Használati útmutató OKI C822n
Olvassa el alább 📖 a magyar nyelvű használati útmutatót OKI C822n (136 oldal) a nyomtató kategóriában. Ezt az útmutatót 5 ember találta hasznosnak és 2 felhasználó értékelte átlagosan 4.5 csillagra
Oldal 1/136

- 1 -

- 2 -
Over deze handleiding
Termen in dit document
In deze handleiding worden de volgende termen gebruikt.
Opmerking
●Biedt belangrijke informatie over handelingen. Zorg ervoor dat u secties met deze markering leest.
Memo
●Biedt extra informatie over handelingen. Het is raadzaam secties met deze markering te lezen.
Meer info
●Geeft aan waar u terechtkunt voor meer informatie of gerelateerde informatie.
WAARSCHUWING
●Deze tekst bevat extra informatie die, indien deze wordt genegeerd, kan leiden tot een risico op persoonlijk
letsel.
LET OP
●Deze tekst bevat extra informatie die, indien deze wordt genegeerd, tot schade of storingen in het apparaat
kan leiden.
Symbolen in dit document
In deze handleiding worden de volgende symbolen gebruikt.
Symbolen Beschrijving
[ ] ●Verwijst naar namen van menu's op het scherm.
●Verwijst naar namen van menu's, vensters en dialoogvensters op de computer.
" " ●Verwijst naar berichten en invoertekst op het scherm.
●Verwijst naar bestandsnamen op de computer.
●Verwijst naar rubrieken die u kunt raadplegen.
Knop/toets < > Verwijst naar een hardwareknop op het bedieningspaneel of een toets op het toetsenbord
van de computer.
> Geeft aan hoe u naar het gewenste onderdeel kunt gaan in het menu van deze printer of op
de computer.
Uw printer
Verwijst naar de printer die u wilt gebruiken of selecteren.

- 3 -
Notatie die in deze handleiding wordt gebruikt
De volgende notaties worden mogelijk gebruikt in deze handleiding.
●C822n/C822dn → C822
●Besturingssysteem Microsoft® Windows® 7 64-bit Edition → Windows 7 (64-bits versie)
●Besturingssysteem Microsoft® Windows Vista® 64-bit Edition → Windows Vista (64-bits versie)*
●Besturingssysteem Microsoft® Windows Server® 2008 R2 64-bit Edition → Windows Server 2008 R2*
●Besturingssysteem Microsoft® Windows Server® 2008 64-bit Edition → Windows Server 2008 (64-bits
versie)*
●Besturingssysteem Microsoft® Windows® XP x64 Edition → Windows XP (x64-versie)*
●Besturingssysteem Microsoft® Windows Server® 2003 x64 Edition → Windows Server 2003 (x64-
versie)*
●Besturingssysteem Microsoft® Windows® 7 → Windows 7 *
●Besturingssysteem Microsoft® Windows Vista® → Windows Vista *
●Besturingssysteem Microsoft® Windows Server® 2008 → Windows Server 2008 *
●Besturingssysteem Microsoft® Windows® XP → Windows XP *
●Besturingssysteem Microsoft® Windows Server® 2003 → Windows Server 2003 *
●Besturingssysteem Microsoft® Windows® 2000 → Windows 2000
●Algemene naam voor Windows 7, Windows Vista, Windows Server 2008, Windows XP, Windows
Server 2003 en Windows 2000 → Windows
* Als er geen speciale beschrijving is, verwijst Windows 7, Windows Vista, Windows Server 2008,
Windows XP en Windows Server 2003 ook naar de 64-bits versie. (Windows Server 2008 verwijst
ook naar de 64-bits versie en Windows Server 2008 R2.)
Als er geen speciale beschrijving is, verwijst Windows naar Windows 7, verwijst Mac OS X naar Mac OS
X 10.7 en verwijst "printer" naar de C822dn voor voorbeelden in dit document.
Afhankelijk van uw besturingssysteem of model kan de beschrijving in dit document verschillen.

- 4 -
Inhoud
Over deze handleiding .............................................................................2
Termen in dit document ............................................................................................. 2
Symbolen in dit document .......................................................................................... 2
Notatie die in deze handleiding wordt gebruikt .............................................................. 3
1. Handige afdrukfuncties ................................................... ..... 8
Afdrukken op enveloppen ........................................................................................... 8
Afdrukken op etiketten .............................................................................................. 9
Afdrukken op papier van een aangepast formaat ......................................................... 10
Handmatig afdrukken .............................................................................................. 12
Meerdere pagina's op één vel papier combineren (meerdere pagina's afdrukken) ............. 13
Dubbelzijdig afdrukken ............................................................................................ 14
Schalen naar pagina's ............................................................................................. 15
Pagina's sorteren .................................................................................................... 16
Boekje afdrukken .................................................................................................... 17
Omslag afdrukken ................................................................................................... 18
Poster afdrukken .................................................................................................... 18
Afdrukkwaliteit (resolutie) wijzigen ............................................................................ 19
Foto's verbeteren .................................................................................................... 20
Afdrukgegevens in kleur afdrukken in grijstinten ......................................................... 20
Fijne lijnen benadrukken .......................................................................................... 21
Automatische cassetteselectie .................................................................................. 21
Automatische cassettewisseling ................................................................................ 22
Toner besparen ....................................................................................................... 23
Beveiligd afdrukken ................................................................................................. 24
Gecodeerd beveiligd afdrukken ................................................................................. 25
Afdrukken met een watermerk .................................................................................. 26
Overlays afdrukken ................................................................................................. 27
Afdrukgegevens opslaan .......................................................................................... 28
De driverinstellingen opslaan .................................................................................... 29
De standaardinstellingen van de driver wijzigen .......................................................... 29
Printerlettertypen gebruiken ..................................................................................... 30
Computerlettertypen gebruiken ................................................................................ 30
Een afdrukbuffer gebruiken ...................................................................................... 31
De monochrome modus wijzigen ............................................................................... 31
Afdrukken naar bestand ........................................................................................... 32
Emulatiemodus wijzigen .......................................................................................... 33

- 5 -
Inhoud
2. Kleur aanpassen ................................................................ 34
Kleur aanpassen op het bedieningspaneel ................................................34
Kleurregistratie aanpassen ....................................................................................... 34
De dichtheid aanpassen ........................................................................................... 34
De kleurbalans (dichtheid) aanpassen ........................................................................ 35
Kleur aanpassen op de computer ............................................................36
Kleurkoppeling (Automatisch) ................................................................................... 36
Kleurkoppeling (Ofce-kleur) .................................................................................... 37
Kleurkoppeling (Graphic Pro) .................................................................................... 37
Kleurkoppeling (geen kleurkoppeling) ........................................................................ 38
Zwarte afwerking wijzigen ........................................................................................ 38
Witte ruimte tussen tekst en achtergrond verwijderen (Zwart overdrukken) .................... 39
Afdrukresultaten voor inkt simuleren ........................................................................ 40
Kleur aanpassen met Color Correct Utility .................................................41
Paletkleur wijzigen .................................................................................................. 41
Gammawaarde of tint wijzigen .................................................................................. 42
Afdrukken met aangepaste kleurinstellingen ............................................................... 42
Kleurcorrectie-instellingen opslaan ............................................................................ 43
Kleurcorrectie-instellingen importeren ....................................................................... 43
Kleurcorrectie-instellingen verwijderen ...................................................................... 44
Kleur instellen met Color Swatch Utility .................................................... 45
Kleurmonster afdrukken .......................................................................................... 45
Een bestand afdrukken met de gewenste kleur ........................................................... 46
3. Printerinstellingen wijzigen ............................................... 47
De huidige instellingen controleren .......................................................... 47
Afdrukinformatie afdrukken ...................................................................................... 47
De apparaatinstellingen wijzigen ............................................................. 48
Beheerderinst. ........................................................................................................ 48
Overige instellingen ................................................................................................ 48
Lijst van de instellingenmenu's ................................................................................. 49

- 6 -
Inhoud
4. Hulpprogramma's gebruiken ............................................. 63
Overzicht van de hulpprogramma's ..........................................................63
Hulpprogramma's installeren .................................................................. 65
Hulpprogramma's voor Windows/Mac OS X ............................................... 66
Webpagina ............................................................................................................. 66
Hulpprogramma's voor Windows ............................................................. 68
Conguration Tool ................................................................................................... 68
Operator Panel Language Setup ................................................................................ 72
Network Card Setup ................................................................................................ 73
OKI LPR Utility........................................................................................................ 74
Network Extension .................................................................................................. 77
TELNET ................................................................................................................. 78
Hulpprogramma's voor Mac OS X ............................................................ 80
Panel Language Setup ............................................................................................. 80
Network Card Setup ................................................................................................ 81
5. Netwerkinstellingen .......................................................... 82
Onderdelen waarvoor netwerkinstellingen kunnen worden ingesteld ............. 82
IP-adres instellen ................................................................................ 111
Netwerkinstellingen wijzigen vanaf de webpagina .................................... 115
Het einde van de levensduur van verbruiksartikelen en fouten via e-mail melden
(e-mailmelding) .....................................................................................................115
Toegang controleren op basis van IP-adres (IP-ltering) ..............................................116
Toegang controleren op basis van MAC-adres (MAC-adresltering) ................................117
Afdrukken zonder printerdriver (direct afdrukken) ......................................................117
Communicatie coderen via SSL/TLS ..........................................................................118
Communicatie coderen via IPSec .............................................................................121
SNMPv3 gebruiken .................................................................................................123
IPv6 gebruiken ......................................................................................................124
IEEE 802.1X gebruiken ...........................................................................................125
EtherTalk-instellingen wijzigen (alleen voor Mac OS X) ................................................126
Andere handelingen ............................................................................ 127
Netwerkinstellingen initialiseren ...............................................................................127
DHCP gebruiken ....................................................................................................127

- 8 -
1
1. Handige afdrukfuncties
1. Handige afdrukfuncties
In dit hoofdstuk vindt u uitleg over geavanceerde afdrukfuncties.
Memo
●Het scherm en de procedure kunnen verschillen afhankelijk van het besturingssysteem, de toepassingen en de versie van de
printerdriver die u gebruikt. In deze sectie worden Kladblok in Windows en Teksteditor in Mac OS X als voorbeelden gebruikt.
Meer info
●Voor meer informatie over het instellen van onderdelen in de printerdriver raadpleegt u de online Help van de printerdriver.
Afdrukken op enveloppen
U kunt afdrukken op enveloppen door het
ingestelde papierformaat te wijzigen en de
universele cassette en het uitvoervak met de
afdrukzijde naar boven te gebruiken.
Stel het papierformaat van de universele
cassette in op het bedieningspaneel en
stel vervolgens afdrukinstellingen zoals
papierformaat en papiercassette in via de
printerdriver.
Opmerking
●Het papier kan kromgetrokken of gekreukeld zijn na het
afdrukken. Zorg ervoor dat er geen probleem is door een
testafdruk te maken.
●Enveloppen moet worden geplaatst met het adres naar
boven.
- Com-10-, DL- en C5-enveloppen moeten worden
geplaatst met de ap naar boven, gezien vanaf de
invoerrichting.
- C4-enveloppen moeten worden geplaatst met de ap
naar rechts, gezien vanaf de invoerrichting.
Com-10, DL, C5 C4
Memo
●Selecteer niet dubbelzijdig afdrukken voor enveloppen.
Meer info
●Voor informatie over welke enveloppen kunnen worden
gebruikt, raadpleegt u de Gebruikershandleiding
(Ingebruikneming).
●Handmatig afdrukken is ook beschikbaar voor het
afdrukken op enveloppen. Voor meer informatie over
handmatig afdrukken raadpleegt u "Handmatig afdrukken"
op p. 12.
1 Plaats papier in de universele cassette.
Meer info
●Raadpleeg "Papier in de printer plaatsen" in de
Gebruikershandleiding (Ingebruikneming).
2 Open aan de achterzijde van de printer
het uitvoervak met de afdrukzijde naar
boven.
3 Op het bedieningspaneel drukt u op de
toets <Fn>.
4 Druk op de toetsen <9> en <0> en
druk vervolgens op de knop <ENTER>.
5 Druk op de bladerknop om
[Envelop*] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <ENTER>.
* Selecteer een type envelop.
6 Druk op de knop <ON LINE (ONLINE)>
om de menumodus te verlaten.
7 Open op de computer het bestand dat u
wilt afdrukken.
8 Congureer het papierformaat, de
papierbron en de afdrukstand in de
printerdriver en druk af.
Voor Windows
1 In het menu [Bestand] selecteert u
[Afdrukken].
2 Klik op [Voorkeuren] of
[Eigenschappen].
3 Op het tabblad [Setup] selecteert u
[Envelop*] bij [Size].
* Selecteer een type envelop.
4 Selecteer [Universele Lade] bij
[Bron:].

- 10 -
1
1. Handige afdrukfuncties
9 Druk op de knop <ON LINE (ONLINE)>
om de menumodus te verlaten.
10 Open op de computer het bestand dat u
wilt afdrukken.
11 Congureer het papierformaat en de
papiercassette via de printerdriver.
Voor Windows
1 In het menu [Bestand] selecteert u
[Afdrukken].
2 Klik op [Voorkeuren] of
[Eigenschappen].
3 Op het tabblad [Setup] selecteert u
[A4] of [Letter] bij [Size].
4 Selecteer [Universele Lade] bij
[Bron:].
5 Congureer indien nodig andere
instellingen en druk af.
Voor Mac OS X
1 In het menu [Archief] selecteert u
[Pagina-instelling].
2 Selecteer [A4] of [Letter] bij
[Papierformaat].
3 Selecteer [Druk af] in het menu
[Archief].
4 Voor Mac OS X 10.3.9 selecteert u
[Functies van de printer] in het
venstermenu.
5 Selecteer [Setup] in het venstermenu.
6 Selecteer [Universele Lade] bij
[Papierbron].
7 Congureer indien nodig andere
instellingen en druk af.
Memo
●Als het dialoogvenster om af te drukken in Mac OS X 10.7
niet de opties bevat die u verwacht te zien, klikt u op de
knop [Toon details] onder aan het menu [Printer].
●Als het dialoogvenster om af te drukken in Mac OS X 10.5
tot 10.6 slechts twee menu's bevat en niet de opties bevat
die u verwacht te zien, klikt u op de knop naast het
menu [Printer].
Afdrukken op papier van een
aangepast formaat
U kunt een aangepast papierformaat registreren
via de printerdriver, zodat u kunt afdrukken
op ander papier dan standaardpapier, zoals
banners.
●Instelbaar aangepast formaatbereik
Breedte: 64 tot 297 mm
Lengte: 90 tot 1320,8 mm
Welke papierformaten kunnen worden ingevoerd,
hangt af van de cassette.
Opmerking
●Registreer het papierformaat in de staande afdrukstand
en plaats het papier in de staande afdrukstand.
●Voor bannermedia van meer dan 432 mm lang gebruikt u
het uitvoervak met de afdrukzijde naar boven.
●Deze functie is mogelijk niet beschikbaar in sommige
toepassingen.
●Als het papier langer is dan 432 mm, kunnen wij niet de
afdrukkwaliteit garanderen.
●Als het papier zo lang is dat het de papiersteunen van de
universele cassette overschrijdt, ondersteunt u het met de
hand.
●Wanneer u cassette 1 of cassette 2 gebruikt, selecteert u
de knop <ENTER> op het bedieningspaneel > [Menus]
> [cassetteconguratie] > [Cassetteconguratie
gebruiken] > [Papierformaat] > [Aangepast] voordat
u de volgende procedure uitvoert.
●Als afbeeldingen niet juist worden afgedrukt op papier
van groot formaat, worden ze mogelijk wel juist afgedrukt
als u in de PS-driver [Standaard (600 x 600 dpi)] bij
[Afdrukkwaliteit] selecteert.
●Het gebruik van papier met een breedte van minder dan
100 mm wordt niet aanbevolen. Dit kan papierstoringen
veroorzaken.
Meer info
●Voor meer informatie over de papierformaten die
kunnen worden ingevoerd via elke cassette of worden
gebruikt voor dubbelzijdig afdrukken, raadpleegt u de
Gebruikershandleiding (Ingebruikneming).
●[Automatische verandering van cassette] is
standaard ingeschakeld. Wanneer het papier in een
cassette opraakt tijdens het afdrukken, schakelt de
printer automatisch over op invoer vanuit een andere
cassette. Als u aangepast papier alleen vanuit een
bepaalde cassette wilt invoeren, schakelt u de functie voor
automatische cassettewisseling uit. Voor meer informatie
over automatische verandering van cassette raadpleegt u
"Automatische cassettewisseling" op p. 22.

- 11 -
1
1. Handige afdrukfuncties
Aangepaste formaten opgeven
Om papier van een aangepast formaat te
plaatsen, moet u de breedte en lengte van
het papier registreren voordat u afdrukt. Het
formaatbereik dat u kunt instellen, varieert
afhankelijk van de papiercassette.
Cassette Beschikbaar formaatbereik
Cassette 1 Breedte:
105 tot 297 mm (4,1 tot 11,7 inch)
Lengte:
148 tot 431 mm (5,8 tot 17,0 inch)
Cassette 2
(optie)
Breedte:
148 tot 297 mm (5,8 tot 11,7 inch)
Lengte:
182 tot 431 mm (7,2 tot 17,0 inch)
Universele
cassette
Breedte:
64 tot 297 mm (2,5 tot 11,7 inch)
Lengte:
90 tot 1.321 mm (3,5 tot 52,0 inch)
Opmerking
●U kunt de instelling [Aangepast] alleen congureren
wanneer [Papierformaat] ingesteld is op [Aangepast].
●Het beschikbare formaatbereik voor dubbelzijdig
afdrukken is hetzelfde als dat voor cassette 2.
1 Op het bedieningspaneel drukt u op de
knop <ENTER>.
2 Druk meerdere keren op de bladerknop
om [Menus] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <ENTER>.
3 Controleer dat [cassetteconguratie]
is geselecteerd en druk vervolgens op de
knop <ENTER>.
4 Druk meerdere keren op de bladerknop
om [Cassetteconguratie] te
selecteren voor de papiercassette waarin
u het papier hebt geplaatst, en druk
vervolgens op de knop <ENTER>.
5 Controleer dat [Papierformaat] is
geselecteerd en druk vervolgens op de
knop <ENTER>.
6 Druk meerdere keren op de bladerknop
om [Aangepast] te selecteren en
druk vervolgens op de knop <ENTER>.
7 Druk op de knop <BACK (TERUG)>.
8 Druk op de bladerknop om
[X-afmeting] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <ENTER>.
9 Voer de papierbreedte in met behulp van
het toetsenblok met tien toetsen en druk
vervolgens op de knop <ENTER>.
10 Druk op de knop <BACK (TERUG)>.
11 Druk op de bladerknop om
[Y-afmeting] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <ENTER>.
12 Voer de papierlengte in met behulp van
het toetsenblok met tien toetsen en druk
vervolgens op de knop <ENTER>.
13 Druk op de knop <ON LINE (ONLINE)>
om de menumodus te verlaten.
Voor Windows
1 Klik op [starten] en selecteer
vervolgens [Apparaten en printers].
2 Klik met de rechtermuisknop op het
pictogram
Uw printer
en selecteer
vervolgens de driver waarvoor u
een aangepast formaat wilt opgeven
via [Voorkeursinstellingen voor
afdrukken].
3 Op het tabblad [Setup] klikt u op
[Papierinvoeropties].
4 Klik op [Aangepast formaat].
5 Voer een naam in en de afmetingen in.
a Voer in het vak [Naam] een naam
voor het nieuwe formaat in.
b Voer in de vakken [Breedte] en
[Length] de afmetingen van het
nieuwe formaat in.
6 Klik op [Toevoegen] om het
aangepaste papierformaat op te slaan in
de lijst en klik vervolgens op [OK].
U kunt maximaal 32 aangepaste formaten
opslaan.
7 Klik op [OK] totdat het dialoogvenster
[Voorkeursinstellingen voor
afdrukken] wordt gesloten.
8 Open het bestand dat u wilt afdrukken.

- 13 -
1
1. Handige afdrukfuncties
Voor Mac OS X
1 In het menu [Archief] selecteert u
[Druk af].
2 Voor Mac OS X 10.3.9 selecteert u
[Functies van de printer] in het
venstermenu.
3 Selecteer [Setup] in het venstermenu.
4 Selecteer [Universele Lade] bij
[Papierbron].
5 Klik op [Printer Options].
6 Schakel het selectievakje [Gebruik de
universeellade voor handmatige
invoer] in.
7 Congureer indien nodig andere
instellingen en druk af.
8 Wanneer op het bedieningspaneel
een bericht verschijnt waarin u wordt
gevraagd papier te plaatsen in de
universele cassette, drukt u op de knop
<ON LINE (ONLINE)>.
Als u een document met meerdere pagina's
afdrukt, verschijnt hetzelfde bericht telkens
wanneer een pagina is afgedrukt.
Memo
●Als het dialoogvenster om af te drukken in Mac OS X 10.7
niet de opties bevat die u verwacht te zien, klikt u op de
knop [Toon details] onder aan het menu [Printer].
●Als het dialoogvenster om af te drukken in Mac OS X 10.5
tot 10.6 slechts twee menu's bevat en niet de opties bevat
die u verwacht te zien, klikt u op de knop naast het
menu [Printer].
Meerdere pagina's op één vel
papier combineren (meerdere
pagina's afdrukken)
U kunt meerdere pagina's van een document op
één zijde van een vel papier afdrukken.
12
34
Opmerking
●Deze functie verkleint het paginaformaat van uw
document dat u wilt afdrukken. Het midden van de afdruk
bevindt zich mogelijk niet in het midden van het papier.
●Deze functie is mogelijk niet beschikbaar in sommige
toepassingen.
Voor Windows
1 Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2 In het menu [Bestand] selecteert u
[Afdrukken].
3 Klik op [Voorkeuren] of
[Eigenschappen].
4 Op het tabblad [Setup] selecteert u bij
[Afwerkingmodus] het aantal pagina's
dat u wilt afdrukken op elk vel.
5 Klik op [Opties].
6 Geef de instellingen op voor [Pagina's
per blad], [Paginaranden],
[Paginalayout] en [Rugmarge], en
klik vervolgens op [OK].
7 Congureer indien nodig andere
instellingen en druk af.
Termékspecifikációk
Márka: | OKI |
Kategória: | nyomtató |
Modell: | C822n |
Szüksége van segítségre?
Ha segítségre van szüksége OKI C822n, tegyen fel kérdést alább, és más felhasználók válaszolnak Önnek
Útmutatók nyomtató OKI

10 Április 2025

10 Április 2025

10 Április 2025

16 Október 2024

16 Október 2024

14 Október 2024

13 Október 2024

5 Október 2024

2 Október 2024

24 Szeptember 2024
Útmutatók nyomtató
- nyomtató Samsung
- nyomtató Sony
- nyomtató Fujitsu
- nyomtató LG
- nyomtató Olympus
- nyomtató Panasonic
- nyomtató Canon
- nyomtató StarTech.com
- nyomtató Sharp
- nyomtató Lenovo
- nyomtató Toshiba
- nyomtató HP
- nyomtató Roland
- nyomtató Digitus
- nyomtató Zebra
- nyomtató AVM
- nyomtató Fujifilm
- nyomtató Dell
- nyomtató Xerox
- nyomtató Primera
- nyomtató Thomson
- nyomtató Polaroid
- nyomtató Kyocera
- nyomtató Ricoh
- nyomtató Epson
- nyomtató Huawei
- nyomtató Renkforce
- nyomtató Mitsubishi
- nyomtató Godex
- nyomtató Brother
- nyomtató Citizen
- nyomtató Microboards
- nyomtató Kodak
- nyomtató MSI
- nyomtató Dymo
- nyomtató Testo
- nyomtató Konica Minolta
- nyomtató Datamax O'Neil
- nyomtató Kogan
- nyomtató Honeywell
- nyomtató Velleman
- nyomtató D-Link
- nyomtató Fargo
- nyomtató TSC
- nyomtató Sagem
- nyomtató Olympia
- nyomtató Tomy
- nyomtató Posiflex
- nyomtató ZKTeco
- nyomtató NEC
- nyomtató CUSTOM
- nyomtató Panduit
- nyomtató Equip
- nyomtató Pantum
- nyomtató Brady
- nyomtató Bixolon
- nyomtató CSL
- nyomtató Nilox
- nyomtató Seiko
- nyomtató Argox
- nyomtató Royal Sovereign
- nyomtató Lexmark
- nyomtató Olivetti
- nyomtató Intermec
- nyomtató Minolta
- nyomtató DNP
- nyomtató Triumph-Adler
- nyomtató Oce
- nyomtató Paxar
- nyomtató Metapace
- nyomtató Ultimaker
- nyomtató Ibm
- nyomtató Toshiba TEC
- nyomtató Frama
- nyomtató Builder
- nyomtató Star Micronics
- nyomtató Dascom
- nyomtató HiTi
- nyomtató GG Image
- nyomtató Vupoint Solutions
- nyomtató Elite Screens
- nyomtató DTRONIC
- nyomtató Phoenix Contact
- nyomtató Videology
- nyomtató Star
- nyomtató EC Line
- nyomtató Colop
- nyomtató Approx
- nyomtató Fichero
- nyomtató Raspberry Pi
- nyomtató Middle Atlantic
- nyomtató IDP
- nyomtató Evolis
- nyomtató Nisca
- nyomtató Epson 7620
- nyomtató Sawgrass
Legújabb útmutatók nyomtató

10 Április 2025

10 Április 2025

10 Április 2025

9 Április 2025

9 Április 2025

9 Április 2025

3 Április 2025

3 Április 2025

3 Április 2025

2 Április 2025