Használati útmutató Panasonic Lumix DMC-FX33

Olvassa el alább 📖 a magyar nyelvű használati útmutatót Panasonic Lumix DMC-FX33 (155 oldal) a Digitális fényképezőgép kategóriában. Ezt az útmutatót 16 ember találta hasznosnak és 2 felhasználó értékelte átlagosan 4.5 csillagra

Oldal 1/155
Omslag
Gebruiksaanwijzing
Digitale Camera
Model Nr. DMC-FX33
VQT1K51-1
Gelieve deze gebruiksaanwijzing
volledig door te lezen alvorens dit
apparaat in gebruik te nemen.
QuickTime en het QuickTime-logo zijn merken of
geregistreerde merken van Apple Inc. en worden
onder licentie gebruikt.
Voor Gebruik
- 2 -
Voor Gebruik
Geachte Klant,
Wij willen van de gelegenheid gebruik maken
u te bedanken voor de aanschaf van deze
Panasonic Digitale Fotocamera. Lees deze
handleiding met aandacht en bewaar hem
binnen handbereik voor toekomstige
raadpleging.
Informatie voor Uw
Veiligheid
Neem zorgvuldig het auteursrecht in acht.
Het opnemen van reeds beschreven
banden of schijven, of ander gepubliceerd
of uitgezonden materiaal, voor andere
doeleinden dan persoonlijk gebruik,
kunnen een overtreding van het
auteursrecht vormen. Zelfs voor
privé-gebruik kan het opnemen van
bepaald materiaal aan beperkingen
onderhevig zijn.
Houdt u er rekening mee dat de huidige
bedieningselementen, de onderdelen, de
menuopties enz. van uw Digitale Camera
enigszins af kunnen wijken van de illustraties
die in deze Handleiding voor Gebruik
opgenomen zijn.
SDHC Logo is een handelsmerk.
Leica is een gedeponeerd handelsmerk van
Leica Microsystems IR GmbH.
Elmarit is een gedeponeerd handelsmerk
van Leica Camera AG.
Andere namen, bedrijfsnamen en
productnamen die in deze handleiding
voorkomen, zijn handelsmerken of
geregistreerde handelsmerken van de
betreffende bedrijven.
WAARSCHUWING:
OM HET RISICO VAN BRAND,
ELEKTRISCHE SCHOK OF
PRODUCTBESCHADIGING TE
VERKLEINEN,
STELT U DIT APPARAAT NIET
BLOOT AAN REGEN, VOCHT,
DRUPPELS OF SPETTERS, EN MAG
U GEEN VOORWERPEN WAARIN
EEN VLOEISTOF ZIT BOVENOP
HET APPARAAT PLAATSEN.
GEBRUIKT U UITSLUITEND DE
AANBEVOLEN ACCESSOIRES.
VERWIJDERT U NIET DE
AFDEKKING (OF HET
ACHTERPANEEL). ER BEVINDEN
ZICH GEEN ONDERDELEN IN HET
APPARAAT DIE DOOR DE
GEBRUIKER MOETEN WORDEN
ONDERHOUDEN. LAAT
ONDERHOUD OVER AAN
VAKBEKWAAM
ONDERHOUDSPERSONEEL.
HET STOPCONTACT MOET IN DE
NABIJHEID VAN HET APPARAAT
GEÏNSTALLEERD WORDEN EN
MAKKELIJK BEREIKBAAR ZIJN.
GEVAAR
Explosiegevaar wanneer de batterij op
onjuiste wijze vervangen wordt.
Vervang alleen door een zelfde soort
batterij of equivalent, die door de
fabrikant aanbevolen worden. Gooi de
gebruikte batterijen weg zoals door de
fabrikant voorgeschreven wordt.
Waarschuwing
Gevaar voor brand, explosie en vuur.
Niet uit elkaar halen, verhitten boven
60 xC of verassen.
Het productidentificatielabel bevindt
zich aan de onderkant van de
apparaten.
- 3 -
Voor Gebruik
-Als u dit symbool ziet-
Over de batterijoplader
Informatie over het weggooien van elektrische en elektronische apparatuur
(particulieren)
Dit symbool betekent in Europa dat gebruikte elektrische en elektronische
producten niet bij het normale huishoudelijke afval mogen.
Lever deze producten in bij de aangewezen inzamelingspunten, waar ze
gratis worden geaccepteerd en op de juiste manier worden verwerkt,
teruggewonnen en hergebruikt. In Nederland kunt u uw producten bij uw
winkelier inleveren bij de aanschaf van een vergelijkbaar nieuw product.
Wanneer u dit product op de juiste manier als afval inlevert, spaart u
waardevolle hulpbronnen en voorkomt u potentiële negatieve gevolgen
voor de volksgezondheid en het milieu, die anders kunnen ontstaan door
een onjuiste verwerking van afval.
Neem contact op met uw gemeente voor meer informatie over het dichtstbijzijnde
inzamelingspunt of raadpleeg www.nvmp.nl, www.ictoffice.nl of www.stibat.nl.
Voor zakelijke gebruikers in de Europese Unie
Neem voor het weggooien van elektrische en elektronische apparatuur contact op met uw
leverancier voor verdere informatie.
Informatie over verwijdering van afval in landen buiten de Europese Unie
Dit symbool is alleen geldig in de Europese Unie.
Neem wanneer u dit product wilt weggooien, contact op met de lokale overheid of uw
leverancier en vraag wat de juiste verwijderingsmethode is.
WAARSCHUWING!
OM EEN GOEDE VENTILATIE TE
VERZEKEREN, DIT APPARAAT NIET
IN EEN BOEKENKAST, EEN
INGEBOUWDE KAST OF EEN
ANDERE GESLOTEN RUIMTE
INSTALLEREN OF GEBRUIKEN.
ZORG ERVOOR DAT DE
VENTILATIEWEGEN NIET DOOR
GORDIJNEN OF ANDERE
MATERIALEN WORDEN
AFGESLOTEN, OM GEVAAR VOOR
ELEKTRISCHE SCHOK OF BRAND
TEN GEVOLGE VAN
OVERVERHITTING TE VOORKOMEN.
ZORG DAT DE
VENTILATIE-OPENINGEN VAN HET
APPARAAT NIET GEBLOKKEERD
WORDEN DOOR KRANTEN,
TAFELKLEEDJES, GORDIJNEN, OF
IETS DERGELIJKS.
ZET GEEN OPEN VUUR, ZOALS
BRANDENDE KAARSEN, OP HET
APPARAAT.
DOE LEGE BATTERIJEN WEG OP
EEN MILIEUVRIENDELIJKE MANIER.
Voor Gebruik
- 4 -
De batterijoplader gaat in standby staan als
de AC-kabel is aangesloten.
Het primaire circuit is altijd “actief” zolang
een de batterijlader op het stroomnet is
aangesloten.
Wat u wel en niet met het toestel mag
doen
Het toestel niet erg schudden of stoten.
U kunt hiermee de lens of de LCD-monitor
beschadigen, problemen met het toestel
veroorzaken, of het opnemen onmogelijk
maken.
We raden het sterk aan het
toestel niet in uw broekzak
te laten wanneer u zit en het
ook niet in een volle of te
kleine tas te proppen, enz.
Dit zou schade aan de
LCD-monitor of persoonlijk
letsel tot gevolg kunnen
hebben.
Wees bijzonder voorzicht op de volgende
plaatsen die problemen met het toestel
kunnen veroorzaken.
Plaatsen met veel zand of stof.
Plaatsen waar water in het toestel kan
komen zoals op een strand of op plaatsen
waar het regent.
Raak de lens of de aansluitingen niet aan
met vuile handen. Zorg er ook voor dat er
geen vloeistoffen in de ruimte rondom de
lens, de knoppen, enz. terecht kan
komen.
Als er zeewaterdruppels op het toestel
komen, een droge doek gebruiken om het
toestellichaam voorzichtig af te drogen.
Over condens (Als de lens bedampt is)
Condens doet zich voor wanneer de
omgevingstemperatuur of vochtigheid wijzigt
zoals hieronder beschreven wordt. Op
condens letten omdat het vlekken op de
lens, schimmel of storing veroorzaakt.
Als er condens in de camera komt, zet u het
toestel uit en laat het ongeveer 2 uur met
rust. De aanslag verdwijnt vanzelf als de
camera weer op kamertemperatuur komt.
Lees ook de “Voorzorgsmaatregelen bij
het gebruik”. (P138)
Over kaarten die gebruikt kunnen
worden in dit apparaat
U kunt een SD-geheugenkaart, een
SDHC-geheugenkaart en een
MultiMediaCard gebruiken.
Wanneer de term kaart gebruikt wordt in
deze gebruiksaanwijzing verwijst dit naar de
volgende types Geheugenkaarten.
SD-geheugenkaart (8 MB tot 2 GB)
SDHC-geheugenkaart (4 GB)
MultiMediaCard (alleen foto's)
Meer specifieke informatie over kaarten die
gebruikt kunnen worden met dit apparaat.
U kunt alleen een SDHC-geheugenkaart
gebruiken als u kaarten gebruikt met 4 GB
of meer vermogen.
Een 4 GB-geheugenkaart zonder een
SDHC-logo is niet gebaseerd op de
SD-standaard en zal niet in dit product werken.
Gelieve deze informatie op de volgende
website bevestigen.
http://panasonic.co.jp/pavc/global/cs
(Deze site is alleen in het Engels.)
44
OK
- 5 -
Inhoud
Voor Gebruik
Informatie voor Uw Veiligheid ...................2
Voorbereiding
Standaard accessoires..............................7
Namen van de onderdelen........................7
Beknopte gebruiksaanwijzing....................9
De batterij opladen met de oplader .........10
Over de batterij
(Opladen/Aantal opnamen).....................11
De kaart (optioneel)/de batterij invoeren
en verwijderen.........................................13
Over het ingebouwde geheugen/de kaart
(optioneel) ...............................................15
De datum en de tijd instellen
(Klokinstelling).........................................17
• De klokinstelling wijzigen ..................18
De Instelknop ..........................................19
Menu instellen.........................................20
Over het set-up Menu .............................23
LCD-Monitorweergave/de
LCD-Monitorweergave omschakelen ......27
Basiskennis
Opnamen maken.....................................29
Opnamen maken met de automatische
functie
(Intelligente automatische functie) ..........32
Opnamen maken met de Zoom ..............35
• De optische zoom gebruiken/
De extra optische zoom gebruiken
(EZ)...................................................35
• De digitale zoom gebruiken
De zoom verder uitbreiden ...............37
De opnamen controleren (Overzicht)......38
Beelden afspelen/verwijderen.................39
Gevorderd
(Opname van opnamen)
Over de LCD-monitor ..............................42
• De afgebeelde informatie wijzigen ....42
• De LCD-Monitor helderder maken ....45
Beelden maken met de ingebouwde
flits...........................................................47
Opnamen maken met de
zelfontspanner.........................................52
Belichting-scompensatie .........................53
Beelden maken met Auto Bracket...........54
Close-up’s maken....................................55
Opnamen maken met een scènefunctie
die past bij de omstandigheden
(Scènefunctie) .........................................56
• [PORTRET] .......................................57
• [GAVE HUID] ....................................57
• [ZELFPORTRET] ..............................58
• [LANDSCHAP] ..................................59
• [SPORT]............................................59
• [NACHTPORTRET]...........................59
• [NACHTL. SCHAP] ...........................60
• [VOEDSEL] .......................................60
• [PARTY] ............................................60
• [KAARSLICHT]..................................61
• [BABY1]/[BABY2] ..............................61
• [HUISDIER] .......................................63
• [ZONSONDERG.] .............................63
• [H. GEVOELIGH.] .............................64
• [HI-SPEED BURST] ..........................64
• [STERRENHEMEL]...........................65
• [VUURWERK] ...................................66
• [STRAND] .........................................67
• [SNEEUW] ........................................67
• [LUCHTFOTO] ..................................67
• [ONDER WATER] .............................68
Bewegende beelden................................69
De dag van uw vakantie opslaan
waarop u de foto maakt...........................71
De tijd van uw reisbestemming
weergeven (World Time).........................73
- 6 -
Het functiemenu [OPNAME] gebruiken...75
• [WITBALANS] ...................................77
• [SLIMME ISO] ...................................79
• [GEVOELIGHEID].............................80
• [ASPECTRATIO]...............................80
• [FOTO RES.]/[KWALITEIT]...............81
• [AUDIO OPNAME] ............................82
• [AF MODE]........................................83
• [STABILISATIE] ................................85
• [BURSTFUNCTIE] ............................86
• [AF ASS. LAMP] ...............................87
• [SLUITER LANG] ..............................88
• [KLEURFUNCTIE] ............................88
Klembordopnamen maken en bekijken
(Klembordfunctie)....................................89
Geavanceerd (Terugspelen)
Meervoudige schermen afbeelden
(Meervoudig terugspelen) .......................93
Beelden afspelen volgens opnamedatum
(Kalenderplayback) .................................94
De terugspeelzoom gebruiken ................95
Bewegende beelden terugspelen/
Beelden met geluid ................................ 96
Stilstaande beelden maken van een
filmpje......................................................98
Het functiemenu [AFSPELEN]
gebruiken ..............................................100
• [DIASHOW].....................................101
• [CATEGORIE].................................103
• [LCD ROTEREN]/[ROTEREN]........106
• [FAVORIETEN] ...............................108
• [TITEL BEW.] ..................................109
• [TEKST AFDR.]...............................111
• [DPOF PRINT] ................................114
• [BEVEILIGEN].................................116
• [AUDIO DUB.] .................................117
• [NW. RS.] ........................................117
• [BIJSNIJD.] .....................................119
• [ASPECT CONV.] ...........................120
• [KOPIE] ...........................................122
• [FORMATEREN].............................124
Aansluiten op andere apparatuur
Aansluiting op de PC.............................125
Opnamen afdrukken..............................129
Opnamen terugspelen op een
TV-scherm.............................................134
Overige
Schermdisplay.......................................135
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik ...138
Waarschuwingen op het scherm...........141
Problemen oplossen..............................143
Aantal mogelijke opnamen en
beschikbare opnametijd ........................149
Specificaties ..........................................153
Voorbereiding
- 8 -
6 Statusindicator (P14, 24, 27, 29)
7 [MENU/SET]-knop (P17)
8 [DISPLAY/LCD MODE]-knop (P42, 45)
9 [FUNC] (P76)/Wis (P39) knop
10 Schakelaar camera AAN/UIT (P17)
11 Zoomhendeltje (P35)
12 Speaker (P97)
13 Microfoon (P69, 82, 117)
14 Ontspanknop (P29, 69)
15 Instelknop (P19)
16 Bevestigingsoogje voor draagriem
Wij raden aan de draagriem aan de
camera te bevestigen om te
voorkomen dat de camera valt.
17 Lenscilinder
18 [AV OUT/DIGITAL]-aansluiting (P125,
129, 134)
19 [DC IN]-aansluiting (P125, 129)
Altijd een echte Panasonic AC-adapter
gebruiken (optioneel).
Deze camera is verbonden met de
AC-adapter (optioneel) maar kan de batterij
niet opladen.
20 Uitsparing voor statief
Als u een statief gebruik, zorg er dan
voor dat het statief stevig staat wanneer
de camera erop wordt bevestigd.
21 Kaart/batterijklepje (P13)
22 Vrijgavehendeltje (P13)
In deze gebruiksaanwijzing worden
handelingen met de cursorknop
beschreven met afbeeldingen zoals
hieronder staan.
b.v.:Wanneer u op de 4 knop drukt
10
12
11
13 14 15
1
7
1
8
1
9
1
6
20 21
22
- 9 -
Voorbereiding
Beknopte
gebruiksaanwijzing
Dit is een beknopt overzicht van hoe u
opnamen opneemt en terugspeelt met het
toestel. Bij elke stap controleert u de pagina's
waarnaar verwezen wordt en die tussen
haakjes staan.
1De batterij opladen. (P10)
plug-in-apparaat
insteektype
De batterij wordt niet opgeladen voor
de verzending. Laad dus de batterij
eerst op.
2Doe de batterij en de kaart in het
toestel. (P13)
Als u geen kaart gebruikt, kunt u
opnamen opnemen of terugspelen met
het ingebouwde geheugen; (P15). P15
raadplegen als u een kaart gebruikt.
3Zet de fotocamera aan om opnamen
te maken.
Stel de klok in. (P17)
1Stel de functieknop in op [ ].
2Druk de ontspanknop in om opnamen te
maken. (P29)
4Speel de opnamen terug af.
1Stel de functieknop in op [ ].
2Kies de opname die u wil bekijken. (P39)
OFF
ON
Voorbereiding
- 12 -
Opnamecondities
Laad de batterij op bij in een temperatuur
tussen 10 oC tot 35 oC. (Dit moet ook de
temperatuur van de batterij zelf zijn.)
De prestatie van de batterij kan tijdelijk
verminderen en de bedrijfstijd kan korter
worden bij lagere temperaturen (b.v. skiën/
snowboarden).
De batterij kan uitzetten en minder lang
werken naarmate u deze vaker oplaadt. Voor
een lang meegaande batterij raden wij aan
deze niet te vaak op te laden als de batterij
nog niet helemaal leeg is.
Voorbereiding
- 14 -
Haal de batterij uit het toestel na gebruik. De
batterij opslaan in de batterijhouder
(bijgeleverd).
De batterij niet verwijderen totdat de
LCD-monitor en het statuslampje (groen)
uit zijn gegaan omdat anders de
instellingen verkeerd opgeslagen kunnen
worden.
De geleverde batterij is alleen bedoeld
voor dit toestel. Gebruik de batterij niet
voor andere apparatuur.
Kom niet aan de batterij terwijl het toestel
aan staat. De gegevens op het
ingebouwde geheugen of de kaart
kunnen beschadigd raken of verloren
gaan. Wees bijzonder voorzichtig als het
toestel gegevens aan het lezen is op het
ingebouwde geheugen of op de kaart.
(P27)
We raden een kaart van Panasonic aan.
- 15 -
Voorbereiding
Over het ingebouwde
geheugen/de kaart
(optioneel)
Het ingebouwde geheugen kan worden
gebruikt als tijdelijke opslagruimte als de
kaart vol raakt.
U kunt uw opnamen opslaan op een kaart.
(P122)
Ingebouwd geheugen [ ]
U kunt opnemen of afspelen met het
ingebouwde geheugen. (U kunt dit
geheugen niet gebruiken als er een kaart
in het toestel zit.)
Het ingebouwde geheugenvermogen is
ongeveer 27 MB.
De beeldresolutie is vast ingesteld op
QVGA (320k240 pixels) voor opname van
bewegende beelden in het ingebouwde
geheugen.
Klembordopnamen (P89) worden
opgeslagen in het ingebouwde geheugen,
ongeacht of er een kaart is ingevoerd.
Kaart [ ]
Als er een kaart in het toestel zit, kunt u
beelden op de kaart opnemen of afspelen.
Kaart (optioneel)
De SD-geheugenkaarten, de
SDHC-geheugenkaarten en de
MultiMediaCard zijn kleine, lichtgewicht
verwijderbare externe geheugenkaarten.
Lees P4 voor informatie over de kaarten die
compatibel zijn met dit toestel.
De SDHC-geheugenkaart is een
geheugenkaartstandaard die bepaald is
door de SD-associatie in 2006 voor hoog
vermogen-geheugenkaarten die meer dan
2 GB kunnen bevatten.
De lees-/schrijfsnelheid van een
SD-geheugenkaart en een
SDHC-geheugenkaart is groot. Beide typen
kaarten zijn uitgerust met een
Schrijfbeveiligingschakelaar A, waarmee
schrijven en formatteren van de kaart
verhinderd wordt. (Als u de beveiliging op
[LOCK] zet, kunt u geen gegevens op de
kaart schrijven of wissen of de kaart
formatteren. Als u de beveiliging weer naar
de andere kant zet, dan zijn deze functies
weer beschikbaar.)
Dit toestel (SDHC-compatibel) is compatibel
met de SD-geheugenkaarten gebaseerd op
de SD-geheugenkaartspecificaties en
geformatteerd in het FAT12-systeem en het
FAT16-systeem. Het is tevens compatibel
met de SDHC-geheugenkaarten die
gebaseerd zijn op de
SD-geheugenkaartspecificaties en
geformatteerd zijn in het FAT32-systeem.
Een SDHC-geheugenkaart kan worden
gebruikt in apparatuur die compatibel is met
SDHC-geheugenkaarten maar kan niet
worden gebruikt in apparatuur die alleen
compatibel is met SD-geheugenkaarten.
(Lees altijd de gebruiksaanwijzing van de
apparatuur die u gebruikt. Als u de opnamen
laat afdrukken bij een fotostudio, vraag deze
dan voordat de opnamen worden afgedrukt.)
(P4)
Voor informatie over het aantal opneembare
beelden en de beschikbare opnametijd voor
elke kaart, P149 raadplegen.
We raden het gebruik van
Hoge-Snelheid-SD-geheugenkaarten/
SDHC-geheugenkaarten aan om
bewegende beelden op te nemen.
2
Voorbereiding
- 16 -
De gegevens op het ingebouwde geheugen
of de kaart kunnen beschadigd raken of
verloren gaan door elektromagnetische
golven of statische elektriciteit of omdat het
toestel of de kaart stuk is. We raden aan
belangrijke gegevens op een PC enz. op te
slaan.
Formatteer de kaart niet op de PC of andere
apparatuur. Formatteer de kaart alleen op
het toestel zelf zodat er niets kan mislopen.
(P124)
Houd de geheugenkaarten buiten het bereik
van kinderen om te voorkomen dat ze de
kaart inslikken.
Voorbereiding
- 18 -
1Druk op [MENU/SET].
2Druk op 3/4 om [KLOKINST.] te
selecteren.
3Druk op 1 en voer de stappen 2 en 3 uit
om de klok in te stellen.
4Op [MENU/SET] drukken om het menu te
sluiten.
U kunt de klok ook in het [SET-UP] menu
instellen. (P23)
Als een volledig opgeladen batterij
gedurende meer dan 24 uur in het toestel
heeft gezeten, wordt de ingebouwde batterij
voor de klok verder opgeladen zodat de
klokinstelling ten minste 3 maanden wordt
opgeslagen (in de camera), zelfs als de
batterij wordt verwijderd. (Als u een batterij
invoert die niet voldoende is opgeladen, blijft
de klokinstelling mogelijk minder lang
opgeslagen.) Na deze periode wordt de
klokstelling geannuleerd. Stel de klok in dat
geval opnieuw in.
U kunt het jaar instellen tussen 2000 en
2099. Er wordt gebruik gemaakt van het 24
uren systeem.
Als de klok niet is ingesteld en u stelt de
datumafdruk op de opnamen in met [TEKST
AFDR.] (P111) of u laat de opnamen
afdrukken door een fotograaf, wordt niet de
juiste datum afgedrukt.
Als de klok wel is ingesteld, kan de juiste
datum worden afgedrukt, zelfs als de datum
niet op het scherm van de camera wordt
weergegeven.
De klokinstelling wijzigen
- 19 -
Voorbereiding
De Instelknop
Als u het toestel aan zet en dan aan de
instelknop draait, kunt u niet alleen
overschakelen van opnamen naar
afspelen maar kunt u ook overschakelen
naar de macrofunctie voor close-ups of
naar een opnamefunctie die beter past bij
de opname die u wenst te maken.
Schakelen tussen functies door aan de
instelknop te draaien
Zet het deel A op de gewenste functie.
Draai langzaam aan de instelknop om een
functie in te stellen. (Zet de knop niet naast
een lege ruimte zonder functie.)
De pagina hierboven B verschijnt op de
LCD-monitor als u aan de instelknop draait.
(P26)
De functie die u hebt gekozen verschijnt op
de LCD-monitor als u de camera aan zet.
Basiskennis
Gevorderd
SCN
SCN
Normale opnamefunctie (P29)
Deze functie voor gewoon opnemen
gebruiken.
Intelligente automatische
functie (P32)
Gebruik deze functie om het toestel
automatisch alle instellingen te doen
hanteren voor het maken van opnamen.
Terugspeelfunctie (P39)
Met deze functie speelt u opnamen af.
Macrofunctie (P55)
Met deze functie maakt u close-upbeelden
van een onderwerp.
Scènefunctie (P56)
Hiermee maakt u beelden die passen bij
de scène die u opneemt.
Bewegende beeldfunctie (P69)
Met deze functie maakt u opnamen van
bewegende beelden.
Klembordfunctie (P89)
Gebruik deze functie om opnamen te
maken en terug te spelen als
klembordopnamen.
Printfunctie (P129)
Gebruik deze functie om beelden af te
drukken.
Voorbereiding
- 20 -
Menu instellen
Menupagina’s afspelen
Druk op [MENU/SET].
bijv.: De eerste van in totaal 3 pagina´s wordt
afgebeeld.
AMenupictogrammen
BHuidige pagina
CMenuonderdelen en instellingen
Draai aan de zoomhendel terwijl u een
menuonderdeel kiest om over te schakelen
naar de vorige of volgende pagina.
De menupictogrammen en onderdelen die
verschijnen hangen af van de stand van de
instelknop.
Over de menupictogrammen
A
B
C
[OPNAME] functie menu (P75)
Dit verschijnt als de instelknop op [ ]/
[ ]/[ ]/[ ]/[ ] staat.
[AFSPELEN] functie menu
(P100)
Dit verschijnt als de instelknop op [ ]
staat.
[SCÈNE MODE] menu (P56)
Dit verschijnt als de instelknop op [ ]
staat.
[SET-UP] menu (P23)
Dit verschijnt als de instelknop op [ ]/
[ ]/[ ]/[ ]/[ ]/[ ] staat.
- 21 -
Voorbereiding
Menuonderdelen instellen
In het volgende voorbeeld kunt u zien hoe
[KWALITEIT] moet worden ingesteld in de
normale opnamefunctie [ ].
1Druk op 3/4 om het
menu-onderdeel te selecteren.
Druk op 4 bij A om over te schakelen
naar het volgende scherm.
2Druk op 1.
3Druk op 3/4 om de instelling te
selecteren.
4Druk op [MENU/SET] om in te stellen.
De menupagina sluiten
Druk op [MENU/SET].
Als de instelknop op [ ]/[ ]/[ ]/
[ ]/[ ] staat, kunt u het menuscherm
ook sluiten door de ontspanknop half in te
drukken.
A
/SET
MENU
Voorbereiding
- 22 -
Overschakelen naar het [SET-UP] menu
1Druk op 2 in een menuscherm.
2Druk op 4 om het menupictogram
[SET-UP] te selecteren.
3Druk op 1.
Kies een menuonderdeel en stel het in.
- 23 -
Voorbereiding
Over het set-up Menu
De onderdelen instellen zoals vereist.
[RESETTEN] in het menu kiezen om terug
te keren naar de begininstellingen die u
aantreft bij aankoop. (P25)
[KLOKINST.], [AUTO REVIEW], [BATT.
BESP.] en [BESPARING] zijn belangrijke
onderdelen. Controleer de instellingen
ervan voordat u ze gebruikt.
[KLOKINST.] (P17)
(Datum en tijd wijzigen.)
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te
beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P20)
Datum en tijd wijzigen.
[AUTO REVIEW]
(Een opname op het scherm weergeven.)
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te
beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P20)
Stel in hoeveel tijd na de opname het beeld
op het scherm verschijnt.
De automatische overzichtsfunctie is niet
geactiveerd in de
bewegende-beeldenfunctie [ ].
De automatische afspeelfunctie is
ingeschakeld, onafhankelijk van de manier
waarop deze is ingesteld als u automatische
bracket (P54), [HI-SPEED BURST] (P64)
gebruikt in de scènefunctie, de burstfunctie
(P86) en als u stilstaande beelden met
geluid (P82) opneemt. (Het beeld wordt niet
uitvergroot.)
Auto review kan niet worden ingesteld
wanneer de auto bracket of burstfunctie
wordt gebruikt, in de
bewegende-beeldenfunctie [ ] of
wanneer [AUDIO OPNAME],
[ZELFPORTRET] (P58) of
[HI-SPEED BURST] (P64) in de
scènefunctie op [ON] staat.
In de intelligente automatische functie [ ]
is de auto review-functie vast ingesteld op
[1SEC.].
[BATT. BESP.]
(Het toestel automatisch laten
uitschakelen.)
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te
beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P20)
De energiebesparingsfunctie wordt
geactiveerd (het toestel wordt automatisch
uitgezet om de batterijlevensduur te sparen)
als u het toestel net zo lang niet gebruikt als
ingesteld is in de besparingsfunctie.
[1MIN.], [2MIN.], [5MIN.], [10MIN.], [OFF]
De ontspanknop half indrukken of het toestel
uit- en aanzetten om de
energiebesparingsfunctie te annuleren.
De energiebesparingsfunctie staat vast op
[2MIN.] in de besparingsfunctie en op
[5MIN.] in de intelligente automatische
functie [ ] en in de klembordfunctie [ ].
De energiebesparingsfunctie werkt niet in de
volgende gevallen.
Als u een AC-adapter gebruikt (optioneel)
Als u het toestel aansluit op een PC of een
printer
– Als u bewegende beelden opneemt of
afspeelt
Tijdens een diavoorstelling
[OFF]
[1SEC.]
[3SEC.]
[ZOOM]: De opname verschijnt
1 seconde, wordt dan
uitvergroot tot 4k en verschijnt
nogmaals 1 seconde.
/SET
MENU
/SET
MENU
/SET
MENU
Voorbereiding
- 24 -
[BESPARING]
(De LCD-monitor automatisch laten
uitschakelen.)
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te
beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P20)
De LCD-monitor wordt minder helder en gaat
automatisch uit als de camera niet wordt
gebruikt om de batterij te sparen.
De LCD-monitor uit als de flits opgeladen
wordt.
De statusindicator licht op als de
LCD-monitor uit wordt gezet. Druk op een
willekeurige knop om de LCD-monitor weer
aan te zetten.
De energiebesparingsfunctie wordt na [2MIN.]
ingeschakeld. [In de intelligente automatische
functie [ ]
, wordt de functie echter pas na
[5 MIN.] ingeschakeld en de
energiebesparingsfunctie werkt niet als de
AC-adapter (optioneel) wordt gebruikt.]
De helderheid van de LCD-monitor wordt
niet gereduceerd in de
LCD-versterkingsfunctie en in de
breedhoekfunctie.
De besparingsfunctie werkt niet in de
volgende gevallen.
In de klembordfunctie [ ]
Als u een AC-adapter gebruikt (optioneel)
Als er een menupagina op het scherm
staat
Als de zelfontspanner ingesteld is
Terwijl u bewegende beelden opneemt
[WERELDTIJD] (P73)
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te
beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P20)
De tijd in uw woongebied en reisbestemming
instellen.
[LCD SCHERM]
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te
beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P20)
De helderheid van de LCD-monitor in
7 stappen aanpassen.
[RICHTLIJNEN]
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te
beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P20)
Stel het patroon van de richtlijnen in die
afgebeeld worden wanneer u beelden maakt.
(P42, 43)
U kunt ook instellen of u de opname-informatie
en het histogram afgebeeld wilt hebben
wanneer de richtlijnen afgebeeld worden.
Het afbeelden van de richtlijnen kan niet
worden ingesteld in de klembordfunctie
[].
[LEVEL 1]: De LCD-monitor gaat uit als
het toestel niet gebruikt wordt
gedurende ongeveer
15 seconden in
opnamefunctie.
[LEVEL 2]: De LCD-monitor gaat uit als
het toestel niet gebruikt wordt
gedurende ongeveer
15 seconden in
opnamefunctie of gedurende
ongeveer 5 seconden nadat
er een beeld gemaakt is.
[OFF]: Besparingsfunctie kan niet
geactiveerd worden.
/SET
MENU
[]: U reisbestemming
[]: Uw woongebied
[OPNAME INFO.]: [ON]/[OFF]
[HISTOGRAM]: [ON]/[OFF]
[PATROON]: [ ]/[ ]
/SET
MENU
/SET
MENU
/SET
MENU
- 25 -
Voorbereiding
[REISDATUM] (P71)
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te
beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P20)
De vertrekdatum en terugkeerdatum van uw
reis instellen.
[SET], [OFF]
[TOON]
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te
beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P20)
Hiermee stelt u een bieptoon in.
[ONTSPANNER]
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te
beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P20)
Hiermee stelt u de sluitertoon in.
[VOLUME]
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te
beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P20)
U kunt het speakervolume regelen in 7
stappen van 6 tot 0.
Als u de camera aansluit op een TV wijzigt
dit het volume van de TV-speakers niet.
[NR. RESET]
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te
beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P20)
Reset het bestandnummer van de volgende
opname op 0001.
Het mapnummer wordt bijgewerkt en het
bestandnummer vertrekt vanaf 0001. (P126)
U kunt een mapnummer tussen 100 en 999
toewijzen.
Wanneer u het mapnummer 999 bereikt,
kunt u niet verder instellen. Wij raden aan de
kaart te formatteren nadat u de gegevens op
een PC of ergens anders opgeslagen hebt.
Om het mapnummer opnieuw op 100 te
zetten, het ingebouwde geheugen (P124) of
de kaart eerst formatteren en vervolgens
deze functie gebruiken om het
bestandsnummer opnieuw in te stellen.
Er verschijnt een resetscherm voor het
mapnummer. [JA] kiezen om het
mapnummer opnieuw in te stellen.
[RESETTEN]
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te
beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P20)
De [OPNAME] of [SET-UP] menu-instellingen
worden weer teruggezet naar de
begininstellingen.
Wanneer de instellingen van het
[SET-UP]-menu worden gereset, worden ook
de volgende instellingen gereset. Daarnaast
wordt [FAVORIETEN] (P108) in het
[AFSPELEN]-functiemenu op UIT gezet en
worden [LCD ROTEREN] (P106) en
[STARTWEERGAVE] (P89) in de
klembordfunctie op AAN gezet.
De geboortedatum en naam instellen voor
[BABY1]/[BABY2] (P61) en [HUISDIER]
(P63) in de scènefunctie.
Het aantal dagen dat verstreken is sinds
de vertrekdatum in [REISDATUM]. (P71)
De instelling voor [WERELDTIJD] (P73).
Het mapnummer en de klokinstelling worden
niet gewijzigd.
[TOONNIVEAU]
[]: Geen werkingsgeluid
[]: Zacht werkingsgeluid
[]: Hard werkingsgeluid
[PIEPTOON]: //
[SHUTTER VOL.]
[]: Geen sluitergeluid
[]: Zacht sluitergeluid
[]: Hard sluitergeluid
[SHUTTER TOON]: //
/SET
MENU
/SET
MENU
1 2 3
/SET
MENU
1 2 3
/SET
MENU
/SET
MENU
/SET
MENU
Voorbereiding
- 26 -
[VIDEO UIT]
(Alleen Terugspeelfunctie)
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te
beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P20)
Instellen om aan te passen aan het kleuren
televisiesysteem in elk land.
[TV-ASPECT]
(Alleen Terugspeelfunctie) (P134)
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te
beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P20)
De verschillende TV-typen instellen.
[SCÈNEMENU]
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te
beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P20)
Het scherm instellen dat verschijnt als u de
instelknop op [ ] zet.
[KEUZEDISPLAY]
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te
beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P20)
Instellen of de weergavekeuze al dan niet
moet verschijnen als u aan de instelknop
draait.
[ON], [OFF]
[TAAL]
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te
beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P20)
De taal op het scherm instellen.
Als u per ongeluk een andere taal instelt,
kiest u [ ] in het pictogrammenmenu om
de gewenste taal in te stellen.
[NTSC]: Video-output wordt op NTSC
systeem ingesteld.
[PAL]: Video-output wordt op PAL
systeem ingesteld.
[]:Aansluiten op een TV met
een 16:9 scherm.
[]: Aansluiten op een TV met
een 4:3 scherm.
/SET
MENU
/SET
MENU
[AUTO]: De menupagina [SCÈNE
MODE] verschijnt.
[OFF]: Het opnamevenster voor de
op dit ogenblik geselecteerde
scènefunctie verschijnt.
/SET
MENU
/SET
MENU
/SET
MENU
- 27 -
Voorbereiding
LCD-Monitorweergave/
de
LCD-Monitorweergave
omschakelen
Schermweergave in de normale
opnamefunctie [ ] (op het ogenblik
van de aankoop)
1 Opnamefunctie
2 Flitsfunctie (P47)
Als u de ontspanknop half indrukt
wanneer de flits geactiveerd is, wordt het
flitspictogram rood.
3 AF-zone (P29)
De AF-zone op het scherm is groter dan
normaal als u opneemt op donkere
plaatsen.
4 Focus (P29)
5 Beeldgrootte (P81)
6Kwaliteit (P81)
: Waarschuwingsbeweging (P31)
7 Batterijaanduiding
De batterijaanduiding wordt rood en
knippert als de batterij bijna leeg is. (Het
statuslampje knippert als de
LCD-monitor uit staat.)
Laad de batterij op of vervang deze door
een volle batterij.
Deze verschijnt niet wanneer u de
camera gebruikt met de AC-adapter
(optioneel).
8 Aantal opneembare beelden (P149)
9 Opnamestaat
10 Ingebouwd geheugen/kaart
De kaartaanduiding wordt rood als er
opnamen met het ingebouwde geheugen
(of de kaart) worden gemaakt.
Als u het ingebouwde geheugen
gebruikt
Als u de kaart gebruikt
De volgende handelingen zijn niet
toegestaan als de kaartaanduiding gaat
branden. De kaart en de gegevens
kunnen beschadigd raken en het toestel
zou kunnen ophouden met normaal
werken.
Het toestel uit zetten.
De batterij of de kaart verwijderen. (als
u een kaart gebruikt)
Slaan of stoten met het toestel.
Maak de AC- adapter los. (optioneel)
(als u de AC- adapter aan het
gebruiken bent)
Doe de bovenstaande handelingen niet
terwijl beelden worden gelezen of gewist
of terwijl het ingebouwde geheugen (of
de kaart) wordt geformatteerd. (P124)
De toegangstijd voor het ingebouwde
geheugen kan langer zijn dan de
toegangstijd voor een kaart.
11 Sluitertijd (P29)
12 Lensopening (P29)
Als de belichting niet voldoende is,
worden de lensopeningaanduiding en de
sluitertijdaanduiding rood. (Deze worden
niet rood als de flits werkt.)
13 Optische beeldstabilisator (P85)
1/30F2.8
13
12 456 7
1112
9
3
10
8
Voorbereiding
- 28 -
• Lees P135 voor informatie over andere
weergaven op het scherm.
Weergave op het scherm omschakelen
U kunt de weergave op het scherm wijzigen
met [DISPLAY]. Hiermee kunt u informatie
weergeven terwijl u opnamen maakt, zoals de
beeldresolutie of het aantal resterende
opnamen. U kunt ook opnamen maken
zonder enige info op het scherm. Lees P42
voor details.
- 29 -
Basiskennis
Basiskennis
Opnamen maken
Het toestel stelt automatisch de sluitertijd en
de lensopening in volgens de helderheid van
het object.
De statusindicator 3 gaat branden wanneer
u dit toestel aanzet 2. (Het gaat na
ongeveer 1 seconde weer uit.)
(1: Ontspanknop)
1Het toestel voorzichtig vasthouden
met beide handen, armen stil
houden en uw benen een beetje
spreiden.
AFlits
BAF-lamp
CWanneer u het toestel verticaal houdt
2Richt de AF-zone op het punt
waarop u wenst scherp te stellen.
3De ontspanknop half indrukken om
scherp te stellen.
De focusaanduiding 2 wordt groen en de
AF-zone 1 wordt groen in de plaats van
wit.
(3: Lensopening, 4: Sluitersnelheid)
Het focusbereik is 50 cm tot .
Het onderwerp is niet scherp in de
volgende gevallen.
De focusaanduiding knippert (groen).
De AF-zone wordt rood of er is geen AF-
zone.
U hoort de focustoon 4 keer.
Als de afstand buiten het focusbereik valt,
kan het beeld onscherp zijn ook als de
aanduiding groen is.
4Druk de half ingedrukte
ontspanknop helemaal in om de
opname te maken.
1/30F2.8
Basiskennis
- 30 -
Als u de flits gebruikt
Als de camera waarneemt dat de omgeving
waar de opname wordt gemaakt donker is,
wordt de flits geactiveerd wanneer de
ontspanknop volledig wordt ingedrukt.
(Wanneer de flits op AUTO [ ]/AUTO/
Rode-ogenreductie [ ]/Langzame
synch./Rode-ogenreductie staat.)
U kunt de flits anders instellen voor uw
opnamen. (P47)
Als u de ontspanknop indrukt, kan de
LCD-monitor een ogenblikje helder of
donker worden. Dit heeft geen gevolgen
voor de opname.
Houd de camera stil als u de ontspanknop
indrukt.
De flits of de AF-lamp niet bedekken met uw
vingers of andere voorwerpen.
De voorkant van de lens niet aanraken.
Belichting (P53)
Als u de normale opnamefunctie [ ]
selecteert, wordt de belichting automatisch op
een geschikte belichting gezet
(AE=automatische belichting). Afhankelijk van
de opname-omstandigheden, zoals bij
achtergrondlicht, kan de opname echter
donker worden.
In dit geval moet u de belichting
aanpassen om heldere opnamen te
maken.
Scherpstellen (P31, 55)
Als u de normale opnamefunctie kiest [ ],
stelt de camera automatisch scherp (AF=
Auto Focus). Sommige delen van de opname
kunnen echter onscherp zijn. Het focusbereik
is 50 cm tot .
Wanneer er zowel objecten dichtbij als
objecten ver weg zijn.
Wanneer er vuil of stof op het glas zit
tussen de lens en het object.
Wanneer er verlichte of schitterende
objecten rondom het object zijn.
Als u opnamen maakt op donkere
plaatsen.
Wanneer het object snel beweegt.
Wanneer er weinig contrast in de scène is.
Wanneer het object heel fel gekleurd is.
Wanneer u een close-up maakt van een
onderwerp.
Wanneer het toestel beweegt.
Probeer de AF/AE-vergrendeling of de
macrofunctie.
Voor informatie over de herkenfunctie van
het gezicht, P83.
Kleuren (P77, 78)
Als het licht rondom een andere kleur heeft,
bijvoorbeeld bij zonlicht of halogeenlicht, krijgt
het voorwerp ook een andere kleur. Dit toestel
past de tint automatisch zo aan dat deze zo
realistisch mogelijk is. (automatische
witbalans)
Stel de witbalans in om een andere tint te
krijgen met de automatische witbalans.
Regel de witbalans fijn voor een betere
witbalanscorrectie.
- 31 -
Basiskennis
Als u een opname wil maken van een
voorwerp dat niet in de AF-zone is
(AF/AE-vergrendeling)
Wanneer u een opname maakt van personen
met een compositie zoals het volgende beeld,
zult u het toestel niet kunnen scherpstellen op
het object omdat de personen buiten de
AF-zone vallen.
In dit geval,
1De AF-zone op het object richten.
2De ontspanknop half indrukken om
scherp te stellen en de belichting in te
stellen.
De focusaanduiding gaat branden
wanneer het object scherpgesteld is.
3De ontspanknop half ingedrukt
houden als u het toestel beweegt om het
beeld samen te stellen.
4De ontspanknop helemaal indrukken.
U kunt herhaaldelijk de AF/AE-vergrendeling
proberen voordat u de ontspanknop volledig
indrukt.
Wij raden aan de
gezichtsherkenningsfunctie te gebruiken
wanneer u opnamen van mensen maakt.
(P83)
Richtingfunctie
Beelden die opgenomen zijn met een
verticaal gehouden toestel worden verticaal
(gedraaid) teruggespeeld. (Alleen wanneer
[LCD ROTEREN] (P106) ingesteld is op [ON])
Het beeld wordt misschien niet verticaal
afgebeeld als u het gemaakt hebt met een
naar boven of naar beneden gericht toestel.
Bewegende beelden die met een verticaal
gehouden toestel gemaakt zijn worden niet
verticaal afgebeeld.
Golfstoring (camerabeweging)
Op beweging letten wanneer u de
ontspanknop indrukt.
Als het toestel beweegt door een langzame
sluitertijd, verschijnt de
bewegingswaarschuwing A.
Wanneer deze waarschuwing verschijnt,
raden wij aan een statief te gebruiken. Als u
geen statief kunt gebruiken, let u goed op de
manier waarop u het toestel vasthoudt. Het
gebruik van de zelfontspanner voorkomt
toestelbeweging die veroorzaakt wordt door
op de ontspanknop te drukken als u een
statief gebruikt (P52).
De sluitertijd zal vooral in de volgende
gevallen langzamer zijn. Houdt het toestel
stil vanaf het moment dat u de ontspanknop
indrukt totdat het beeld op het scherm
verschijnt. We raden in dit geval het gebruik
van een statief aan.
Langzame synchr/Reductie
rode-ogeneffect
– [NACHTPORTRET]
[NACHTL. SCHAP]
–[PARTY]
– [KAARSLICHT]
– [STERRENHEMEL]
– [VUURWERK]
Als de sluitertijd langzamer wordt in
[SLUITER LANG]
6
1/125F2.8
1/125F2.8
1/10F2.8
Basiskennis
- 32 -
Opnamen maken met de
automatische functie
(Intelligente
automatische functie)
Alle instellingen van de camera worden
aangepast aan het onderwerp en de
opnamecondities. Wij raden deze manier van
opnemen dus aan voor beginners of als u de
instellingen wenst over te laten aan de
camera om gemakkelijker opnamen te
maken.
De volgende functies werken automatisch in
de intelligente automatische functie [ ].
Stabilisatiefunctie (P84)
Camerabewegingen worden waargenomen
en gestabiliseerd.
Intelligente ISO-gevoeligheid (P79)
Het toestel zal automatisch de geschikte
ISO-gevoeligheid en de sluitertijd instellen op
de beweging van het onderwerp en de
omliggende helderheid.
Gezichtherkenning (P83)
Het toestel kan automatisch een gezicht van
een persoon herkennen en zal de focus en
belichting aanpassen om geschikt te zijn voor
dat gezicht ongeacht de grootte ervan in de
opname.
Automatische scèneherkenning
De camera zal de scènefunctie kiezen die het
best past bij het onderwerp en de
opnamecondities.
[ ] wordt ingesteld als geen van de scènes
van toepassing is.
De camera zal verschillende scènefuncties
kiezen voor hetzelfde onderwerp, afhankelijk
van de opnamecondities.
Snelle AF
Zolang als het toestel stabiel gehouden
wordt, zal het toestel automatisch de focus
aanpassen en zal de focusaanpassing sneller
zijn dan wanneer de ontspanner ingedrukt
wordt.
Waargenomen scène
[i-PORTRET]
[i-LANDSCHAP]
[i-MACRO]
[i-NACHTPORTRET]
[i-NACHTL. SCHAP]
- 33 -
Basiskennis
De instellingen veranderen
Op [MENU/SET] drukken om het
[OPNAME] functiemenu of het [SET-UP]
menu af te beelden, en dan het in te stellen
item selecteren. (P20)
Onderdelen die u kunt instellen
Voor de volgende onderdelen zullen andere
instellingen beschikbaar zijn wanneer ze
worden gebruikt in combinatie met andere
[OPNAME]-functies.
–[FOTO RES.]
– [STABILISATIE]
– [KLEURFUNCTIE]
De instellingen voor [KLOKINST.],
[WERELDTIJD], [REISDATUM], [TOON], en
[TAAL] in de intelligente automatische
functie [ ] zullen ook weerkaatst worden
in andere [OPNAME]-functies.
De instelling voor [KLOKINST.],
[BESPARING], [WERELDTIJD], [LCD
SCHERM], [REISDATUM], [TOON],
[ONTSPANNER], [NR. RESET],
[KEUZEDISPLAY], en [TAAL] in het
[SET-UP] menu (P23) zullen ook weerkaatst
worden in de intelligente automatische
functie [ ].
Andere instellingen in intelligente
automatische functie [ ]
In intelligente automatische functie [ ],
worden andere instellingen als volgt
vastgesteld. Voor meer informatie over elke
instelling, verwijzen naar de aangegeven
pagina.
[AUTO REVIEW] (P23):
[1SEC.]
[BATT. BESP.] (P23):
[5MIN.]
• Zelfontspanner (P52):
10 seconden
• [WITBALANS] (P77):
[AWB]
• [KWALITEIT] (P81):
[]
[ ](0,3M EZ): ingesteld op [ ]
•[AF MODE] (P83):
[]
(Ingesteld op [ ] wanneer er geen gezicht
kan worden gevonden)
[AF ASS. LAMP] (P87):
[ON]
U kunt de volgende functies niet gebruiken.
– [RICHTLIJNEN]
– Belichtingscompensatie
Auto Bracket
Witbalans, fijnafstelling
[AUDIO OPNAME]
[DIG. ZOOM]
[SLUITER LANG]
Menu Onderdeel
[OPNAME]
mode menu
[ASPECTRATIO] (P80)
[FOTO RES.] (P81)
[STABILISATIE] (P85)
[BURSTFUNCTIE] (P86)
[KLEURFUNCTIE] (P88)
[SET-UP]
menu
[KLOKINST.] (P17)
[WERELDTIJD] (P73)
[REISDATUM] (P71)
[TOON] (P25)
[TAAL] (P26)
Basiskennis
- 34 -
Compensatie van de
achtergrondverlichting
Achtergrondverlichting treedt op wanneer er
licht achter het object is.
In dit geval zal het voorwerp, zoals een
persoon, donker worden. De functie
corrigeert het achtergrondlicht door het hele
beeld lichter te maken.
Druk op 3.
Als de achtergrondlichtcompensatie is
ingeschakeld, verschijnt de [ ]
(achtergrondlichtcompensatie-aanduiding
AAN A). Druk opnieuw op 3 om deze
functie uit te schakelen.
De flits kan op AUTO [ ] of Gedwongen
UIT [ ] worden gezet. Als AUTO [ ]
wordt geselecteerd, wordt afhankelijk van
het soort voorwerp en de hoeveelheid licht
AUTO [ ], AUTO/Rode-ogenreductie
[ ] of Langzame synch./
Rode-ogenreductie [ ] ingesteld.
Wanneer AUTO [ ] wordt geselecteerd,
wordt [i-NACHTL. SCHAP] niet
geïdentificeerd.
Als Gedwongen UIT [ ] wordt
geselecteerd, [i-NACHTPORTRET] wordt de
scènefunctie niet geïdentificeerd.
Als er bijv. een statief wordt gebruikt en de
camera heeft vastgesteld dat de
camerabeweging minimaal is en de
scènefunctie is geïdentificeerd als
[i-NACHTL. SCHAP], wordt de sluitertijd
ingesteld op maximaal 8 seconden. Zorg
ervoor dat de camera tijdens het maken van
opnamen niet beweegt.
A
Basiskennis
- 36 -
De optische zoom is ingesteld op Breed
(1k) wanneer het toestel aanstaat.
Als u de zoomfunctie gebruikt nadat u op het
object scherpgesteld hebt, stelt u opnieuw
scherpobject.
De objectiefcilinder wordt automatisch uit- of
ingetrokken afhankelijk van de zoomstand.
Onderbreek de beweging van de
objectiefcilinder niet terwijl u het
zoomhendeltje verplaatst.
In de bewegende beeldenfunctie [ ] is de
zoomuitvergroting vast ingesteld op de
waarde die aan het begin van de opname
ingesteld is.
“EZ” staat voor “Extra optische Zoom”.
Als u een beeldresolutie instelt die de extra
optische zoom activeert, verschijnt het
pictogram van de extra optische zoom [ ]
op het scherm als u de zoomfunctie
gebruikt.
De zoom zal heel even stoppen met
bewegen dichtbij [W] (1k) als u de extra
optische zoom gebruikt. Dit is geen storing.
De aangegeven zoomuitvergroting is correct
bij benadering.
In de bewegende-beeldenfunctie [ ] en
[H. GEVOELIGH.] of [HI-SPEED BURST] in
de scènefunctie werkt de extra optische
zoom niet.
Basiskennis
- 38 -
De opnamen
controleren (Overzicht)
U kunt de opnamen controleren terwijl het
toestel nog in de [OPNAME] functie staat.
1Druk op 4 [REV].
De laatst gemaakte opname verschijnt
10 seconden lang.
Review kan worden geannuleerd door de
ontspanknop half in te drukken of door
nogmaals op 4 [REV] te drukken.
U kunt de weergave van de informatie op
het scherm tijdens het afspelen wijzigen
met [DISPLAY].
2Druk op 2/1 om de opname te
selecteren.
Het beeld vergroten
1Het zoomhendeltje op [ ] [T]
zetten.
Het zoomhendeltje op [ ] [T] zetten voor
een 4k vergroting en het vervolgens nog
verder zetten voor een 8k vergroting.
Wanneer u het zoomhendeltje in de
richting van [ ] [W] zet nadat het beeld
vergroot is, wordt de vergroting kleiner.
2Druk op 3/4/2/1 om de positie te
verplaatsen.
Wanneer u de vergroting of het af te
beelden punt wijzigt, verschijnt de
zoomstandaanduiding A 1 seconde lang.
Het opgenomen beeld wissen tijdens
het overzicht (Snel wissen)
U kunt tijdens het afspelen afzonderlijke,
meerdere of alle beelden verwijderen. Lees
P39 tot 41 voor informatie over het
verwijderen van beelden.
Wanneer [LCD ROTEREN] ingesteld is op
[ON] worden opnamen die gemaakt zijn met
een verticaal gehouden toestel, verticaal
teruggespeeld (gedraaid).
2: De vorige opname terugspelen
1: De volgende opname terugspelen
A
- 39 -
Basiskennis
Beelden afspelen/
verwijderen
Als er geen kaart in het toestel zit, kunt u
gegevens afspelen of wissen in het
ingebouwde geheugen. Als er een kaart in
het toestel zit, kunt u gegevens op de kaart
afspelen of wissen.
Klembordopnamen kunnen alleen worden
teruggespeeld en gewist in de
klembordfunctie [ ] (P89).
Verwijderde beelden zijn definitief
verwijderd. Controleer elk beeld
afzonderlijk zodat u niet ongewild beelden
verwijdert.
Opnamen terugspelen
Druk op 2 / 1 om de opname te
selecteren.
Snel vooruit spoelen/Snel achteruit
spoelen
Druk op 2/1 en houd deze ingedrukt
tijdens het terugspelen.
Het bestandsnummer A en het
beeldnummer B wijzigen alleen elk
afzonderlijk. 2/1 loslaten zodra het
nummer van het gewenste terug te spelen
beeld verschijnt om het beeld terug te
spelen.
•Als u 2/1 ingedrukt houdt, neemt het
aantal opnamen dat vooruit/achteruit
wordt gespoeld, toe.
In de functie overzicht terugdraaien in de
opnamefunctie en in meervoudig
terugdraaien (P93), kunnen de opnamen
alleen één voor één verder of
teruggedraaid worden.
Dit toestel voldoet aan de DCF standaard
“Design rule for Camera File system” van de
“JEITA (Japan Electronics and Information
Technology Industries Association)”.
Op de LCD-monitor kunnen soms niet alle
details van de opgenomen beelden
verschijnen. Gebruik de terugspeelzoom
(P95) om deze details te bekijken.
Als u opnamen terugspeelt die gemaakt zijn
met andere apparatuur kan de kwaliteit
slechter worden. (De opnamen worden
afgebeeld als [WEERGAVE THUMBNAIL]
op het scherm.)
Als u een mapnaam of bestandnaam op uw
PC wijzigt, kan het onmogelijk worden deze
opnamen op het toestel terug te spelen.
Als u een bestand wilt terugspelen dat
buiten de standaard valt, dan wordt het
map-/bestandnummer aangegeven met [—]
en kan het scherm zwart worden.
De lenscilinder trekt zich ongeveer 15
seconden nadat u overschakelt van de
[OPNAME]- naar de [AFSPELEN]-functie
terug.
Er kan een rand op het scherm verschijnen
afhankelijk van het object. Dit wordt “moire”
genoemd. Dit is geen storing.
2: De vorige opname terugspelen
1: De volgende opname terugspelen
2: Snel achteruit
1: Snel vooruit
A
B
- 45 -
Gevorderd (Opname van opnamen)
1Druk één seconde op [LCD MODE].
2Druk op 3/4 om een functie te
selecteren.
3Druk op [MENU/SET].
AHet [AUTO POWER LCD]-pictogram
([ ], [ ]), het [SPANNING
LCD]-pictogram ([ ]) of het [GR.
KIJKHOEK]-pictogram ([ ]) verschijnt.
De LCD-Monitor helderder maken
[]:
[AUTO
POWER LCD]
De LCD-versterking
wordt automatisch
ingeschakeld op lichte
plekken, bijv. buiten. Als
de LCD-versterking wordt
ingeschakeld, verandert
[] in [].
[]:
[SPANNING
LCD]
De LCD-monitor wordt
helderder en
gemakkelijker zichtbaar
tijdens het opnemen ook
buiten.
DISPLAY/LCD MODE
[]:
[GR.
KIJKHOEK]
De LCD-monitor is beter
zichtbaar als u opnamen
maakt met de camera
hoog boven uw hoofd. Dit
is handig als u niet dicht
bij een object kunt komen
omdat er mensen in de
weg staan. (Als u er recht
op kijkt, wordt het op
deze manier wel
moeilijker om iets te
zien.)
[UIT] De LCD-monitor krijgt
weer zijn normale
helderheid.
A

Termékspecifikációk

Márka: Panasonic
Kategória: Digitális fényképezőgép
Modell: Lumix DMC-FX33

Szüksége van segítségre?

Ha segítségre van szüksége Panasonic Lumix DMC-FX33, tegyen fel kérdést alább, és más felhasználók válaszolnak Önnek




Útmutatók Digitális fényképezőgép Panasonic

Útmutatók Digitális fényképezőgép

Legújabb útmutatók Digitális fényképezőgép