gebruik de machine nooit in afgesloten of slecht geventileerde ruimte. Als de motor
draait worden giftige gassen geproduceerd. Deze gassen kunnen onzichtbaar en
reuloos zijn.
- Gebruik de machine niet in de regen en laat hem ook niet in de regen buiten staan.
- Gebruik de machine niet in een vochtige of natte omgeving.
- Zorg ervoor dat op ongelijk terrein u zelf een goed en stevig kunt staan.
- Let goed op niet versperde c.q. met lint afgezette geulen, greppels en andere
afgravingen.
- Zorg voor een goede verlichting van de werkplek.
- Gebruik de machine niet in een ontvlambare omgeving waardoor brand en
explosiegevaar kan ontstaan.
- Bij droogte, een brandblusser in uw nabijheid opstellen (Brandgevaar)
3. Houdt andere personen op afstand.
- Laat andere personen, vooral kinderen en jongeren niet aan de machine komen.
Houdt ze dus uit de buurt van uw werkomgeving.
4. Berg niet gebruikte machines en gereedschappen veilig op.
- Niet gebruikte machine s en gereedschappen moeten droog en op een hogere of
afgesloten plaats, buiten het bereik van kinderen worden opgeslagen.
5. Overbelast de machine niet.
- Uw werkresultaat is beter als u binnen de aangegeven grenzen blijft.
6. Gebruik het juiste gereedschap.
- Gebruik geen lichte machines voor zware werkzaamheden.
- Gebruik de machine uitsluitend waarvoor hij gemaakt is.
- Zorg ervoor dat de machine altijd schoon is.
7. Draag altijd geschikte werkkleding
- Draag geen wijde of loshangende kleiding of sieraden, u kunt door de draaiende delen
van de machine worden vastgegrepen.
- Draag originele werkhandschoenen, handschoenen van leer bieden een goede
bescherming.
- Draag altijd veiligheidsschoenen met stalen neuzen.
- Draag altijd stevige werkkleding bij alle werkzaamheden.
- Als u lang haar heeft gebruik dan een haarnet of veiligheidshelm (veiligheidshelm is
altijd aanbevolen)
8. ALTIJD persoonlijke beschermingsmiddelen dragen (PBM).
- Draag altijd hoofd, oog, hand, voet en gehoorbescherming.
- - Gebruik bij werkzaamheden die stof veroorzaken altijd mond en neus
beschermingsmiddelen ter vermindering van de risico’s bij het inademen van
stofdeeltjes.
9. Voorkom extreme lichaamsinspanningen
- Zorg dat u goed stevig kunt staan en altijd uw evenwicht kunt behouden.
10. Laat geen machinegereedschappen zitten
- Controleer voor dat de machine start, dat steeksleutels en instelgereedschap zijn
verwijderd van de machine.
11. Wees attent (let altijd goed op!)
- Let erop wat U doet. Ga met verstand te werk. Gebruik geen gemotoriseerde
machines wanneer u niet geconcentreerd bent.
- Nooit onder invloed van alcohol, drugs, medicijnen of andere middelen werken, die het
gezichtsvermogen, de handigheid en het inschattingsvermogen beïnvloeden kunnen.
12. Het bijvullen van de diesel tank.
- Voor het bijvullen altijd eerst de motor uitzetten.
- De tankdop voorzichtig openen, zodat de ontstane overdruk rustig kan ontsnappen.
- Bij het werken met een trilplaat ontstaan hoge temperaturen van het motorhuis. Laat
de machine dus voor het bijvullen van de brandstof afkoelen. De brandstof zou kunnen
vlamvatten en leiden tot ernstige brandwonden.
- Let er goed op dat de tank niet te vol wordt afgevuld. Mocht u toch brandstof morsen,
dan deze direct verwijderen en de machine goed schoonmaken.
- De tankdop goed op de tank vastzetten om te voorkomen dat deze door de vibratie
ontstaan bij het werken zou kunnen lostrillen.
13. Regelmatig rust pauzes nemen.
VOORZICHTIG!
- Een lange tijd aan een stuk werken met deze machine kan doorbloeding storingen
geven aan de vingers, handen of polsen met als oorzaak de vibraties die ontstaan
tijdens het gebruik van deze machine. Symptomen zoals het “inslapen van
lichaamsdelen“, prikkelingen, pijn, steken, verandering van de kleur van de huid
kunnen optreden. Worden deze symptomen vastgesteld, neem contact op met uw
huisarts
. - Geschikte handschoenen en regelmatige pauzes kunnen de gebruikstijd verlengen.
Echter persoonlijke aanleg voor slechte doorbloeding en/of grote “grijpkracht“ bij het
werken de gebruikstijd beperken.
14. Controleer de machine (motor)
- Voor het gebruik van de machine moet u de beschermkappen en hulpstukken of al
licht beschadigde onderdelen zorgvuldig nazien of ze nog geschikt zijn voor de functie
die ze moeten uitvoeren.
- Controleer of de beweegbare onderdelen zonder gebreken kunnen functioneren en
niet klemmen of dat onderdelen niet beschadigd zijn. Alle onderdelen moeten correct
gemonteerd zijn en alle functies kunnen uitvoeren om de machine zonder
probleemloos te kunnen laten functioneren.
- Beschadigde beschermkappen/hulpstukken moeten door een Lumag erkende
reparatiedienst worden gerepareerd of vervangen worden, zover er niets anders over
in de gebruiksaanwijzing wordt aangegeven.
- Defecte schakelaars moeten bij een door Lumag erkende reparatiedienst worden
vervangen.
- Gebruik de machine niet als de schakelaar er niet voor zorgt dat de machine aan en uit
gezet kan worden.
15. WAARSCHUWING.
- Het gebruik van andere aanbouwdelen evenals accessoires, die niet nadrukkelijk
aanbevolen worden kunnen tot verwondinggevaar leiden.
16. GEBRUIK ALLEEN ONDERDELEN DIE ZIJN TOEGSTAAN.
- Deze machine voldoet aan de relevante veiligheidsvoorschriften. Reparaties mogen
alleen door de Lumag reparatiedienst of door Lumag aangewezen reparatie diensten
worden uitgevoerd. Er mogen alleen originele onderdelen worden gebruikt, bij gebruik
van niet originele onderdelen kunnen gevaarlijke situaties voor gebruiker ontstaan.
3.2
Operationele zekerheid
WAARSCHUWING
Kinderen en jongeren onder de 18 jaar mogen de machine niet bedienen. Jongeren
vanaf 16 jaar mogen in het kader van een opleiding en onder toezicht van
deskundigen c. q coach of mentor de machine wel gebruiken. Leest U de
gebruiksaanwijzing en motorhandboek zorgvuldig door en maak u vertrouwd met
alle bedieningsonderdelen van de machine. Een verkeerde bediening of het gebruik
door onervaren personen kan gevaar opleveren.
NOOIT de machine gebruiken voor werkzaamheden waarvoor hij niet gemaakt is.
NOOIT de motor of de uitlaat bij een lopende motor of kort na het uitzetten aanraken.
Deze onderdelen worden zeer heet en kunnen brandwonden veroorzaken.
ALTIJD originele accessoires/onderdelen gebruiken. Het gebruik van andere
hulpmiddelen of accessoires en onderdelen kunnen tot onherstelbare schade van de
machine leiden maar ook voor u een gevaar opleveren.
NOOIT de machine zonder de beschermkap voor de aandrijfriem gebruiken. Vrij
toegankelijke aandrijfriemen kunnen een groot gevaar voor de gebruiker en omstanders
opleveren.
NOOIT de machine zonder toezicht laten draaien.
ALTIJD vaststellen oppervlakten die u gaat trillen/verdichten geen stroom, gas, water of
communicatie leidingen bevatten.
ALTIJD vaststellen dat de zijwanden van greppels, geulen of andere uitgegraven
oppervlakten stevig zijn en niet door de vibraties tijdens de trilwerkzaamheden kunnen
instorten. U zou namelijk naar beneden of om kunnen vallen.
ALTIJD de werkomgeving afzetten om zodoende collega’s en onbevoegde personen op
afstand te houden.
ALTIJD regelmatig pauzes inlasten. Een lange tijd aan een stuk werken met deze
machine kan doorbloeding storingen geven aan de vingers, handen of polsen met als
oorzaak de vibraties die ontstaan tijdens het gebruik van deze machine.
ALTIJD vaststellen dat de gebruiker van de machine bekend is met alle
veiligheidsvoorschriften, gebruiksaanwijzingen, en regels ter voorkoming van
verwondingen of gezondheid schade
.• ALTIJD persoonlijke beschermingsmiddelen dragen (PBM).
- Gehoorbescherming dragen om de risico’s van doofheid te beperken.
- - Mond en neus beschermingsmiddelen ter vermindering van de risico’s bij het
inademen van stofdeeltjes.
- Ogen en gezichtsbescherming om de risico’s van o.a. oogletsel te beperken.
- Altijd professionele (leren) handschoenen dragen bij het gebruik van de machine.
- Veiligheidsschoenen c.q. veiligheidslaarzen voorzien van een zool voor uitstekende
grip een stalenneus en beenbescherming beschermen U tegen verwondingen en
zorgen ervoor dat u stabiel kunt staan/werken.
- Werkkleding van stevig materiaal welke ook nog eens brandvertragende
eigenschappen heeft.
ALTIJD bij het bedienen van de machine gehoorbescherming dragen.
WAARSCHUWING: Lawaai kan slecht voor u gezondheid zijn. Wanneer het
toegestane geluidsniveau van 85 dB(A) wordt overschreden, moet
gehoorbescherming worden gedragen.
ALTIJD de motor uitschakelen als deze niet gebruikt wordt.
ALTIJD de brandstofkraan sluiten als u de machine niet gebruikt.
NOOIT de choke gebruiken om de motor te stoppen.
ALTIJD de trilplaat zo gebruiken, dat u niet verwond kunt raken tussen het apparaat en
vaste omgeving (muren, wanden, schuttingen etc.)
ALTIJD de machine netjes opbergen als hij niet gebruikt wordt. Kies voor een veilige
opbergplaats zodat de machine niet door onbevoegden in werking kan worden gesteld.
Plaats de machine niet buiten of in vochtige ruimte.
ALTIJD voor het in gebruik nemen alle beschermhulpstukken en beschermonderdelen
goed controleren zodat ze optimaal kunnen functioneren.
- Controleer of beweegbare onderdelen probleemloos functioneren en niet klemmen en
niet beschadigd zijn. Deze onderdelen moeten aan alle voorwaarden voldoen om een
veilig en probleemloos gebruik van de machine te garanderen.
- Beschadigde beschermkappen/hulpstukken moeten door een Lumag erkende
reparatiedienst worden gerepareerd of vervangen worden, zover er niets anders over in
de gebruiksaanwijzing wordt aangegeven.
ALTIJD voor in gebruik name de gebruiksaanwijzing lezen. Aanwijzingen m.b.t. gevaar,
waarschuwingen en veiligheidsmaatregelen moet u altijd in acht nemen om het risico
van persoonlijke schade of schade in het algemeen of foutieve servicewerkzaamheden
te minimaliseren.
3.3 Veiligheid bij gebruik van verbrandingsmotoren
GEVAAR
Verbrandingsmotoren veroorzaken tijdens het gebruik en bij het tanken een
gevaarlijke situatie. Let U goed op de waarschuwingen en daarmee samenhangend
de veiligheidsvoorschriften in deze gebruiksaanwijzing. Als u deze waarschuwingen
en veiligheidvoorschriften niet in acht neemt kan dit zware verwondingen en zelfs
dodelijke ongelukken leiden.
Laat deze motormachine NIET binnen in een garage of afgesloten ruimte draaien. De
afvoergassen van de motor bevatten het giftige koolmonoxide. Het zich begeven in een
ruimte met koolmonoxide kan tot bewusteloosheid leiden en zelfs dodelijk zijn.
Gebruik de machine NIET in de nabijheid van een open vlam/vuur.
Rookt u a.u.b. NIET in de nabijheid van de trilplaat.
Controleer ALTIJD benzineleidingen, tankafdichting, en de benzinetank op lekkage of
scheuren. De machine mag met dergelijke
mankementen niet in gebruik worden genomen.
Tank de machine NIET bij, terwijl de motor nog heet is of nog loopt.
Vul de brandstof tank ALTIJD bij in een goed geventileerde ruimte.
Vul de tank NIET bij in de buurt van een open vlam/vuur.
Rook NIET tijdens het tanken.
Knoei GEEN brandstof tijdens het bijvullen.
Let erop, dat U na het tanken ALTIJD de tankdop terugplaatst en goed vastdraait
.• Brandstof in geschikte opslag tank bewaren en verwijdert houden van warmte en
ontsteking bronnen.
3.4 Serviceveiligheid
WAARSCHUWING
Ondeskundig onderhoud of het niet signaleren van een probleem c.q. het niet
oplossen van een probleem kan tijdens het trillen voor gevaarlijke situaties zorgen.
Gebruikt u alleen een regelmatig en juist onderhouden machine. Alleen zo kunt u
ervan uitgaan dat u uw machine veilig, deskundig en storingsvrij kunt gebruiken. En
dat voor langere tijd.
De machine NIET in draaiende situatie schoonmaken, onderhouden, afstellen of
repareren. Beweegbare onderdelen kunnen zware verwondingen veroorzaken.
Voor onderhoud en reparatie werkzaamheden ALTIJD de accu verwijderen. Het
plotseling starten van de machine wordt hiermee voorkomen.
De machine NIET zonder luchtfilters laten draaien.
GEEN benzine of andere ontvlambare oplosmiddelen voor het reinigen van de machine
gebruiken. Benzine- en oplosmiddel dampen kunnen explosies veroorzaken.
In de nabijheid van de uitlaat GEEN papier, karton of gelijkwaardig materiaal
neerleggen. Door de heet geworden uitlaat kan een brandhaard ontstaan.
• Beschadigde of te vervangen machine onderdelen ALTIJD door originele onderdelen
vervangen.
• De stickers op de machine waarschuwen voor gevaren. De machine ALTIJD schoon
houden en beschadigde waarschuwingsstickers vervangen.
Houdt daarnaast rekening met de geldende voorschriften en richtlijnen van uw eigen
land.
3.5
Gebruikte aanwijzing- en waarschuwingssymbolen
AANWIJZING
De machine wordt geleverd zonder motorolie! Voor het in gebruik nemen van deze
machine eerst de machine van motorolie voorzien
. Als u geen motorolie bijvult kan dit tot
schade aan de motor leiden die niet meer te herstellen is.
LET OP GEVAAR!
De uitlaatgassen van deze motor bevatten koolmonoxide. Niet in een afgesloten
ruimte gebruiken.
Voor het in gebruik nemen de gebruiksaanwijzing doorlezen.
Roken is verboden! De motor van hittebronnen, vonken en vlammen verwijderd
houden.
Brandstof is uiterst brandbaar en explosief. Voor het tanken, de motor uitzetten en
afkoelen laten.
WAARSCHUWING
Voor ingebruikname de gebruiksaanwijzing lezen anders verhoogt
zich het verwondinggevaar voor de gebruiker en andere
personen.
Bij het gebruik van deze machine altijd gehoor en oogbescherming -
dragen en veiligheidsschoenen.
Als u wordt gegrepen door een draaiende riem kan dit tot ernstige
verwonding aan de handen leiden. Altijd de beschermkap over de
aandrijfriem plaatsen.
Hete bovenkant! Het aanraken kan tot brandwonden lijden. Onderhoud,
reparatie en schoonmaakwerkzaamheden altijd bij een afgekoelde
motor uitvoeren.
LET OP!
* Hefpunt/ Verbindingspunt
Gasregelings hendel
Schildpad betekent langzaam of stationair lopen
Konijn betekent vol gas of snel lopen
Hendel voor voorwaarts en achterwaarts lopen
Terugloop
Stand
Vooruit lopen
TYPE PLAATJE
Voorzien van modelnummer, bouwjaar en
serienummer. Bij bestellingen van onderdelen c.q.
service informatie altijd deze informatie doorgeven.
Aanwijzing
Bij de aflevering is de trilplaat niet voorzien
van motorolie.
4. BEDIENINGSELEMENTEN
TRILPLAAT (afbeelding 1)
A) Duwboom
B) Elektronisch starten (sleutel)
C) - Hendel (Voor en achterwaarts schakelen)
D) Accu (t.b.v. starten)
E) Aandrijfmotor.
F) Console
G) Olie navulopening voor trilmechanisme
H) Bodemplaat
I) Aandrijfriem/beschermkap
J) Beschermingsframe
K) Ophanging
L) Dissel
M) Gasregeling hendel
Dieselmotor (afbeelding 2+3)
1 Uitlaat
2 Luchtfilter
3 Centrifugaal koppeling
4 Terugloopstarter
5 Olie afvoerbout
6 Oliënvulopening/ pijlstok
7 Gashendel
8 Brandstofkraan
9 Brandstoftank
10 Tankdop
11 Decompressie hendel
5. MACHINE TRANSPORT
WAARSCHUWING
Voor het transport c.q. het opbergen (binnen), de motor van de machine laten
afkoelen, om brandgevaar te vermijden Wees er zeker van dat personen door het
wegglijden of omvallen van de machine of door het weg geslingerd worden van machine
onderdelen geen gevaar lopen.
Bij transport altijd de motor uitschakelen en de motor laten afkoelen.
Brandstofkraan sluiten (8), d.w.z. op de stand „OFF“ zetten en de machine loodrecht
verplaatsen, om brandstof c.q. olielekkage te voorkomen.
9Bij een transport over een langere afstand moet de brandstoftank ( )volledig worden
leeg gemaakt.
• Dissel (L) rechtop zetten en vastzetten.
Voor het transport van de trilplaat alleen geschikte hefwerktuigen gebruiken die een
minimale draaglast hebben van 300kg.
De machine bij transport (in een wagen) beschermen tegen wegrollen, wegglijden en
omvallen en altijd goed vastzetten met spanbanden of touw.
AANWIJZING
Voor het verplaatsen of transporteren van trilplaten bijv. met een heftruck geschikte
hefmiddelen (kabel, haken) gebruiken en vastzetten op de aangewezen plaats. Zorg ervoor
dat de heftruck/ hefmiddelen genoeg hefvermogen hebben en stabiel kunnen staan.
5.1 Mechanisch heffen
Met hefinrichting:
kGeschikte hefhaken aan de ophanging ( ) bevestigen en voorzichtig beginnen met het
heffen om verwondingen te voorkomen.
AANWIJZING
Wees er voor het heffen zeker van dat het hefapparaat geschikt is (zie technische
gegevens) om de machine te kunnen dragen/opheffen.
5.2. Het transport van de machine over de grond met het onderstel (accessoires)
Het onderstel verlicht het transport van de trilplaat. Door het kantelen/ drukken van de
machine aan duwboom en met behulp van een 2 e - persoon kan het onderstel aan de
bodemplaat worden vastgehaakt.
LET OP: Gebruik het onderstel alleen op vaste en vlakke ondergrond en voor korte
afstanden.
5.3 Opslag
Opslag van de trilplaat voor een maand of langer:
Vuil en stenen van de bodemplaat ( ) verwijderen. H
Luchtfilter ( ) schoonmaken of bij sterke vervuiling of beschadiging c.q. beschadiging2
vervangen.
Cilinder vinnen schoonmaken
Motorolie vervangen.
Trilplaat en motor ter bescherming van stof afdekken en op een droge en schone plaats
opslaan.
6. INGEBRUIKNAME
LET OP
Lees zorgvuldig de veiligheidsvoorschriften (zie „veiligheidsvoorschriften”).
Snelstart overzicht:
Machine uit de verpakking halen en op een vlakke ondergrond plaatsen.
Indien gewenst de beide zij verbreding hulpstukken doormiddel van de
bijgeleverde bouten monteren.
-De ( ) kabel aan de linker inbusbout van de aandrijfriem afdekkap aansluiten = de
massa (eerst kunststof bescherming verwijderen).
-Nu eerst de (+) pool en dan de ( ) pool aan de accu vastklemmen.
- -Motorolie bijvullen (wij adviseren MATOM 10W 40, uiteraard zijn andere 10W 40
olie soorten ook geschikt) tot de maximale stand op de olie peilstok.
Brandstof (DIESEL) bijvullen.
Brandstofkraan open zetten.
Machine doormiddel van de bijgevoegde (start) sleutel starten.
6.1 AANBEVOLEN BRANDSTOF
Voor deze motor is alleen Diesel (geen BIO diesel gebruiken) geschikt. Gebruik alleen
verse, schone brandstof. Water of vuil in de diesel beschadigt het brandstofsysteem.
Er bestaat zomer en winterdiesel. De brandstof leverancier past dit zelf aan! Gebruik
zomerdiesel nooit in de winter en omgekeerd. Er kan vlokvorming ontstaan.
(Afbeelding 4)
Tank inhoud: 5 ,5 Liter
Tank alleen in een goed ventileerde ruimte en met een niet draaiende motor. Als de motor
nog warm is moet u deze voor het tanken eerst laten afkoelen. Tank nooit in een gebouw
w aar de benzinedampen vlammen of vuurvonken kunnen bereiken.
WAARSCHUWING
Diesel is brandbaar en explosief. Er kunnen door het gebruik van brandstoffen
verbrandingen, brandwonden of andere verwondingen ontstaan.
Motor uitschakelen en verwijdert houden van vlammen, vonken of hittebronnen.
Alleen in de buitenlucht tanken.
Gemorste diesel direct verwijderen.
6.2. Motor
De motor kan worden gestart door de trekstarter of elektronisch. Ter verlichting van het
starten beschikt de aandrijfmotor of een automatische decompressie. Deze zorgt ervoor dat
de kompressie bij het starten zeer gering is, zich naar enige omwentelingen verhoogt, en
dan pas de volle kompressie in . De motorsnelheid wordt door een automatisch geschakeld
gestuurde gashendel (M) bediend. Deze bevindt zich aan de duwboom.
Let op!
De motor is met een oliewaarschuwingssysteem uitgerust. Deze schakelt de motor uit of
voorkomt dart de motor kan worden ingeschakeld als er te weinig olie in het motorblok zit.
6.3 VOOR INGEBRUIKNAME
AANWIJZING
De eerste ingebruikname moet de Motorolie worden bijgevuld! Indien u geen of te weinig
olie gebruikt kan dit tot onherstelbare schade van de motor leiden. In dit geval zijn zowel de
verkoper als de fabrikant niet aansprakelijk voor garantie claims.
(Afbeelding 5 6+ )
• In de handel verkrijgbare motorolie gebruiken met de specificaties10W-30 of 10W-40. (let
op wel geschikt voor dieselmotoren).
• Olieschroefdop (6) uit de motor verwijderen.
• Motorolie bijvullen tot het zichtbaar in de olie inlaat staat (= onderkant van de olie-inlaat/
ingang) Benodigde hoeveelheid ongeveer en 1,65 liter (RP3 over vullen. 5 0DE). Niet
Controleert u voor het starten van de motor en naar 4 uur gebruik:
• de motorolie stand (indien nodig bijvullen)
• de brandstofhoeveelheid stand de tank moet minstens halfvol zijn
• de toestand van het luchtfilter- indien nodig reinigen c.q. verwisselen
• de toestand van de brandstofleidingen
• de van buitenaf zichtbare schroef/bout verbindingen. Vooral de afdekking van de
aandrijfriem, de bouten ter bevestiging van de motor en het trilmechanisme. Kijk of alles
goed vast zit!
• De aandrijfriem spanning- f normaal moet u de aandrij riem 10-15mm kunnen indrukken als
u met uw duim in het midden van de drukt. Als de aandrijfriem niet strak aandrijf riem
genoeg is gespannen, kan de trilcapaciteit niet voldoende zijn of de vibraties
oncontroleerbaar en daarmee schade aan de machine aanbrengen.
De oliestand van het trilmechanisme. Eventueel bijvullen max. 0,6 LITER. Soms is
het trilmechanisme af fabriek om technische redenen voorzien van teveel olie. De
machine wil dan niet voor of achteruit. Laat de olie uit het trilmechanisme lopen en
vul deze met de juiste hoeveelheid.
Let op.
De trilplaat moet tijdens de controle vlak staan. Bij het vaststellen van gebreken mag de
machine niet gebruikt worden tot de gebreken verholpen zijn.
6.4 Motor handmatig starten (Afbeelding 7). Alleen als accu start niet werkt!!
1. Brandstofkraan( 8) openen door de hendel voor het openen en sluiten naar rechts te
schuiven (loodrecht).
2. regeling Gas hendel ( op de positie ½ of ¾ draaien7 of M) .
3. ustig R aan de Trekstarter (4) trekken, tot er weerstand voelbaar is en dan langzaam
weer laten oprollen.
AANWIJZING:
De trekstarter niet na het aantrekken loslaten, maar voorzichtig met de hand terug
begeleiden om beschadiging van de trekstarter te voorkomen.
4 . . Decompressiehendel (11) tot de aanslag naar beneden drukken
5 . De trekstarter krachtig, maar met beleid aantrekken. De motor start.
LET OP!
Bij herhaalde startpogingen wachten tot de motor tot stilstand is gekomen.
WAARSCHUWING:
Als het motortoerental oploopt begint de trilplaat te trillen.
AANWIJZING:
De decompressiehendel niet bij een lopende motor gebruiken.
6. Motor naar het hoogste toerental brengen.
7. De hendel voor voor en achteruit naar voren drukken.- (C)
PAS OP!
De voor en achteruit snelheid is traploos regelbaar (variabel)-
6.5. Elektrostart (afbeelding 8)
1. Brandstofkraan(8) openen door de hendel voor het openen en sluiten naar rechts te
schuiven (loodrecht).
2. draaien.Gasregeling hendel (7 of M) op de positie ½ of ¾
3. Decompressiehendel (11) blijft in de hoogste stand staan (niet naar beneden drukken)
4. (afbeelding 8.) Sleutel in het contact steken en rechts in de gebruikspositie draaien. Net
zo lang vasthouden in deze positie totdat de motor loopt!
LET OP!
Bij herhaalde startpogingen wachten tot de motor tot stilstand is gekomen.
WAARSCHUWING:
Als het motortoerental oploopt begint de trilplaat te trillen.
5. Als de motor loopt, de startsleutel loslaten
6. Bij eventuele onregelmatigheden de motor direct uitschakelen, de storing lokaliseren en
oplossen.
7. Voor elke herhaalde startpoging de sleutel eerst naar links terugdraaien. Start max. 10
sec. Als de machine dan niet start 15 seconden wachten en opnieuw starten.
AANWIJZING:
De decompressiehendel niet bij een lopende motor gebruiken.
6. Motor naar het hoogste toerental brengen.
7. De hendel voor en achteruit naar voren drukken. voor- (C)
PAS OP!
De voor en achteruit snelheid is traploos regelbaar (var- iabel)
LETOP! Als u na het elektro starten de trilplaat maar gedurende korte tijd gebruikt heeft de
dynamo geen mogelijkheid de accu goed op te laden. Dus na een aantal keren laden en
het daarna korte tijd gebruiken kan betekenen dat de accu leeg raakt. U moet dan de accu
met een externe acculader laden.
Let op! In de winter is het starten van de motor moeilijker (motor beschikt niet over
een gloeispiraal) . Bovenop de motor zit een klein dopje (er staat op OIL).
Oliedop koude start.
Deze moer (A) losdraaien indien er lucht in de brandstof leiding zit!
Verwijder dit dopje en doe er twee druppels (2cc) motor olie (bijv. 10w 40) in en plaats de -
dop weer op zijn plaats. Start dan met de startprocedure. Gebruik de machine nooit zonder
dop want dan kan er vuil, stof in de motor komen.
6.6 Motor uitschakelen (Afbeelding 8)
Waarschuwing:
Bij het onderbreken van de werkzaamheden bijv. na het van de beëindigen
trilwerkzaamheden de startsleutel voor onbevoegden verwijderen.
AANWIJZING:
Nooit de motor met de decompressiehendel uitzetten, aangezien dit absoluut tot schade
aan het decompressieventiel zal leiden.
M Gashendel ( ) in de stationaire stand duwen, d.w.z. de hendel tot de aanslag
terugduwen.
. Na stilstand van de motor de sleutel naar links draaien en uit het contact halen.
Aansluitend de brandstofkraan (8) sluiten door de hendel voor het openen en sluiten
volledig naar rechts te stellen.
7. Gebruik
De trilplaat is voorzien van een centrifugaal koppeling, zodat het aandrijfmechanisme bij
een stationair niet wordt aangedreven. Met het oplopen van het toerental grijpt de toerental
koppeling zich vast en begint aandrijfmechanisme mee te draaien. het optimaal Voor
functioneren, moet de motor op het hoogste toerental worden gezet.
7.1. Vooruit en achteruit (afbeelding 9)
Laat de motor op volle toeren draaien, gebruik daarvoor de voor en achteruit hendel (C) en
zet deze op de middenstand (afbeelding 9). Met de gasregeling hendel (M) kunt u uw
werksnelheid variabel regelen.
Met de voor hendel (C) u de looprichting. Afhankelijk in welke stelling - en achteruit bepaald
u de deze hendel zet, trilt de trilplaat bij het vooruitlopen, bij stilstand of bij het
achteruitlopen. Houdt beide handen aan de duwboom (A). Stuur de machine door de
duwboom naar links of rechts te bewegen. Bij hoogteverschillen moet u de trilplaat lichtjes
voorwaarts duwen. Bij afdalingen de trilplaat enigszins tegenhouden om de snelheid te
doen afnemen.
Bij het achterwaarts laten lopen van de trilplaat moet de gebruiker zich aan de zijkant van
de trilplaat bevinden om zo verwondingen te voorkomen bij eventuele hindernissen. Uw
werkomgeving altijd vrij maken van hindernissen die tot struikelingen kunnen leiden. Bij
ongelijke oppervlakten en het aantrillen van groot, grof materiaal is extra voorzichtigheid
geboden. Zorg ervoor dat u stevig staat.
De machine zo gebruiken dat verwondingen aan de handen door massieve voorwerpen
wordt vermeden.
LET OP
Bij hoogteverschillen onderaan de stijging beginnen. Een stijging die men probleemloos
bergopwaarts aankan, is bergafwaarts ook zonder gevaar uit te voeren. De gebruiker mag
nooit met zijn gezicht bergafwaarts staan
AANWIJZING
Een maximaal stijging percentage van 20° mag nooit overschreden worden. Een
overschrijding van dit percentage kan tot een uitval van de motor leiden door gebrek aan
smering en uiteindelijk tot grote schade aan de motor.
7.2 Aanbevelingen voor verdichting werkzaamheden.
Vochtigheid of een extreem onvaste bodem zorgen voor een geringe hechting van de
trilplaat. Daardoor verhoogt de kans op ongelukken.
Om een optimale verdichting te bewerkstelligen zijn afhankelijk van de
bodemomstandigheden zoals vochtigheid, korreligheid etc. 3 4 herhalingsbewegingen
aan te raden. (dus 3 tot 4 keer over het zelfde oppervlakte bewegen)
Een bodem met teveel vochtigheid (drassig) kan toch een goede verdichting ondergaan.
Laat in dit geval de bodem eerst goed opdrogen.
Een zeer droge bodem zorgt voor hevige stofontwikkeling bij hert werken met een
trilplaat. Door de bodem eerst nat te maken wordt de verdichting verbeterd en hoeft u
minder onderhoud te plegen aan het luchtfilter.
AANWIJZING
De trilplaat niet op een beton ondergrond of andere harde ondergrond gebruiken. In
dergelijke situaties begint de trilplaat namelijk te springen in plaats van te trillen, wat
uiteraard schade veroorzaakt aan de plaat en de motor.
7.3. Verdichten zonder verbredinghulpstukken.
Als u de trilplaat zonder gebruikt, is het belangrijk dat u tochverbredinghulpstukken de
bouten in de daarvoor bestemde gaten eschadiging van de binnendraad te vastdraait om b
voorkomen.
8 . ONDERHOUD
WAARSCHUWING
Onderhoudswerkzaamheden alleen bij uitgeschakelde motor uitvoeren
Voor het verwijderen van de oude olie, filters, reinigingsmiddelen zijn de wettelijke
voorschriften in acht te nemen.
De startsleutel beschermen voor gebruik van onbevoegden.
(- ) pool van de accu verwijderen (losmaken)
Na het beëindigen van de onderhoudswerkzaamheden controleren of alle
gereedschappen van de motor zijn verwijderd en de beschermingshulpstukken weer
zijn aangebracht.
Voor het starten controleren of er zich niemand in het gevarenbereik van de motor
c.q. de machine bevindt.
8 .1 Onderhoud schema
Deze onderhoudswerkzaamheden a.u.b. regelmatig uitvoeren en continueren, om schade
te voorkomen en het functioneren van de veiligheidsvoorzieningen te garanderen. Als u er
geen aandacht aan geeft verhoogt u het gevaar van ongevallen.
Wat te doen
Dagelijks
voor
gebruik
Na het
eerste 20
uur gebruik
Om de 2
weken en
na 50
bedrijfuren
Elke maand
en na 100
bedrijfsuren
Elk jaar en na
300
bedrijfsuren
Machine compleet controleren op
beschadigingen en defecten. x
Brandstof tank controleren:
- Niveau
- Dichtheid
- Leidingen
- Tankdop afsluiting
X
Luchtfilter
Testen/
reinigen
X
verwisselen
X
De aan de buitenzijde aanwezige
verbinding/bevestiging bouten
controleren
X
Aan de buitenzijde aanwezige
bevestigingsdelen controleren:
- - Hendel (voor en achterwaarts
lopen)
- Gasregeling hendel
- Motor stangen (ophanging)
- Aandrijfriem afdekking
- Centrale ophanging
- Trilmechanisme/ plaatverbinding
X
Motorolie niveau
controleren
X
wisselen
X1
X
Aandrijfriem
Testen/
afstellen
X
wisselen
X
Disselboom, transportblokkering
invetten
X
Trilmechanisme olie
testen
X
wisselen
X
Accu
- Controle op zichtbare
schade
X
8 .2 Motorolie
Olie niveau pijlen (afbeelding 6)
Controleert U het olie niveau als de motor uitgeschakeld is en loodrecht staat (op de
grond).
• Vervuiling in de omgeving van de olie navulopening verwijderen.
6 De oliedop/peilstok ( ) verwijderen en schoonmaken.
Oliepeilstok weer in oliehouder steken, zonder hem vast te draaien, en dan de
oliepeilstok weer eruit nemen om de stand af te lezen.
Ligt het oliepeil dicht bij of onder de markering op de oliepeilstok, dan de aanbevolen olie
(zie technische gegevens) tot het p de oliepeilstok bijvullen. Niet over hoogste niveau o
vullen!
Oliedop/ peilstok terugplaatsen en goed vastdraaien.
AANWIJZING
Een lage olie stand kan motorschade veroorzaken. In dit geval zijn de verkoper en fabrikant
niet aansprakelijk voor garantie claims.
Motorolie vervangen (afbeelding 10)
De motor moet loodrecht staan en uitgeschakeld
De motorolie bij een warme motor laten weglopen. Breng de motor op handwarme
temperatuur en schakel hem dan uit.
WAARSCHUWING
Verbrandingsgevaar door hete olie!!
• Motor warm laten lopen.
• Motor uitschakelen.
Vervuiling in de omgeving van de olie vul ruimte voorkomen (6) en daarna de olie
verwijderingbout losdraaien en verwijderen (5).
Plaats een voldoende grote opvangbak onder olieverwijdering bout.
Voor het laten weglopen van de olie de oliedop (6) en olie verwijdering bout (5)
verwijderen.
Olie rustig laten weglopen, eventueel de machine aan de achterzijde nog iets omhoog
heffen.
LET OP
Gebruikte motorolie milieuvriendelijk afvoeren. Wij adviseren oude olie
in een afgesloten tank af te leveren bij een recycle center of een
verzamelstation. Oude olie niet in een afvalton, sloot, afvoerput of op
de grond laten weglopen.
5 Olie verwijderingbout ( ) weer bevestigen en vastdraaien.
De aanbevolen motorolie bij een horizontaal staande motor tot aan het max.
markeringsniveau bijvullen (onderkant van de olie invoer opening). Olie hoeveelheid en
soort zie „technische gegevens“.
Oliedop/ peilstok (6) weer dichtdraaien.
8 .3 Luchtfilter
Het regelmatig reinigen van het luchtfilter (2) voorkomt problemen met de carburateur. Het
luchtfilter filtert de lucht door een zeer fijn lamellensysteem en mag in geen geval worden
uitgewassen of met een luchtslang worden uitgeblazen. Als de motor begint te roken en
gelijkertijd de motorprestatie afneemt, dan is dit een teken dat het luchtfilter verstopt zit.
Luchtfilter schoonmaken, lichtjes uitkloppen, zodat het stof uit de papierelementen valt.
Luchtfilter reinigen en luchtfilter patronen vervangen
Vleugelmoer losdraaien, Luchtfilter deksel verwijderen en het filter controleren op gaten
en scheuren. Beschadigde elementen direct vervangen.
• Bij droge vervuiling het luchtfilter schudden en vuil er uit kloppen.
Vuil aan de binnenzijde van het filterhuis met een schone vochtige doek verwijderen.
• Indien nodig het filter vervangen.
• Het filter weer terug plaatsen.
• Het luchtfilterdeksel weer plaatsen en de vleugelmoer weer aandraaien.
AANWIJZING
Nooit de motor zonder of met een beschadigt luchtfiltersysteem laten draaien. Hierdoor kan
grote motorschade ontstaan. Indien mogelijk niet onder zeer stoffige omstandigheden. In
dit geval zijn de verkoper en fabrikant niet aansprakelijk voor garantie claims
8.4 Aandrijfriem
Bij een nieuwe machine of na het plaatsen van een nieuwe aandrijfriem moet de
riemspanning na de eerste bedrijfsuren gecontroleerd worden. Daarna elke 50 uur 4
controleren en eventueel op spanning brengen of vervangen.
Aandrijfriem afstellen (Afbeelding 11)
1. van de De twee bouten (y) aandrijfriem beschermkap (I) losdraaien en de beschermkap
naar boven verwijderen.
2. Aandr ijfriem spanning controleren.
3. Aandrijfriem (a) op spanning brengen als de riem meer als 10-15mm in te drukken is
(indrukken met uw duim).
4. panning aanpassen veiligheids waar S : de 4 bouten (M12), de rubberblokken aan
bevestigd zijn, losdraaien.
Het opspannen van de aandrijfriem: alle 4 excentrische schijven (X) naar boven draaien.
Het lossen van de aandrijfriem: alle 4 excentrische schijven (X) naar beneden draaien.
AANWIJZING
Let erop, dat schijven waarover de aandrijfriemen lopen (b en c) op elkaar zijn afgesteld.
Ze moeten exact in één lijn staan (waterpas gebruiken!)
5. Alle 4 de bouten (M12) weer goed vastdraaien.veiligheid
6. De aandrijfriem beschermkap weer plaatsen en vastdraaien.
8.5 12 Smering van het trilmechanisme (Afbeelding )
Oliestand trilmechanisme controleren, dit kan alleen als de trilplaat horizontaal staat.
Trilmechanisme oliestand controleren:
Controleer de oliestand van het trilmechanisme elke 50 bedrijfsuren.
Trilplaat horizontaal plaatsen.
Vervuiling in de omgeving van de olie navulopening verwijderen.
G Olie navulopening ( ) losdraaien.
De olie moet tot aan het draadeind van de olie afvoer bout staan.
Indien nodig aandrijfolie SAE 80W 90 bijvullen. (Trechter gebruiken)-
G Navulopening ( ) met de afdichtingri en bout weer afsluiten.ng
Olie trilmechanisme vervangen:
Vervang de olie van het trilmechanisme om de 300 bedrijfsuren.
De motor moet horizontaal staan en uitgeschakeld.
Olie van het trilmechanisme bij een warme motor vervangen.
WAARSCHUWING:
Verbrandingsgevaar door hete olie.
Motor laten warmlopen (handwarm).
Motor uitschakelen.
G Navulopening ( ) openen.
X Olie verwijderingbout ( ) verwijderen.
De plaat kantelen en de olie in een geschikte bak weg laten lopen.
WAARSCHUWING
Ter bescherming van het milieu een kunststof folie en opvangbak
onder de machine leggen om de weglopende olie op te vangen.
Gebruikte motorolie milieuvriendelijk afvoeren. Wij adviseren
oude olie in een afgesloten tank af te leveren bij een recycle
center of een verzamelstation. Oude olie niet in een afvalton,
sloot, afvoerput of op de grond laten weglopen.
X Olie verwijderingbout ( )met afdichtingring weer vastdraaien.
Aandrijfolie SAE 80W 90 door de navulopening ( ) bijvullen ( de olie het - G ca. 600 ml), tot
begin van het draadeind van de bout bereikt (trechter gebruiken).
GNavulopening ( ) met de afdichtingring weer afsluiten.
AANWIJZING
NIET over vullen. Teveel olie in het mechanisme kan de prestaties verminderen en de
aandrijfriem beschadigen.
8.6
De trilplaat is voorzien van een onderhoudsvrije accu 12v 36Ah. LET OP! Als u de trilplaat -
na het starten telkens voor kleine werkzaamheden gebruikt heeft de ingebouwde acculader
geen mogelijkheid de accu goed op te laden. Laad de accu dan regelmatig met een
externe accu lader bij.
Accu (afbeelding 13)
Bij gebruik van accu’s zijn de volgende veiligheidssymbolen op de accu in acht te nemen.
De symbolen hebben de volgende betekenis:
Aanwijzing
Gebruiksaanwijzing opvolgen
Oogbescherming
Absoluut oogbescherming dragen
Kinderen
De accu en accu zuren uit de buurt van kinderen houden
Explosie gevaar
Als de accu wordt opgeladen wordt een chemisch proces in werking gezet, dat bij
gebruik voor niet toepasbare doeleinden tot explosies kan leiden. Voorzichtigheid
is geboden en veiligheidsmaatregelen in acht nemen
Vuur, Vonken, open licht en roken verboden
Vuur, roken en open licht zijn absoluut te vermeiden. Eveneens moet kortsluiting
en vonkvorming voorkomen worden.
Verbranding/bijt gevaar
Beschermingshandschoenen en oogbescherming dragen. Het zuur uit de accu is
sterk bijtend. Voorkom het omvallen van de accu
Waarschuwingteken
De accu nooit onbedekt in het volle zonlicht plaatsen
Verwijderen
Accu’s alleen in de daarvoor aangewezen milieubox of milieustraat. Accu’s nooit
bij het huisvuil plaatsen. Neemt u bij transport alle veiligheidsvoorschriften in
acht.
8.7
Na elk gebruik moeten smeer en stenen die zich opgehoopt hebben onder de
motorconsole verwijderd worden. Om oververhitting van de motor te vermeiden, moeten in
stoffige omgevingen de Cilinder vinnen schoon gehouden worden.
Reinigen van de plaat
9. PROBLEEMOPLOSSINGEN
Storing
Oorzaak
oplossing
De voorwaartse c.q.
achterwaartse snelheid is erg
laag. De trilplaat bereikt niet de
maximale snelheid.
Gas regeling hendel foutief
gemonteerd
Gas regeling hendel correct
monteren.
De bodem is te nat, de trilplaat
blijft staan
Droogtijd van de bodem in acht
nemen.
Aandrijfriem staat niet strak
genoeg en slipt over de
aandrijfriem wielen.
Aandrijfriem spannen of
vervangen, tevens motorbouten
controleren of deze goed vast
zitten.
Luchtfilter zit verstopt.
Reinigen of vervangen.
Geen trilfunctie
Beschadiging van het
trilmechanisme of de plaat.
Contact opnemen met uw
handelaar.
De motor verliest olie Versleten afdichtingringen. Contact opnemen met uw
handelaar.
De trilplaat loopt onregelmatig of
springt af en toe op.
De bodem is te hard. Het verdichten van deze bodem
is niet mogelijk.
Schokdempers zijn te slap of
beschadigd.
Contact opnemen met uw
handelaar.
De motor wil niet starten.
Geen brandstof in de tank
Tanken
Brandstof kraan is nog gesloten.
Brandstofkraan openen.
Luchtfilter is vervuild.
Luchtfilter reinigen.
Contact schakelaar defect
Vakhandelaar contacteren.
Accu ontladen
Accu opladen
Geen motorolie
Motorolie bijvullen
Zouden deze maatregelen het probleem niet oplossen of er nog storingen ontstaan die hier
niet aangegeven zijn neem dan altijd contact op met uw vakhandelaar.
10. AANWIJZINGEN M.B.T. HET MILIEU
Oude Elektra of benzine apparaten zijn recyclebaar, u met ze daarom niet bij
het huisvuil plaatsen! Wij willen u dus vriendelijk verzoeken de machine aan
het einde van zijn levensduur in te leveren bij de daarvoor aanwezige
verzamelpunten (bijv. bij de afval afhandeling van uw gemeente).
11 . TECHNISCHE GEGEVENS
Model:
5 RP3 0DE
Aandrijfmotor:
Type
Luchtgekoelde een cilinder viertakt
dieselmotor met elektrostarter
Cilinder inhoud
cm³
4 06
Nominaal vermogen:
pk
7,7
Motortoerental:
1/min
3600
Brandstof:
Diesel
Brandstof tankinhoud:
l
5,5
Motorolie:
SAE 10W- - 30 / SAE 10W 40
Motorolie inhoud:-
l
~ 1,65
Accu: Typ
12 v, 36 Ah 36B20RMF of een
gelijkwaardige accu.
Grote van de plaat (L x B):
mm
Ca. 840x475
Verbredingplaten (LxB):
Mm
2x 840x85
Bouwmaten (L x B x H):
mm
1280x640x980
Slagkracht:
kN
38
Verdichtingdiepte
Cm
90
Prestatie vermogen m2 per
uur:
m²/h
650
Werksnelheid vooruit:
m/min
12
Trillingsniveau /min:
VPM
0 375
Frequentie
Hz
67
Maximale hellingshoek voor
de motor (klimvermogen):
Grad
20°
Krachtoverbrenging
Van de aandrijfmotor d.m.v. de centrifugale
koppeling en aandrijfriemen direct op het
trilmechanisme.
Gewicht:
kg
90 Ca. 2
Geluidsvermogen LWA:
dB(A)
108
De aangegeven waarden zijn emissiewaarden en zijn daarmee niet meteen ook gelijkwaardig aan
de werkwaarden. Hoewel er een correlatie is tussen Emissie en Imissie waarden, kan daaruit -
niet direct afgeleidt worden of er extra veiligheidsmaatregelen noodzakelijk zijn. Factoren die de
actuele Immissiewaarden op de werkplek beïnvloeden, zijn de opbouw van de werkruimte,
andere geluidsbronnen bijv. het aantal machines, en andere omgevingsfactoren. De toegelaten
werkpleknormeringen kunnen uiteraard ook per land verschillen. Dit moet echter de gebruiker
achterhalen om betere inschatting van risico’s en gevaar te kunnen bepalen.
12. GARANTIE / KLANTENSERVICE
Garantie
De wettelijke garantie termijn bedraagt 2 jaar na de aankoopdatum. In geval er gebreken
aan het product zijn neemt u dan direct contact op met onze servicedienst. Voor dit doel
adviseren wij het aankoopbewijs goed te bewaren.
De garantietermijn betekent dat slechte of defecte onderdelen door ons worden vervangen
of gerepareerd. Vervangen onderdelen blijven eigendom van Lumag. Door de vervanging
van onderdelen wordt de garantietermijn van de machine niet aangepast. Voor nieuw
geplaatste onderdelen is geen aparte garantieregeling.
Voor schade aan de machine of onderdelen die is ontstaan door overbelasting, foutief
gebruik of slecht onderhoud vervallen de garantie voorwaarden. U kunt dan geen
aanspraak maken op uw garantie! Dat geldt ook als u de voorschriften in de
gebruiksaanwijzing niet hanteert of geen originele onderdelen en/of accessoires gebruikt.
Bij reparaties of veranderingen aan de machine door personen die hiervoor geen
goedkeuring hebben van Lumag vervalt ook de garantie.
Klantenservice
Bij technische vragen, informatie over onze producten en bestellingen van onderdelen staat
onze klantenservice altijd voor U ter beschikking:
Service bereikbaar: maandag tot vrijdag van 8.30 tot 17.30 uur.
Telefoon: 511227 0031 / (0)487-
Fax: - 0031 / (0)487 511463
E- Mail: info@matom.nl
Ongeveer 90% van de problemen hebben met gebruikers fouten te maken. Daarom
verzoeken wij U altijd voordat u de machine naar uw handelaar terugbrengt eerst contact
met onze servicedienst op te nemen. We willen ervoor zorgen dat u zo snel mogelijk weer
met uw machine aan de slag kunt.
Belangrijke aanwijzing: Stuurt u alstublieft nooit uw machine rechtstreeks naar ons op! Als
wij de machine niet hebben afgehaald zijn de kosten voor beschadiging of diefstal voor uw
eigen rekening. We hebben het recht de machine die zonder toestemming naar ons
toegestuurd wordt te weigeren c.q. op zijn kosten terug te sturen.
13 . Onderdelen van de machine
Matom B.V.
Energieweg 1
6651KT Druten
Tel: 0487-511227
Fax: 0487-511463
E- Mail info@matom.nl
www.matom.nl
L.V.G. Hartham GmbH
Robert- -Bosch Ring 3
D- 84375 Kirchdorf am Inn
Germany

Termékspecifikációk

Márka: Lumag
Kategória: nincs kategorizálva
Modell: RP350DE

Szüksége van segítségre?

Ha segítségre van szüksége Lumag RP350DE, tegyen fel kérdést alább, és más felhasználók válaszolnak Önnek




Útmutatók nincs kategorizálva Lumag

Lumag

Lumag VP100 Útmutató

4 Október 2024
Lumag

Lumag RP130HPC Útmutató

13 Szeptember 2024
Lumag

Lumag RPi12 Útmutató

12 Szeptember 2024
Lumag

Lumag VP200DE Útmutató

7 Augusztus 2024
Lumag

Lumag RP75 Útmutató

29 Július 2024
Lumag

Lumag RP700PRO Útmutató

27 Július 2024
Lumag

Lumag LVS80-4R Útmutató

25 Július 2024
Lumag

Lumag RPi15D Útmutató

24 Július 2024
Lumag

Lumag RP350DE Útmutató

23 Július 2024
Lumag

Lumag RP1100PRO Útmutató

22 Július 2024

Útmutatók nincs kategorizálva

Legújabb útmutatók nincs kategorizálva