Használati útmutató Lexmark MFP X340
Olvassa el alább 📖 a magyar nyelvű használati útmutatót Lexmark MFP X340 (107 oldal) a nyomtató kategóriában. Ezt az útmutatót 3 ember találta hasznosnak és 2 felhasználó értékelte átlagosan 4.5 csillagra
Oldal 1/107

www.lexmark.com
Gebruikershandleiding
Januari 2006
MFP X340, X340n, X342n

2
Edition: January 2006
The following paragraph does not apply to any country where such provisions are inconsistent with local law: LEXMARK INTERNATIONAL, INC.,
PROVIDES THIS PUBLICATION “AS IS” WITHOUT WARRANTY OF ANY KIND, EITHER EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO,
THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE. Some states do not allow disclaimer of express
or implied warranties in certain transactions; therefore, this statement may not apply to you.
This publication could include technical inaccuracies or typographical errors. Changes are periodically made to the information herein; these changes will
be incorporated in later editions. Improvements or changes in the products or the programs described may be made at any time.
Comments about this publication may be addressed to Lexmark International, Inc., Department F95/032-2, 740 West New Circle Road, Lexington, Kentucky
40550, U.S.A. In the United Kingdom and Eire, send to Lexmark International Ltd., Marketing and Services Department, Westhorpe House, Westhorpe,
Marlow Bucks SL7 3RQ. Lexmark may use or distribute any of the information you supply in any way it believes appropriate without incurring any obligation
to you. To obtain additional copies of publications related to this product, visit the Lexmark Web site at www.lexmark.com.
References in this publication to products, programs, or services do not imply that the manufacturer intends to make these available in all countries in which
it operates. Any reference to a product, program, or service is not intended to state or imply that only that product, program, or service may be used. Any
functionally equivalent product, program, or service that does not infringe any existing intellectual property right may be used instead. Evaluation and
verification of operation in conjunction with other products, programs, or services, except those expressly designated by the manufacturer, are the user’s
responsibility.
© 2006 Lexmark International, Inc.
All rights reserved.
UNITED STATES GOVERNMENT RIGHTS
This software and any accompanying documentation provided under this agreement are commercial computer software and documentation developed
exclusively at private expense.
Veiligheidsinformatie
•Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact dat zich dicht in de buurt van het product bevindt en dat gemakkelijk bereikbaar is.
LET OP: gebruik de faxfunctie niet tijdens onweer. Installeer dit product nooit tijdens onweer en sluit nooit kabels, zoals het netsnoer of de telefoonkabel,
aan tijdens onweer.
•Gebruik alleen een telecommunicatiesnoer (RJ-11) van 26 AWG of meer als u dit product aansluit op het publieke vaste telefoonnetwerk.
•Onderhoudswerkzaamheden en reparaties die niet in de bedieningsinstructies worden beschreven, dienen uitsluitend door een professionele
onderhoudsmonteur te worden uitgevoerd.
•Dit product is samen met specifieke Lexmark-onderdelen ontwikkeld, getest en goedgekeurd op basis van strikte, wereldwijd geldende
veiligheidsnormen. De veiligheidsvoorzieningen van bepaalde onderdelen zijn niet altijd duidelijk zichtbaar. Lexmark is niet verantwoordelijk voor het
gebruik van andere, vervangende onderdelen.
LET OP: zorg ervoor dat alle externe aansluitingen (zoals Ethernet en telefoonsysteemaansluitingen) op de juiste wijze zijn geïnstalleerd in de
gemarkeerde poorten.
•Dit product maakt gebruik van een laser.
LET OP: het toepassen van bedieningswijzen, aanpassingsmethoden of procedures anders dan in deze publicatie worden beschreven, kan blootstelling
aan gevaarlijke straling tot gevolg hebben.
•Dit product maakt gebruik van een afdrukproces waarbij het afdrukmateriaal wordt verhit. Door de hitte kan het afdrukmateriaal bepaalde stoffen
afgeven. Bestudeer het gedeelte in de bedieningsinstructies waarin de richtlijnen voor het selecteren van afdrukmaterialen worden besproken om
schadelijke afscheidingen te voorkomen.
Conventies
Opmerking: een opmerking bevat nuttige informatie.
LET OP: de aanduiding Let op heeft betrekking op gevaar voor letsel.
Waarschuwing: een waarschuwing geeft aan dat het product of de bijbehorende software beschadigd kan raken.
Dit symbool geeft de aanwezigheid van een heet oppervlak of onderdeel aan.
LET OP: laat het oppervlak afkoelen om het risico van lichamelijk letsel te verkleinen.

Inhoudsopgave
3
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1: Informatie over de MFP zoeken ............................................ 7
Hoofdstuk 2: De MFP instellen .................................................................... 9
Een overlay voor een andere taal plaatsen.................................................................... 10
Een extra papierlade installeren..................................................................................... 11
MFP voorbereiden voor afdrukken en scannen ............................................................. 12
De software installeren voor de USB-verbinding ..................................................... 12
De software installeren voor de netwerkverbinding (geldt alleen voor de X342n) ... 13
MFP voorbereiden voor faxen........................................................................................ 14
De printer rechtstreeks op een telefoonaansluiting in de muur aansluiten .............. 14
De printer op een telefoon aansluiten ...................................................................... 15
MFP voorbereiden voor kopiëren................................................................................... 17
Hoofdstuk 3: Informatie over de MFP ....................................................... 18
De onderdelen van de MFP ........................................................................................... 18
Knoppen op het bedieningspaneel ................................................................................ 21
De menu's op het bedieningspaneel.............................................................................. 23
Door de menu's van het bedieningspaneel navigeren ............................................. 23
Een lijst met menu-items afdrukken ......................................................................... 23
Pagina met netwerkinstellingen afdrukken (geldt alleen voor de X342n) ................ 24
De standaardmodus wijzigen ................................................................................... 25
De time-outoptie instellen ......................................................................................... 26
De netwerkopties instellen (geldt alleen voor de X342n) ......................................... 26
De MFP-software ........................................................................................................... 27
Printereigenschappen .............................................................................................. 27
Presto! PageManager (uitsluitend met USB-verbinding) ......................................... 28
QLINK (uitsluitend met USB-verbinding) .................................................................. 28

Inhoudsopgave
4
Hoofdstuk 4: Papier en originele documenten plaatsen......................... 29
Papier in de papierlade plaatsen ................................................................................... 29
Papier plaatsen in de handmatige invoer....................................................................... 33
Verschillende soorten papier plaatsen ........................................................................... 34
Papiersoort en papierformaat instellen .......................................................................... 36
Via het bedieningspaneel ......................................................................................... 36
Via de computer ....................................................................................................... 36
Originele documenten in de ADF plaatsen .................................................................... 37
Originele documenten op de glasplaat plaatsen ............................................................ 38
Uitvoerlocatie selecteren................................................................................................ 39
Hoofdstuk 5: Afdrukken ............................................................................. 41
Documenten afdrukken .................................................................................................. 41
Enveloppen afdrukken ................................................................................................... 41
Transparanten afdrukken ............................................................................................... 42
Gesorteerde exemplaren afdrukken............................................................................... 42
Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken ............................................................ 42
Laatste pagina als eerste afdrukken (omgekeerde volgorde) ........................................ 43
Hoofdstuk 6: Faxen..................................................................................... 44
Faxen verzenden ........................................................................................................... 45
Automatisch faxen verzenden .................................................................................. 45
Faxen handmatig verzenden .................................................................................... 45
Een fax naar een groep verzenden (groepsfax) ....................................................... 46
Een fax verzenden op een gepland tijdstip (verzenden vertragen) .......................... 46
Prefixen toevoegen voordat het nummer wordt gekozen ......................................... 47
Een pauze invoegen tijdens het kiezen .................................................................... 47
Faxen ontvangen ........................................................................................................... 47
Faxen automatisch ontvangen ................................................................................. 47
Faxen handmatig ontvangen .................................................................................... 48
Faxen doorsturen ........................................................................................................... 48
Faxactiviteitenrapporten afdrukken ................................................................................ 49
Faxinstellingen aanpassen ............................................................................................ 49
Snelkoppelingen instellen ........................................................................................ 49
De snelkeuzeknoppen gebruiken ............................................................................. 50
Het telefoon-/faxboek gebruiken .............................................................................. 51
Speciale belsignalen instellen .................................................................................. 51

Inhoudsopgave
5
De station-ID instellen .............................................................................................. 51
Tekens invoeren ....................................................................................................... 52
Faxtaken annuleren ....................................................................................................... 53
Hoofdstuk 7: Kopiëren ............................................................................... 54
Een kopie maken ........................................................................................................... 55
Kopieën sorteren............................................................................................................ 55
Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken (Papierbesparing) .............................. 55
Een afbeelding vergroten of verkleinen.......................................................................... 56
Hoofdstuk 8: Scannen ................................................................................ 57
Documenten scannen via het bedieningspaneel (uitsluitend met USB-verbinding)....... 58
Documenten scannen via de computer (uitsluitend met USB-verbinding)..................... 58
Extra toepassingen voor scannen configureren ....................................................... 59
Documenten rechtstreeks vanuit een toepassing scannen
(uitsluitend met USB-verbinding) ............................................................................. 60
Tekst scannen om te bewerken (OCR).......................................................................... 60
Scaninstellingen aanpassen .................................................................................... 61
Scannen via een netwerk............................................................................................... 61
Scanopties ..................................................................................................................... 62
Hoofdstuk 9: De MFP onderhouden .......................................................... 64
Een tonercartridge verwijderen ...................................................................................... 64
Een tonercartridge installeren ........................................................................................ 65
Toner opnieuw verdelen ................................................................................................ 66
Fotoconductor vervangen .............................................................................................. 68
De MFP reinigen ............................................................................................................ 70
Glasplaat reinigen .................................................................................................... 70
Buitenkant van MFP reinigen ................................................................................... 70
Binnenkant van MFP reinigen .................................................................................. 71
Supplies bestellen.......................................................................................................... 73
Lexmark-producten recyclen.......................................................................................... 73

Inhoudsopgave
6
Hoofdstuk 10: Problemen oplossen.......................................................... 74
Installatieproblemen oplossen........................................................................................ 75
Stuurprogrammasoftware verwijderen en opnieuw installeren ................................ 76
Problemen met vastgelopen en verkeerd ingevoerd papier oplossen ........................... 77
Een papierstoring verhelpen .................................................................................... 78
Problemen met afdrukken en kopiëren oplossen........................................................... 86
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen................................................................... 87
Problemen met scannen oplossen................................................................................. 90
Problemen met faxen oplossen...................................................................................... 91
Problemen met foutberichten oplossen.......................................................................... 93
Kennisgevingen ........................................................................................... 96
Index............................................................................................................ 104

Informatie over de MFP zoeken
7
1Informatie over de MFP zoeken
De Lexmark™ X340/X340n/X342n Multifunction Printer (MFP) wordt geleverd met de volgende
hulpmiddelen:
Installatiekaart
Gebruikershandleiding
Cd
Omschrijving Waar
Op de Installatiekaart vindt u instructies voor het
instellen van hardware en software.
U kunt dit document in de MFP-doos of op de website
van Lexmark vinden.
Omschrijving Waar
De Gebruikershandleiding bevat instructies over
het gebruik van de MFP en andere informatie
over:
• Onderhoud
• Problemen oplossen
• Veiligheid
U kunt dit document vinden op de website van Lexmark
of op de meegeleverde cd met software.
Omschrijving Waar
De cd bevat stuurprogramma's, software en
documentatiebestanden.
U kunt deze cd in de MFP-doos vinden. Zie de
Installatiekaart voor installatie-instructies.

Informatie over de MFP zoeken
8
Leesmij-bestand
Website
Noteer de onderstaande gegevens (vermeld op de kassabon en de achterkant van de MFP) en houd
deze bij de hand als u contact met ons opneemt. Op deze manier kunnen wij u sneller van dienst zijn.
Typenummer apparaat:
Serienummer:
Aankoopdatum:
Naam van de winkel:
Omschrijving Waar
Dit bestand bevat de meest recente informatie
over de MFP, informatie over de software die niet
wordt beschreven in andere documentatie, en
informatie over uw besturingssysteem.
U opent het Leesmij-bestand als volgt:
1Klik op Start Æ Programma's of Alle
programma's Æ Lexmark Æ Lexmark X34x
Series.
2Selecteer het leesmij-bestand.
Omschrijving Waar
Onze website bevat allerlei informatie.
Opmerking: alle paden voor de website kunnen
worden gewijzigd.
Ga naar de website van Lexmark op
www.lexmark.com.
1Ga naar de website.
2Selecteer een land of regio in de vervolgkeuzelijst in
de linkerbovenhoek van de pagina.
3Selecteer de koppeling naar de gewenste informatie.

De MFP instellen
9
2De MFP instellen
Kies, voordat u de MFP uitpakt, een verhoogde, stabiele oppervlakte om de printer op te plaatsen.
Laat voldoende ruimte vrij, zodat de lucht kan circuleren en u de kleppen en laden kunt openen.
Ruimte vrijlaten
Voorzijde 400 mm
Achterzijde 175 mm
Rechterzijde 127 mm
Linkerzijde 50 mm
Bovenzijde 175 mm

Een overlay voor een andere taal plaatsen
10
Een overlay voor een andere taal plaatsen
Deze instructies zijn alleen van toepassing als uw MFP met één of meer taaloverlays wordt geleverd.
1Til de overlay op en verwijder deze.
2Kies de overlay met uw taal.
3Breng de overlay in lijn met de knoppen op de MFP en druk de overlay naar beneden totdat
deze op zijn plaats vastklikt.

Een extra papierlade installeren
11
Een extra papierlade installeren
De MFP is uitgerust met één optionele papierlade waarin maximaal 550 vellen papier kunnen
worden geplaatst.
LET OP: als u een papierlade voor 550 vel wilt installeren nadat u de MFP hebt ingesteld,
moet u de MFP uitschakelen en het netsnoer uit het stopcontact halen voordat u
verdergaat.
1Pak de papierlade voor 550 vel uit en verwijder al het verpakkingsmateriaal.
2Plaats de papierlade op de locatie die u voor de MFP hebt gekozen.
3Lijn de gaten in de MFP uit met de positioneringspunten van de papierlade voor 550 vel en
plaats de MFP door deze te laten zakken.
4Klik op Start Æ Instellingen Æ Printers of Printers en faxapparaten.
of
Klik op Start Æ Configuratiescherm Æ Printers en andere hardware Æ Printers en
faxapparaten.
5Selecteer het pictogram van de MFP.
6Klik op Bestand EigenschappenÆ .
7Klik op het tabblad Device Settings (Apparaatinstellingen).
8Selecteer Tray 2 (Lade 2) in de lijst met installeerbare opties.
9Selecteer in de vervolgkeuzelijst 550-Sheet Tray (Lade voor 550 vel).

MFP voorbereiden voor afdrukken en scannen
12
10 Klik op Apply (Toepassen).
11 Klik op OK.
12 Steek de stekker van het netsnoer in een stopcontact.
13 Druk op de aan/uit-schakelaar.
MFP voorbereiden voor afdrukken en scannen
De software installeren voor de USB-verbinding
U kunt printerstuurprogramma's en scansoftware voor de volgende besturingssystemen installeren
vanaf de cd Software en documentatie:
•Windows 2003
•Windows 2003 x64
•Windows XP
•Windows XP x64
•Windows 2000
Opmerking: www.lexmark.comop zijn stuurprogramma's beschikbaar voor Windows XP x64
bit Edition.
1Plaats de cd Software en documentatie.
2Volg de instructies op het scherm.
3Sluit de USB-kabel aan en schakel de printer in.
Het plug-en-play-scherm wordt weergegeven en er wordt een printerobject gemaakt in de
map Printers van de computer.
1
2

MFP voorbereiden voor afdrukken en scannen
13
Als het installatievenster voor de software niet verschijnt, doet u het volgende:
1Dubbelklik op Deze computer op het bureaublad.
Als u Windows XP gebruikt, klikt u op Start om naar het pictogram Deze computer te gaan.
2Dubbelklik op het pictogram van het cd-romstation. Dubbelklik zo nodig op setup.exe.
3Als het installatievenster voor de software wordt weergegeven, klikt u op Installeren of Nu
installeren.
4Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
De software installeren voor de netwerkverbinding (geldt alleen voor
de X342n)
U kunt printerstuurprogramma's en scansoftware voor de volgende besturingssystemen installeren
vanaf de cd Software en documentatie:
•Windows 2003
•Windows 2003 x64
•Windows XP
•Windows XP x64
•Windows 2000
Opmerking: www.lexmark.comop zijn stuurprogramma's beschikbaar voor Windows XP x64
bit Edition.
1Sluit de Ethernet-kabel aan en schakel de printer in.
2Plaats de cd Software en documentatie.
12

MFP voorbereiden voor faxen
14
3Volg de instructies op het scherm.
Het plug-en-play-scherm wordt weergegeven en er wordt een printerobject gemaakt in de
map Printers van de computer.
Opmerking: de Ethernet-verbinding werkt niet als de USB-verbinding wordt gebruikt. U kunt
maar één aansluitpoort tegelijk gebruiken.
Als het installatievenster voor de software niet verschijnt, doet u het volgende:
1Dubbelklik op Deze computer op het bureaublad.
Als u Windows XP gebruikt, klikt u op Start om naar het pictogram Deze computer te gaan.
2Dubbelklik op het pictogram van het cd-romstation. Dubbelklik zo nodig op setup.exe.
3Als het installatievenster voor de software wordt weergegeven, klikt u op Installeren of Nu
installeren.
Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
MFP voorbereiden voor faxen
U kunt de printer op apparaten als een telefoon, antwoordapparaat of computermodem aansluiten.
Zie Installatieproblemen oplossen op pagina 75 als er problemen optreden.
Opmerking: de printer is een analoog apparaat dat het beste functioneert als u het rechtstreeks
op de wandaansluiting aansluit. Vervolgens kunt u andere apparaten (zoals een
telefoon of antwoordapparaat) op de printer aansluiten. Dit wordt uitgelegd in de
installatieprocedure. Als u een digitale verbinding zoals ISDN, DSL of ADSL wilt
gebruiken, dan hebt u een apparaat van derden nodig, zoals een DSL-filter.
Als u faxen wilt verzenden en ontvangen, hoeft u de printer niet op een computer aan te sluiten,
maar wel op een telefoonlijn.
U kunt de printer op andere apparaten aansluiten. Raadpleeg de volgende tabel om te bepalen hoe
u de printer het beste kunt instellen.
De printer rechtstreeks op een telefoonaansluiting in de muur
aansluiten
LET OP: gebruik alleen een telecommunicatiesnoer (RJ-11) van 26 AWG of meer als u dit
product op een publiek vast telefoonnetwerk aansluit.

MFP voorbereiden voor faxen
15
Sluit de MFP rechtstreeks op een telefoonaansluiting in de muur aan als u kopieën wilt maken of
faxen wilt verzenden en ontvangen zonder een computer te gebruiken.
1Controleer of u beschikt over een telefoonsnoer en een telefoonaansluiting in de muur.
2Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer aan op de LINE-poort van de MFP.
3Sluit het andere uiteinde van het telefoonsnoer aan op een werkende telefoonaansluiting in
de muur.
Opmerking: raadpleeg de meegeleverde aanvullende installatie-instructies die bij de printer zijn
geleverd voor meer informatie over het aansluiten van de MFP op
telecommunicatieapparaten. De installatieprocedure kan per land of regio
verschillen.
De printer op een telefoon aansluiten
Als u een telefoon op de MFP aansluit, kunt u de faxlijn als een gewone telefoonlijn gebruiken. Plaats
de printer vervolgens in de buurt van de telefoon. U kunt nu kopieën maken en faxen verzenden en
ontvangen zonder dat u daarvoor een computer hoeft te gebruiken.
1Controleer of het volgende aanwezig is:
•Een telefoon
•Twee telefoonsnoeren
•Een telefoonaansluiting in de muur

MFP voorbereiden voor faxen
16
2Sluit een telefoonsnoer aan op de LINE-poort van de MFP en op een werkende
telefoonaansluiting in de muur.
3Verwijder de afdekplug uit de EXT-poort van de MFP.
4Sluit het andere telefoonsnoer aan op een telefoon en op de EXT-poort van de MFP.
Opmerking: raadpleeg de meegeleverde aanvullende installatie-instructies die bij de printer
zijn geleverd voor meer informatie over het aansluiten van de MFP op
telecommunicatieapparaten. De installatieprocedure kan per land of regio
verschillen.

Informatie over de MFP
18
3Informatie over de MFP
De onderdelen van de MFP
Onderdeel Functie
1 ADF-papiersteun Uitschuiven om langere afdrukmaterialen te ondersteunen.
2 Papiergeleiders Papier correct invoeren.
3 Automatische
documentinvoer (ADF)
Documenten met meerdere pagina's kopiëren, scannen of faxen.
4 Bovenklep Toegang tot de glasplaat.
5 Bedieningspaneel Bediening van de MFP. Zie Knoppen op het bedieningspaneel
op pagina 21 voor meer informatie.
6 Papiersteun voor uitvoer Vangt papier van een groter formaat op in de voorste uitvoerlade.
4
8
9
10
13
5
6
11
12
14
7
2
1
3

De onderdelen van de MFP
19
7 Voorste uitvoerlade Papier opvangen dat uit de MFP komt.
8 Voorklep Toegang tot de tonercartridge.
9 Papierlade Papier automatisch plaatsen.
10 Handmatige invoer Papier handmatig plaatsen.
11 Papierniveau-indicator De hoeveelheid papier in de papierlade controleren.
12 Toegangsknop De voorklep openen.
13 Glasplaat Documenten van één pagina scannen, kopiëren of faxen.
14 Scannervergrendeling De scanner vergrendelen tijdens transport.
Onderdeel Functie

De onderdelen van de MFP
20
Onderdeel Functie
15 Scharnieren aan de
achterzijde
De bovenklep optillen voor dikkere documenten, zoals boeken.
16 Aan-uitschakelaar De MFP aan- of uitzetten.
17 Netsnoerpoort De MPF op een voedingsbron aansluiten.
18 Stofkap Papier van grotere formaten beschermen die buiten de rand van
de MFP uitsteken.
19 Achterklep Zwaarder papier dat uit de printer komt opvangen.
20 Ethernet-poort Sluit de MFP met een Ethernet-kabel aan op een netwerk.
Opmerking: deze poort is uitsluitend beschikbaar op de X342n.
De Ethernet-poort en de USB-poort kunnen niet tegelijkertijd
worden gebruikt.
21 USB-poort De MFP met een USB-kabel op een computer aansluiten.
22 LINE-poort De MFP op een actieve telefoonlijn aansluiten voor het verzenden
en ontvangen van faxen.
23 EXT-poort De MFP op een telefoon of antwoordapparaat aansluiten.
24 Handgrepen De MFP optillen.
23
15
16
17
18
19
20
24
22
21

Knoppen op het bedieningspaneel
21
Knoppen op het bedieningspaneel
Op het display wordt het volgende weergegeven:
•De status van de MFP
•Berichten
•Menu's
Knop Functie
1 Kopiëren Toegang tot de modus Kopiëren om kopieën te maken.
Opmerking: als het lampje van de knop brandt, is de modus geselecteerd.
2 Faxen Toegang tot de modus Faxen om te faxen.
Opmerking: als het lampje van de knop brandt, is de modus geselecteerd.
3 Scannen Toegang tot de modus Scannen om te scannen.
Opmerking: als het lampje van de knop brandt, is de modus geselecteerd.
4 Schalen Het formaat van een gekopieerd document bepalen in vergelijking tot het
originele formaat.
5 Sorteren De volgorde bepalen waarin taken met meerdere pagina's worden voltooid.
6 Opties (Kopiëren) • De papierbron aanpassen.
• De instellingen voor papierbesparing aanpassen.
7 Snelkeuzeknoppen Toegang tot de eerste vijf geprogrammeerde snelkoppelingen.
8 Shift Toegang tot de snelkoppelingen 6-10.
Opmerking: druk op Shift en druk vervolgens op de eerste snelkeuzeknop
als u snelkoppeling 6 wilt kiezen. Als u snelkoppeling 7 wilt kiezen, drukt u
op Shift en vervolgens op de tweede snelkeuzeknop, enzovoort.
9 Opties (Faxen) • Toegang tot de functie Rondzenden.
• Het verzenden van een fax vertragen.
• Een fax annuleren.
1 2 3 4 7
8
65
9101112

Knoppen op het bedieningspaneel
22
10 (Verbinding
maken/verbreken)
Een fax handmatig verzenden of ontvangen.
11 Opnieuw bellen /
Pauzeren
• Het laatst ingevoerde nummer in de modus Faxen opnieuw kiezen.
• Een pauze van drie seconden invoegen in het nummer dat u wilt kiezen
om te wachten op een buitenlijn of om verbinding te maken met een
geautomatiseerd antwoordsysteem. Voeg alleen een pauze toe als u al
bent begonnen met programmeren.
12 Telefoon/Faxboek Toegang tot de geprogrammeerde snelkoppelingen. Zie Snelkoppelingen
instellen op pagina 49 voor meer informatie over het programmeren van
een snelkoppeling.
Optie Functie
13 • Door menuopties bladeren.
• Een waarde verlagen.
14 • Door menuopties bladeren.
• Een waarde verhogen.
15 • De optie selecteren die wordt weergegeven op het display.
• Instellingen opslaan.
16 Numeriek toetsenblok Kopiëren: het aantal exemplaren selecteren dat u wilt afdrukken.
Faxen:
• Faxnummers opgeven.
• Letters selecteren voor het maken van een item voor het
telefoon-/faxboek.
• Nummers invoeren om de tijd of datum op het display in te
voeren of te bewerken.
Knop Functie
13 14 15 16
19
1817
202122

De menu's op het bedieningspaneel
23
De menu's op het bedieningspaneel
Door de menu's van het bedieningspaneel navigeren
1Druk op Menu.
2Druk herhaaldelijk op of tot het gewenste menu wordt weergegeven en druk
vervolgens op .
3Druk herhaaldelijk op of tot de gewenste menuoptie wordt weergegeven en druk
vervolgens op .
4Druk herhaaldelijk op of tot de gewenste instelling wordt weergegeven.
5Druk op om de instelling op te slaan.
Een lijst met menu-items afdrukken
1Druk op Menu op het bedieningspaneel.
2Druk herhaaldelijk op of tot RAPPORTEN wordt weergegeven en druk vervolgens op .
3Druk herhaaldelijk op of tot Afdrukmenu's wordt weergegeven en druk vervolgens
op .
De MFP drukt een lijst met alle beschikbare menu's en standaardinstellingen af.
17 Inhoud Het type materiaal dat u wilt kopiëren of faxen selecteren.
Selecteer een van de volgende opties:
• Tekst
• Combinatie - tekst en foto
• Foto
18 Starten Een kopieer-, scan- of faxtaak starten, afhankelijk van de modus
die is geselecteerd.
19 Stop • Instellingen terugzetten naar de standaardwaarden, afhankelijk
van de modus die is geselecteerd.
• Een kopieer-, scan- of faxtaak annuleren.
• Een menu sluiten.
20 Intensiteit Een van de vijf instellingen voor Intensiteit selecteren.
21 Menu Een (sub)menu op het bedieningspaneel weergeven.
22 Terug Terugkeren naar het volgende menu zonder wijzigingen op te
slaan.
Opmerking: druk voordat u op Terug drukt op om de
instellingen op te slaan.
Optie Functie

De menu's op het bedieningspaneel
24
Pagina met netwerkinstellingen afdrukken (geldt alleen voor de
X342n)
U kunt een pagina met netwerkinstellingen afdrukken om de netwerkinstellingen te bekijken.
Opmerking: dit menu-item is uitsluitend beschikbaar als de USB-kabel niet is aangesloten.
1Druk op Menu op het bedieningspaneel.
2Druk herhaaldelijk op of tot RAPPORTEN wordt weergegeven en druk vervolgens op .
3Druk herhaaldelijk op of tot Netwerkinstell wordt weergegeven en druk vervolgens
op .
4De MFP drukt de pagina met netwerkinstellingen af.
Menu Standaardinstellingen kopiëren
Menu Geavanceerde fax
Optie Functie
Intensiteit De leesbaarheid van een kopie verbeteren door een licht document donkerder te
maken of een donker document lichter te maken.
Inhoud Geef het type document op dat u wilt kopiëren: Tekst, Combinatie of Foto.
Aantal Opgeven hoeveel kopieën u wilt maken.
Schalen Het percentage voor de vergroting of verkleining van een kopie van een
afbeelding opgeven.
Sorteren Kopieën sorteren wanneer deze worden uitgevoerd.
Papierbron De gewenste papierbron selecteren.
Pap.besparing Opgeven hoeveel pagina-afbeeldingen u op één pagina wilt afdrukken.
Optie Functie
Autom. beantw. Antwoordinstellingen wijzigen.
Achter PABX Aangeven of er een telefoonschakelaar aanwezig is.
Kiesmethode Selecteren waar de kiesmethode puls of toon moet zijn voor een faxtaak.
Fax doorsturen Een fax doorsturen naar een ander faxapparaat.
Voettekst fax Een voettekst aan een fax toevoegen.
Autom. vermind De grootte van een document automatisch verkleinen voor het faxen.
Bevestiging Altijd een bevestigingspagina afdrukken als een fax is verzonden of als er tijdens
het faxen een fout is opgetreden.

De menu's op het bedieningspaneel
25
Menu Standaardinstellingen faxen
De standaardmodus wijzigen
De MFP staat standaard in de modus Kopiëren. U selecteert als volgt een andere modus als
standaard:
1Druk op Menu.
2Druk herhaaldelijk op of tot APP.INSTELL. wordt weergegeven en druk vervolgens
op .
3Druk herhaaldelijk op of tot Modus wordt weergegeven en druk vervolgens op .
Optie Functie
Inhoud De kwaliteit van de afbeelding die u wilt verzenden selecteren.
Opmerking: als de inhoud wordt gewijzigd, kan de benodigde tijd voor het
verzenden van de fax toenemen.
Orig. formaat Het standaardformaat van de originele documenten die u wilt faxen opgeven.
Intensiteit De leesbaarheid van een fax verbeteren door een licht document donkerder te
maken of een donker document lichter te maken.
Belsignalen Het aantal belsignalen opgeven waarna de MFP automatisch een
binnenkomende fax moet beantwoorden.
Spec. signaal Het type belsignaal selecteren voor een binnenkomende fax, als het
faxnummer een speciaal signaal heeft.
Opn. kiezen Selecteer het aantal pogingen voor opnieuw kiezen nadat het verzenden van
een fax is mislukt.
Wacht opn. kzn Selecteer het aantal minuten dat het apparaat moet wachten voordat het
automatisch opnieuw gaat kiezen.
Papierbron De gewenste papierbron selecteren.
Luidspreker De luidspreker in- of uitschakelen voor het controleren van de faxtoon.
Volume Het volume van het belsignaal voor binnenkomende faxen of het volume van
de luidspreker voor het controleren van de faxtoon opgeven.
Prefix Een prefix instellen dat u wilt kiezen voordat er automatisch een nummer
wordt gekozen. Voer bijvoorbeeld een prefix in als u een prefix moet kiezen
om een buitenlijn te kunnen gebruiken.
ECM Voor een nauwkeurige, foutloze verzending zorgen naar een ander
faxapparaat met ECM.
Station-ID Het faxnummer of de ID-naam instellen die wordt weergegeven in de koptekst
van de fax.

De menu's op het bedieningspaneel
26
4Druk herhaaldelijk op of tot de gewenste modus wordt weergegeven.
5Druk op om de instelling op te slaan.
De time-outoptie instellen
Als u de kopieer- of faxinstellingen voor een specifieke taak met de knoppen op het
bedieningspaneel wijzigt, herstelt de MFP de standaardinstellingen na een opgegeven tijd.
U kunt als volgt de tijd instellen waarna de MFP de standaardinstellingen herstelt:
1Druk op Menu.
2Druk herhaaldelijk op of tot APP.INSTELL. wordt weergegeven en druk vervolgens op
.
3Druk herhaaldelijk op of tot Time-out wordt weergegeven en druk vervolgens op .
4Druk herhaaldelijk op of tot de gewenste tijd wordt weergegeven en druk vervolgens
op .
5Druk herhaaldelijk op Terug om terug te keren naar de melding Gereed.
De netwerkopties instellen (geldt alleen voor de X342n)
Opmerking: deze menu-items zijn uitsluitend beschikbaar als de USB-kabel niet is
aangesloten.
1Druk op Menu.
2Druk herhaaldelijk op of tot NETWERKINSTELL wordt weergegeven en druk vervolgens
op .
3Druk herhaaldelijk op of tot één van de volgende items wordt weergegeven:
• DHCP inschak.
• IP-adres
• Netmask
• Gateway
4Druk op als u één van bovenstaande items wilt aanpassen. Nadat u de gewenste
aanpassingen hebt gemaakt, drukt u op . De printer slaat de instellingen op en keert terug
naar de melding Gereed.
Als u niets hebt aangepast, drukt u herhaaldelijk op Terug om terug te keren naar de melding
Gereed.

De MFP-software
27
De MFP-software
Printereigenschappen
Met Printereigenschappen beheert u de afdrukfuncties als de printer is aangesloten op een
computer. U kunt de instellingen in Printereigenschappen aanpassen aan het type project waarmee
u bezig bent.
Printeigenschappen openen
U opent als volgt Printereigenschappen vanuit vrijwel elke toepassing:
1Open het gewenste document en klik op Bestand Æ Afdrukken.
2Klik in het dialoogvenster Afdrukken op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Setup.
De tabbladen Printereigenschappen
Optie Functie
Printereigenschappen De beste afdrukinstellingen voor het document dat u wilt
afdrukken selecteren.
Presto! PageManager • Foto's en documenten scannen, delen en ordenen.
• Bestanden in verschillende indelingen bekijken, bewerken
en verzenden, en back-ups maken van deze bestanden.
QLINK • Scannen naar verschillende toepassingen.
• Extra toepassingen voor scannen configureren.
Zie pagina 59 voor meer informatie.
• Scaninstellingen aanpassen. Zie pagina 61 voor meer
informatie.
Tabblad Opties
Layout (Indeling) • De afdrukstand van het document op de afgedrukte pagina
selecteren: staand of liggend.
• De volgorde waarin de pagina's worden afgedrukt
selecteren.
• Het aantal pagina's dat per vel wordt afgedrukt selecteren.
Paper/Quality (Papier/Kwaliteit) • De papierbron selecteren.
• Het type papier dat is geplaatst opgeven.
Watermark (Watermerk) Een watermerk toevoegen, bewerken of verwijderen.
Profiles (Profielen) Persoonlijke profielen toevoegen.
About (Info) Copyright en bestandsversies.

De MFP-software
28
Presto! PageManager (uitsluitend met USB-verbinding)
Met Presto! PageManager kunt u foto's en documenten scannen, delen en ordenen.
Als u Presto! PageManager wilt openen, klikt u op Start Æ Programma's of Alle programma's Æ
Lexmark Æ Presto! PageManager.
U opent als volgt de Help van Presto! PageManager:
1Open Presto! PageManager.
2Klik op Help HelpÆ .
QLINK (uitsluitend met USB-verbinding)
Met QLINK kunt u:
• Scannen naar verschillende toepassingen.
• Extra toepassingen voor scannen configureren. Zie pagina 59 voor meer informatie.
• Scaninstellingen aanpassen. Zie pagina 61 voor meer informatie.
U kunt QLINK via één van de volgende methoden openen:
• Druk op Scannen op het bedieningspaneel van de MFP.
• Dubbelklik op het pictogram QLINK op het bureaublad.
• Klik op Start Æ Programma's of Alle programma's Lexmark X34x Æ Æ Lexmark
Series Æ .QLINK

Papier en originele documenten plaatsen
29
4Papier en originele documenten
plaatsen
Papier in de papierlade plaatsen
1Zorg dat:
• Het papier geschikt is voor laserprinters.
• Het papier niet gebruikt of beschadigd is.
• Als u speciaal papier gebruikt, u de daarbij meegeleverde instructies opvolgt.
• U het papier niet te ver in de MFP duwt.
• Stel de juiste papiersoort in via het bedieningspaneel of de computer.
Zie Papiersoort en papierformaat instellen voor meer informatie.
2Verwijder de papierlade.

Papier in de papierlade plaatsen
30
3Plaats de papierlade op een stabiele oppervlakte, druk op de vergrendeling van de geleider
en schuif de achterste geleider uit naar de juiste positie voor het formaat papier dat u wilt
plaatsen.
Opmerking: u plaatst groter papier, zoals Legal-papier, als volgt:
• Druk op de knop aan de achterkant van de papierlade en trek de lade uit
totdat deze vastklikt.
• Sluit de stofkap aan op de achterkant van de MFP om het papier te
beschermen dat boven de rand van de MFP uit komt.
4Pak een stapel papier en buig de stapel heen en weer of waaier deze uit voordat u het papier
in de printer plaatst. Maak op een vlakke ondergrond een rechte stapel.
1
2

Papier in de papierlade plaatsen
31
5Plaats het papier met de te bedrukken zijde naar beneden.
Opmerking: plaats papier met een briefhoofd in de lade met de voorbedrukte zijde naar
beneden. De bovenste rand van het vel moet tegen de voorzijde van de lade
worden geplaatst.
6Het papier mag niet boven de lijntjes uitkomen die de maximale hoogte aangeven.
Deze lijntjes bevinden zich aan de binnenkant van de papierlade, aan de linkerzijde.
Opmerking: als u te veel papier plaatst, kan dat leiden tot papierstoringen.

Papier in de papierlade plaatsen
32
7Druk de papiergeleiders in en pas ze aan totdat ze licht tegen de zijkant van de stapel papier
rusten.
Opmerking: druk de papiergeleiders niet te ver, anders kan het afdrukmateriaal kromtrekken.
Onjuiste aanpassingen kunnen leiden tot papierstoringen.
8Sluit de papierlade.
Opmerking: op de papierniveau-indicator, aan de voorkant van de papierlade, kunt u aflezen
hoeveel papier er zich op dat moment in de lade bevindt.
Opmerking: gebruik bij problemen met de papierinvoer de handmatige invoer. Zie Papier
plaatsen in de handmatige invoer op pagina 33 voor meer informatie.

Papier plaatsen in de handmatige invoer
33
Papier plaatsen in de handmatige invoer
Gebruik de handmatige invoer als u transparanten, etiketten, enveloppen of karton wilt afdrukken.
U kunt de handmatige invoer ook gebruiken om snel afdrukken te maken op papiersoorten of
-formaten die op dat moment niet in de papierlade zijn geplaatst.
Zie Verschillende soorten papier plaatsen op pagina 34 voor informatie over afdrukmateriaal dat
geschikt is voor gebruik in de handmatige invoer.
1Zorg dat:
• Het papier geschikt is voor laserprinters.
• Het papier niet gebruikt of beschadigd is.
• Als u speciaal papier gebruikt, u de daarbij meegeleverde instructies opvolgt.
• U het papier niet te ver in de MFP duwt.
• Stel de juiste papiersoort en het juiste papierformaat in via het bedieningspaneel of
de computer. Zie Papiersoort en papierformaat instellen voor meer informatie.
2Plaats een vel papier met de te bedrukken zijde naar boven en de lange zijde naar voren in
het midden van de handmatige invoer en stel de papiergeleiders af op de breedte van het
papier.
De MFP verwerkt automatisch het afdrukmateriaal.

Verschillende soorten papier plaatsen
34
Verschillende soorten papier plaatsen
Grootte (mm)
Invoerbron/capaciteit 1
Papierlade voor
250 vel
Handmatige
invoer
Papierlade voor
550 vel
(optioneel)
Normaal papier
Letter (215,9 x 279 mm)
A4 (210 x 297 mm)
Folio (215,9 x 330,2 mm)
Legal (215,9 x 355,6 mm)
Executive (184,2 x 266,7 mm)
JISB5 (182 x 257 mm)
Statement (140 x 216 mm)
A5 (148 x 210 mm)
Ja/250 Ja/1 Ja/550
Enveloppen 2
Nr. 9 (98,4 x 225,4 mm)
Nr. 10 (104,8 x 241,3 mm)
DL (110 x 220 mm)
C5 (162 x 229 mm)
B5 (176 x 250 mm)
Nr. 7 3/4 (98,4 x 190,4 mm)
Nee/0 Ja/1 Nee/0
Etiketten 3
Letter (215,9 x 279 mm)
A4 (210 x 297 mm)
Nee/0 Ja/1 Nee/0
Transparante films
Letter (215,9 x 279 mm)
A4 (210 x 297 mm)
Ja/50 Ja/1 Ja/50

Verschillende soorten papier plaatsen
35
Waarschuwing: het gebruik van niet-ondersteunde formaten van afdrukmaterialen kan de MFP
beschadigen.
Karton 4
Letter (215,9 x 279 mm)
A4 (210 x 297 mm)
Folio (215,9 x 330,2 mm)
Legal (215,9 x 355,6 mm)
Executive (184,2 x 266,7 mm)
JISB5 (182 x 257 mm)
Statement (140 x 216 mm)
A5 (148 x 210 mm)
Nee/0 Ja/1 Nee/0
1 Maximale capaciteit kan minder zijn, afhankelijk van de papierdikte.
2 Voer vel voor vel enveloppen in in de handmatige invoer.
3 De MFP is alleen bedoeld voor sporadisch afdrukken op papieren etiketten. Voer vel voor vel in in de
handmatige invoer. Gebruik geen vinyletiketten in de MFP.
4 Voer vel voor vel karton in in de handmatige invoer. Karton moet altijd worden uitgevoerd via de achterste
uitvoerlade. Afzonderlijke briefkaartformaten, zoals 10 x 15 cm, worden niet ondersteund. Lexmark raadt
aan vellen briefkaartkarton van het grootste formaat te gebruiken, die speciaal zijn ontworpen voor
laserprinters.
Grootte (mm)
Invoerbron/capaciteit 1
Papierlade voor
250 vel
Handmatige
invoer
Papierlade voor
550 vel
(optioneel)

Papiersoort en papierformaat instellen
36
Papiersoort en papierformaat instellen
Via het bedieningspaneel
1Druk op Menu.
2Druk herhaaldelijk op of tot bovenaan het display PAPIERINSTELL. wordt
weergegeven en druk vervolgens op .
3Druk herhaaldelijk op of tot bovenaan het display Formaat/Soort wordt
weergegeven en druk vervolgens op .
4Druk herhaaldelijk op of tot de gewenste papierbron wordt weergegeven.
5Druk op .
6Druk herhaaldelijk op of tot het gewenste papierformaat is geselecteerd en druk
vervolgens op .
7Druk herhaaldelijk op of tot de gewenste papiersoort is geselecteerd.
8Druk op .
9Druk op Stop om terug te keren naar de melding Gereed.
Opmerking: als u via de computer wilt afdrukken, gaat u verder met Via het bedieningspaneel.
Via de computer
1Open het gewenste document en klik op Bestand Æ Afdrukken.
2Klik op Eigenschappen, Opties, Setup of Voorkeuren.
3Selecteer de papiersoort op het tabblad Paper/Quality (Papier/Kwaliteit) in de
vervolgkeuzelijst met afdrukmaterialen.
4Klik op de knop Advanced (Geavanceerd).
5Selecteer het papierformaat.
6Klik op OK.
7Klik op OK.
8Klik op OK.

Originele documenten in de ADF plaatsen
37
Originele documenten in de ADF plaatsen
Voor scannen, kopiëren en faxen kunt u maximaal 50 vellen van een origineel document in de ADF
plaatsen.
•Verwijder nietjes en paperclips van de originele documenten voordat u deze
documenten in de ADF plaatst.
•Documenten die beschadigd of gevouwen zijn, worden mogelijk niet goed
verwerkt in de ADF. Als dit het geval is, dient u de glasplaat te gebruiken.
Zie Originele documenten op de glasplaat plaatsen op pagina 38
voor meer informatie.
1Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven in de ADF.
Opmerking: plaats geen briefkaarten, kaarten van 10 x 15 cm, kleine voorwerpen of dun
materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften of papier zonder carbon) in de ADF.
Plaats deze items op de glasplaat.
2Schuif de papiergeleiders op de ADF tegen de randen van het papier.
Opmerking: als u langer papier wilt gebruiken, dient u de ADF-papiersteun uit te schuiven.

Originele documenten op de glasplaat plaatsen
38
Originele documenten op de glasplaat plaatsen
Foto's, tekstdocumenten, tijdschriftartikelen, kranten en andere publicaties kunt u scannen, kopiëren
en faxen.
Opmerking: plaats briefkaarten, kaarten van 10 x 15 cm, kleine voorwerpen of dun materiaal
(zoals knipsels uit tijdschriften of papier zonder carbon) op de glasplaat.
1Open de bovenklep.

Uitvoerlocatie selecteren
39
2Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de
glasplaat.
3Sluit de bovenklep om donkere randen op de scan te voorkomen.
Uitvoerlocatie selecteren
De MFP heeft twee uitvoerlocaties: de voorste uitvoerlade en de achterste papieruitvoer.
Achterste
papieruitvoer
Voorste
uitvoerlade

Uitvoerlocatie selecteren
40
Voorste uitvoerlade
De voorste uitvoerlade dient alleen te worden gebruikt voor de uitvoer van gewoon papier. Gebruik
de achterste papieruitvoer voor enveloppen, etiketten, karton en transparanten. Als u de voorste
uitvoerlade wilt gebruiken, dient de achterklep gesloten te zijn.
U dient deze lade te gebruiken voor de meeste taken. Daarnaast raden we u aan om deze lade te
gebruiken voor taken waarbij voortdurend meer dan 50 vellen gewoon papier zijn vereist.
Opmerking: als er zich problemen voordoen tijdens het gebruik van de voorste uitvoerlade,
zoals krullen, kunt u de achterste uitvoerlade gebruiken.
Achterste papieruitvoer
U kunt de achterste papieruitvoer gebruiken voor alle papiersoorten; voor enveloppen, etiketten,
karton en transparanten wordt deze uitvoer echter aanbevolen. Als u de achterste papieruitvoer wilt
gebruiken, dient u de achterklep te openen.
Papier wordt uitgevoerd via de achterste papieruitvoer met de bedrukte zijde naar boven en de
laatste pagina bovenop. Om papierstoringen te voorkomen, dient u de achterklep niet te openen of te
sluiten tijdens het afdrukken.

Afdrukken
41
5Afdrukken
Documenten afdrukken
1Plaats papier in de MFP.
2Open het gewenste document en klik op Bestand Æ Afdrukken.
3Klik op Eigenschappen, Opties, Setup of Voorkeuren.
4Pas de instellingen aan.
5Klik op OK.
6Klik op OK of Afdrukken.
Enveloppen afdrukken
1Plaats een envelop in de handmatige invoer met de te bedrukken zijde naar boven.
Opmerking: zorg ervoor dat de klep van de envelop naar beneden ligt.
2Open het gewenste document en klik op Bestand Æ Afdrukken.
3Klik op Eigenschappen, Opties, Setup of Voorkeuren.
4Selecteer Landscape (Liggend) op het tabblad Layout (Indeling).
Opmerking:
•Voor de meeste enveloppen wordt de afdrukstand Liggend gebruikt.
•Controleer of de afdrukstand Liggend ook in de toepassing is ingesteld.
5Selecteer de papierbron op het tabblad Paper/Quality (Papier/Kwaliteit).
6Selecteer Envelope (Envelop) in de vervolgkeuzelijst met afdrukmaterialen.
7Klik op de knop Advanced (Geavanceerd).
8Kies het formaat van de ingevoerde enveloppen en klik op OK.

Transparanten afdrukken
42
9Klik op OK.
10 Klik op OK of Afdrukken.
Transparanten afdrukken
1Plaats transparanten.
Opmerking:
•Als u de handmatige invoer gebruikt, kunt u één transparant tegelijk plaatsen.
•Gebruik alleen transparanten die geschikt zijn voor laserprinters.
2Open het gewenste document en klik op Bestand Æ Afdrukken.
3Klik op Eigenschappen, Opties, Setup of Voorkeuren.
4Selecteer de papierbron op het tabblad Paper/Quality (Papier/Kwaliteit).
5Selecteer Transparency (Transparant) in de vervolgkeuzelijst met afdrukmaterialen.
6Klik op de knop Advanced (Geavanceerd).
7Selecteer het formaat van de ingevoerde transparanten en klik op OK.
8Klik op OK.
9Klik op OK of Afdrukken.
Gesorteerde exemplaren afdrukken
Als u meerdere exemplaren van een document wilt afdrukken, kunt u ervoor kiezen om elk
exemplaar als set af te drukken (gesorteerd) of de exemplaren als groepen pagina's af te drukken
(niet gesorteerd).
1Plaats papier in de MFP.
2Open het gewenste document en klik op Bestand Æ Afdrukken.
3Schakel bij Exemplaren het selectievakje Sorteren in.
4Klik op OK of Afdrukken.
Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken
1Plaats papier in de MFP.
2Open het gewenste document en klik op Bestand Æ Afdrukken.

Laatste pagina als eerste afdrukken (omgekeerde volgorde)
43
3Klik op Eigenschappen, Opties, Setup of Voorkeuren.
4Selecteer het aantal pagina's per vel in de vervolgkeuzelijst Pages Per Sheet (Pagina's per
vel) van het tabblad Layout (Indeling).
5Klik op OK.
6Klik op OK of Afdrukken.
Laatste pagina als eerste afdrukken (omgekeerde
volgorde)
1Plaats papier in de MFP.
2Open het gewenste document en klik op Bestand Æ Afdrukken.
3Klik op Eigenschappen, Opties, Setup of Voorkeuren.
4Schakel het selectievakje in voor het afdrukken in omgekeerde volgorde op het tabblad
Layout (Indeling).
5Klik op OK.
6Klik op OK of Afdrukken.

Faxen
44
6Faxen
U kunt een origineel document in de ADF of op de glasplaat plaatsen.
ADF Glasplaat
Gebruik de ADF voor documenten met meerdere pagina's.
Opmerking: plaats geen briefkaarten, kaarten van 10 x
15 cm, kleine voorwerpen of dun materiaal (zoals knipsels
uit tijdschriften of papier zonder carbon) in de ADF. Plaats
deze items op de glasplaat.
Gebruik de glasplaat voor documenten met
één pagina, briefkaarten, kaarten van 10 x
15 cm, kleine voorwerpen of dun materiaal
(zoals knipsels uit tijdschriften of papier
zonder carbon).

Faxen verzenden
45
Faxen verzenden
Opmerking: controleer of de MFP is aangesloten op een werkende, analoge telefoonlijn.
Automatisch faxen verzenden
1Controleer of de MFP is ingeschakeld.
2Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven in de ADF of met de
bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Opmerking: plaats geen briefkaarten, kaarten van 10 x 15 cm, kleine voorwerpen of dun
materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADF. Plaats deze items op de
glasplaat.
3Druk op Faxen op het bedieningspaneel.
4Geef een faxnummer op, druk op Snelkiezen 1, , 2 3, 4 of 5, of druk op Telefoon/Faxboek
om een nummer te selecteren.
Opmerking:
•Zie Snelkoppelingen instellen op pagina 49 als u geen snelkeuzelijst hebt
en er een wilt maken.
•Zie Het telefoon-/faxboek gebruiken op pagina 51 als u geen telefoon-/
faxboeklijst hebt en er een wilt maken.
5Druk op Starten.
6Als dit wordt gevraagd, drukt u op 1 (ja) als u meer pagina's wilt scannen of op 2 (nee) als u
het gehele document hebt gescand.
Faxen handmatig verzenden
1Controleer of de MFP is ingeschakeld.
2Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven in de ADF of met de
bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
3Druk op Faxen op het bedieningspaneel.
4Druk op voor een kiestoon.

Faxen verzenden
46
5Geef een faxnummer op, druk op Snelkiezen 1, , 2 3, 4 of 5, of druk op Telefoon/Faxboek
om een nummer te selecteren.
Opmerking:
•Zie Snelkoppelingen instellen op pagina 49 als u geen snelkeuzelijst hebt
en er een wilt maken.
•Zie Het telefoon-/faxboek gebruiken op pagina 51 als u geen telefoon-/
faxboeklijst hebt en er een wilt maken.
6Druk op Starten als u de faxtoon hoort.
U wordt gevraagd nog een vel te plaatsen.
7Als dit wordt gevraagd, drukt u op 1 (ja) als u meer pagina's wilt scannen of op 2 (nee) als u
het gehele document hebt gescand.
Een fax naar een groep verzenden (groepsfax)
U kunt een fax in één keer naar maximaal acht personen verzenden.
Opmerking: u kunt deze groep niet in het telefoon-/faxboek opslaan.
1U kunt een origineel document in de ADF of op de glasplaat plaatsen.
2Druk op Faxen op het bedieningspaneel.
3Druk onder Faxen op Opties.
4Druk herhaaldelijk op of totdat Rondzenden wordt weergegeven en druk vervolgens
op .
5Druk op .
6Geef een faxnummer op en druk op .
7Druk op het numerieke toetsenblok op (ja) als u nog een nummer wilt invoeren of op 1 2 (nee)
als u het laatste nummer hebt opgegeven.
Een fax verzenden op een gepland tijdstip (verzenden vertragen)
Met de functie voor het vertragen van het verzenden, kunt u een document nu scannen en het later
als fax verzenden.
1U kunt een origineel document in de ADF of op de glasplaat plaatsen.
2Druk op Faxen op het bedieningspaneel.
3Druk onder Faxen op Opties.

Faxen ontvangen
47
4Druk herhaaldelijk op of tot Verz. vertrag. is geselecteerd en druk vervolgens
op .
5Druk op .
6Geef een faxnummer op en druk op .
7Druk op het numerieke toetsenblok op (ja) als u nog een nummer wilt invoeren of op 1 2 (nee)
als u het laatste nummer hebt opgegeven.
8Geef de tijd op wanneer u de fax wilt verzenden en druk vervolgens op .
Opmerking: op het opgegeven tijdstip worden de faxnummers gekozen en wordt de fax
verzonden. Als een fax niet kan worden verzonden naar bepaalde nummers,
wordt voor de betreffende nummers een nieuwe poging gedaan.
Prefixen toevoegen voordat het nummer wordt gekozen
Met de prefixfunctie kunt u een verlenging kiezen voor een buitenlijn of een oproep in de wacht
uitschakelen voordat u een fax verzendt.
1Druk op Menu op het bedieningspaneel.
2Druk herhaaldelijk op of totdat Std. inst. faxen wordt weergegeven en druk
vervolgens op .
3Druk herhaaldelijk op of totdat Prefix wordt weergegeven en druk vervolgens op .
4Geef de gewenste prefix op voordat u een fax verzendt en druk vervolgens op .
5Druk op Stop om terug te keren naar de melding Gereed.
Een pauze invoegen tijdens het kiezen
Met de pauzefunctie kunt u een pauze invoegen tijdens het kiezen, om op een buitenlijn te wachten
of naar een geautomatiseerd telefoonsysteem te navigeren.
Druk tijdens het kiezen van het faxnummer op Opnieuw bellen / Pauzeren om een pauze in te
voegen. Een pauze wordt op het display weergegeven met een komma (,).
Faxen ontvangen
Faxen automatisch ontvangen
Als de MFP is ingesteld op Automatisch beantwoorden, wordt een binnenkomende fax na een
opgegeven aantal belsignalen beantwoord. Als de verbinding tot stand is gebracht, wordt de fax
automatisch door de MFP ontvangen.

Faxen doorsturen
48
Faxen handmatig ontvangen
U wordt aangeraden deze functie te gebruiken als de fax en de telefoon dezelfde telefoonlijn
gebruiken. U kunt aangeven welke binnenkomende faxen worden beantwoord via de modus voor
handmatig beantwoorden van de MFP.
1Automatisch beantwoorden uitschakelen:
aDruk op Faxen op het bedieningspaneel.
bDruk op Menu.
cDruk herhaaldelijk op of tot GEAVANC. FAX wordt weergegeven en druk vervolgens
op .
Autom. beantw.wordt weergegeven.
dDruk op .
eDruk herhaaldelijk op of totdat onderaan het display Nee wordt weergegeven en
druk vervolgens op .
fDruk op Stop om terug te keren naar de melding Gereed.
2Druk als de telefoon overgaat op .
3Druk op Starten als u een faxtoon hoort.
De fax wordt door de MFP ontvangen.
Faxen doorsturen
Gebruik de optie voor het doorsturen van faxen als u weggaat, maar toch faxen wilt ontvangen.
Er zijn drie instellingen voor het doorsturen van faxen:
• Uit - (standaard)
• Doorstur. - de MFP verzendt de fax naar het opgegeven faxnummer.
• Drst & Afdr - de MFP drukt de fax af en verzendt deze vervolgens naar het opgegeven
faxnummer.
Het doorsturen van faxen instellen
1Druk op Faxen op het bedieningspaneel.
2Druk op Menu.
3Druk herhaaldelijk op of totdat is geselecteerd.GEAVANC. FAX
4Druk op .
5Druk herhaaldelijk op of totdat Fax doorsturen is geselecteerd.

Faxinstellingen aanpassen
50
7Geef de snelkoppelingsnaam op met het toetsenblok en druk vervolgens op . Zie Tekens
invoeren op pagina 52 voor meer informatie.
Opmerking: de MFP ondersteunt geen double-byte tekens voor namen, zoals Chinees, Japans
of Koreaans. Deze talen zijn ongeschikt voor het invoeren van een naam.
8Geef een faxnummer op en druk op .
9Druk op het numerieke toetsenblok op (ja) als u nog een nummer wilt invoeren of op 1 2 (nee)
als u klaar bent.
De snelkeuzeknoppen gebruiken
U kunt snelkoppelingen 1-5 en 6-10 gebruiken met de snelkeuzeknoppen. Deze knoppen worden
automatisch geprogrammeerd als u snelkoppelingen 1-10 programmeert. Zie Snelkoppelingen
instellen op pagina 49 voor meer informatie over het toevoegen van snelkoppelingen aan het
telefoon-/faxboek.
1Plaats een origineel document in de ADF of op de glasplaat.
2Druk op Faxen op het bedieningspaneel.
3Druk op een snelkeuzeknop.
aDruk op Snelkiezen 1, 2, 3, 4 of 5 voor de eerste vijf snelkoppelingen.
bDruk op Shift en vervolgens op Snelkiezen 1, 2, 3, 4 of 5 voor snelkoppelingen 6–10.
Opmerking: Shift + Snelkiezen 1 is snelkoppeling 6. Shift + Snelkiezen 2 is snelkoppeling 7
enzovoort.
4Druk op .
5Druk op Starten.

Faxinstellingen aanpassen
51
Het telefoon-/faxboek gebruiken
Druk op Telefoon/Faxboek voor toegang tot het telefoon-/faxboek.
Speciale belsignalen instellen
1Druk op Faxen op het bedieningspaneel.
2Druk op Menu.
3Druk herhaaldelijk op of totdat STD. INST. FAXEN is geselecteerd.
4Druk op .
5Druk herhaaldelijk op of totdat Spec. signaal is geselecteerd.
6Druk op .
7Druk herhaaldelijk op of tot de gewenste instelling is geselecteerd.
8Druk op of om de instelling in of uit te schakelen.
9Druk op om de instelling op te slaan.
De station-ID instellen
1Druk op Faxen op het bedieningspaneel.
2Druk op Menu.
3Druk herhaaldelijk op of totdat STD. INST. FAXEN is geselecteerd.
4Druk op .
5Druk herhaaldelijk op of totdat Station-ID is geselecteerd.
6Druk op .
7Geef het faxnummer op en druk op om op te slaan.
Optie Functie
Bewerken Een afzonderlijke snelkoppeling bewerken, een nieuwe snelkoppeling maken
of een snelkoppeling verwijderen.
Zoeken Snelkoppelingen op nummer of op naam zoeken.
• Druk op # om een snelkoppeling op nummer te zoeken, gevolgd door de
tweecijferige snelkoppeling en druk vervolgens op .
• Druk op het nummer met de eerste letter van de gewenste snelkoppeling
om op naam te zoeken en druk vervolgens op of om door te
snelkoppelingen te bladeren. Druk op als de naam die u zoekt is
geselecteerd.
Afdrukken Alle snelkoppelingen (1–99) in het telefoonboek afdrukken.

Faxinstellingen aanpassen
52
8Geef met het toetsenblok een naam voor het faxapparaat op en druk vervolgens op om op
te slaan. Zie Tekens invoeren op pagina 52 voor meer informatie.
Opmerking:
•De naam van het faxapparaat mag niet langer zijn dan 20 tekens.
•De MFP ondersteunt geen double-byte tekens voor namen, zoals Chinese,
Japanse of Koreaanse tekens. Deze talen zijn ongeschikt voor het invoeren
van een naam.
9Druk op Stop om terug te keren naar de melding Gereed.
Tekens invoeren
Gebruik het alfanumerieke toetsenblok om een naam voor een faxtaak of de station-ID op te geven.
Druk herhaaldelijk op de betreffende toets totdat het gewenste teken op het display wordt
weergegeven.
Opmerking:
•Druk op om een spatie toe te voegen.
•Druk op om een spatie terug te gaan.
Toets Tekens
1 1 @
2 A B C a b c 2
3 D E F d e f 3
4 G H I g h i 4
5 J K L j k l 5
6 M N O m n o 6
7 P Q R S p q r s 7
8 T U V t u v 8
9 W X Y Z w x y z 9
0 0 . / + - + : ; ? ! < > ( ) [ ]

Faxtaken annuleren
53
Faxtaken annuleren
1Druk onder Faxen op Opties.
2Druk herhaaldelijk op of totdat boven aan het display wordt weergegeven.Annuleren
3Druk op .
4Druk herhaaldelijk op of totdat u de taak ziet die u wilt annuleren en druk vervolgens
op .
5Druk op 1 om te bevestigen dat u de taak wilt annuleren of op 2 om naar het menu terug te
keren.

Kopiëren
54
7Kopiëren
U kunt een origineel document in de ADF of op de glasplaat plaatsen.
ADF Glasplaat
Gebruik de ADF voor documenten met meerdere pagina's.
Opmerking: plaats geen briefkaarten, kaarten van 10 x
15 cm, kleine voorwerpen of dun materiaal (zoals knipsels
uit tijdschriften of papier zonder carbon) in de ADF. Plaats
deze items op de glasplaat.
Gebruik de glasplaat voor documenten met
één pagina, briefkaarten, kaarten van 10 x
15 cm, kleine voorwerpen of dun materiaal
(zoals knipsels uit tijdschriften of papier
zonder carbon).

Een kopie maken
55
Een kopie maken
1Plaats papier in de printer.
Opmerking: als u ander papier gebruikt dan papier van het formaat Letter of A4, selecteert u de
papiersoort en het papierformaat met het bedieningspaneel. Zie Papiersoort en
papierformaat instellen op pagina 36 voor meer informatie.
2Plaats het originele document met de bedrukte zijde naar boven in de ADF of met de
bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
3Druk op Kopiëren op het bedieningspaneel.
4Voer het aantal exemplaren in dat u wilt afdrukken.
5Druk op Starten.
Kopieën sorteren
Als u meerdere kopieën van een document wilt maken, kunt u ervoor kiezen om elke kopie als set af
te drukken (gesorteerd) of de kopieën als groepen pagina's af te drukken (niet gesorteerd).
1Plaats het originele document met de bedrukte zijde naar boven in de ADF of met de
bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
2Zorg ervoor dat de modus Kopiëren op het bedieningspaneel is geselecteerd.
3Voer met het numerieke toetsenblok het aantal exemplaren in dat u wilt afdrukken.
4Druk onder Kopiëren herhaaldelijk op Sorteren tot Aan wordt weergegeven.
5Druk op .
6Druk op Starten.
Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken
(Papierbesparing)
Met de functie Papierbesparing kunt u opeenvolgende pagina's of een document met meerdere
pagina's op één vel papier afdrukken.
1Plaats papier in de MFP.
2Plaats het originele document met de bedrukte zijde naar boven in de ADF of met de
bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
3Zorg ervoor dat de modus Kopiëren op het bedieningspaneel is geselecteerd.

Scannen
57
8Scannen
Met de X340, X340n of X342n kunt u gescande afbeeldingen verzenden via een USB-verbinding met
uw computer. Daarnaast kunt u met de X342n het document via het netwerk weer naar uw computer
scannen.
U kunt een origineel document in de ADF of op de glasplaat plaatsen.
ADF Glasplaat
Gebruik de ADF voor documenten met meerdere pagina's.
Opmerking: plaats geen briefkaarten, kaarten van 10 x
15 cm, kleine voorwerpen of dun materiaal (zoals knipsels
uit tijdschriften of papier zonder carbon) in de ADF. Plaats
deze items op de glasplaat.
Gebruik de glasplaat voor documenten met
één pagina, briefkaarten, kaarten van 10 x
15 cm, kleine voorwerpen of dun materiaal
(zoals knipsels uit tijdschriften of papier
zonder carbon).

Documenten scannen via het bedieningspaneel (uitsluitend met USB-verbinding)
58
Documenten scannen via het bedieningspaneel
(uitsluitend met USB-verbinding)
1Zorg dat:
•De computer is ingeschakeld.
•De computer op de MFP is aangesloten.
•De software op de computer is geïnstalleerd.
2Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven in de ADF of met de
bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Opmerking: plaats geen briefkaarten, indexkaarten, kleine voorwerpen of dun materiaal
(zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADF. Plaats deze items op de glasplaat.
3Druk op Scannen op het bedieningspaneel.
4Druk herhaaldelijk op of tot de toepassing die u wilt gebruiken, wordt weergegeven.
Opmerking:
•Als u de toepassing die u wilt gebruiken niet ziet, configureert u extra
toepassingen voor scannen. Zie Extra toepassingen voor scannen
configureren op pagina 59 voor meer informatie.
•Pas de scaninstellingen aan met de computer. Zie Scaninstellingen
aanpassen op pagina 61 voor meer informatie.
5Druk op Starten.
De MFP scant het document.
6Als dit wordt gevraagd, drukt u op 1 (ja) als u meer pagina's wilt scannen of op 2 (nee) als u
het gehele document hebt gescand.
Documenten scannen via de computer (uitsluitend met
USB-verbinding)
1Zorg dat:
•De computer is ingeschakeld.
•De computer op de MFP is aangesloten.
•De software op de computer is geïnstalleerd.
2Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven in de ADF of met de
bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.

Documenten scannen via de computer (uitsluitend met USB-verbinding)
59
3Open QLINK:
•Dubbelklik op het pictogram QLINK op het bureaublad.
•Klik op Start Æ Alle programma's Æ Æ Lexmark Lexmark X34x Series Æ .QLINK
4Selecteer de toepassing die u wilt gebruiken.
Opmerking: als u de toepassing die u wilt gebruiken niet ziet, configureert u extra toepassingen
voor scannen. Zie Extra toepassingen voor scannen configureren op
pagina 59 voor meer informatie.
5Raadpleeg Scaninstellingen aanpassen op pagina 61 als u de scaninstellingen wilt
aanpassen.
6Druk op Nu scannen.
De MFP scant het document.
Extra toepassingen voor scannen configureren
Opmerking: als QLINK is geïnstalleerd, worden de beschikbare toepassingen voor scannen
automatisch geselecteerd.
1Open QLINK:
•Dubbelklik op het pictogram QLINK op het bureaublad.
•Klik op Start Æ Alle programma's Æ Æ Lexmark Lexmark X34x Series Æ .QLINK
2Klik op New Application (Nieuwe toepassing).
3Klik op Browse (Bladeren) en blader naar de map waarin de toepassing is opgeslagen.
4Selecteer de toepassing die u wilt gebruiken en klik op Open (Openen).
5Geef de naam van het programma op.
6Geef de naam van het programma op dat op het display moet worden weergegeven.
Opmerking: u kunt voor deze toepassing ook de standaardinstellingen voor het scannen
wijzigen.
7Klik op OK.

Documenten rechtstreeks vanuit een toepassing scannen (uitsluitend met USB-verbinding)
60
Documenten rechtstreeks vanuit een toepassing
scannen (uitsluitend met USB-verbinding)
U kunt rechtstreeks documenten scannen vanuit toepassingen die compatibel zijn met TWAIN en
WIA. Raadpleeg de Help van de toepassing voor meer informatie.
Tekst scannen om te bewerken (OCR)
Gebruik de softwarefunctie Optical Character Recognition (OCR) als u gescande beelden wilt
omzetten in tekst die u kunt bewerken met een tekstverwerkings- of spreadsheet-programma.
1Controleer of de ABBYY Fine Reader is geïnstalleerd.
Opmerking: ABBYY FineReader wordt tijdens de eerste installatie geïnstalleerd als onderdeel
van de MFP-software. Als u wilt controleren of het programma goed is
geïnstalleerd, klikt u op Start Æ Programma's of Alle Programma's Æ ABBYY
FineReader 6.0 Sprint en controleert u of ABBYY FineReader in de lijst staat.
2Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven in de ADF of met de
bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
3Klik op Start Æ Programma's of Alle programma's Æ Æ Lexmark Presto! PageManager.
PageManager wordt weergegeven met het dialoogvenster Scan Buttons (Scanknoppen).
4Klik in het dialoogvenster Scan Buttons (Scanknoppen) op .
Opmerking: F9druk op als het dialoogvenster Scan Buttons (Scanknoppen) niet wordt
weergegeven.
5Klik in het dialoogvenster Scan Buttons (Scanknoppen) op Preview (Voorbeeld).
6Pas de scaninstellingen naar wens aan.
Opmerking: selecteer Black and White (Zwart-wit) in plaats van kleur voor een optimaal
resultaat.
7Klik op Scan (Scannen).
ABBYY FineReader wordt weergegeven.
8Klik in de knoppenbalk op Read (Lezen).

Scannen via een netwerk
61
9Klik op Save (Opslaan).
10 Kies een bestemming waarnaar u wilt verzenden en klik op OK.
11 Bewerk het document en sla het op.
Scaninstellingen aanpassen
1Open QLINK:
•Dubbelklik op het pictogram QLINK op het bureaublad.
•Klik op Start Æ Alle programma's Æ Æ Lexmark Lexmark X34x Series Æ .QLINK
2Selecteer de bestemming waarnaar u wilt scannen.
3Klik op Edit (Bewerken).
4Pas de scaninstellingen aan.
5Klik op OK.
Scannen via een netwerk
Opmerking: uitsluitend beschikbaar op een X342n die is aangesloten op een netwerk.
1Typ het IP-adres van de MFP in de adresbalk van uw browser en druk op Enter.
Als het Java-applet-scherm wordt weergegeven, klikt u op Ja.
Opmerking: u kunt het IP-adres vinden op de pagina met netwerkinstellingen. Zie Pagina met
netwerkinstellingen afdrukken (geldt alleen voor de X342n) voor meer
informatie.
2Klik op Scanprofiel.
3Klik op Scanprofiel maken.
4Selecteer uw scaninstellingen en klik op Volgende.
5Selecteer een locatie ergens op uw computer waar u het gescande bestand wilt opslaan.
6Voer een profielnaam in.
De profielnaam is de naam die wordt weergegeven in de lijst Scanprofiel op het
bedieningspaneel van de MFP als u de knop Scannen hebt ingedrukt.
7Klik op Indienen.

Scanopties
62
8Bekijk de aanwijzingen op het scherm Scannen naar PC.
Er is automatisch een snelkoppelingsnummer toegekend toen u op Indienen klikte. Als u
klaar bent om uw documenten te scannen, kunt u dit snelkoppelingsnummer gebruiken.
aGa naar de MFP en plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar boven en de korte
zijde als eerste in de ADF.
bDruk op Scannen. Selecteer vervolgens uw profiel op het display.
cZodra het scanprofiel is geselecteerd, drukt u op de knop Starten om het scannen te
starten.
9Ga terug naar de computer om het bestand te bekijken.
Uw gescande bestand wordt opgeslagen op de opgegeven locatie of geopend in de
opgegeven toepassing.
Scanopties
Als u de opties voor het profiel voor Scannen naar PC wilt wijzigen, klikt u op het vak Snel instellen
en selecteert u Aangepast. Met Snel instellen kunt u vooraf ingestelde bestandsindelingen
selecteren en de scaninstellingen wijzigen. U hebt de keuze uit:
Bestandsindeling: hiermee stelt u de bestandsindeling in voor de gescande afbeelding (PDF, TIFF
of JPEG).
PDF is één bestand.
TIFF is één bestand. Als u Multipage TIFF uitschakelt in het menu Configuratie, dan wordt bij
TIFF elke pagina in een reeks bestanden opgeslagen.
Bij JPEG wordt elke pagina als een bestand opgeslagen. Als u meerdere pagina's scant,
zal de uitvoer uit een reeks bestanden bestaan.
Compressie: hiermee stelt u de compressie-indeling in van het gescande bestand.
Aangepast Foto - JPEG Kleur
Tekst - PDF Z-W Foto - TIFF Kleur
Tekst - TIFF Z-W Tekst/foto - PDF Z-W
Tekst/foto - PDF Kleur

Scanopties
63
Standaardinhoud: geeft aan de MFP door wat voor soort document het origineel is. U hebt de
keuze uit Tekst, Tekst/foto of Foto. Opties onder Inhoud hebben invloed op de kwaliteit en grootte van
het gescande bestand.
Tekst: legt de nadruk op scherpe, zwarte tekst met een hoge resolutie tegen een schone,
witte achtergrond.
Tekst/foto: deze functie kunt u gebruiken als het origineel tekst en afbeeldingen of foto's
bevat.
Foto: geeft aan dat de scanner extra aandacht moet besteden aan afbeeldingen en foto's.
Met deze instelling worden alle dynamische tonen van het originele document zo goed
mogelijk weergegeven. Hierdoor wordt de hoeveelheid opgeslagen gegevens groter.
Kleur: geeft aan de MFP door wat de kleuren van het origineel zijn. U hebt de keuze uit Grijs, Z-W
(zwart-wit) en Kleur.
Orig. formaat: hiermee opent u een veld waarin u de grootte kunt invoeren van het document dat u
gaat scannen.
Afdrukstand: geeft aan de MFP door of het origineel staand of liggend is en wijzigt vervolgens de
instellingen voor de zijden en voor Inbinden zodat deze overeenkomen met de afdrukstand van het
origineel.
Intensiteit: hiermee kunt u aangeven hoeveel lichter of donkerder uw gescande documenten
moeten worden in vergelijking met het origineel.
Resolutie: hiermee stelt u de uitvoerkwaliteit in van uw bestand. Door een hogere
afbeeldingsresolutie wordt het bestand groter en duurt het langer om het originele document te
scannen. Als u het bestand wilt verkleinen, kunt u een lagere afbeeldingsresolutie instellen.

De MFP onderhouden
64
9De MFP onderhouden
Een tonercartridge verwijderen
1Druk op de toegangsknop aan de linkerzijde van de MFP en open de voorklep.
2U verwijdert de tonercartridge als volgt:
aDruk op de knop op het printercartridgemechanisme.
bVerwijder de tonercartridge via de handgreep.
Raadpleeg Lexmark-producten recyclen op pagina 73 voor meer informatie als u de lege
tonercartridge wilt retourneren.
1
2
1
2

Een tonercartridge installeren
65
Een tonercartridge installeren
1Als u een nieuwe tonercartridge wilt installeren, haalt u de tonercartridge uit de verpakking.
Vervolgens schudt u de tonercartridge voorzichtig vier of vijf keer heen en weer om de toner
te verdelen.
2Schuif de tonercartridge voorzichtig in de printer totdat deze vastklikt.

Toner opnieuw verdelen
66
3Sluit de voorklep van de printer.
Opmerking: de voorklep moet volledig zijn gesloten om een nieuwe afdruk-, kopieer-, scan- of
faxtaak te kunnen starten.
Toner opnieuw verdelen
Verdeel de toner opnieuw als u ontevreden bent over de afdrukkwaliteit of als het foutbericht 88
Weinig toner wordt weergegeven op het display.
Opmerking: vervang de tonercartridge als het foutbericht nogmaals verschijnt nadat u de toner
opnieuw hebt verdeeld. Zie Een tonercartridge verwijderen op pagina 64 en
Een tonercartridge installeren op pagina 65 voor meer informatie.
1Druk op de toegangsknop aan de linkerzijde van de MFP en open de voorklep.
1
2

Toner opnieuw verdelen
67
2U verwijdert de tonercartridge als volgt:
aDruk op de knop op het printercartridgemechanisme.
bVerwijder de tonercartridge via de handgreep.
3Schud de cartridge in alle richtingen om de toner gelijkmatig te verdelen.
4Plaats de cartridge terug en sluit de voorklep.
Opmerking: vervang de tonercartridge als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd.
1
2

Fotoconductor vervangen
68
Fotoconductor vervangen
1Druk op de toegangsknop aan de linkerzijde van de MFP en open de voorklep.
2Trek aan de handgreep om het printercartridgemechanisme te verwijderen.
3Plaats het printercartridgemechanisme op een vlakke, schone ondergrond.
1
2
Termékspecifikációk
Márka: | Lexmark |
Kategória: | nyomtató |
Modell: | MFP X340 |
Szüksége van segítségre?
Ha segítségre van szüksége Lexmark MFP X340, tegyen fel kérdést alább, és más felhasználók válaszolnak Önnek
Útmutatók nyomtató Lexmark

10 Április 2025

14 Január 2025

12 Január 2025

14 Október 2024

14 Október 2024

13 Október 2024

11 Október 2024

11 Október 2024

8 Október 2024

4 Október 2024
Útmutatók nyomtató
- nyomtató Samsung
- nyomtató Sony
- nyomtató Fujitsu
- nyomtató LG
- nyomtató Olympus
- nyomtató Panasonic
- nyomtató Canon
- nyomtató StarTech.com
- nyomtató Sharp
- nyomtató Lenovo
- nyomtató Toshiba
- nyomtató HP
- nyomtató Roland
- nyomtató Digitus
- nyomtató Zebra
- nyomtató AVM
- nyomtató Fujifilm
- nyomtató Dell
- nyomtató Xerox
- nyomtató Primera
- nyomtató Thomson
- nyomtató Polaroid
- nyomtató Kyocera
- nyomtató Ricoh
- nyomtató Epson
- nyomtató Huawei
- nyomtató Renkforce
- nyomtató Mitsubishi
- nyomtató Godex
- nyomtató Brother
- nyomtató Citizen
- nyomtató Microboards
- nyomtató Kodak
- nyomtató MSI
- nyomtató Dymo
- nyomtató Testo
- nyomtató Konica Minolta
- nyomtató Datamax O'Neil
- nyomtató Kogan
- nyomtató Honeywell
- nyomtató Velleman
- nyomtató D-Link
- nyomtató Fargo
- nyomtató TSC
- nyomtató Sagem
- nyomtató Olympia
- nyomtató Tomy
- nyomtató Posiflex
- nyomtató ZKTeco
- nyomtató NEC
- nyomtató CUSTOM
- nyomtató Panduit
- nyomtató OKI
- nyomtató Equip
- nyomtató Pantum
- nyomtató Brady
- nyomtató Bixolon
- nyomtató CSL
- nyomtató Nilox
- nyomtató Seiko
- nyomtató Argox
- nyomtató Royal Sovereign
- nyomtató Olivetti
- nyomtató Intermec
- nyomtató Minolta
- nyomtató DNP
- nyomtató Triumph-Adler
- nyomtató Oce
- nyomtató Paxar
- nyomtató Metapace
- nyomtató Ultimaker
- nyomtató Ibm
- nyomtató Toshiba TEC
- nyomtató Frama
- nyomtató Builder
- nyomtató Star Micronics
- nyomtató Dascom
- nyomtató HiTi
- nyomtató GG Image
- nyomtató Vupoint Solutions
- nyomtató Elite Screens
- nyomtató DTRONIC
- nyomtató Phoenix Contact
- nyomtató Videology
- nyomtató Star
- nyomtató EC Line
- nyomtató Colop
- nyomtató Approx
- nyomtató Fichero
- nyomtató Raspberry Pi
- nyomtató Middle Atlantic
- nyomtató IDP
- nyomtató Evolis
- nyomtató Nisca
- nyomtató Epson 7620
- nyomtató Sawgrass
Legújabb útmutatók nyomtató

10 Április 2025

10 Április 2025

10 Április 2025

10 Április 2025

10 Április 2025

9 Április 2025

9 Április 2025

9 Április 2025

3 Április 2025

3 Április 2025