Használati útmutató Epson WF-7840 series WorkForce
Olvassa el alább 📖 a magyar nyelvű használati útmutatót Epson WF-7840 series WorkForce (455 oldal) a nyomtató kategóriában. Ezt az útmutatót 6 ember találta hasznosnak és 2 felhasználó értékelte átlagosan 4.5 csillagra
Oldal 1/455

Inhoudsopgave
Uitleg bij deze handleiding
Introductie tot de handleidingen................7
Zoeken naar informatie......................7
Alleen pagina's afdrukken die u nodig hebt........8
Over deze handleiding.......................8
Markeringen en symbolen..................8
Opmerkingen over schermaeeldingen en
aeeldingen............................9
Referenties voor besturingssystemen...........9
Handelsmerken...........................10
Copyright...............................10
Belangrijke instructies
Veiligheidsinstructies.......................13
Veiligheidsinstructies voor inkt..............14
Printeradviezen en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . 14
Adviezen en waarschuwingen voor het
instellen/gebruik van de printer............. 14
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van de printer.......................... 15
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van het touchscreen......................15
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van de printer met een draadloze verbinding. . . . 16
Adviezen en waarschuwingen voor het
vervoeren of opslaan van de printer.......... 16
Uw persoonlijke gegevens beschermen..........16
Namen en functies van onderdelen
Voorzijde................................18
Binnenkant..............................20
Achterzijde..............................21
Uitleg bij het bedieningspaneel
Bedieningspaneel..........................23
Conguratie van het startscherm.............. 24
Uitleg bij het netwerkpictogram.............25
Conguratie van het menuscherm............. 26
Conguratie Job/Status-scherm............... 27
Tekens invoeren...........................28
Animaties bekijken........................ 28
Papier laden
Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking. . . . . 31
Instellingen voor het papierformaat en de
papiersoort..............................31
Lijst met papiersoorten....................32
Papier laden..............................32
Voorgeperforeerd papier afdrukken.......... 33
Lang papier laden....................... 34
Originelen plaatsen
Originelen die niet door de ADF worden
ondersteund............................. 36
Het originele formaat automatisch detecteren. . . . . 36
Originelen plaatsen........................37
Een geheugenapparaat plaatsen en
verwijderen
Een extern USB-apparaat plaatsen............. 40
Een extern USB-apparaat verwijderen...........40
Gegevens op een geheugenapparaat delen........40
Afdrukken
Documenten afdrukken.....................43
Afdrukken vanaf een computer — Windows. . . . 43
Afdrukken vanaf een computer — Mac OS. . . . . 66
Documenten afdrukken vanaf smart devices
(iOS).................................74
Documenten afdrukken vanaf smart devices
(Android).............................76
Afdrukken op enveloppen................... 77
Afdrukken op enveloppen vanaf een
computer (Windows).....................77
Afdrukken op enveloppen vanaf een
computer (Mac OS)......................78
Foto's afdrukken.......................... 78
JPEG-bestanden afdrukken vanaf een
geheugenapparaat....................... 78
TIFF-bestanden afdrukken vanaf een
geheugenapparaat....................... 79
Webpagina's afdrukken..................... 80
Webpagina's afdrukken vanaf een computer. . . . 80
Webpagina's afdrukken vanaf smart devices. . . . 81
Afdrukken via een cloudservice............... 81
2

Vanaf het bedieningspaneel registreren bij
Epson Connect Service....................82
Kopiëren
Beschikbare kopieermethoden................84
Originelen kopiëren......................84
Dubbelzijdig kopiëren....................85
Kopiëren door te vergroten of verkleinen. . . . . . .85
Meerdere originelen kopiëren naar één vel. . . . . .86
Pagina's op volgorde kopiëren...............87
Originelen in goede kwaliteit kopiëren. . . . . . . . 87
Identiteitskaart kopiëren...................88
Boeken kopiëren........................88
Basis menu-opties voor kopiëren.............. 89
Kleurmodus:...........................89
Dichtheid:.............................89
Papierinstelling:.........................89
Verkl./Vergr.:...........................89
Type origineel:..........................90
Dubbelzijdig:...........................90
Geavanceerde menuopties voor kopiëren. . . . . . . . 90
Meerdere pagina's:.......................90
Formaat van origineel:....................91
Afwerking:............................ 91
Orig. gemengd formaat:...................91
Afdrukstand (origineel):...................91
Boek → 2 pagina's:.......................91
Beeldkwaliteit:..........................91
Bindmarge:............................92
Passend verkleinen volgens papier:. . . . . . . . . . . 92
Schaduw verw.:......................... 92
Ponsgaten verw:.........................92
ID-kaart-kopie:.........................92
Scannen
Beschikbare scanmethoden.................. 94
Originelen scannen naar een netwerkmap........94
Menuopties voor de doellocatie voor scannen
naar een map...........................95
Menuopties voor scannen naar een map.......96
Originelen scannen naar e-mail............... 97
Menuopties voor de ontvanger voor scannen
naar een e-mail.........................98
Scanmenuopties voor scannen naar een e-mail. . 99
Originelen scannen naar een computer.........101
Originelen scannen naar een geheugenapparaat. . .102
Basis menu-opties voor scannen naar een
geheugenapparaat...................... 102
Geavanceerde menu-opties voor scannen
naar een geheugenapparaat................103
Originelen scannen naar de cloud.............104
Basis menu-opties voor scannen naar de cloud. .104
Geavanceerde menu-opties voor scannen
naar de cloud..........................105
Scannen via WSD.........................106
Een WSD-poort instellen.................106
Originelen scannen naar een smart device.......108
Faxen
Voordat u faxfuncties gebruikt...............110
Overzicht van de faxfuncties van de printer. . . . . . 110
Functie: Faxberichten verzenden............110
Functie: Faxberichten ontvangen............111
Functie: Verzenden/ontvangen met PC-
FAX (Windows/Mac OS).................112
Functies: Verschillende faxrapporten.........113
Functie: De status of logboeken van faxtaken
controleren........................... 113
Functie: Faxbox........................114
Functie: Beveiliging bij het verzenden en
ontvangen van faxberichten...............114
Functies: andere handige functies. . . . . . . . . . . 115
Faxberichten verzenden via de printer..........115
Ontvangers selecteren....................116
Verschillende manieren om faxberichten te
verzenden............................117
Faxberichten ontvangen op de printer..........123
Inkomende faxen ontvangen...............124
Faxen ontvangen via een telefoonoproep. . . . . . 125
Ontvangen faxen opslaan en doorsturen. . . . . . 127
Ontvangen faxberichten op het lcd-scherm
van de printer bekijken...................128
Menuopties voor faxen.....................129
Ontvanger............................129
Faxinstellingen.........................130
Meer................................132
Menuopties voor Faxbox................... 134
Postvak IN/ Vertrouwelijke................134
Opgeslagen documenten:.................135
Polling verz./Board......................137
De status of logboeken van faxtaken controleren. . 140
Informatie weergeven wanneer ontvangen
faxen niet zijn verwerkt (Niet gelezen/Niet
afgedrukt/Niet opgeslagen/Niet doorgestuurd). .140
Actieve faxopdrachten controleren..........142
De faxtaakgeschiedenis controleren..........142
Ontvangen documenten opnieuw afdrukken. . . 142
3

Een faxbericht verzenden via een computer. . . . . . 143
Documenten verzenden die zijn gemaakt met
een toepassing (Windows)................ 143
Documenten verzenden die zijn gemaakt met
een toepassing (Mac OS)................. 146
Faxberichten ontvangen op een computer.......147
Controleren op nieuwe faxen (Windows). . . . . . 148
Controleren op nieuwe faxen (Mac OS).......149
De functie voor het opslaan van ontvangen
faxberichten op de computer uitschakelen. . . . . 150
De printer onderhouden
De status van verbruiksartikelen controleren. . . . . 152
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit
verbeteren..............................152
De afdrukkwaliteit aanpassen..............152
De printkop controleren en reinigen.........153
Voorkomen dat spuikanaaltjes verstopt raken. . 155
De printkop uitlijnen....................155
Het papiertraject vrijmaken van inktvlekken. . . 155
De scannerglasplaat en documentmat reinigen. 156
De automatische documentinvoer (ADF)
schoonmaken..........................157
De printer reinigen........................159
Stroom besparen......................... 160
Energie besparen (bedieningspaneel).........160
Toepassingen afzonderlijk installeren of
verwijderen.............................161
Toepassingen afzonderlijk installeren. . . . . . . . 161
De printer toevoegen (alleen voor Mac OS). . . . 164
Toepassingen verwijderen.................164
Toepassingen en rmware bijwerken. . . . . . . . . 166
De printer vervoeren en opslaan..............168
Problemen oplossen
De printer werkt niet naar behoren............172
De printer gaat niet aan of uit..............172
Stroom schakelt automatisch uit............172
Papier wordt niet goed ingevoerd...........173
Kan niet afdrukken..................... 177
Kan niet beginnen met scannen............ 195
Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen. . . 208
Foutcode in het statusmenu............... 224
Kan de printer niet bedienen zoals verwacht. . . 228
Er wordt een bericht weergegeven op het lcd-
scherm................................ 233
Papier loopt vast..........................235
Voorkomen dat papier vastloopt............236
De inktcartridges moeten worden vervangen. . . . . 237
Voorzorgsmaatregelen voor inktcartridges.....237
Cartridges vervangen....................239
Tijdelijk doorgaan met afdrukken zonder
inktcartridges te vervangen................240
De onderhoudsset moet worden vervangen. . . . . . 243
Voorzorgsmaatregelen voor de
onderhoudscassette..................... 243
Een onderhoudscassette vervangen..........244
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is
slecht..................................245
Afdrukkwaliteit is slecht..................245
De kopieerkwaliteit is slecht...............254
Problemen met gescande aeeldingen....... 261
De kwaliteit van het verzonden faxbericht is
slecht................................264
Het ontvangen faxbericht is van slechte
kwaliteit..............................266
Kan het probleem niet oplossen.............. 266
Problemen met afdrukken of kopiëren
kunnen niet worden opgelost..............267
De computer of apparaten toevoegen
of vervangen
Verbinden met een printer die met het netwerk
is verbonden............................ 270
De printer gebruiken vanaf een tweede
computer.............................270
Een netwerkprinter gebruiken vanaf een
smart device.......................... 271
De netwerkverbinding opnieuw instellen. . . . . . . . 271
Vervanging van de draadloze router......... 271
Vervanging van de computer.............. 272
De methode voor verbinding met de
computer wijzigen......................273
Wi-instellingen congureren via het
bedieningspaneel.......................275
Een smart device rechtstreeks verbinden met
een printer (Wi-Fi Direct)...................277
Over Wi-Fi Direct...................... 277
Verbinding maken met een iPhone, iPad of
iPod touch via Wi-Fi Direct................278
Verbinding maken met Android-apparaten
via Wi-Fi Direct........................281
Verbinding maken met niet-iOS- of Android-
apparaten via Wi-Fi Direct................282
De verbinding met Wi-Fi Direct (eenvoudig
toegangspunt) verbreken................. 285
De instellingen voor Wi-Fi Direct (eenvoudig
toegangspunt) wijzigen, zoals de SSID........286
4

De status van de netwerkverbinding controleren. . 287
De netwerkverbindingsstatus controleren op
het bedieningspaneel....................287
Een netwerkverbindingsrapport afdrukken. . . . 288
Een netwerkstatusvel afdrukken............294
Het computernetwerk controleren (alleen
Windows)............................ 294
Productinformatie
Papiergegevens...........................297
Beschikbaar papier en capaciteiten..........297
Niet-beschikbare papiersoorten............ 301
Informatie over verbruiksproducten...........302
Codes van de cartridges..................302
Onderhoudscassettecode................. 303
Soware-informatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 303
Soware voor afdrukken..................303
Soware voor scannen...................307
Soware voor faxen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 307
Soware voor het maken van pakketten. . . . . . .309
Soware voor het congureren van
instellingen of het beheren van apparaten. . . . . 309
Soware voor bijwerken. . . . . . . . . . . . . . . . . . 312
Overzicht instellingenmenu.................312
Algemene instellingen................... 312
Afdrukteller...........................334
Voorraadstatus.........................334
Onderhoud...........................334
Taal/Language.........................335
Printerstatus/afdrukken..................335
Contacten-beheer.......................336
Gebruikersinstellingen...................336
Productspecicaties.......................337
Printer specicaties..................... 337
Scannerspecicaties.....................338
Specicaties voor ADF...................338
Faxspecicaties........................ 339
De poort voor de printer gebruiken..........339
Interfacespecicaties.................... 341
Netwerkspecicaties.....................341
Ondersteunde services van derden.......... 344
Specicaties van geheugenapparaten.........344
Ondersteunde gegevensspecicaties......... 345
Dimensies............................345
Elektrische specicaties.................. 345
Omgevingsspecicaties...................346
Installatielocatie en -ruimte............... 347
Systeemvereisten.......................348
Regelgevingsinformatie.................... 348
Normen en goedkeuringen................348
Beperkingen op het kopiëren.............. 350
Informatie voor beheerders
De printer met het netwerk verbinden..........352
Voor het maken van netwerkverbinding. . . . . . 352
Verbinding maken met het netwerk via het
bedieningspaneel.......................354
Instellingen voor gebruik van de printer........ 356
De afdrukfuncties gebruiken...............356
Instellen van AirPrint....................362
Een e-mailserver congureren............. 363
Een gedeelde netwerkmap instellen. . . . . . . . . . 367
Contactpersonen beschikbaar maken........ 386
Scannen voorbereiden...................397
Beschikbare faxfuncties.................. 399
Basisinstellingen van de printer.............416
Problemen bij het congureren van instellingen 419
De printer beheren........................421
Inleiding tot functies voor productbeveiliging. . 421
Beheerdersinstellingen...................422
Beschikbare functies beperken............. 430
De externe interface uitschakelen. . . . . . . . . . . 432
Een externe printer beheren...............433
Een back-up maken van de instellingen. . . . . . . 434
Geavanceerde beveiligingsinstellingen..........435
Beveiligingsinstellingen en voorkomen van
gevaar...............................435
Beheren met protocollen..................436
Een digitaal certicaat gebruiken............440
SSL/TLS-communicatie met de printer. . . . . . . 446
Problemen met geavanceerd beveiliging
oplossen............................. 447
Hulp vragen
Technische ondersteuning (website)...........453
Contact opnemen met de klantenservice van
Epson.................................453
Voordat u contact opneemt met Epson. . . . . . . 453
Hulp voor gebruikers in Europa............ 453
Hulp voor gebruikers in Australië...........453
Hulp voor gebruikers in Nieuw-Zeeland. . . . . . 454
Hulp voor gebruikers in Hong Kong.........454
5

Uitleg bij deze handleiding
Introductie tot de handleidingen........................................7
Zoeken naar informatie...............................................7
Alleen pagina's afdrukken die u nodig hebt................................ 8
Over deze handleiding............................................... 8
Handelsmerken....................................................10
Copyright........................................................10

Introductie tot de handleidingen
De volgende handleidingen worden meegeleverd met uw Epson-printer. Naast de handleidingen kunt u ook de
verschillende hulpmogelijkheden op de printer zelf of in de Epson-sowaretoepassingen raadplegen.
❏Belangrijke veiligheidsvoorschrien (gedrukte handleiding)
Bevat instructies om deze printer veilig te gebruiken.
❏Hier beginnen (gedrukte handleiding)
Bevat informatie over het instellen van de printer en het installeren van de soware.
❏Gebruikershandleiding (digitale handleiding)
Deze handleiding. Deze handleiding is beschikbaar als PDF- en webhandleiding. Biedt algehele informatie en
instructies voor het gebruik van de printer, voor netwerkinstellingen wanneer de printer in een netwerk wordt
gebruikt en voor het oplossen van problemen.
U kunt de meest recente versie van de bovenstaande handleidingen in uw bezit krijgen op de volgende manieren.
❏Gedrukte handleiding
Ga naar de ondersteuningssite van Epson Europe (http://www.epson.eu/support) of de wereldwijde
ondersteuningssite van Epson (http://support.epson.net/).
❏Digitale handleiding
Om de webhandleiding weer te geven, gaat u naar de volgende website, voert u de productnaam in en gaat u
vervolgens naar Ondersteuning.
http://epson.sn
Zoeken naar informatie
In de PDF-handleiding kunt u naar informatie zoeken via een zoekwoord, of direct naar een bepaald gedeelte gaan
met behulp van de bladwijzers. Dit gedeelte bevat uitleg over het gebruik van een PDF-handleiding die in Adobe
Acrobat Reader DC op de computer is geopend.
Zoeken met een zoekwoord
Klik op Bewerken > Geavanceerd zoeken. Voer in het zoekvenster het zoekwoord (tekst) in voor de informatie die
u zoekt en klik vervolgens op Zoeken. Zoekresultaten worden weergegeven in een lijst. Klik op een van de
weergegeven zoekresultaten om naar de betreende pagina te gaan.
Direct naar informatie gaan via bladwijzers
Klik op een titel om naar de betreende pagina te gaan. Klik op + of > en bekijk de onderliggende titels in dat
gedeelte. Voer de volgende bewerking uit op het toetsenbord als u wilt terugkeren naar de vorige pagina.
Uitleg bij deze handleiding
>
Zoeken naar informatie
7

❏Wi ndo ws : h oud de Alt-toets ingedrukt en druk op ←.
❏Mac OS: houd de Command-toets ingedrukt en druk op ←.
Alleen pagina's afdrukken die u nodig hebt
U kunt alleen de pagina's die u nodig hebt extraheren en afdrukken. Klik op Afdrukken in het menu Bestand en
geef in Pagina's bij Pagina's die moeten worden afgedrukt de pagina's op die u wilt afdrukken.
❏Als u een paginareeks wilt opgeven, voert u tussen de begin- eindpagina een areekstreepje in.
Voorbeeld: 20-25
❏Als u niet-opeenvolgende pagina's wilt opgeven, scheidt u de pagina's met komma's.
Voorbeeld: 5, 10, 15
Over deze handleiding
Dit gedeelte bevat een uitleg van de markeringen en symbolen, de toelichtingen bij beschrijvingen en de
referentiegegevens van het besturingssysteem die in deze handleiding worden gebruikt.
Markeringen en symbolen
!
Let op:
Instructies die zorgvuldig moeten worden gevolgd om lichamelijk letsel te voorkomen.
c
Belangrijk:
Instructies die moeten worden gevolgd om schade aan het apparaat te voorkomen.
Uitleg bij deze handleiding
>
Over deze handleiding
>
Markeringen en symbolen
8

Opmerking:
Aanvullende en referentiegegevens.
Gerelateerde informatie
&Koppelingen naar de verwante paragrafen.
Opmerkingen over schermafbeeldingen en afbeeldingen
❏De schermaeeldingen van het printerstuurprogramma zijn horen bij Windows 10 of macOS High Sierra. De
inhoud die op de schermen wordt weergegeven, is aankelijk van het model en de situatie.
❏De aeeldingen in deze handleiding dienen uitsluitend als voorbeeld. Er zijn kleine verschillen tussen elk
model, maar de gebruiksmethode blij hetzelfde.
❏Sommige menu-items op de display variëren naargelang het model en de instellingen.
❏U kunt de QR-code scannen met de speciale app.
Referenties voor besturingssystemen
Windows
In deze handleiding verwijzen termen zoals "Windows 10", "Windows 8.1", "Windows 8", "Windows 7", "Windows
Vista", "Windows XP", "Windows Server 2019", "Windows Server 2016", "Windows Server 2012 R2", "Windows
Server 2012", "Windows Server 2008 R2", "Windows Server 2008", "Windows Server 2003 R2" en "Windows Server
2003" naar de volgende besturingssystemen. Bovendien wordt "Windows" gebruikt om alle versies ervan aan te
duiden.
❏Microso
®
Wi nd ows
®
10 besturingssysteem
❏Microso
®
Wi nd ows
®
8.1 besturingssysteem
❏Microso
®
Wi nd ows
®
8 besturingssysteem
❏Microso
®
Wi nd ows
®
7 besturingssysteem
❏Microso
®
Wi nd ows Vist a
®
besturingssysteem
❏Microso
®
Wi nd ows
®
XP besturingssysteem
❏Microso
®
Wi nd ows
®
XP Professional x64 Edition besturingssysteem
❏Microso
®
Wi nd ows S e r v e r
®
2019 besturingssysteem
❏Microso
®
Wi nd ows S e r v e r
®
2016 besturingssysteem
❏Microso
®
Wi nd ows S e r v e r
®
2012 R2 besturingssysteem
❏Microso
®
Wi nd ows S e r v e r
®
2012 besturingssysteem
❏Microso
®
Wi nd ows S e r v e r
®
2008 R2 besturingssysteem
❏Microso
®
Wi nd ows S e r v e r
®
2008 besturingssysteem
❏Microso
®
Wi nd ows S e r v e r
®
2003 R2 besturingssysteem
❏Microso
®
Wi nd ows S e r v e r
®
2003 besturingssysteem
Mac OS
In deze handleiding wordt "Mac OS" gebruikt om te verwijzen naar Mac OS X v10.6.8 of hoger.
Uitleg bij deze handleiding
>
Over deze handleiding
>
Referenties voor besturingssystemen
9

Handelsmerken
❏EPSON
®
is een gedeponeerd handelsmerk en EPSON EXCEED YOUR VISION of EXCEED YOUR VISION is
een handelsmerk van Seiko Epson Corporation.
❏Epson Scan 2 soware is based in part on the work of the Independent JPEG Group.
❏libti
Copyright © 1988-1997 Sam Leer
Copyright © 1991-1997 Silicon Graphics, Inc.
Permission to use, copy, modify, distribute, and sell this soware and its documentation for any purpose is
hereby granted without fee, provided that (i) the above copyright notices and this permission notice appear in
all copies of the soware and related documentation, and (ii) the names of Sam Leer and Silicon Graphics
may not be used in any advertising or publicity relating to the soware without the specic, prior written
permission of Sam Leer and Silicon Graphics.
THE SOFTWARE IS PROVIDED "AS-IS" AND WITHOUT WARRANTY OF ANY KIND, EXPRESS,
IMPLIED OR OTHERWISE, INCLUDING WITHOUT LIMITATION, ANY WARRANTY OF
MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE.
IN NO EVENT SHALL SAM LEFFLER OR SILICON GRAPHICS BE LIABLE FOR ANY SPECIAL,
INCIDENTAL, INDIRECT OR CONSEQUENTIAL DAMAGES OF ANY KIND, OR ANY DAMAGES
WHATSOEVER RESULTING FROM LOSS OF USE, DATA OR PROFITS, WHETHER OR NOT ADVISED
OF THE POSSIBILITY OF DAMAGE, AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, ARISING OUT OF OR IN
CONNECTION WITH THE USE OR PERFORMANCE OF THIS SOFTWARE.
❏QR Code is a registered trademark of DENSO WAVE INCORPORATED in Japan and other countries.
❏Microso
®
, Windows
®
, Windows Server
®
, and Windows Vista
®
are registered trademarks of Microso
Corporation.
❏Apple, Mac, macOS, OS X, Bonjour, ColorSync, Safari, AirPrint, iPad, iPhone, iPod touch, and iTunes are
trademarks of Apple Inc., registered in the U.S. and other countries.
❏Use of the Works with Apple badge means that an accessory has been designed to work specically with the
technology identied in the badge and has been certied by the developer to meet Apple performance
standards.
❏Chrome, Google Play, and Android are trademarks of Google LLC.
❏Adobe and Adobe Reader are either registered trademarks or trademarks of Adobe Systems Incorporated in the
United States and/or other countries.
❏Firefox is a trademark of the Mozilla Foundation in the U.S. and other countries.
❏Mopria® and the Mopria® Logo are registered and/or unregistered trademarks and service marks of Mopria
Alliance, Inc. in the United States and other countries. Unauthorized use is strictly prohibited.
❏Algemene opmerking: andere productnamen vermeld in deze uitgave, dienen uitsluitend als identicatie en
kunnen handelsmerken zijn van hun respectievelijke eigenaars.Epson maakt geen enkele aanspraak op enige
rechten op deze handelsmerken.
Copyright
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of
openbaar worden gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën,
opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schrielijke toestemming van Seiko Epson
Corporation. Er wordt geen patentaansprakelijkheid aanvaard met betrekking tot het gebruik van de informatie in
Uitleg bij deze handleiding
>
Copyright
10

deze handleiding. Evenmin wordt aansprakelijkheid aanvaard voor schade die voortvloeit uit het gebruik van de
informatie in deze publicatie. De informatie in dit document is uitsluitend bestemd voor gebruik met dit Epson-
product. Epson is niet verantwoordelijk voor gebruik van deze informatie in combinatie met andere producten.
Seiko Epson Corporation noch haar lialen kunnen verantwoordelijk worden gesteld door de koper van dit
product of derden voor schade, verlies, kosten of uitgaven die de koper of derden oplopen ten gevolge van al dan
niet foutief gebruik of misbruik van dit product of onbevoegde wijzigingen en herstellingen of (met uitzondering
van de V.S.) het zich niet strikt houden aan de gebruiks- en onderhoudsvoorschrien van Seiko Epson
Corporation.
Seiko Epson Corporation en haar dochterondernemingen kunnen niet verantwoordelijk worden gehouden voor
schade of problemen voortvloeiend uit het gebruik van andere dan originele onderdelen of verbruiksgoederen
kenbaar als Original Epson Products of Epson Approved Products by Seiko Epson.
Seiko Epson Corporation kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade voortvloeiend uit
elektromagnetische interferentie als gevolg van het gebruik van andere interfacekabels die door Seiko Epson
Corporation worden aangeduid als Epson Approved Products.
© 2020 Seiko Epson Corporation
De inhoud van deze handleiding en de specicaties van dit product kunnen zonder aankondiging worden
gewijzigd.
Uitleg bij deze handleiding
>
Copyright
11

Veiligheidsinstructies
Lees en volg deze instructies om deze printer veilig te gebruiken. Bewaar deze handleiding voor latere
raadplegingen. Let ook op alle waarschuwingen en instructies die op de printer staan.
❏Sommige van de symbolen die worden gebruikt op de printer zijn bedoeld om de veiligheid en het juiste
gebruik van de printer te garanderen. Ga naar de volgende website voor de betekenis van de symbolen.
http://support.epson.net/symbols
❏Gebruik alleen het netsnoer dat met de printer is meegeleverd en gebruik het snoer niet voor andere apparatuur.
Gebruik van andere snoeren met deze printer of gebruik van het meegeleverde netsnoer met andere apparatuur
kan leiden tot brand of elektrische schokken.
❏Zorg ervoor dat het netsnoer voldoet aan de relevante plaatselijke veiligheidsnormen.
❏Haal het netsnoer, de stekker, de printer, de scanner of de accessoires nooit uit elkaar en probeer deze
onderdelen nooit zelf te wijzigen of te repareren, tenzij zoals uitdrukkelijk staat beschreven in de handleidingen
van het apparaat.
❏Trek in de volgende gevallen de stekker uit het stopcontact en laat het onderhoud aan een onderhoudstechnicus
over:
Als het netsnoer of de stekker beschadigd is, als er vloeistof in de printer is gekomen, als de printer is gevallen of
als de behuizing beschadigd is, als de printer niet normaal werkt of als er een duidelijke wijziging in de
prestaties optreedt. Wijzig geen instellingen als hiervoor in de gebruiksaanwijzing geen instructies worden
gegeven.
❏Zet het apparaat in de buurt van een stopcontact waar u de stekker gemakkelijk uit het stopcontact kunt halen.
❏Plaats of bewaar de printer niet buiten en zorg ervoor dat de printer niet wordt blootgesteld aan vuil, stof, water
of hittebronnen. Vermijd plaatsen die onderhevig zijn aan schokken, trillingen, hoge temperaturen of
luchtvochtigheid.
❏Zorg ervoor dat u geen vloeistoen op de printer morst en pak de printer niet met natte handen vast.
❏Houd de printer ten minste 22 cm verwijderd van pacemakers. De radiogolven die door deze printer worden
uitgezonden, kunnen een negatieve invloed hebben op de werking van pacemakers.
❏Neem contact op met uw leverancier als het lcd-scherm beschadigd is. Als u vloeistof uit het scherm op uw
handen krijgt, was ze dan grondig met water en zeep. Als u vloeistof uit het scherm in uw ogen krijgt, moet u
uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een arts als u ondanks grondig spoelen
problemen krijgt met uw ogen of nog steeds ongemak ondervindt.
❏Vermijd het gebruik van de telefoon tijdens onweer. Er bestaat een minieme kans op elektrische schokken door
bliksem.
❏Gebruik voor het melden van een gaslek geen telefoon in de directe omgeving van het lek.
❏De printer is zwaar en wanneer deze opgetild of verplaatst moet worden, moet dit altijd door ten minste twee
personen gebeuren. Bij het optillen van de printer moeten de twee personen de correcte posities innemen (zie
hieronder).
Belangrijke instructies
>
Veiligheidsinstructies
13

Veiligheidsinstructies voor inkt
❏Wees voorzichtig met gebruikte cartridges. Er kan inkt rond de inkttoevoer kleven.
❏Als u inkt op uw huid krijgt, wast u de plek grondig met water en zeep.
❏Als u inkt in uw ogen krijgt, moet u uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een
arts als u ondanks grondig spoelen problemen krijgt met uw ogen of nog steeds ongemak ondervindt.
❏Als er inkt in uw mond terechtkomt, raadpleegt u direct een arts.
❏Haal de cartridge of onderhoudscassette niet uit elkaar, omdat u inkt in uw ogen of op uw huid kunt krijgen.
❏Schud de cartridges niet te hard en laat ze niet vallen. Wees ook voorzichtig dat u ze niet ineendrukt of hun
etiket scheurt. Omdat hierdoor inkt kan lekken.
❏Houd cartridges en de onderhoudscassette buiten het bereik van kinderen.
Printeradviezen en waarschuwingen
Lees en volg deze instructies om schade aan de printer of uw eigendommen te voorkomen. Bewaar deze
handleiding voor toekomstig gebruik.
Adviezen en waarschuwingen voor het instellen/gebruik van de
printer
❏Blokkeer de openingen in de behuizing van de printer niet en dek deze niet af.
❏Gebruik uitsluitend het type voedingsbron dat is vermeld op het etiket van de printer.
❏Gebruik geen stopcontacten in dezelfde groep als kopieerapparaten, airconditioners of andere apparaten die
regelmatig worden in- en uitgeschakeld.
❏Gebruik geen stopcontacten die met een wandschakelaar of een automatische timer kunnen worden in- en
uitgeschakeld.
❏Plaats het hele computersysteem uit de buurt van apparaten die elektromagnetische storing kunnen
veroorzaken, zoals luidsprekers of basisstations van draadloze telefoons.
❏Plaats het netsnoer zodanig dat geen slijtage, inkepingen, rafels, plooien en knikken kunnen optreden. Plaats
geen voorwerpen op het netsnoer en plaats het netsnoer zodanig dat niemand erop kan stappen. Let er vooral
op dat snoeren mooi recht blijven aan de uiteinden en de punten waar deze de transformator in- en uitgaan.
❏Als u een verlengsnoer gebruikt voor de printer, mag de totale stroombelasting in ampère van alle aangesloten
apparaten niet hoger zijn dan de maximale belasting voor het verlengsnoer. Zorg er bovendien voor dat het
totaal van de ampèrewaarden van alle apparaten die zijn aangesloten op het stopcontact, niet hoger is dan de
maximumwaarde die is toegestaan voor het stopcontact.
❏Als u de printer in Duitsland gebruikt, moet u rekening houden met het volgende: de installatie van het gebouw
moet beschikken over een stroomonderbreker van 10 of 16 A om de printer te beschermen tegen kortsluiting en
stroompieken.
❏Let bij het aansluiten van de printer op een computer of ander apparaat op de juiste richting van de stekkers van
de kabel. Elke stekker kan maar op een manier op het apparaat worden aangesloten. Wanneer u een stekker op
een verkeerde manier in het apparaat steekt, kunnen beide apparaten die via de kabel met elkaar zijn verbonden
beschadigd raken.
Belangrijke instructies
>
Printeradviezen en waarschuwingen
>
Adviezen en waarschuwingen voor het instellen/
g
14

❏Plaats de printer op een vlakke, stabiele ondergrond die groter is dan de printer zelf. De printer werkt niet goed
als deze scheef staat.
❏Laat boven de printer voldoende ruimte vrij om het deksel volledig te kunnen openen.
❏Zorg ervoor dat aan de voorkant van de printer voldoende ruimte is voor het papier dat uit de printer komt.
❏Vermijd plaatsen met grote schommelingen in temperatuur en luchtvochtigheid. Houd de printer ook uit de
buurt van direct zonlicht, fel licht of warmtebronnen.
Gerelateerde informatie
&“Installatielocatie en -ruimte” op pagina 347
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van de printer
❏Steek geen voorwerpen door de openingen in de printer.
❏Steek uw hand niet in de printer tijdens het afdrukken.
❏Raak de witte, platte kabel binnen in de printer niet aan.
❏Gebruik geen spuitbussen met ontvlambare stoen in of in de buurt van de printer. Dit kan brand veroorzaken.
❏Verplaats de printkop niet handmatig; anders kunt u de printer beschadigen.
❏Pas bij het sluiten van de scannereenheid op dat uw vingers niet klem komen te zitten.
❏Let erop dat u nooit te hard op de scannerglasplaat drukt wanneer u er een origineel op legt.
❏Zet de printer altijd uit met de knop
P
. Trek de stekker niet uit het stopcontact en sluit de stroom naar het
stopcontact niet af zolang het lampje
P
nog knippert.
❏Als u de printer gedurende langere tijd niet gebruikt, neem dan de stekker uit het stopcontact.
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van het touchscreen
❏Het lcd-scherm kan een paar kleine heldere of donkere puntjes vertonen en is mogelijk niet overal even helder.
Dit is normaal en wil geenszins zeggen dat het beschadigd is.
❏Maak het lcd-scherm alleen schoon met een droge, zachte doek. Gebruik geen vloeibare of chemische
reinigingsmiddelen.
❏De afdekplaat van het touchscreen kan breken bij zware schokken. Neem contact op met uw leverancier als het
display barst of breekt. Raak het gebroken glas niet aan en probeer dit niet te verwijderen.
❏Raak het touchscreen zachtjes met uw vinger aan. Druk niet te hard en gebruik niet uw nagels.
❏Gebruik geen scherpe voorwerpen zoals balpennen of scherpe potloden om handelingen uit te voeren.
❏De werking van het touchscreen kan verminderen als gevolg van condensatie in het touchscreen veroorzaakt
door plotselinge schommelingen in temperatuur of luchtvochtigheid.
Belangrijke instructies
>
Printeradviezen en waarschuwingen
>
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van
h
15

Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van de printer met een
draadloze verbinding
❏Radiogolven van deze printer kunnen nadelige gevolgen hebben voor de werking van medische elektronische
apparatuur, waardoor deze apparatuur defect kan raken.Wanneer u deze printer gebruikt in een medische
instelling of in de buurt van medische apparatuur, volg dan de aanwijzingen van het bevoegd personeel van de
medische instelling en volg alle waarschuwingen en aanwijzingen die op de medische apparatuur zelf staan.
❏Radiogolven uit deze printer kunnen de werking van automatisch gestuurde apparaten, zoals automatische
deuren of een brandalarm, storen en kunnen tot ongevallen leiden als gevolg van storing.Volg alle
waarschuwingen en aanwijzingen die op deze apparatuur zijn aangeduid wanneer u deze printer gebruikt in de
buurt van automatisch aangestuurde apparaten.
Adviezen en waarschuwingen voor het vervoeren of opslaan van de
printer
❏Zorg er bij opslag of transport van de printer voor dat deze niet gekanteld, verticaal of ondersteboven wordt
gehouden, anders kan er inkt lekken.
❏Controleer vóór het vervoeren van de printer of de printkop zich in de uitgangspositie (uiterst rechts) bevindt.
Uw persoonlijke gegevens beschermen
Als u de printer aan iemand anders gee of wilt weggooien, kunt u het geheugen als volgt wissen: selecteer Instel.
> Algemene instellingen > Systeembeheer > Standaardinst. herstellen > Alle gegevens en instellingen wissen
op het bedieningspaneel. Verwijder ook de gegevens uit het interne geheugen van de printer door Instel. >
Algemene instellingen > Systeembeheer > Gegevens intern geh.wissen > Verwijder alle taken uit het Intern
geheugen te selecteren op het bedieningspaneel.
Belangrijke instructies
>
Uw persoonlijke gegevens beschermen
16

Voorzijde
ADeksel van ADF (Papierlade van de
automatische documentinvoer)
Open dit om vastgelopen originelen te verwijderen uit de ADF.
BZijgeleider van de ADF Zorgt ervoor dat originelen recht in de printer worden ingevoerd.
Schuif naar de rand van de originelen.
CInvoerlade van de ADF Hiermee worden originelen automatisch ingevoerd.
DADF-documentsteun Hiermee worden originelen ondersteund die groter zijn dan Legal-
papier.
EUitvoerlade van de ADF Bevat de originelen die uit de ADF komen.
FPapiercassette 1 of papiercassette Hieruit wordt papier geladen.
GPapiercassette 2 Alleen op beschikbare modellen.
Hieruit wordt papier geladen.
APapiersteun Ondersteuning voor geladen papier.
Namen en functies van onderdelen
>
Voorzijde
18

BZijgeleider Hiermee wordt het papier recht in de printer ingevoerd. Schuif deze
naar de randen van het papier.
CPapierlade Hiermee worden alle papiersoorten geladen die door de printer
worden ondersteund.
DUitvoerlade Opvanglade voor het papier dat uit de printer komt. Wanneer u gaat
afdrukken, komt deze lade automatisch naar buiten en past zich aan
het papierformaat aan. Als u de lade wilt opbergen, drukt u erop of
selecteert u op het bedieningspaneel.
EZijgeleider Hiermee wordt het papier recht in de printer ingevoerd. Schuif deze
naar de randen van het papier.
FPapiercassette Hieruit wordt papier geladen.
GAfdekking papiercassette Hiermee voorkomt u dat ongewenste zaken in de papiercassette
terechtkomen. Deze afdekking kan op papiercassette 1 en 2 worden
bevestigd. Plaats de afdekking om de papiercassette af te dekken die
is verlengd om papier te kunnen plaatsen dat groter is dan A4.
Wanneer u papier laadt zonder de papiercassette te verlengen, kunt u
de afdekking aan een van de papiercassettes bevestigen.
ADocumentkap Houdt extern licht tegen tijdens het scannen.
BDocumentmat Hiermee worden de originelen op hun plek gehouden.
CScannerglasplaat Plaats de originelen. U kunt originelen plaatsen die niet met de ADF
worden ingevoerd, zoals enveloppen of dikke boeken.
DBedieningspaneel Hiermee kunt u instellingen congureren en bewerkingen uitvoeren
op de printer. Hier wordt tevens de printerstatus weergegeven.
EUSB-poort voor externe interface Voor aansluiting van geheugenapparaten.
Namen en functies van onderdelen
>
Voorzijde
19

Binnenkant
AAfdekking onderhoudsset Open deze afdekking wanneer u de onderhoudsset wilt vervangen.
De onderhoudsset is een houder waarin kleine hoeveelheden
overtollige inkt wordt opgevangen tijdens het reinigen of afdrukken.
BScannereenheid Scant de geplaatste originelen. Open de eenheid om vastgelopen
papier te verwijderen. Deze eenheid blijft meestal gesloten.
CInktcartridgeafdekking Openen wanneer u cartridges wilt vervangen.
DInktcartridgehouder Installeer de inktpatronen. Inkt komt uit de spuitkanaaltjes van de
printkop.
EBinnendeksel Open de eenheid om vastgelopen papier te verwijderen.
Namen en functies van onderdelen
>
Binnenkant
20

Achterzijde
AAchterpaneel Verwijderen bij het verwijderen van vastgelopen papier.
BNetsnoeraansluiting Voor aansluiting van het netsnoer.
CLINE-poort Voor aansluiting van een telefoonlijn.
DUSB-poort Voor aansluiting van een USB-kabel als verbinding met een
computer.
ELAN-poort Voor aansluiting van een LAN-kabel.
FEXT.-poort Voor aansluiting van externe telefoontoestellen.
Namen en functies van onderdelen
>
Achterzijde
21

Uitleg bij het bedieningspaneel
Bedieningspaneel..................................................23
Conguratie van het startscherm.......................................24
Conguratie van het menuscherm......................................26
Conguratie Job/Status-scherm........................................27
Tekens invoeren...................................................28
Animaties bekijken.................................................28

Bedieningspaneel
AHiermee schakelt u de printer in of uit.
Haal het netsnoer uit het stopcontact als het aan/uit-lampje uit staat.
BHiermee opent u het startscherm.
CHiermee wordt het scherm Hulp weergegeven.
Hier kunt u oplossingen voor problemen bekijken.
DHiermee onderbreekt u de actuele afdruktaak en kunt u een andere taak onderbreken. U kunt een nieuwe taak
echter niet op de computer onderbreken.
Druk nogmaals op deze toets om een onderbroken taak te hervatten.
EReset de huidige instellingen naar de standaard gebruikersinstellingen. Als standaard gebruikersinstellingen niet
zijn gemaakt, wordt gereset naar standaard fabriekswaarden.
FHiermee wordt de lijst Contacten weergegeven. U kunt contactpersonen opslaan, bewerken en verwijderen.
GHiermee wist u aantal instellingen, zoals het aantal exemplaren.
HHiermee voert u getallen, tekens en symbolen in.
IHiermee wordt het menu Job/Status weergegeven. U kunt de status en taakgeschiedenis van de printer
weergeven.
Als er een storing optreedt, knipper het storingslampje links of gaat het branden.
Als de printer gegevens aan het verwerken is, knippert het gegevenslampje rechts. Het gaat branden als er taken
in de afdrukwachtrij staan.
JHiermee wordt het scherm Papierinstelling weergegeven. U kunt voor elke papierbron de instellingen voor
papierformaat en papiersoort selecteren.
KHiermee stopt u de actieve bewerking.
LHiermee geeft u menu's en berichten weer. U kunt het bedieningspaneel in een andere hoek zetten.
Wanneer er gedurende een bepaalde periode geen bewerkingen worden uitgevoerd, gaat de printer in
slaapstand en wordt het scherm uitgeschakeld. Tik op het touchscreen om het scherm in te schakelen. Afhankelijk
van de huidige instellingen wordt de printer uit de slaapstand gehaald door te drukken op de knoppen op het
bedieningspaneel.
MHiermee bergt u de uitvoerlade op.
NGaat branden wanneer ontvangen documenten die nog niet gelezen, afgedrukt of opgeslagen zijn, in het
geheugen van de printer staan.
Uitleg bij het bedieningspaneel
>
Bedieningspaneel
23

Conguratie van het startscherm
AHiermee wordt het scherm Printerstatus weergegeven.
U kunt controleren hoeveel inkt er nog is en hoe lang de onderhoudscassette nog meegaat (bij
benadering).
BGeeft de status van de netwerkverbinding weer. Zie hierna voor meer informatie.
“Uitleg bij het netwerkpictogram” op pagina 25
CHiermee wordt het scherm Geluidsinstellingen apparaat weergegeven.
U kunt Dempen en Stille modus instellen. Vanaf dit scherm kunt u ook het menu Geluiden
openen. Deze instelling kunt u ook congureren via het menu Instel..
Instel. > Algemene instellingen > Basisinstellingen > Geluiden
Hiermee wordt aangegeven of Stille modus is ingesteld voor de printer.
Wanneer deze functie is ingeschakeld, wordt het geluid dat door de
printer wordt gemaakt gedempt. De afdruksnelheid kan hierdoor
verminderen. Het geluid wordt mogelijk niet gedempt, afhankelijk van
het geselecteerde papiersoort en de gekozen afdrukkwaliteit.
Hiermee wordt aangegeven dat Dempen is ingesteld voor de printer.
DSelecteer het pictogram om de slaapmodus in te schakelen. Wanneer het pictogram grijs wordt
weergegeven, kan de slaapmodus niet worden ingeschakeld voor de printer.
EGeeft aan dat de blokkeringsfunctie geactiveerd is. Selecteer dit pictogram om u aan te melden
op de printer. U moet een gebruikersnaam selecteren en wachtwoord invoeren. Neem voor uw
aanmeldgegevens contact op met uw printerbeheerder.
Wanneer wordt weergegeven, heeft een gebruiker met toegangsrechten ingelogd.
Selecteer het pictogram om uit te loggen.
FHiermee wordt het scherm Informatie faxgegevens weergegeven. Het weergegeven getal geeft
het aantal faxberichten aan dat nog niet is gelezen, afgedrukt of opgeslagen.
Uitleg bij het bedieningspaneel
>
Conguratie van het startscherm
24

GHiermee wordt elk menu weergegeven.
❏Kopiëren
Hiermee kunt u documenten kopiëren.
❏Scannen
Hiermee kunt u documenten scannen en op een geheugenapparaat of computer opslaan.
❏Fax
Hiermee kunt u faxberichten verzenden.
❏Presets
Hiermee kunt u veelgebruikte instellingen voor kopiëren, scannen en faxen opslaan als voorinstelling.
❏Geheugenapp
Hiermee kunt u JPEG- en TIFF-gegevens afdrukken die op een geheugenapparaat (bijvoorbeeld een USB-stick)
staan dat op de printer is aangesloten.
❏Faxbox
Hiermee kunt u ontvangen documenten, te verzenden documenten of documenten voor het oproepen van
faxberichten opslaan.
❏Vertrouwelijke afdrukt.
Hiermee kunt u een met een wachtwoord beschermde afdruktaak die vanuit het printerstuurprogramma is
verzonden uitvoeren.
❏Instel.
Hiermee kunt u instellingen voor onderhoud, printerinstellingen en printerbewerkingen congureren.
HTaak/Status Hiermee worden actieve taken in de wachtrij weergegeven. Tik om het type taken, de
ontvangsttijd, gebruikersnamen enzovoort in een lijst weer te geven. Het weergegeven getal
geeft het aantal taken in de wachtrij aan.
IHiermee schuift u het scherm naar rechts.
Uitleg bij het netwerkpictogram
De printer is niet verbonden met een bekabeld (ethernet)netwerk of de verbinding is
verbroken.
De printer is verbonden met een bekabeld (ethernet)netwerk.
De printer is niet verbonden met een draadloos (wi-)netwerk.
De printer zoekt naar een SSID, het IP-adres is niet ingesteld of er is een probleem met
het draadloze (wi-)netwerk.
De printer is verbonden met een draadloos (wi-)netwerk.
Het aantal balkjes geeft de sterkte van de verbinding weer. Hoe meer balkjes, des te
sterker de verbinding is.
De printer is niet verbonden met een draadloos (wi-)netwerk in de modus Wi-Fi Direct
(eenvoudig toegangspunt).
De printer is verbonden met een draadloos (wi-)netwerk in de modus Wi-Fi Direct
(eenvoudig toegangspunt).
Uitleg bij het bedieningspaneel
>
Conguratie van het startscherm
>
Uitleg bij het netwerkpictogram
25

Conguratie van het menuscherm
AHiermee keert u terug naar het vorige scherm.
BU wisselt met de tabbladen tussen de lijsten met instellingen. Op het tabblad Basisinstellingen worden
veelgebruikte items weergegeven. Op het tabblad Geavanceerd worden andere items weergegeven die u
desgewenst kunt instellen.
C
Hiermee toont u de lijst met instellingsitems. Wanneer wordt weergegeven, kunt u aanvullende informatie
bekijken door het pictogram te selecteren. Selecteer het item of schakel het selectievakje in om instellingen te
congureren. Wanneer u een item in de standaard gebruikersinstellingen of de standaardinstelling hebt gewijzigd,
wordt op het item weergegeven.
Items die grijs worden weergegeven, zijn niet beschikbaar. Selecteer het item om te controleren waarom het niet
beschikbaar is.
Als er een probleem optreedt, wordt weergegeven op het item. Selecteer het pictogram om te zien hoe u het
probleem kunt oplossen.
DHiermee worden bewerkingen uitgevoerd met de huidige instellingen. De items kunnen variëren afhankelijk van
het menu.
Presets Hiermee geeft u de lijst met voorinstellingen weer. U kunt de huidige instelling als een
voorinstelling opslaan of opgeslagen voorinstellingen laden.
Aantal Hiermee geeft u het schermtoetsenblok weer, waarmee u het aantal exemplaren kunt invoeren.
Voorbeeld Hiermee kunt u een voorbeeld van de afbeelding bekijken voordat u afdrukt, kopieert, scant of
een faxbericht verzendt.
x
Hiermee start u het afdrukken, kopiëren, scannen of verzenden van faxberichten.
Uitleg bij het bedieningspaneel
>
Conguratie van het menuscherm
26

Conguratie Job/Status-scherm
Druk op de knop om het menu Job/Status weer te geven.U kunt de status van de printer of de taken
controleren.
AHiermee schakelt u tussen de weergegeven lijsten.
BHiermee ltert u de taken op functie.
CWanneer Actief is geselecteerd, wordt een lijst weergegeven met actuele opdrachten en opdrachten in de wachtrij.
Wanneer Logboek is geselecteerd, wordt de taakgeschiedenis weergegeven.
U kunt taken annuleren of de foutcode controleren die in de geschiedenis wordt weergegeven wanneer een taak is
mislukt.
DGeeft het geschatte inktpeil weer.
EGeeft de geschatte levensduur van de onderhoudscassette weer.
FGeeft fouten weer die in de printer zijn opgetreden.Selecteer de fout in de lijst om het foutbericht weer te geven.
Gerelateerde informatie
&“Foutcode in het statusmenu” op pagina 224
Uitleg bij het bedieningspaneel
>
Conguratie Job/Status-scherm
27

Tekens invoeren
Wanneer u bijvoorbeeld netwerkinstellingen congureert, kunt u tekens en symbolen invoeren via het
schermtoetsenbord.
AGeeft het aantal tekens weer.
BVerplaatst de cursor naar de invoerpositie.
CHiermee schakelt u tussen hoofdletters en kleine letters, of cijfers en symbolen.
DHiermee schakelt u tussen tekentypes.
: u kunt cijfers en symbolen invoeren.
: u kunt letters invoeren.
EHiermee voert u veelgebruikte e-maildomeinadressen of URL's in door het item te selecteren.
FHiermee typt u een spatie.
GHiermee voert u een teken in.
HHiermee wist u het teken links van de cursor.
Animaties bekijken
Op het lcd-scherm kunt u animaties bekijken van bedieningsinstructies, zoals het laden van papier of het
verwijderen van vastgelopen papier.
❏Selecteer . Het Help-scherm wordt weergegeven. Selecteer Hoe en selecteer de items die u wilt bekijken.
Uitleg bij het bedieningspaneel
>
Animaties bekijken
28

Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking
❏Lees de instructiebladen die bij het papier worden geleverd.
❏Als u met origineel Epson-papier afdrukken van hoge kwaliteit wilt verkrijgen, gebruikt u het papier in de
omgeving die op de bij het papier geleverde instructiebladen wordt vermeld.
❏Waaier papier en leg de stapel recht voor het laden. Fotopapier niet waaieren of buigen. Dit kan de afdrukzijde
beschadigen.
❏Als het papier omgekruld is, maakt u het plat of buigt u het vóór het laden lichtjes de andere kant op. Afdrukken
op omgekruld papier kan papierstoringen of vlekken op de afdruk veroorzaken.
❏Bij handmatig dubbelzijdig afdrukken kunnen regelmatig problemen met de papierinvoer ontstaan wanneer op
één zijde van voorgedrukt papier wordt afgedrukt. Breng het aantal vellen terug tot maximaal de hel of laad
één vel papier tegelijk als het papier voortdurend vastloopt.
❏Zorg ervoor dat u papier met lange vezels gebruikt. Als u niet zeker bent welke papiersoort u gebruikt,
controleer dan de verpakking van het papier of neem contact op met de fabrikant.
❏Waaier enveloppen en leg ze recht op elkaar voor het laden. Als de gestapelde enveloppen lucht bevatten, maakt
u ze plat om de lucht eruit te krijgen voordat ze worden geladen.
Gerelateerde informatie
&“Niet-beschikbare papiersoorten” op pagina 301
Instellingen voor het papierformaat en de papiersoort
Als u het papierformaat en de papiersoort registreert op het scherm dat wordt weergegeven wanneer u de
papiercassette invoert, gee de printer een waarschuwing wanneer de geregistreerde gegevens en de
Papier laden
>
Instellingen voor het papierformaat en de papiersoort
31

afdrukinstellingen verschillen. Dit voorkomt dat u papier en inkt verspilt, doordat u niet op het verkeerde
papierformaat of met de verkeerde kleur afdrukt vanwege instellingen die niet overeenkomen met de papiersoort.
Als het getoonde papierformaat en de papiersoort verschillen van het geladen papier, selecteert u het item dat u
wilt wijzigen. Als de instellingen overeenkomen met het geladen papier, sluit u het scherm.
Opmerking:
U kunt het scherm met instellingen voor het papierformaat en de papiersoort ook weergeven door op het bedieningspaneel
op de knop te drukken.
Lijst met papiersoorten
Selecteer de papiersoort die bij het papier past voor optimale afdrukresultaten.
Naam afdrukmateriaal Afdrukmateriaal
Bedieningspaneel Printerstuurprogramma
Epson Business Paper
Epson Bright White Ink Jet Paper
Epson Bright White Paper
Gewoon papier Gewoon papier
Epson Ultra Glossy Photo Paper Ultra Glossy Epson Ultra Glossy
Epson Premium Glossy Photo Paper Premium Glossy Epson Premium Glossy
Epson Premium Semigloss Photo
Paper
Premium Semigloss Epson Premium Semigloss
Epson Photo Paper Glossy Glossy Photo Paper Glossy
Epson Matte Paper-Heavyweight Matte Epson Matte
Epson Photo Quality Ink Jet Paper
Epson Double-sided Photo Quality Ink
Jet Paper
Photo Quality Ink Jet Epson Photo Quality Ink Jet
Papier laden
U kunt papier of enveloppen laden met behulp van de animaties op het LCD-scherm van de printer.
Papier laden
>
Papier laden
32

Selecteer en selecteer vervolgens Hoe > Papier laden. Selecteer de papiersoort en de papierbron die u wilt
gebruiken om de animaties weer te geven. Selecteer Voltooien om het animatiescherm te sluiten.
Voorgeperforeerd papier afdrukken
Leg een vel voorgeperforeerd papier in de papierlade.
Papierformaat: A3, B4, A4, B5, A5, A6, Letter, Legal
❏Pas de afdrukpositie van uw bestand aan, zodat u niet over de perforaties heen afdrukt.
❏Automatisch dubbelzijdig afdrukken is niet mogelijk met vooraf geperforeerd papier.
Papier laden
>
Papier laden
>
Voorgeperforeerd papier afdrukken
33

Lang papier laden
❏Papierlade
Laad lang papier in de papierlade door de voorrand van het papier te laten overhangen. Selecteer
Gebruikergedef. als instelling voor het papierformaat.
❏Zorg ervoor dat het uiteinde van het papier loodrecht is gesneden. Een diagonale snede kan problemen met
de papierinvoer veroorzaken.
❏Lang papier past niet in de uitvoerlade. Tref maatregelen, bijvoorbeeld een doos, om te voorkomen dat het
papier op de grond valt.
❏Raak papier niet aan wanneer het wordt in- of uitgevoerd. Hierdoor kunt u uw hand verwonden of kan de
afdrukkwaliteit verminderen.
❏Papiercassette
Verleng de papiercassette om lang papier te laden. Selecteer Gebruikergedef. als instelling voor het
papierformaat.
❏Zorg ervoor dat het uiteinde van het papier loodrecht is gesneden. Een diagonale snede kan problemen met
de papierinvoer veroorzaken.
❏Raak papier niet aan wanneer het wordt in- of uitgevoerd. Hierdoor kunt u uw hand verwonden of kan de
afdrukkwaliteit verminderen.
Papier laden
>
Papier laden
>
Lang papier laden
34

Originelen die niet door de ADF worden ondersteund
c
Belangrijk:
Voer geen foto's of waardevolle originele kunstwerken in de ADF in. Door verkeerd invoeren kan het origineel
kreuken of beschadigd raken. Scan deze documenten in plaats daarvan op de scannerglasplaat.
Vermijd het gebruik van de volgende originelen in de ADF om storingen te voorkomen. Gebruik voor deze typen
de scannerglasplaat.
❏Originelen die gescheurd, gevouwen, gekreukeld, beschadigd of omgekruld zijn
❏Originelen met perforatiegaten
❏Originelen die bijeen worden gehouden met plakband, nietjes, paperclips enz.
❏Originelen met stickers of labels
❏Originelen die onregelmatig gesneden zijn of niet in de juiste lijn liggen
❏Originelen die aan elkaar gebonden zijn
❏Transparanten, thermisch papier of doordrukpapier
Het originele formaat automatisch detecteren
Wanneer u Automatische herkenning selecteert als papierinstelling, worden de volgende papiersoorten
automatisch geïdenticeerd.
❏Verticaal plaatsen: A4
Plaats de lange kant van het origineel naar de papierinvoer van de ADF of de linkerzijde van de
scannerglasplaat.
❏Horizontaal plaatsen: A3, B4, A4, B5, A5
Plaats de korte kant van het origineel naar de papierinvoer van de ADF of de linkerzijde van de
scannerglasplaat.
Originelen plaatsen
>
Het originele formaat automatisch detecteren
36

Opmerking:
Het formaat van de volgende originelen wordt mogelijk niet correct gedetecteerd. Als de formaten niet worden gedetecteerd,
stelt u het formaat handmatig in op het bedieningspaneel.
❏Originelen die zijn gescheurd, gevouwen, gekreukt of opgekruld (als de originelen zijn opgekruld, wrij u deze plat
voordat u ze plaatst).
❏Originelen met veel perforatiegaten
❏Transparanten, doorschijnende originelen of glanzende originelen
Originelen plaatsen
Leg originelen op de scannerglasplaat of de ADF.
U kunt meerdere originelen in de ADF plaatsen. Als automatisch dubbelzijdig scannen beschikbaar is, kunt u
beide zijden van het origineel tegelijk scannen. Klik op onderstaande koppeling voor de specicaties van de ADF.
“Specicaties voor ADF” op pagina 338
Volg de onderstaande stappen om de video over het plaatsen van originelen te bekijken.
Selecteer en selecteer vervolgens Hoe > Plaats originelen. Selecteer de methode voor het plaatsen van de
originelen die u wilt bekijken. Selecteer Voltooien om het animatiescherm te sluiten.
De scannerglasplaat gebruiken
!
Let op:
Pas bij het sluiten van de documentkap op dat uw vingers niet klem komen te zitten. Anders kunt u zich
verwonden.
c
Belangrijk:
❏Wanneer u omvangrijke originelen zoals boeken plaatst, zorg er dan voor dat er geen extern licht op de
scannerglasplaat schijnt.
❏Oefen niet te veel kracht uit op de scannerglasplaat of de documentkap. Deze kunnen anders beschadigd raken.
Originelen plaatsen
>
Originelen plaatsen
37

Opmerking:
❏Als er stof of vuil op de scannerglasplaat zit, kan het scanbereik worden vergroot om het mee te nemen, waardoor de
aeelding van het origineel kan verschuiven of kleiner kan worden. Verwijder stof en vuil van de scannerglasplaat
voordat u gaat scannen.
❏De eerste 1,5 mm vanaf de hoek van de scannerglasplaat wordt niet gescand.
❏Wanneer originelen in de ADF en op de scannerglasplaat zijn geplaatst, wordt er prioriteit gegeven aan de originelen in
de ADF.
❏Bepaalde formaten worden mogelijk niet automatisch gedetecteerd. In dat geval moet u het formaat van de originelen
handmatig selecteren.
❏Als u de originelen langdurig op de scannerglasplaat laat liggen, kunnen ze aan het oppervlak van het glas kleven.
De ADF gebruiken
c
Belangrijk:
❏Laad de originelen niet tot boven de streep met het driehoekje op de zijgeleider van de ADF.
❏Plaats tijdens het scannen geen nieuwe originelen.
Opmerking:
Bepaalde formaten worden mogelijk niet automatisch gedetecteerd. In dat geval moet u het formaat van de originelen
handmatig selecteren.
Gerelateerde informatie
&“Originelen die niet door de ADF worden ondersteund” op pagina 36
&“Het originele formaat automatisch detecteren” op pagina 36
&“Scannerspecicaties” op pagina 338
Originelen plaatsen
>
Originelen plaatsen
38

Een extern USB-apparaat plaatsen
Plaats een extern USB-apparaat in de USB-poort voor externe interfaces.
Gerelateerde informatie
&“Specicaties van geheugenapparaten” op pagina 344
Een extern USB-apparaat verwijderen
Verwijder het externe USB-apparaat.
c
Belangrijk:
Als u het externe USB-apparaat verwijdert terwijl u de printer bedient, kunnen de gegevens op het externe USB-
apparaat verloren gaan.
Gegevens op een geheugenapparaat delen
Vanaf een computer kunt u gegevens op een geheugenapparaat schrijven of lezen, zoals een USB-ashstation dat
op de printer is aangesloten.
Een geheugenapparaat plaatsen en verwijderen
>
Gegevens op een geheugenapparaat delen
40

c
Belangrijk:
Bij het delen van een geheugenapparaat dat is ingevoerd in de printer tussen computers verbonden via USB of over
een netwerk, is schrijoegang alleen toegestaan voor de computers die zijn verbonden via de methode die u hebt
geselecteerd op de printer. Als u naar het geheugenapparaat wilt schrijven, gaat u naar Instel. > Algemene
instellingen > Printerinstellingen > Interface geheugenapp. > Bestanden deln op het bedieningspaneel en
selecteert u een verbindingsmethode.
Opmerking:
Als een groot geheugenapparaat is aangesloten, zoals een harde schijf van 2 TB, duurt het even voordat gegevens worden
herkend op de computer.
Windows
Selecteer een geheugenapparaat in Computer of Deze computer. De gegevens op het geheugenapparaat worden
weergegeven.
Opmerking:
Als u de printer met het netwerk hebt verbonden zonder de soware-cd of de Web Installer te gebruiken, wijs dan een USB-
poort voor een externe interface toe als netwerkstation. Open Uitvoeren en voer een printernaam in \\XXXXX of het IP-
adres van een printer \\XXX.XXX.XXX.XXX om te Openen:. Klik met de rechtermuisknop op een weergegeven
apparaatpictogram om het netwerk toe te wijzen. Het netwerkstation verschijnt in Computer of Deze Computer.
Mac OS
Selecteer het juiste apparaatpictogram. De gegevens op het externe opslagapparaat worden weergegeven.
Opmerking:
❏Verwijder een geheugenapparaat door het apparaatpictogram naar de het prullenbakpictogram te slepen. Als u dit niet
doet, worden de gegevens op het gedeelde station mogelijk niet correct weergegeven wanneer een ander geheugenapparaat
wordt geplaatst.
❏Om via het netwerk toegang te krijgen tot een geheugenapparaat, selecteert u Ga > Met server verbinden in het menu
op het bureaublad. Voer een printernaam cifs://XXXXX of smb://XXXXX in (waarbij “XXXXX” de printernaam is) in
Serveradres en klik vervolgens op Ve rbinden.
Gerelateerde informatie
&“Specicaties van geheugenapparaten” op pagina 344
Een geheugenapparaat plaatsen en verwijderen
>
Gegevens op een geheugenapparaat delen
41

Afdrukken
Documenten afdrukken............................................. 43
Afdrukken op enveloppen............................................77
Foto's afdrukken...................................................78
Webpagina's afdrukken..............................................80
Afdrukken via een cloudservice........................................81

Documenten afdrukken
Afdrukken vanaf een computer — Windows
Als u bepaalde printerstuurprogramnmainstellingen niet kunt wijzigen, dan zijn deze mogelijk geblokkeerd door
de beheerder. Neem voor assistentie contact op met uw printerbeheerder.
Afdrukken met eenvoudige instellingen
Opmerking:
Bewerkingen kunnen aankelijk van de toepassing verschillen. Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
1. Laad papier in de printer.
“Papier laden” op pagina 32
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Selecteer Afdrukken of Afdrukinstelling in het menu Bestand.
4. Selecteer uw printer.
5. Selecteer Vo orkeuren of Eigenschappen om het venster van het printerstuurprogramma te openen.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
43

6. Wijzig indien nodig de instellingen.
Zie de menuopties voor het printerstuurprogramma voor meer informatie.
Opmerking:
❏U kunt ook de online-Help raadplegen voor een uitleg van de instellingsitems. Als u met de rechtermuisknop op een
item klikt, wordt Help weergegeven.
❏Wanneer u Afdrukvoorbeeld selecteert, kunt u een voorbeeldweergave bekijken van het document voordat u dit
afdrukt.
7. Klik op OK om het venster van het printerstuurprogramma te sluiten.
8. Klik op Druk af.
Opmerking:
❏Wanneer u Afdrukvoorbeeld selecteert, wordt een voorbeeldvenster weergegeven. Als u de instellingen wilt wijzigen,
klikt u op Annuleren en herhaalt u de procedure vanaf stap 2.
❏Als u het afdrukken wilt annuleren, klikt u op de computer met de rechtermuisknop op de printer in Apparaten en
printers, Printer of in Printers en faxapparaten. Klik op Wat wordt er afgedrukt, klik met de rechtermuisknop op
de taak die u wilt annuleren en selecteer vervolgens Annuleren. U kunt u een afdruktaak echter niet via de
computer annuleren als de taak volledig naar de printer is verzonden. In dit geval moet u de afdruktaak via het
bedieningspaneel op de printer zelf annuleren.
Gerelateerde informatie
&“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 297
&“Lijst met papiersoorten” op pagina 32
&“Menuopties voor het printerstuurprogramma” op pagina 44
Menuopties voor het printerstuurprogramma
Open het afdrukvenster in een toepassing en open het venster van het printerstuurprogramma.
Opmerking:
Menu's kunnen variëren aankelijk van de geselecteerde optie.
Het tabblad Hoofdgroep
Voorkeursinstellingen:
Voorinstellingen toevoegen/verwijderen:
U kunt uw eigen voorinstellingen voor veelgebruikte afdrukinstellingen toevoegen of verwijderen.
Selecteer de voorinstelling die u wilt gebruiken in de lijst.
Papierbron:
Selecteer de papierbron waaruit het papier wordt ingevoerd. Selecteer Automatisch selecteren als u
automatisch dezelfde papierbron wit selecteren die is geselecteerd in de afdrukinstellingen op de
printer.
documentformaat:
Selecteer het papierformaat waarop u wilt afdrukken. Als u Gebruikergedenieerd selecteert, voert u
de papierbreedte en -hoogte in en registreert u het formaat.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
44

Randloos:
Hiermee vergroot u de afdrukgegevens enigszins ten opzichte van het papierformaat om ervoor te
zorgen dat u geen witruimte krijgt rondom. Klik op Instellingen om de mate van vergroting te
selecteren.
Afdrukstand:
Selecteer de afdrukstand voor het afdrukken.
Papiertype:
Selecteer de papiersoort waarop u afdrukt.
Kwaliteit:
Selecteer de gewenste afdrukkwaliteit. De beschikbare instellingen zijn aankelijk van de papiersoort
dat u selecteert. Wanneer u Hoog selecteert, krijgt u afdrukken van betere kwaliteit, maar het
afdrukken duurt mogelijk langer.
Kleur:
Selecteer of u in kleur of monochroom wenst af te drukken.
Dubbelzijdig afdrukken:
Hiermee kunt u dubbelzijdig afdrukken.
Instellingen:
U kunt de inbindrand en de inbindmarges opgeven. Wanneer u documenten met meerdere
pagina's afdrukt, kunt u kiezen of u het afdrukken wilt starten vanaf de voor- of de achterkant
van de pagina.
Afdrukdichtheid:
Selecteer het documenttype om de afdrukdichtheid aan te passen. Als de gewenste
afdrukdichtheid is geselecteerd, voorkomt u dat aeeldingen doordrukken naar de andere
zijde. Selecteer Gebruikergedenieerd om de afdrukdichtheid handmatig aan te passen.
Meerdere pagina's:
Hiermee kunt u posters of meerdere pagina's op één vel afdrukken. Klik op Layout-volg. om de
volgorde op te geven waarin de pagina's worden afgedrukt.
Exemplaren:
Stel het aantal exemplaren in dat u wilt afdrukken.
Sorteren:
Hiermee drukt u meerdere pagina's af in volgorde en gesorteerd in reeksen.
Omgekeerde volgorde:
Hiermee kunt u afdrukken vanaf de laatste pagina zodat de documenten na het afdrukken in
de juiste volgorde worden opgestapeld.
Stille modus:
Hiermee vermindert u het geluid dat de printer produceert. Als u deze optie inschakelt, kan de
afdruksnelheid minder zijn.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
45

Afdrukvoorbeeld:
Hiermee wordt een voorbeeldweergave van het document weergegeven voordat u het afdrukt.
Taken indelen Lite:
Met Job Arranger Lite kunt u meerdere bestanden die door verschillende toepassingen zijn gemaakt
combineren en als één afdruktaak afdrukken.
Instellingen weergeven/Instellingen verbergen:
Hiermee wordt een lijst met items weergegeven die momenteel zijn ingesteld op de tabbladen
Hoofdgroep en Meer opties. U kunt het huidige scherm met instellingen weergeven of verbergen.
Standaardinstellingen herstellen:
Hiermee zet u alle instellingen terug naar de fabriekswaarden. De instellingen op het tabblad Meer
opties worden tevens teruggezet naar de standaardwaarden.
Inktniveau:
Hiermee gee u het geschatte inktniveau weer.
Het tabblad Meer opties
Voorkeursinstellingen:
Voorinstellingen toevoegen/verwijderen:
U kunt uw eigen voorinstellingen voor veelgebruikte afdrukinstellingen toevoegen of verwijderen.
Selecteer de voorinstelling die u wilt gebruiken in de lijst.
documentformaat:
Selecteer het papierformaat waarop u wilt afdrukken.
Uitvoerpapier:
Selecteer het papierformaat waarop u wilt afdrukken. Als de instelling voor documentformaat
afwijkt van de instelling voor Uitvoerpapier, wordt Verk lein/vergroot document automatisch
geselecteerd. U hoe deze optie niet te selecteren wanneer u afdrukt zonder het document te
vergroten of verkleinen.
Verklein/vergroot document:
Hiermee kunt u het formaat van een document vergroten en verkleinen.
Volledige pagina:
Verklein of vergroot het document automatisch om het aan te passen aan het papierformaat
dat is geselecteerd in Uitvoerpapier.
Zoomen naar:
Hiermee drukt u af met een vastgesteld percentage.
Centreren:
Hiermee drukt u op het midden van het papier af.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
46

Kleurcorrectie:
Automatisch:
Hiermee past u de toon van aeeldingen automatisch aan.
Aangepast:
Hiermee kunt u handmatig kleurcorrectie uitvoeren. Als u op Geavanceerd klikt, wordt het
scherm Kleurcorrectie geopend. Hierin kunt een gedetailleerde methode voor kleurcorrectie
selecteren. Wanneer u op Aeeldingsopties klikt, kunt u de methode voor Color Universal
afdrukken instellen en tekst en dunne lijnen benadrukken. U kunt ook Gladde rand, Rode
ogen corrigeren en afdrukinstellingen met verminderde randvervaging inschakelen.
Watermerkfuncties:
Hiermee kunt u instellingen congureren voor antikopieerpatronen, watermerken of kop- en
voetteksten.
Toev./Verw.:
Hiermee kunt u antikopieerpatronen of watermerken toevoegen of verwijderen.
Instellingen:
Hiermee kunt u de methode voor het afdrukken van antikopieerpatronen of watermerken
instellen.
Koptekst/voettekst:
U kunt de gebruikersnaam en afdrukdatum afdrukken in een kop- of voettekst. U kunt
vervolgens de kleur, het lettertype, de lettergrootte en de stijl instellen.
Vertrouwelijke afdruktaak:
Beveilig vertrouwelijke documenten met een wachtwoord tijdens het afdrukken. Als u deze functie
gebruikt, kunnen de afdrukgegevens die in de printer zijn opgeslagen alleen worden afgedrukt nadat
het wachtwoord is ingevoerd op het bedieningspaneel van de printer. Klik op Instellingen om de
instellingen te wijzigen.
Aanvullende instellingen:
180° draaien:
Hiermee draait u de pagina's 180 graden voordat ze worden afgedrukt. Selecteer dit item als u
afdrukt op bijvoorbeeld enveloppen die op een bepaalde manier in de printer zijn geplaatst.
Bidirectioneel afdrukken:
Hiermee wordt afgedrukt wanneer de printkop in beide richtingen beweegt. Het afdrukken
verloopt sneller, maar de kwaliteit kan afnemen.
Spiegel afbeelding:
Hiermee keert u de aeelding om zodat deze gespiegeld wordt afgedrukt.
Instellingen weergeven/Instellingen verbergen:
Hiermee wordt een lijst met items weergegeven die momenteel zijn ingesteld op de tabbladen
Hoofdgroep en Meer opties. U kunt het huidige scherm met instellingen weergeven of verbergen.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
47

Standaardinstellingen herstellen:
Hiermee zet u alle instellingen terug naar de fabriekswaarden. De instellingen op het tabblad
Hoofdgroep worden tevens teruggezet naar de standaardwaarden.
Het tabblad Hulpprogramma's
PrintkopControle spuitm.:
U kunt een spuitkanaaltjespatroon afdrukken om te controleren of de spuitkanaaltjes van de printkop
verstopt zijn.
Printkop reinigen:
Hiermee reinigt u de verstopte spuitkanaaltjes van de printkop. Voor deze functie wordt wat inkt
gebruikt. Reinig de printkop daarom alleen als enkele spuitkanaaltjes verstopt zijn. Druk een
spuitkanaaltjespatroon af en selecteer Bezig te reinigen..
Taken indelen Lite:
Hiermee wordt het venster Taken indelen Lite geopend. Hier kunt u gegevens die u eerder hebt
opgeslagen, openen en bewerken.
EPSON Status Monitor 3:
Hiermee wordt het venster EPSON Status Monitor 3 geopend. Hier kunt u de status van de printer en
de verbruiksartikelen controleren.
Controlevoorkeursinstellingen:
Hiermee kunt u instellingen congureren voor items in het venster EPSON Status Monitor 3.
Extra instellingen:
Hiermee kunt u verschillende instellingen congureren. Klik met de rechtermuisknop op elk item om
de Help weer te geven voor meer informatie.
Wachtrij:
Hiermee worden de taken in de wachtrij weergegeven. U kunt afdruktaken controleren, het
afdrukken onderbreken of hervatten.
Printer- en optie-informatie:
Hiermee wordt het aantal vellen papier weergegeven dat in de printer of de ADF is ingevoerd.
Taal:
Hiermee wijzigt u de taal die in het venster van het printerstuurprogramma wordt gebruikt. Als u de
instellingen wilt toepassen, sluit u het printerstuurprogramma en opent u dit weer.
Software-update:
Hiermee start u EPSON Soware Updater om op internet te controleren of u over de meest recente
versies van toepassingen beschikt.
Online volgorde:
Hiermee hebt u toegang tot de website waar u inktcartridges van Epson kunt kopen.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
48

Technische ondersteuning:
Als deze handleiding op uw computer is geïnstalleerd, wordt de handleiding weergegeven. Als deze
niet is geïnstalleerd, kunt u naar de Epson-website gaan om de handleiding en de beschikbare
technische ondersteuning te raadplegen.
Voorinstellingen voor afdrukken toevoegen voor eenvoudig afdrukken
Als u uw eigen voorinstelling maakt van vaak gebruikte instellingen, kunt u snel afdrukken door deze
voorinstelling in de lijst te selecteren.
1. Stel op het tabblad Hoofdgroep of Meer opties van het printerstuurprogramma elk item in (zoals
documentformaat en Papiertype).
2. Klik op Voorinstellingen toevoegen/verwijderen in Voorkeursinstellingen.
3. Voer een Naam in en voer eventueel een opmerking in.
4. Klik op Opslaan.
Opmerking:
Als u een toegevoegde voorinstelling wilt verwijderen, klikt u op Voorinstellingen toevoegen/verwijderen, waarna u de
naam selecteert van de desbetreende voorinstelling en deze verwijdert.
“Het tabblad Hoofdgroep” op pagina 44
“Het tabblad Meer opties” op pagina 46
5. Klik op Druk af.
De volgende keer dat u met dezelfde instelling wilt afdrukken, selecteert u de naam van de geregistreerde instelling
in Voorkeursinstellingen en klikt u op OK.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden” op pagina 32
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 43
Dubbelzijdig afdrukken
Als u beide zijden van het papier wilt bedrukken, hebt u de volgende mogelijkheden.
❏Automatisch dubbelzijdig afdrukken
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
49

❏Handmatig dubbelzijdig afdrukken
Wanneer de printer klaar is met de eerste zijde, draait u het papier om en bedrukt u de andere zijde.
Opmerking:
❏Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
❏Als u geen papier gebruikt dat geschikt is voor dubbelzijdig afdrukken, kan de afdrukkwaliteit achteruitgaan en kan het
papier vastlopen.
“Papier voor dubbelzijdig afdrukken” op pagina 301
❏Aankelijk van het papier en de gegevens, kan inkt doorlekken naar de andere zijde van het papier.
❏U kunt niet handmatig dubbelzijdig afdrukken als EPSON Status Monitor 3 niet is ingeschakeld. Als EPSON Status
Monitor 3 is uitgeschakeld, opent u het venster van het printerstuurprogramma, klikt u op Extra instellingen op het
tabblad Hulpprogramma's en selecteert u EPSON Status Monitor 3 inschakelen.
❏De functie is echter mogelijk niet beschikbaar wanneer de printer wordt gebruikt via een netwerk of als een gedeelde
printer.
1. Selecteer op het tabblad Hoofdgroep van het printerstuurprogramma de methode Dubbelzijdig afdrukken.
2. Klik op Instellingen, congureer de instellingen en klik op OK.
3. Klik op Afdrukdichtheid, congureer de instellingen en klik op OK.
Als u Afdrukdichtheid instelt, kunt u de afdrukdichtheid aanpassen op basis van het documenttype.
Opmerking:
❏Deze instelling is niet beschikbaar wanneer u handmatig dubbelzijdig afdrukken selecteert.
❏Het afdrukken kan langzaam zijn aankelijk van de optiecombinatie die u hebt geselecteerd voor Afdrukdichtheid
in het venster Documenttype selecteren en voor Kwalite it op het tabblad Hoofdgroep.
4. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik dan op OK.
“Het tabblad Hoofdgroep” op pagina 44
“Het tabblad Meer opties” op pagina 46
5. Klik op Druk af.
Wanneer bij handmatig dubbelzijdig afdrukken de eerste zijde klaar is, verschijnt een pop-upvenster op de
computer. Volg de instructies op het scherm.
Gerelateerde informatie
&“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 297
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
50

&“Papier laden” op pagina 32
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 43
Een brochure afdrukken
U kunt ook een brochure afdrukken door de pagina's te herschikken en de afdruk te vouwen.
Opmerking:
❏Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
❏Als u geen papier gebruikt dat geschikt is voor dubbelzijdig afdrukken, kan de afdrukkwaliteit achteruitgaan en kan het
papier vastlopen.
“Papier voor dubbelzijdig afdrukken” op pagina 301
❏Aankelijk van het papier en de gegevens, kan inkt doorlekken naar de andere zijde van het papier.
❏U kunt niet handmatig dubbelzijdig afdrukken als EPSON Status Monitor 3 niet is ingeschakeld. Als EPSON Status
Monitor 3 is uitgeschakeld, opent u het venster van het printerstuurprogramma, klikt u op Extra instellingen op het
tabblad Hulpprogramma's en selecteert u EPSON Status Monitor 3 inschakelen.
❏De functie is echter mogelijk niet beschikbaar wanneer de printer wordt gebruikt via een netwerk of als een gedeelde
printer.
1. Selecteer op het tabblad Hoofdgroep van het printerstuurprogramma bij Dubbelzijdig afdrukken op welke
manier u de lange rand wilt inbinden.
2. Klik op Instellingen, selecteer Boekje en selecteer vervolgens In midden binden of Aan zijkant binden.
❏In midden binden: gebruik deze methode wanneer u een klein aantal pagina's afdrukt die eenvoudig
kunnen worden gestapeld en dubbelgevouwen.
❏Aan zijkant binden. Gebruik deze methode wanneer u één vel (vier pagina's) per keer afdrukt en
dubbelvouwt om ze daarna allemaal samen te voegen.
3. Klik op OK.
4. Wanneer afdrukgegevens veel foto's en aeeldingen bevatten, klikt u op Afdrukdichtheid. Congureer de
benodigde instellingen en klik vervolgens op OK.
Als u Afdrukdichtheid instelt, kunt u de afdrukdichtheid aanpassen op basis van het documenttype.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
51

Opmerking:
Het afdrukken kan langzaam zijn aankelijk van de optiecombinatie die u hebt geselecteerd voor Documenttype
selecteren in het venster Afdrukdichtheid aanpassen en voor Kwaliteit op het tabblad Hoofdgroep.
5. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik vervolgens op OK.
6. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
&“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 297
&“Papier laden” op pagina 32
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 43
Meerdere pagina's op één vel afdrukken
U kunt meerdere pagina's met gegevens op één vel papier afdrukken.
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
1. Selecteer op het tabblad Hoofdgroep van het printerstuurprogramma de optie 2-omhoog, 4-omhoog, 6 per
vel, 8-omhoog, 9 per vel of 16 per vel bij de instelling Meerdere pagina's.
2. Klik op Layout-volg., congureer de instellingen en klik op OK.
3. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik vervolgens op OK.
“Het tabblad Hoofdgroep” op pagina 44
“Het tabblad Meer opties” op pagina 46
4. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden” op pagina 32
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
52

&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 43
Afdruk aanpassen aan papierformaat
Selecteer het papierformaat dat u in de printer hebt geplaatst als de instelling voor Doelpapierformaat.
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
1. Stel op het tabblad Meer opties van het printerstuurprogramma het volgende in.
❏documentformaat: selecteer het formaat van het papier dat u in de toepassing hebt ingesteld.
❏Uitvoerpapier: selecteer het papierformaat dat u in de printer hebt geplaatst.
Volledige pagina wordt automatisch geselecteerd.
Opmerking:
Klik op Centreren om de verkleinde aeelding in het midden van het papier af te drukken.
2. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik dan op OK.
“Het tabblad Hoofdgroep” op pagina 44
“Het tabblad Meer opties” op pagina 46
3. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden” op pagina 32
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 43
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
53

Een verkleind of vergroot document op elke vergroting afdrukken
U kunt het formaat van een document met een speciek percentage verkleinen of vergroten.
1. Selecteer op het tabblad Meer opties in het printerstuurprogramma het documentformaat in de instelling
documentformaat.
2. Selecteer het papierformaat waarop u wilt afdrukken in de instelling Uitvoerpapier.
3. Selecteer Verklein/vergroot d o cu ment, Zoomen naar, en voer vervolgens een percentage in.
4. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik dan op OK.
“Het tabblad Hoofdgroep” op pagina 44
“Het tabblad Meer opties” op pagina 46
5. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden” op pagina 32
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 43
Een afbeelding vergroot afdrukken op meerdere vellen (een poster maken)
Met deze functie kunt u één aeelding afdrukken op meerdere vellen papier. U kunt een grotere poster maken
door ze samen te plakken.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
54

Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
1. Selecteer op het tabblad Hoofdgroep van het printerstuurprogramma de optie 2x1 Poster, 2x2 Poster, 3x3
Poster of 4x4 Poster bij Meerdere pagina's.
2. Klik op Instellingen, congureer de instellingen en klik op OK.
Opmerking:
Snijlijnen afdrukken maakt het mogelijk een snijlijn af te drukken.
3. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik vervolgens op OK.
“Het tabblad Hoofdgroep” op pagina 44
“Het tabblad Meer opties” op pagina 46
4. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden” op pagina 32
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 43
Posters met overlappende uitlijnmarkeringen maken
In dit voorbeeld ziet u hoe u een poster maakt wanneer 2x2 Poster geselecteerd is en Overlappende
uitlijningstekens geselecteerd is bij Snijlijnen afdrukken.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
55

1. Prepareer Sheet 1 en Sheet 2. Knip de marges van Sheet 1 langs de verticale blauwe lijn door het midden van
de kruisjes boven en onder.
2. Plaats de rand van Sheet 1 op Sheet 2 en lijn de kruisjes uit. Plak de twee vellen aan de achterkant voorlopig
aan elkaar vast.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
56

3. Knip de vastgeplakte vellen in twee langs de verticale rode lijn door de uitlijningstekens (ditmaal door de lijn
links van de kruisjes).
4. Plak de vellen aan de achterkant aan elkaar.
5. Herhaal stap 1 t/m 4 om Sheet 3 en Sheet 4 aan elkaar te plakken.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
57

6. Knip de marges van Sheet 1 en Sheet 2 angs de horizontale blauwe lijn door het midden van de kruisjes aan de
linker- en rechterkant.
7. Plaats de rand van Sheet 1 en Sheet 2 op Sheet 3 en Sheet 4 en lijn de kruisjes uit. Plak de vellen dan voorlopig
aan de achterkant aan elkaar.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
58

10. Knip de resterende marges af langs de buitenste lijn.
Afdrukken met een kop- en voettekst
U kunt de gebruikersnaam en afdrukdatum afdrukken in een kop- of voettekst.
1. Klik op het tabblad Meer opties in het printerstuurprogramma op Watermerk functies en selecteer vervolgens
Koptekst/voettekst.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
60

2. Klik op Instellingen en selecteer vervolgens de items die u wilt afdrukken.
Opmerking:
❏Selecteer Paginanummer om het eerste paginanummer op te geven vanaf de afdrukpositie in de kop- of voettekst en
selecteer vervolgens het nummer bij Beginnummer.
❏Als u tekst wilt afdrukken in de kop- of voettekst, selecteert u de afdrukpositie en vervolgens Tekst . Voer in het
tekstinvoerveld de tekst in die u wilt afdrukken.
3. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik vervolgens op OK.
“Het tabblad Hoofdgroep” op pagina 44
“Het tabblad Meer opties” op pagina 46
4. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden” op pagina 32
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 43
Een watermerk afdrukken
U kunt een watermerk, bijvoorbeeld “Vertrouwelijk”, of een antikopieerpatroon op uw documenten afdrukken. Als
u een antikopieerpatroon afdrukt, verschijnen de verborgen letters wanneer het document wordt gekopieerd, om
het origineel te onderscheiden van de kopieën.
Antikopieerpatroon is beschikbaar als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
❏Papiersoort: gewoon papier, kopieerpapier, brieoofdpapier, gerecycled papier, gekleurd papier, voorgedrukt
papier, gewoon papier van hoge kwaliteit of dik papier
❏Randloos: niet geselecteerd
❏Kwaliteit: Standaard
❏Dubbelzijdig afdrukken: Uit, Handmatig (binden langs lange zijde) of Handmatig (binden langs korte zijde)
❏Kleurcorrectie: Automatisch
❏Breedlopend papier: niet geselecteerd
Opmerking:
U kunt ook uw eigen watermerk of antikopieerpatroon toevoegen.
1. Klik op het tabblad Meer opties in het printerstuurprogramma op Watermerk functies en selecteer vervolgens
Antikopieerpatroon of Watermerk.
2. Klik op Instellingen om details te wijzigen zoals het formaat, de dichtheid of de positie van het watermerk.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
61

3. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik dan op OK.
“Het tabblad Hoofdgroep” op pagina 44
“Het tabblad Meer opties” op pagina 46
4. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden” op pagina 32
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 43
Met een wachtwoord beschermde bestanden afdrukken
U kunt een wachtwoord instellen voor een afdruktaak, zodat de taak pas kan worden afgedrukt nadat het
wachtwoord is ingevoerd op het bedieningspaneel van de printer.
1. Klik op het tabblad Meer opties in het printerstuurprogramma op Vertrouwelijke afdruktaak en voer
vervolgens een wachtwoord in.
2. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik dan op OK.
“Het tabblad Hoofdgroep” op pagina 44
“Het tabblad Meer opties” op pagina 46
3. Klik op Druk af.
4. Als u de taak wilt afdrukken, selecteert u op het startscherm van het bedieningspaneel van de printer de optie
Vertrouwelijke afdrukt.. Selecteer de taak die u wilt afdrukken en voer vervolgens het wachtwoord in.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden” op pagina 32
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 43
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
62

Meerdere bestanden tegelijkertijd afdrukken
Met Taken indelen Lite kunt u meerdere bestanden die door verschillende toepassingen zijn gemaakt combineren
en als één afdruktaak afdrukken. U kunt de afdrukinstellingen, zoals de lay-out voor meerdere pagina's en
dubbelzijdig afdrukken, voor gecombineerde bestanden congureren.
1. Selecteer op het tabblad Hoofdgroep van het printerstuurprogramma de optie Taken indelen Lite.
“Het tabblad Hoofdgroep” op pagina 44
2. Klik op Druk af.
Als u begint met afdrukken wordt het venster Taken indelen Lite weergegeven.
3. Open het bestand dat u met het huidige bestand wilt combineren terwijl het venster Taken indelen Lite
openstaat. Herhaal vervolgens de bovenstaande stappen.
4. Wanneer u een afdruktaak selecteert die is toegevoegd aan Afdrukproject Lite in het venster Taken indelen
Lite, kunt u de paginalay-out bewerken.
5. Klik op Afdrukken in het menu Bestand om het afdrukken te starten.
Opmerking:
Als u het venster Taken indelen Lite sluit voordat alle afdrukgegevens zijn toegevoegd aan het Afdrukproject, wordt de
afdruktaak waaraan u werkt geannuleerd. Klik op Opslaan in het menu Bestand om de huidige taak op te slaan. De
bestandsextensie van de opgeslagen bestanden is “ecl”.
Als u een afdrukproject wilt openen, klikt u op Taken ind e le n Lite op het tabblad Hulpprogramma's van het
printerstuurprogramma.om het venster Job Arranger Lite te openen. Selecteer vervolgens Openen in het menu Bestand
om het bestand te selecteren.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden” op pagina 32
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 43
Afdrukken met de afdrukfunctie Universele kleuren
U kunt de zichtbaarheid van tekst en aeeldingen op afdrukken verbeteren.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
63

Color Universal afdrukken is alleen beschikbaar als de volgende instellingen zijn geselecteerd.
❏Papiersoort: normaal papier, kopieerpapier, brieoofd, gerecycled papier, gekleurd papier, voorgedrukt papier,
normaal papier van hoge kwaliteit
❏Kwaliteit: Standaard of een hogere kwaliteit
❏Afdrukkleur: Kleur
❏Toepassingen: Microso® Oce 2007 of nieuwer
❏Tekstgrootte: 96-punts of kleiner
1. Klik op het tabblad Meer opties van het printerstuurprogramma op de optie Aeeldingsopties in de
instelling voor Kleurcorrectie.
2. Selecteer een optie in de instelling Color Universal afdrukken.
3. Klik op Verb eteropties om verdere instellingen te congureren.
4. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik dan op OK.
“Het tabblad Hoofdgroep” op pagina 44
“Het tabblad Meer opties” op pagina 46
5. Klik op Druk af.
Opmerking:
❏Sommige tekens worden mogelijk gewijzigd in patronen, zoals “+” dat wordt weergegeven als “±”.
❏Met deze instellingen kunnen toepassingsspecieke patronen en onderstrepingen de afgedrukte inhoud wijzigen.
❏De afdrukkwaliteit kan afnemen voor foto's en andere aeeldingen wanneer u de Color Universal afdrukken-
instellingen gebruikt.
❏Als u Color Universal afdrukken-instellingen gebruikt, wordt het afdrukken vertraagd.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden” op pagina 32
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 43
De afdrukkleur aanpassen
U kunt de kleuren aanpassen die voor een afdruktaak worden gebruikt. Deze aanpassingen worden niet
doorgevoerd in de oorspronkelijke gegevens.
PhotoEnhance gee scherpere afdrukken en levendigere kleuren door aanpassing van het contrast, de verzadiging
en de helderheid van de oorspronkelijke aeeldingsgegevens.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
64

Opmerking:
PhotoEnhance past de kleur aan door de locatie van het onderwerp te analyseren. Als u de locatie van het onderwerp hebt
gewijzigd door verkleinen, vergroten, bijsnijden of roteren, kan de kleur onverwacht veranderen. Wanneer u de instelling
voor randloos selecteert, wordt de locatie van het onderwerp ook gewijzigd, wat in kleurwijzigingen resulteert. Als de
aeelding niet is scherpgesteld, is de kleurtoon mogelijk onnatuurlijk. Als de kleur is gewijzigd of onnatuurlijk is geworden,
druk dan niet in PhotoEnhance maar in een andere modus af.
1. Selecteer op het tabblad Meer opties in het printerstuurprogramma de methode voor kleurcorrectie in de
instelling Kleurcorrectie.
❏Automatisch: met deze instelling wordt de toon automatisch aangepast aan de instellingen voor de
papiersoort en de afdrukkwaliteit.
❏Aangepast: klik op Geavanceerd als u uw eigen instellingen wilt opgeven.
2. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik vervolgens op OK.
“Het tabblad Hoofdgroep” op pagina 44
“Het tabblad Meer opties” op pagina 46
3. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden” op pagina 32
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 43
Dunne lijnen benadrukken tijdens het afdrukken
Lijnen die te dun zijn om af te drukken, kunnen dikker worden gemaakt.
1. Klik op het tabblad Meer opties van het printerstuurprogramma op de optie Aeeldingsopties in de
instelling voor Kleurcorrectie.
2. Selecteer Dunne lijnen benadrukken.
3. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik dan op OK.
“Het tabblad Hoofdgroep” op pagina 44
“Het tabblad Meer opties” op pagina 46
4. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden” op pagina 32
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 43
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
65

Duidelijke streepjescodes afdrukken
U kunt een streepjescode duidelijk afdrukken, zodat deze eenvoudig kan worden gescand. Schakel deze functie
alleen in als de streepjescode die u hebt afgedrukt niet kan worden gescand.
Onder de volgende voorwaarden kunt u deze functie gebruiken.
❏Papiersoort: gewoon papier, brieoofdpapier, gerecycled papier, gekleurd papier, voorgedrukt papier, gewoon
papier van hoge kwaliteit, dik papier, Epson Photo Quality Ink Jet, Epson Matte of envelop
❏Kwaliteit: Standaard
1. Klik op het tabblad Hulpprogramma's in het printerstuurprogramma op Extra instellingen en selecteer
vervolgens Streepjescodemodus.
2. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik vervolgens op OK.
“Het tabblad Hoofdgroep” op pagina 44
“Het tabblad Meer opties” op pagina 46
3. Klik op Druk af.
Opmerking:
Aankelijk van de omstandigheden is het opheen van wazigheid soms niet mogelijk.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden” op pagina 32
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 43
Afdrukken vanaf een computer — Mac OS
Afdrukken met eenvoudige instellingen
Opmerking:
De precieze werking en schermen hangen af van de toepassing. Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Mac OS
66

1. Laad papier in de printer.
“Papier laden” op pagina 32
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Selecteer Afdrukken in het menu Bestand of een andere opdracht om het afdrukdialoogvenster te openen.
Klik indien nodig op Toon details of
d
om het afdrukvenster te vergroten.
4. Selecteer uw printer.
5. Selecteer Printerinstellingen in het venstermenu.
Opmerking:
Als het menu Printerinstellingen niet wordt weergegeven in macOS Catalina (10.15) of hoger, macOS High Sierra
(10.13), macOS Sierra (10.12), OS X El Capitan (10.11), OS X Yosemite (10.10), OS X Mavericks (10.9), OS X
Mountain Lion (10.8), is het Epson-printerstuurprogramma niet goed geïnstalleerd. Doe dit vanuit het volgende menu.
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu Apple > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en
faxen), verwijder de printer en voeg de printer opnieuw toe. Zie het volgende om een printer toe te voegen.
“De printer toevoegen (alleen voor Mac OS)” op pagina 164
macOS Mojave (10.14) hee geen toegang tot Printerinstellingen in toepassingen van Apple, zoals TextEdit.
6. Wijzig indien nodig de instellingen.
Zie de menuopties voor het printerstuurprogramma voor meer informatie.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Mac OS
67

7. Klik op Druk af.
Opmerking:
Als u het afdrukken wilt annuleren, klikt u op de computer op het printerpictogram in de Dok. Selecteer de taak die u
wilt annuleren en voer een van de volgende acties uit. U kunt u een afdruktaak echter niet via de computer annuleren
als de taak volledig naar de printer is verzonden. In dit geval moet u de afdruktaak via het bedieningspaneel op de
printer zelf annuleren.
❏OS X Mountain Lion (10.8) of hoger
Klik op naast de voortgangsbalk.
❏Mac OS X v10.6.8 t/m v10.7.x
Klik op Ve r w ijderen.
Gerelateerde informatie
&“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 297
&“Lijst met papiersoorten” op pagina 32
&“Menuopties voor Printerinstellingen” op pagina 69
Menuopties voor het printerstuurprogramma
Open het afdrukvenster in een toepassing en open het venster van het printerstuurprogramma.
Opmerking:
Menu's kunnen variëren aankelijk van de geselecteerde optie.
Menuopties voor lay-out
Pagina's per vel:
Selecteer het aantal pagina's dat op één vel moet worden afgedrukt.
Lay-outrichting:
Geef de volgorde op waarin de pagina's moeten worden afgedrukt.
Rand:
Hiermee drukt u een rand af rond de pagina's.
Afdrukstand omdraaien:
Hiermee draait u de pagina's 180 graden voordat ze worden afgedrukt. Selecteer dit item als u afdrukt
op bijvoorbeeld enveloppen die op een bepaalde manier in de printer zijn geplaatst.
Horizontaal spiegelen:
Hiermee drukt u een aeelding af zoals deze eruit zou zien in een spiegel.
Menuopties voor kleuren aanpassen
ColorSync/EPSON Kleurencontrole:
Selecteer de methode voor kleuraanpassingen. Met deze opties worden kleuren aangepast tussen de
printer en het computerscherm om het kleurverschil te minimaliseren.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Mac OS
68

Menuopties voor papierverwerking
Pagina's sorteren:
Hiermee drukt u meerdere pagina's af in volgorde en gesorteerd in reeksen.
Pagina's die moeten worden afgedrukt:
Selecteer deze optie om alleen even of oneven pagina's af te drukken.
Paginavolgorde:
Selecteer deze optie om vanaf de laatste pagina af te drukken.
Aanpassen aan papierformaat:
Hiermee past u de afdruk aan het papierformaat aan dat is geladen.
❏Doelpapierformaat:
Selecteer het papierformaat waarop u wilt afdrukken.
❏Alleen omlaag schalen:
Selecteer deze optie wanneer u de grootte alleen wilt verkleinen als de afdrukgegevens te groot zijn
voor het papierformaat dat in de printer is geladen.
Menuopties voor voorblad
Voorblad afdrukken:
Selecteer of u een voorblad wilt afdrukken. Als u een achterkant wilt toevoegen, selecteert u Na
document.
Type voorblad:
Selecteer de inhoud van het voorblad.
Menuopties voor Printerinstellingen
Papierbron:
Selecteer de papierbron waaruit het papier wordt ingevoerd. Selecteer Automatisch selecteren als u
automatisch dezelfde papierbron wit selecteren die is geselecteerd in de afdrukinstellingen op de
printer.
Afdrukmateriaal:
Selecteer de papiersoort waarop u afdrukt.
Afdrukkwaliteit:
Selecteer de gewenste afdrukkwaliteit. De opties variëren aankelijk van de papiersoort.
Randloos:
Dit selectievakje wordt ingeschakeld wanneer u een randloos papierformaat selecteert.
Bij het randloos afdrukken worden de afdrukgegevens enigszins vergroot ten opzichte van het
papierformaat. Dit zorgt ervoor dat u geen witruimte krijgt rondom.
Uitbreiding: selecteer de mate van vergroting.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Mac OS
69

Grijswaarden:
Selecteer deze optie wanneer u wilt afdrukken in zwart-wit of grijswaarden.
Spiegel afbeelding:
Hiermee keert u de aeelding om zodat deze gespiegeld wordt afgedrukt.
Menuopties voor Kleurenopties
Handm. inst.:
Hiermee kunt u de kleur handmatig aanpassen. In Extra instellingen kunt u gedetailleerde instellingen
congureren.
PhotoEnhance:
Gee scherpere afdrukken en levendigere kleuren door aanpassing van het contrast, de verzadiging en
de helderheid van de oorspronkelijke aeeldingsgegevens.
Uit (Geen kleuraanpassing):
Afdrukken zonder de kleuren te verbeteren of aan te passen.
Menuopties voor Inst. dubbelzijdig afdr.
Dubbelz. afdrukken:
Hiermee drukt u af op beide zijden van het papier.
Voorinstellingen voor afdrukken toevoegen voor eenvoudig afdrukken
Als u uw eigen voorinstelling maakt van vaak gebruikte instellingen, kunt u snel afdrukken door deze
voorinstelling in de lijst te selecteren.
1. Stel alle items in, zoals Printerinstellingen en Lay-out (Papierformaat, Afdrukmateriaal enzovoort).
2. Klik op Voorinstellingen om de huidige instelling op te slaan als een voorinstelling.
3. Klik op OK.
Opmerking:
Als u een toegevoegde voorinstelling wilt verwijderen, klikt u op Voorinstellingen > Voorinstellingen weergeven,
selecteert u de naam van de voorinstelling die u wilt verwijderen en verwijdert u deze.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Mac OS
70

4. Klik op Druk af.
De volgende keer dat u met dezelfde instelling wilt afdrukken, selecteert u de naam van de geregistreerde
voorinstelling in Voorinstellingen.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden” op pagina 32
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 66
Dubbelzijdig afdrukken
U kunt dubbelzijdig afdrukken.
Opmerking:
❏Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
❏Als u geen papier gebruikt dat geschikt is voor dubbelzijdig afdrukken, kan de afdrukkwaliteit achteruitgaan en kan het
papier vastlopen.
“Papier voor dubbelzijdig afdrukken” op pagina 301
❏Aankelijk van het papier en de gegevens, kan inkt doorlekken naar de andere zijde van het papier.
1. Selecteer Inst. dubbelzijdig afdr. in het venstermenu.
2. Selecteer de bindingen in Dubbelz. afdrukken.
3. Selecteer het type van uw origineel in Documenttype.
Opmerking:
❏Het afdrukken kan traag verlopen naargelang de instellingen van Documenttype.
❏Als u iets met een hoge gegevensdichtheid afdrukt, zoals foto's of graeken, selecteert u Tekst en foto's of Teks t en
aeeldingen als de instelling voor Documenttype. Als de aeelding vlekken vertoont of doorloopt naar de
achterkant, past u de afdrukdichtheid en de droogtijd voor de inkt aan door op de pijl te klikken naast
Aanpassingen.
4. Geef naar wens nog meer instellingen op.
5. Klik op Druk af.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Mac OS
71

Gerelateerde informatie
&“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 297
&“Papier laden” op pagina 32
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 66
Meerdere pagina's op één vel afdrukken
U kunt meerdere pagina's met gegevens op één vel papier afdrukken.
1. Selecteer Lay-out in het venstermenu.
2. Stel het aantal pagina's in Pagina's per vel, de Richting van indeling (paginavolgorde) en Randen in.
“Menuopties voor lay-out” op pagina 68
3. Geef naar wens nog meer instellingen op.
4. Klik op Druk af.
Afdruk aanpassen aan papierformaat
Selecteer het papierformaat dat u in de printer hebt geplaatst als de instelling voor Doelpapierformaat.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Mac OS
72

1. Selecteer het papierformaat van het papier dat u in de toepassing als Papierformaat hebt ingesteld.
2. Selecteer Papierverwerking in het venstermenu.
3. Selecteer Aanpassen aan papierformaat.
4. Selecteer het papierformaat dat u in de printer hebt geplaatst als de instelling voor Doelpapierformaat.
5. Geef naar wens nog meer instellingen op.
6. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden” op pagina 32
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 66
Een verkleind of vergroot document op elke vergroting afdrukken
U kunt het formaat van een document met een speciek percentage verkleinen of vergroten.
1. Selecteer Afdrukken in het menu Bestand of een andere opdracht om het afdrukdialoogvenster te openen.
2. Selecteer Pagina-instelling in het menu Bestand van de toepassing.
3. Selecteer Printer, Papierformaat, voer het percentage inbij Schalen en klik vervolgens op OK.
Opmerking:
Selecteer het papierformaat dat u in de toepassing hebt ingesteld bij Doelpapierformaat.
4. Geef naar wens nog meer instellingen op.
5. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden” op pagina 32
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Afdrukken vanaf een computer — Mac OS
73

&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 66
De afdrukkleur aanpassen
U kunt de kleuren aanpassen die voor een afdruktaak worden gebruikt. Deze aanpassingen worden niet
doorgevoerd in de oorspronkelijke gegevens.
PhotoEnhance gee scherpere afdrukken en levendigere kleuren door aanpassing van het contrast, de verzadiging
en de helderheid van de oorspronkelijke aeeldingsgegevens.
Opmerking:
PhotoEnhance past de kleur aan door de locatie van het onderwerp te analyseren. Als u de locatie van het onderwerp hebt
gewijzigd door verkleinen, vergroten, bijsnijden of roteren, kan de kleur onverwacht veranderen. Wanneer u de instelling
voor randloos selecteert, wordt de locatie van het onderwerp ook gewijzigd, wat in kleurwijzigingen resulteert. Als de
aeelding niet is scherpgesteld, is de kleurtoon mogelijk onnatuurlijk. Als de kleur is gewijzigd of onnatuurlijk is geworden,
druk dan niet in PhotoEnhance maar in een andere modus af.
1. Selecteer Kleuren aanpassen in het snelmenu en selecteer vervolgens EPSON Kleurencontrole.
2. Selecteer Kleurenopties in het snelmenu en selecteer dan één van de beschikbare opties.
3. Klik op de pijl naast Extra instellingen en kies de juiste instellingen.
4. Geef naar wens nog meer instellingen op.
5. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden” op pagina 32
&“Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 66
Documenten afdrukken vanaf smart devices (iOS)
U kunt documenten afdrukken vanaf een smart device, zoals een smartphone of tablet.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Documenten afdrukken vanaf smart devices (iOS)
74

Documenten afdrukken met Epson Smart Panel
Opmerking:
Bewerkingen kunnen aankelijk van het apparaat verschillen.
1. Stel de printer in om draadloos afdrukken mogelijk te maken.
2. Installeer Epson Smart Panel als dit niet is geïnstalleerd.
“Toepassing voor het gemakkelijk bedienen van de printer vanaf een smart-apparaat (Epson Smart Panel)” op
pagina 306
3. Verbind uw smart device met de draadloze router.
4. Start Epson Smart Panel.
5. Selecteer op het startscherm het menu voor het afdrukken van documenten.
6. Selecteer het document dat u wilt afdrukken.
7. Start het afdrukken.
Documenten afdrukken met AirPrint
AirPrint maakt draadloos afdrukken vanaf iPhone, iPad, iPod touch en Mac mogelijk zonder installatie van de
nieuwste stuurprogramma's of sowaredownloads.
Opmerking:
Als u de meldingen voor de papierconguratie op het bedieningspaneel van uw printer hebt uitgeschakeld, kunt u AirPrint
niet gebruiken. Volg de onderstaande koppeling om de meldingen zo nodig in te schakelen.
1. Stel de printer in om draadloos afdrukken mogelijk te maken. Raadpleeg de onderstaande koppeling.
http://epson.sn
2. Verbind uw Apple-apparaat met hetzelfde draadloze netwerk dat uw printer gebruikt.
3. Print van uw toestel op uw printer.
Opmerking:
Raadpleeg voor meer informatie de pagina over AirPrint op de Apple-website.
Gerelateerde informatie
&“Kan niet afdrukken, ondanks dat er verbinding is (iOS)” op pagina 193
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Documenten afdrukken vanaf smart devices (iOS)
75

Documenten afdrukken vanaf smart devices (Android)
U kunt documenten afdrukken vanaf een smart device, zoals een smartphone of tablet.
Documenten afdrukken met Epson Smart Panel
Opmerking:
Bewerkingen kunnen aankelijk van het apparaat verschillen.
1. Stel de printer in om draadloos afdrukken mogelijk te maken.
2. Installeer Epson Smart Panel als dit niet is geïnstalleerd.
“Toepassing voor het gemakkelijk bedienen van de printer vanaf een smart-apparaat (Epson Smart Panel)” op
pagina 306
3. Verbind uw smart device met de draadloze router.
4. Start Epson Smart Panel.
5. Selecteer op het startscherm het menu voor het afdrukken van documenten.
6. Selecteer het document dat u wilt afdrukken.
7. Start het afdrukken.
Documenten afdrukken met Epson Print Enabler
U kunt draadloos documenten, e-mails, foto's en webpagina's afdrukken vanaf uw Android-telefoon of -tablet
(Android v4.4 of hoger). Met enkele tikken laat u uw Android-apparaat een Epson-printer detecteren die met
hetzelfde draadloze netwerk is verbonden.
Opmerking:
Bewerkingen kunnen aankelijk van het apparaat verschillen.
1. Stel de printer in om draadloos afdrukken mogelijk te maken.
2. Installeer vanuit Google Play de Epson Print Enabler-invoegtoepassing op uw Android-apparaat.
3. Verbind uw Android-apparaat met hetzelfde draadloze netwerk dat de printer gebruikt.
4. Ga naar Instellingen op uw Android-apparaat, selecteer Afdrukken en schakel Epson Print Enabler in.
Afdrukken
>
Documenten afdrukken
>
Documenten afdrukken vanaf smart devices (Android)
76

5. Tik vanuit een Android--toepassing, zoals Chrome, op het menupictogram en druk af wat er op het scherm
wordt weergegeven.
Opmerking:
Als u de printer niet ziet, tikt u op Alle printers en selecteert u de printer.
Afdrukken met Mopria Print Service
Met Mopria Print Service kunt u draadloos afdrukken via Android-smartphones of -tablets.
1. Ga naar Google Play en installeer Mopria Print Service.
2. Laad papier in de printer.
3. Stel draadloos afdrukken in op de printer. Raadpleeg de onderstaande koppeling.
http://epson.sn
4. Verbind uw Android-apparaat met hetzelfde draadloze netwerk dat uw printer gebruikt.
5. Druk vanaf uw apparaat af op uw printer.
Opmerking:
Meer informatie vindt u op de Mopria-website: https://mopria.org.
Gerelateerde informatie
&“Papier laden” op pagina 32
Afdrukken op enveloppen
Afdrukken op enveloppen vanaf een computer (Windows)
1. Laad enveloppen in de printer.
“Papier laden” op pagina 32
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het venster van het printerstuurprogramma.
4. Selecteer het formaat van de enveloppen via documentformaat op het tabblad Hoofdgroep en selecteer
vervolgens Enveloppe bij Papiertype.
5. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik dan op OK.
Afdrukken
>
Afdrukken op enveloppen
>
Afdrukken op enveloppen vanaf een computer (Windows)
77

6. Klik op Druk af.
Afdrukken op enveloppen vanaf een computer (Mac OS)
1. Laad enveloppen in de printer.
“Papier laden” op pagina 32
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Selecteer Afdrukken in het menu Bestand of een andere opdracht om het afdrukdialoogvenster te openen.
4. Selecteer het formaat bij de instelling Papierformaat.
5. Selecteer Printerinstellingen in het venstermenu.
6. Selecteer Enveloppe bij de instelling Afdrukmateriaal.
7. Geef naar wens nog meer instellingen op.
8. Klik op Druk af.
Foto's afdrukken
JPEG-bestanden afdrukken vanaf een geheugenapparaat
U kunt JPEG-bestanden afdrukken vanaf een geheugenapparaat dat met de printer is verbonden.
1. Sluit een geheugenapparaat aan op de USB-poort voor externe interface van de printer.
“Een extern USB-apparaat plaatsen” op pagina 40
2. Selecteer Geheugenapp op het startscherm.
3. Selecteer JPEG.
4. Selecteer het bestand en ga door naar het volgende scherm.
5. Tik op
x
.
Instellingen voor JPEG
(Opties):
Congureer instellingen voor het ordenen, selecteren en opheen van de selectie van
aeeldingsgegevens.
Afdrukken
>
Foto's afdrukken
>
JPEG-bestanden afdrukken vanaf een geheugenapparaat
78

Basisinstellingen:
❏Papierinstelling
Geef de instellingen op voor de papierbron waarop u wilt afdrukken.
❏Kleurmodus
Selecteer via de kleurinstellingen op of u normaal in Zwart-wit of Kleur wilt afdrukken.
Geavanceerd:
❏Indeling
Selecteer hoe u de JPEG-bestanden wilt opmaken. 1-omhoog gebruikt u voor het afdrukken van een
bestand per pagina met marges rond de randen. Randloos gebruikt u voor het afdrukken van een
bestand per pagina zonder marges rond de randen. De aeelding wordt een beetje vergroot om de
marges rond de randen van het papier te verwijderen. Met 20-omhoog drukt u 20 bestanden per
pagina af. Met Index maakt u een indexafdruk met informatie.
❏Passend in rand
Selecteer Aan om de aeelding bij te snijden zodat deze automatisch in de geselecteerde afdruklay-
out past. Als de aeeldingsgegevens en het papierformaat niet dezelfde beeldverhouding hebben,
wordt de aeelding automatisch vergroot of verkleind, zodat de korte zijde gelijkloopt met de korte
zijde van het papier. Als de lange zijde van de aeelding langer is dan de lange zijde van het papier,
wordt de aeelding bijgesneden. Deze functie werkt mogelijk niet bij panoramafoto's.
❏Kwaliteit
Wanneer u Beste selecteert, krijgt u afdrukken van betere kwaliteit, maar duurt het afdrukken
mogelijk langer.
❏Datum
Selecteer de indeling voor de datum waarop de foto is gemaakt of opgeslagen. Bij sommige lay-outs
wordt geen datum afgedrukt.
❏Herstel foto
Selecteer deze modus om de helderheid, het contrast en de verzadiging van de foto automatisch te
verbeteren. Als u automatisch verbeteren wilt uitschakelen, selecteert u Verbeteren uit.
❏Rode ogen verwijd.
Selecteer Aan als u automatisch het rode-ogeneect in foto's wilt corrigeren. Correcties worden niet
toegepast op het oorspronkelijke bestand, alleen op de afdrukken. Naargelang het type foto worden
mogelijk andere delen van het beeld gecorrigeerd.
TIFF-bestanden afdrukken vanaf een geheugenapparaat
U kunt TIFF-bestanden afdrukken vanaf een geheugenapparaat dat met de printer is verbonden.
1. Sluit een geheugenapparaat aan op de USB-poort voor externe interface van de printer.
“Een extern USB-apparaat plaatsen” op pagina 40
2. Selecteer Geheugenapp op het startscherm.
3. Selecteer TIFF.
4. Selecteer het bestand en ga door naar het volgende scherm.
Afdrukken
>
Foto's afdrukken
>
TIFF-bestanden afdrukken vanaf een geheugenapparaat
79

5. Tik op
x
.
Instellingen voor TIFF
U kunt afdrukinstellingen congureren voor bestanden in TIFF-indeling op uw geheugenapparaten.
(Weergavevolgorde):
Hiermee wijzigt u de volgorde van de bestanden.
Basisinstellingen:
❏Papierinstelling
Geef de instellingen op voor de papierbron waarop u wilt afdrukken.
❏Kleurmodus
Selecteer via de kleurinstellingen op of u normaal in Zwart-wit of Kleur wilt afdrukken.
Geavanceerd:
❏Indeling
Selecteer hoe u het Multi-TIFF-bestand wilt opmaken. 1-omhoog gebruikt u voor het afdrukken
van een pagina per vel met marges rond de randen. Randloos gebruikt u voor het afdrukken van
een pagina per vel zonder marges rond de randen. De aeelding wordt een beetje vergroot om de
marges rond de randen van het papier te verwijderen. Met 20-omhoog drukt u 20 pagina's per vel
af. Met Index maakt u een indexafdruk met informatie.
❏Passend in rand
Selecteer Aan om de foto bij te snijden zodat deze automatisch in de geselecteerde fotolay-out past.
Als de aeeldingsgegevens en het papierformaat niet dezelfde beeldverhouding hebben, wordt de
aeelding automatisch vergroot of verkleind, zodat de korte zijde gelijkloopt met de korte zijde van
het papier. Als de lange zijde van de aeelding langer is dan de lange zijde van het papier, wordt de
aeelding bijgesneden. Deze functie werkt mogelijk niet bij panoramafoto's.
❏Kwaliteit
Wanneer u Beste selecteert, krijgt u afdrukken van betere kwaliteit, maar duurt het afdrukken
mogelijk langer.
❏Afdrukvolgorde
Selecteer de volgorde voor het afdrukken van TIFF-bestanden met meerdere pagina's.
❏Datum
Selecteer de indeling voor de datum waarop de foto is gemaakt of opgeslagen. Bij sommige lay-outs
wordt geen datum afgedrukt.
Webpagina's afdrukken
Webpagina's afdrukken vanaf een computer
Met Epson Photo+ kunt u webpagina's weergeven, het opgegeven gebied bijsnijden, en ze vervolgens bewerken en
afdrukken. Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
Afdrukken
>
Webpagina's afdrukken
>
Webpagina's afdrukken vanaf een computer
80

Webpagina's afdrukken vanaf smart devices
Opmerking:
Bewerkingen kunnen aankelijk van het apparaat verschillen.
1. Stel de printer in om draadloos afdrukken mogelijk te maken.
2. Installeer Epson iPrint als dit niet is geïnstalleerd.
“Epson iPrint installeren” op pagina 306
3. Verbind uw smart device met de draadloze router.
4. Open in uw webbrowser de webpagina die u wilt afdrukken.
5. Tik op Delen in het menu van de webbrowser.
6. Selecteer iPrint.
7. Tik op Druk af.
Afdrukken via een cloudservice
Dankzij Epson Connect (beschikbaar via het internet) kunt u via uw smartphone, tablet, pc of laptop, altijd en
praktisch overal afdrukken. Als u deze service wilt gebruiken, moet u de gebruiker en de printer registeren in
Epson Connect.
De functies die via het internet beschikbaar zijn, zijn als volgt.
Afdrukken
>
Afdrukken via een cloudservice
81

❏Email Print
Wanneer u een e-mail met bijlagen, bijvoorbeeld documenten of aeeldingen, verzendt naar een e-mailadres
dat aan de printer is toegewezen, kunt u de betreende e-mail en de bijlagen afdrukken op een externe locatie,
zoals uw printer thuis of op kantoor.
❏Epson iPrint
Deze toepassing is voor iOS en Android en maakt het mogelijk vanaf een smartphone of tablet af te drukken of
te scannen. U kunt documenten, aeeldingen en websites afdrukken door deze rechtstreeks naar een printer in
hetzelfde draadloze LAN te verzenden.
❏Remote Print Driver
Dit is een gedeeld stuurprogramma dat wordt ondersteund door Remote Print Driver. Wanneer u afdrukt op
een printer op een externe locatie, kunt u afdrukken in het normale venster van de toepassing een andere
printer te selecteren.
Zie de Epson Connect-webportal voor meer informatie over congureren en afdrukken.
https://www.epsonconnect.com/
http://www.epsonconnect.eu (alleen Europa)
Vanaf het bedieningspaneel registreren bij Epson Connect Service
Volg de onderstaande stappen om de printer te registreren.
1. Selecteer Instel. op het bedieningspaneel.
2. Selecteer Algemene instellingen > Webservice-instellingen > Epson Connect-services > Registratie
opheen om het registratieblad af te drukken.
3. Volg de instructies op het registratievel om de printer te registreren.
Afdrukken
>
Afdrukken via een cloudservice
>
Vanaf het bedieningspaneel registreren bij Epson Connect Service
82

Beschikbare kopieermethoden
Plaats de originelen op de scannerglasplaat of in de ADF en selecteer het menu Kopiëren op het startscherm.
Originelen kopiëren
U kunt de originelen van een vast formaat of aangepast formaat in kleur of in zwart-wit kopiëren.
1. Laad papier in de printer.
“Papier laden” op pagina 32
2. Plaats de originelen.
“Originelen plaatsen” op pagina 37
3. Selecteer Kopiëren op het startscherm.
4. Selecteer het tabblad Basisinstellingen en selecteer vervolgens Zwart-wit of Kleur.
5. Tik op
x
.
Kopiëren
>
Beschikbare kopieermethoden
>
Originelen kopiëren
84

Dubbelzijdig kopiëren
Kopieer meerdere originelen op beide zijden van het papier.
1. Plaats alle originelen in de ADF met de te kopiëren zijde naar boven.
c
Belangrijk:
Als u originelen wilt kopiëren die niet door de ADF worden ondersteund, gebruikt u de scannerglasplaat.
“Originelen die niet door de ADF worden ondersteund” op pagina 36
Opmerking:
U kunt de originelen ook op de scannerglasplaat leggen.
“Originelen plaatsen” op pagina 37
2. Selecteer Kopiëren op het startscherm.
3. Selecteer het tabblad Basisinstellingen, selecteer Dubbelzijdig en selecteer vervolgens 2>2-zijdig of 1>2-
zijdig
4. Geef andere instellingen op, zoals de afdrukstand en de bindpositie van het origineel.
5. Tik op
x
.
Kopiëren door te vergroten of verkleinen
U kunt originelen op een opgegeven vergroting kopiëren.
1. Plaats de originelen.
“Originelen plaatsen” op pagina 37
2. Selecteer Kopiëren op het startscherm.
3. Selecteer het tabblad Basisinstellingen en selecteer vervolgens Verkl./Vergr..
Kopiëren
>
Beschikbare kopieermethoden
>
Kopiëren door te vergroten of verkleinen
85

4. Geef de mate van vergroting of verkleining op.
5. Tik op
x
.
Meerdere originelen kopiëren naar één vel
U kunt meerdere originelen op één vel papier kopiëren.
1. Plaats alle originelen in de ADF met de te kopiëren zijde naar boven.
Plaats ze in de aeelding getoonde richting.
❏Richting omhoog
❏Richting links
c
Belangrijk:
Als u originelen wilt kopiëren die niet door de ADF worden ondersteund, gebruikt u de scannerglasplaat.
“Originelen die niet door de ADF worden ondersteund” op pagina 36
Kopiëren
>
Beschikbare kopieermethoden
>
Meerdere originelen kopiëren naar één vel
86

Opmerking:
U kunt de originelen ook op de scannerglasplaat leggen.
“Originelen plaatsen” op pagina 37
2. Selecteer Kopiëren op het startscherm.
3. Selecteer het tabblad Geavanceerd, selecteer Meerdere pagina's en selecteer vervolgens 2-omhoog of 4-
omhoog.
4. Geef de lay-outvolgorde en de afdrukstand van het origineel op.
5. Tik op
x
.
Pagina's op volgorde kopiëren
Wanneer u meerdere kopieën maakt van een document met meerdere pagina's, kunt u één kopie per keer op
paginavolgorde maken.
1. Plaats de originelen.
“Originelen plaatsen” op pagina 37
2. Selecteer Kopiëren op het startscherm.
3. Selecteer het tabblad Geavanceerd en selecteer vervolgens Afwerking > Sorteren (paginavolgorde).
4. Tik op
x
.
Originelen in goede kwaliteit kopiëren
U kunt originelen zonder schaduwen of perforatiegaten kopiëren.
1. Plaats de originelen.
“Originelen plaatsen” op pagina 37
Kopiëren
>
Beschikbare kopieermethoden
>
Originelen in goede kwaliteit kopiëren
87

2. Selecteer Kopiëren op het startscherm.
3. Selecteer het tabblad Geavanceerd en schakel vervolgens Schaduw verw. of Ponsgaten verw in of pas de
aeeldingskwaliteit aan bij Beeldkwaliteit.
4. Tik op
x
.
Identiteitskaart kopiëren
Hiermee scant u beide zijden van een identiteitskaart en kopieert u ze naar één zijde van het papier.
1. Plaats de originelen.
“Originelen plaatsen” op pagina 37
2. Selecteer Kopiëren op het startscherm.
3. Selecteer het tabblad Geavanceerd, selecteer ID-kaart-kopie en schakel de instelling in.
4. Geef de Afdrukstand (origineel) op.
5. Tik op
x
.
Boeken kopiëren
Hiermee kopieert u twee tegenover elkaar liggende pagina's van bijvoorbeeld een boek op afzonderlijke vellen.
1. Plaats het origineel op de scannerglasplaat.
“Originelen plaatsen” op pagina 37
2. Selecteer Kopiëren op het startscherm.
3. Selecteer het tabblad Geavanceerd, selecteer Boek → 2 pagina's en schakel de instelling in.
4. Geef de Scanvolgorde op.
Kopiëren
>
Beschikbare kopieermethoden
>
Boeken kopiëren
88

5. Tik op
x
.
Basis menu-opties voor kopiëren
Opmerking:
De items zijn mogelijk niet beschikbaar, aankelijk van andere instellingen die u hebt gecongureerd.
Kleurmodus:
Selecteer of u wilt kopiëren in kleur of zwart-wit.
❏Zwart-wit
Kopieert het origineel in zwart-wit.
❏Kleur
Kopieert het origineel in kleur.
Dichtheid:
Verhoog de dichtheid wanneer het kopieerresultaat te zwak is. Verlaag de dichtheid wanneer de inkt
vlekt.
Papierinstelling:
Selecteer de papierbron die u wenst te gebruiken. Wanneer Auto is geselecteerd, wordt automatisch
een geschikt formaat ingevoerd, aankelijk van het automatisch gedetecteerde formaat van het
origineel en de opgegeven vergrotingsverhouding.
Verkl./Vergr.:
Congureert de vergrotingsverhouding van de vergroting of verkleining. Tik op de waarde en bepaal
de vergroting of verkleining die moet worden toegepast op het origineel. De waarde kan liggen tussen
25 en 400%.
❏Auto
Detecteert het scangebied en maakt het origineel automatisch groter of kleiner zodat het past op
het papierformaat dat u hebt geselecteerd. Wanneer het origineel een witte rand hee rondom,
wordt die witruimte vanaf de hoekmarkering ( ) van de glasplaat gedetecteerd als scangebied en
kan de witruimte aan de andere kant wegvallen.
Kopiëren
>
Basis menu-opties voor kopiëren
89

❏Passend verkleinen volgens papier
Kopieert de gescande aeelding op een kleiner formaat dan de waarde voor Verkl./Vergr. zodat
deze op de het papierformaat past. Als de waarde Verkl./Vergr. groter is dan het papierformaat,
worden gegevens mogelijk buiten de randen van het papier afgedrukt.
❏Ware grootte
Kopieert met een vergroting van 100%.
❏A4->A5 en overige
Maakt het origineel automatisch groter of kleiner, zodat het past op een speciek papierformaat.
Type origineel:
Selecteer het type van het origineel. Hiermee kopieert u met optimale kwaliteit die het origineel zo
dicht mogelijk benadert.
Dubbelzijdig:
Selecteer dubbelzijdige lay-out.
❏1>enkelzijdig
Kopieert één zijde van een origineel op één zijde van het papier.
❏2>2-zijdig
Kopieert beide zijden van een dubbelzijdig origineel op beide zijden van één vel papier. Selecteer
de afdrukstand en de bindpositie van het origineel en het papier.
❏1>2-zijdig
Kopieert twee enkelzijdige originelen op beide zijden van één vel papier. Selecteer de afdrukstand
en de bindpositie van het papier.
❏2>enkelzijdig
Kopieert beide zijden van een dubbelzijdig origineel op één zijde van twee vellen papier. Selecteer
de afdrukstand en de bindpositie van het origineel.
Geavanceerde menuopties voor kopiëren
Opmerking:
De items zijn mogelijk niet beschikbaar, aankelijk van andere instellingen die u hebt gecongureerd.
Meerdere pagina's:
Selecteer de lay-out voor kopiëren.
❏Enkele pagina
Hiermee kopieert u een enkelzijdige origineel op één vel.
❏2-omhoog
Hiermee kopieert u twee enkelzijdige originelen op één vel in de indeling 2-op-1. Selecteer de lay-
outvolgorde en de afdrukstand van uw origineel.
❏4-omhoog
Hiermee kopieert u vier enkelzijdige originelen op één vel in de indeling 4-op-1. Selecteer de lay-
outvolgorde en de afdrukstand van uw origineel.
Kopiëren
>
Geavanceerde menuopties voor kopiëren
90

Formaat van origineel:
Selecteer het formaat van uw origineel. Wanneer u Automatische herkenning selecteert, wordt het
formaat van het origineel automatisch gedetecteerd. Wanneer u originelen kopieert die geen
standaardformaat hebben, selecteert u het formaat dat het meest overeenkomt met het formaat van
de originelen.
Afwerking:
Selecteer hoe het papier wordt uitgeworpen bij meerdere exemplaren van meerdere originelen.
❏Groep (zelfde pagina's)
Hiermee kopieert u de originelen per pagina als groep.
❏Sorteren (paginavolgorde)
Hiermee kopieert u de originelen in volgorde en sorteert u ze in reeksen.
Orig. gemengd formaat:
U kunt de volgende combinatie van formaten tegelijk in de ADF laden. A3 en A4; B4 en B5. Als u
deze combinaties gebruikt, worden originelen gekopieerd op de werkelijke grootte van de originelen.
Lijn bij het plaatsen de breedte van de originelen uit, zoals hieronder weergeven.
Afdrukstand (origineel):
Selecteer de afdrukstand van het origineel.
Boek → 2 pagina's:
Kopieert twee tegenoverliggende pagina's van een brochure op afzonderlijke bladen.
Selecteer welke pagina van een brochure u wilt scannen.
Beeldkwaliteit:
Aeeldingsinstellingen aanpassen.
❏Contrast
Het verschil tussen heldere en donkere delen aanpassen.
❏Verzadiging
De levendigheid van de kleuren aanpassen.
Kopiëren
>
Geavanceerde menuopties voor kopiëren
91

❏Roodbalans, Groenbalans, Blauwbalans
De dichtheid van elke kleur aanpassen.
❏Scherpte
De omtrek van de aeelding aanpassen.
❏Tintinstelling
De kleurtint van de huid aanpassen. Tik op + om deze kouder te maken (meer groen) en tik op -
om deze warmer te maken (meer rood).
❏Achtergrond verwijderen
De dichtheid van de achtergrondkleur aanpassen. Tik op + om deze helder te maken (wit) en tik
op - om deze donker te maken (zwart).
Bindmarge:
Selecteer onder meer de bindpositie, marge en afdrukstand van het origineel.
Passend verkleinen volgens papier:
Kopieert de gescande aeelding op een kleiner formaat dan de waarde voor Verkl./Vergr. zodat deze
op de het papierformaat past. Als de waarde Verkl./Vergr. groter is dan het papierformaat, worden
gegevens mogelijk buiten de randen van het papier afgedrukt.
Schaduw verw.:
Verwijdert schaduwen die rond kopieën ontstaan tijdens het kopiëren van dik papier, of die in het
midden van de kopie verschijnen tijdens het kopiëren van een brochure.
Ponsgaten verw:
Verwijdert de bindgaten bij het kopiëren.
ID-kaart-kopie:
Hiermee scant u beide zijden van een identiteitskaart en kopieert u ze naar één zijde van het papier.
Kopiëren
>
Geavanceerde menuopties voor kopiëren
92

Scannen
Beschikbare scanmethoden...........................................94
Originelen scannen naar een netwerkmap................................ 94
Originelen scannen naar e-mail........................................97
Originelen scannen naar een computer..................................101
Originelen scannen naar een geheugenapparaat...........................102
Originelen scannen naar de cloud..................................... 104
Scannen via WSD.................................................106
Originelen scannen naar een smart device............................... 108

Beschikbare scanmethoden
U kunt de volgende methoden gebruiken voor scannen met deze printer.
Scannen naar een netwerkmap
U kunt de gescande aeelding in een vooraf gecongureerde map in een netwerk opslaan.
“Originelen scannen naar een netwerkmap” op pagina 94
Scannen naar e-mailbericht
U kunt gescande aeeldingen rechtstreeks vanuit de printer doormailen via een vooraf
gecongureerde e-mailserver.
“Originelen scannen naar e-mail” op pagina 97
Scannen naar een computer
U kunt de gescande aeelding opslaan op een computer die met de printer is verbonden.
“Originelen scannen naar een computer” op pagina 101
Scannen naar een geheugenapparaat
U kunt gescande aeeldingen rechtstreeks opslaan op een geheugenapparaat dat op de printer is
aangesloten.
“Originelen scannen naar een geheugenapparaat” op pagina 102
Verzenden naar een cloudservice
U kunt gescande aeeldingen vanaf het bedieningspaneel van de printer verzenden naar cloudservices
die van tevoren zijn geregistreerd.
“Originelen scannen naar de cloud” op pagina 104
Scannen via WSD
U kunt de gescande aeelding met de WSD-functie opslaan op een computer die met de printer is
verbonden.
“Scannen via WSD” op pagina 106
Rechtstreeks scannen vanaf smart devices
Met de toepassing Epson Smart Panel op een smart device kunt u gescande aeeldingen rechtstreeks
opslaan op het smart device, zoals een smartphone of tablet.
“Originelen scannen naar een smart device” op pagina 108
Originelen scannen naar een netwerkmap
Controleer het volgende voordat u gaat scannen.
❏Zorg dat er een netwerkmap is voorbereid. Doe het volgende bij het maken van een gedeelde map in een
netwerk.
“Een gedeelde map maken” op pagina 367
Scannen
>
Originelen scannen naar een netwerkmap
94

❏Registreer van tevoren het pad van een netwerkmap in de contactpersonenlijst om de map eenvoudig te kunnen
opgeven.
“Contactpersonen beschikbaar maken” op pagina 386
Opmerking:
Controleer of de instellingen Datum/tijd en Tijdsverschil van de printer juist zijn. Open de menu's van Instel. > Algemene
instellingen > Basisinstellingen > Datum/tijd instellen.
1. Plaats de originelen.
“Originelen plaatsen” op pagina 37
2. Selecteer Scannen > Netwerkmap/FTP op het bedieningspaneel.
3. Geef de bestemming op.
“Menuopties voor de doellocatie voor scannen naar een map” op pagina 95
Opmerking:
U kunt de geschiedenis afdrukken van de map waarin documenten worden opgeslagen door te selecteren.
4. Selecteer Scaninstellingen, controleer de instellingen, zoals de bestandsindeling waarin u wilt opslaan, en
breng zo nodig aanpassingen aan.
“Menuopties voor scannen naar een map” op pagina 96
Opmerking:
Selecteer om uw instellingen als een voorinstelling op te slaan.
5. Tik op
x
.
Menuopties voor de doellocatie voor scannen naar een map
Toetsenbord:
Open het scherm Locatie bewerken. Voer het mappad in en stel elk item op het scherm in.
Locatie bewerken:
Voer het mappad in en stel elk item op het scherm in.
❏Communicat. modus:
Selecteer de communicatiemodus voor de map.
❏Locatie (vereist):
Voer een maplocatie in om het gescande beeld op te slaan.
❏Gebruikersnaam:
Voer een gebruikersnaam in om in te loggen bij de specieke map.
❏Wachtwoord :
Voer het bij de gebruikersnaam behorende wachtwoord in.
❏Verbindingsmodus:
Selecteer de verbindingsmodus voor de map.
Scannen
>
Originelen scannen naar een netwerkmap
>
Menuopties voor de doellocatie voor scannen naar een map
95

❏Poortnummer:
Voer een poortnummer in voor de map.
Contacten:
Selecteer een bestemming in de lijst met contactpersonen.
U kunt vanuit de contactpersonenlijst naar een contactpersoon zoeken. Voer in het vak boven aan het
scherm het zoekwoord in.
Menuopties voor scannen naar een map
Opmerking:
De items zijn mogelijk niet beschikbaar, aankelijk van andere instellingen die u hebt gecongureerd.
Kleurmodus:
Selecteer of u wilt scannen in kleur of zwart-wit.
Bestandsindeling:
Selecteer het bestandstype waarin u gescande aeelding wilt opslaan.
Wanneer u de PDF-, PDF/A- of TIFF-bestandsindeling selecteert, moet u aangeven of alle originelen
als één bestand (meerdere pagina's) moeten worden opgeslagen of dat elk origineel apart (één pagina)
moet wprden opgeslagen.
❏Compressiever.:
Selecteer de compressiegrootte van het gescande beeld.
❏PDF-instellingen:
Wanneer u PDF hebt geselecteerd als het bestandstype, gebruik dan deze instellingen om PDF-
bestanden te beveiligen.
Als u een PDF-bestand wilt maken dat alleen met een wachtwoord kan worden geopend, stelt u
Wachtw. doc.openen in. Als u een PDF-bestand wilt maken dat alleen met een wachtwoord kan
worden afgedrukt of bewerkt, stelt u Wachtw. machtigingen in.
Resolutie:
Selecteer de scanresolutie.
Dubbelzijdig:
Scan beide zijden van het origineel.
❏Afdrukstand (origineel):
Selecteer de afdrukstand van het origineel.
❏Binden (origineel):
Selecteer de bindrichting van het origineel.
Scangebied:
Selecteer het scangebied. Als u het maximale gebied van de scannerglasplaat wilt scannen, selecteert u
Max. gebied.
❏Afdrukstand (origineel):
Selecteer de afdrukstand van het origineel.
Scannen
>
Originelen scannen naar een netwerkmap
>
Menuopties voor scannen naar een map
96

Type origineel:
Selecteer het type van het origineel.
Afdrukstand (origineel):
Selecteer de afdrukstand van het origineel.
Orig. gemengd formaat:
U kunt de volgende combinatie van formaten tegelijk in de ADF laden. A3 en A4; B4 en B5. Als u
deze combinaties gebruikt, worden originelen gescand op de werkelijke grootte van de originelen.
Lijn bij het plaatsen de breedte van de originelen uit, zoals hieronder weergeven.
Dichtheid:
Selecteer het contrast van de gescande aeelding.
Schaduw verw.:
Verwijder schaduwen van het origineel die in de gescande aeelding verschijnen.
❏Kader:
Verwijder de schaduwen aan de randen van het origineel.
❏Midden:
Verwijder de schaduwen langs de bindmarge van de brochure.
Ponsgaten verw:
Wis perforatiegaten die in de gescande aeelding verschijnen. U kunt het gebied opgeven waarin
perforatiegaten moeten worden gewist door in het vak rechts een waarde op te geven.
❏Positie wissen:
Selecteer de positie waar perforatiegaten moeten worden gewist.
❏Afdrukstand (origineel):
Selecteer de afdrukstand van het origineel.
Bestandsnaam:
❏Voorvoegsel bestandsnaam:
Voer een voorvoegsel in voor de naam van de aeeldingen in alfanumerieke tekens en symbolen.
❏Datum toevoegen:
Voeg de datum aan de bestandsnaam toe.
❏Tijd toe voegen:
Voeg het tijdstip aan de bestandsnaam toe.
Originelen scannen naar e-mail
U moet het volgende instellen voordat u gaat scannen.
Scannen
>
Originelen scannen naar e-mail
97

❏Congureer de e-mailserver.
“Een e-mailserver congureren” op pagina 363
❏Registreer van tevoren een e-mailadres in de contactpersonenlijst, zodat u het adres eenvoudig kunt opgeven
door deze in de contactpersonenlijst te selecteren.
❏Controleer of de instellingen Datum/tijd en Tij ds verschil van de printer juist zijn. Open de menu's van Instel.
> Algemene instellingen > Basisinstellingen > Datum/tijd instellen.
1. Plaats de originelen.
“Originelen plaatsen” op pagina 37
2. Selecteer Scannen > E-mail op het bedieningspaneel.
3. Kies de ontvanger.
“Menuopties voor de ontvanger voor scannen naar een e-mail” op pagina 98
Opmerking:
❏Het aantal ontvangers dat u hebt geselecteerd, wordt rechts in het scherm weergegeven. U kunt e-mails verzenden
naar maximaal 10 adressen en groepen.
Als de ontvangers groepen bevatten, kunt u in totaal tot 200 afzonderlijke adressen selecteren, de adressen in de
groepen meegeteld.
❏Selecteer het adresvak bovenaan het scherm om de lijst met geselecteerde adressen weer te geven.
❏Selecteer om de verzendgeschiedenis weer te geven of af te drukken, of de instellingen van de e-mailserver te
wijzigen.
4. Selecteer Scaninstellingen, controleer de instellingen, zoals de bestandsindeling waarin u wilt opslaan, en
breng zo nodig aanpassingen aan.
“Scanmenuopties voor scannen naar een e-mail” op pagina 99
Opmerking:
Selecteer om uw instellingen als een voorinstelling op te slaan.
5. Tik op
x
.
Menuopties voor de ontvanger voor scannen naar een e-mail
Toetsenbord:
Voer het e-mailadres handmatig in.
Contacten:
Selecteer een bestemming in de lijst met contactpersonen.
U kunt vanuit de contactpersonenlijst naar een contactpersoon zoeken. Voer in het vak boven aan het
scherm het zoekwoord in.
Geschied.:
Selecteer het adres in de geschiedenis.
Scannen
>
Originelen scannen naar e-mail
>
Menuopties voor de ontvanger voor scannen naar een e-mail
98

Scanmenuopties voor scannen naar een e-mail
Opmerking:
De items zijn mogelijk niet beschikbaar, aankelijk van andere instellingen die u hebt gecongureerd.
Kleurmodus:
Selecteer of u wilt scannen in kleur of zwart-wit.
Bestandsindeling:
Selecteer het bestandstype waarin u gescande aeelding wilt opslaan.
Wanneer u de PDF-, PDF/A- of TIFF-bestandsindeling selecteert, moet u aangeven of alle originelen
als één bestand (meerdere pagina's) moeten worden opgeslagen of dat elk origineel apart (één pagina)
moet wprden opgeslagen.
❏Compressiever.:
Selecteer de compressiegrootte van het gescande beeld.
❏PDF-instellingen:
Wanneer u PDF hebt geselecteerd als het bestandstype, gebruik dan deze instellingen om PDF-
bestanden te beveiligen.
Als u een PDF-bestand wilt maken dat alleen met een wachtwoord kan worden geopend, stelt u
Wachtw. doc.openen in. Als u een PDF-bestand wilt maken dat alleen met een wachtwoord kan
worden afgedrukt of bewerkt, stelt u Wachtw. machtigingen in.
Resolutie:
Selecteer de scanresolutie.
Dubbelzijdig:
Scan beide zijden van het origineel.
❏Afdrukstand (origineel):
Selecteer de afdrukstand van het origineel.
❏Binden (origineel):
Selecteer de bindrichting van het origineel.
Scangebied:
Selecteer het scangebied. Als u het maximale gebied van de scannerglasplaat wilt scannen, selecteert u
Max. gebied.
❏Afdrukstand (origineel):
Selecteer de afdrukstand van het origineel.
Type origineel:
Selecteer het type van het origineel.
Afdrukstand (origineel):
Selecteer de afdrukstand van het origineel.
Scannen
>
Originelen scannen naar e-mail
>
Scanmenuopties voor scannen naar een e-mail
99

Orig. gemengd formaat:
U kunt de volgende combinatie van formaten tegelijk in de ADF laden. A3 en A4; B4 en B5. Als u
deze combinaties gebruikt, worden originelen gescand op de werkelijke grootte van de originelen.
Lijn bij het plaatsen de breedte van de originelen uit, zoals hieronder weergeven.
Dichtheid:
Selecteer het contrast van de gescande aeelding.
Schaduw verw.:
Verwijder schaduwen van het origineel die in de gescande aeelding verschijnen.
❏Kader:
Verwijder de schaduwen aan de randen van het origineel.
❏Midden:
Verwijder de schaduwen langs de bindmarge van de brochure.
Ponsgaten verw:
Wis perforatiegaten die in de gescande aeelding verschijnen. U kunt het gebied opgeven waarin
perforatiegaten moeten worden gewist door in het vak rechts een waarde op te geven.
❏Positie wissen:
Selecteer de positie waar perforatiegaten moeten worden gewist.
❏Afdrukstand (origineel):
Selecteer de afdrukstand van het origineel.
Onderwerp:
Voer een onderwerp in voor de e-mail in alfanumerieke tekens en symbolen.
Max. grootte bijlage:
Selecteer de maximale bestandsgrootte die aan het e-mailbericht kan worden toegevoegd.
Bestandsnaam:
❏Voorvoegsel bestandsnaam:
Voer een voorvoegsel in voor de naam van de aeeldingen in alfanumerieke tekens en symbolen.
❏Datum toevoegen:
Voeg de datum aan de bestandsnaam toe.
❏Tijd toe voegen:
Voeg het tijdstip aan de bestandsnaam toe.
Scannen
>
Originelen scannen naar e-mail
>
Scanmenuopties voor scannen naar een e-mail
100

Originelen scannen naar een computer
Opmerking:
Als u deze functie wilt gebruiken, moeten de volgende toepassingen op uw computer zijn geïnstalleerd.
❏Epson ScanSmart (Windows 7 of hoger of OS X El Capitan of hoger)
❏Epson Event Manager (Windows Vista/Windows XP of OS X Yosemite/OS X Mavericks/OS X Mountain Lion/Mac OS X
v10.7.x/Mac OS X v10.6.8)
❏Epson Scan 2 (toepassing vereist voor het gebruik van de scannerfunctie)
Zie de volgende informatie over het controleren op geïnstalleerde toepassingen.
Windows 10: klik op de startknop en controleer vervolgens de map Epson Soware > Epson ScanSmart en de map EPSON
> Epson Scan 2.
Windows 8.1/Windows 8: voer de naam van de toepassing in het zoekvenster in en selecteer vervolgens het weergegeven
pictogram.
Windows 7: klik op de startknop en selecteer vervolgens Alle programma's. Controleer vervolgens de map Epson Soware >
Epson ScanSmart en de map EPSON > Epson Scan 2.
Windows Vista/Windows XP: klik op de startknop en selecteer vervolgens Alle programma's of Programma's. Controleer
vervolgens de map Epson Soware > Epson Event Manager en de map EPSON > Epson Scan 2.
Mac OS: selecteer Ga > Toepassingen > Epson Soware.
1. Plaats de originelen.
“Originelen plaatsen” op pagina 37
2. Selecteer Scannen > Computer op het bedieningspaneel.
3. Selecteer de computer waarop u de gescande beelden wilt opslaan.
4. Congureer de scaninstellingen.
❏Actie selecteren: hiermee selecteert u de opslagmethode.
Windows 7 of hoger of OS X El Capitan of hoger: selecteer Voorbeeldweergave op computer om de
gescande aeelding op uw computer te bekijken voordat u de aeelding opslaat.
❏Dubbelzijdig: hiermee scant u beide zijden van het origineel.
❏Scangebied: hiermee selecteert u het scangebied.
5. Tik op
x
.
Windows 7 of hoger of OS X El Capitan of hoger: Epson ScanSmart wordt automatisch gestart op uw
computer en het scannen begint.
Opmerking:
❏Raadpleeg de Help-functie van Epson ScanSmart voor gedetailleerde informatie over het gebruik van de soware.
Klik op Help in het scherm Epson ScanSmart om de Help te openen.
❏U kunt niet alleen vanaf de printer scannen, maar ook vanaf uw computer met Epson ScanSmart.
Scannen
>
Originelen scannen naar een computer
101

Originelen scannen naar een geheugenapparaat
1. Plaats de originelen.
“Originelen plaatsen” op pagina 37
2. Plaats een geheugenkaart in de printer.
“Een extern USB-apparaat plaatsen” op pagina 40
3. Selecteer Scannen > Geheugenapp. op het bedieningspaneel.
4. Congureer de scaninstellingen.
“Basis menu-opties voor scannen naar een geheugenapparaat” op pagina 102
“Geavanceerde menu-opties voor scannen naar een geheugenapparaat” op pagina 103
Opmerking:
Selecteer om uw instellingen als een voorinstelling op te slaan.
5. Tik op
x
.
Basis menu-opties voor scannen naar een geheugenapparaat
Opmerking:
De items zijn mogelijk niet beschikbaar, aankelijk van andere instellingen die u hebt gecongureerd.
Zwart-wit/Kleur
Selecteer of u in zwart-wit of in kleur wilt scannen.
Bestandsindeling:
Selecteer het bestandstype waarin u gescande aeelding wilt opslaan.
Wanneer u de PDF-, PDF/A- of TIFF-bestandsindeling selecteert, moet u aangeven of alle originelen
als één bestand (meerdere pagina's) moeten worden opgeslagen of dat elk origineel apart (één pagina)
moet wprden opgeslagen.
❏Compressiever.:
Selecteer de compressiegrootte van het gescande beeld.
❏PDF-instellingen:
Wanneer u PDF hebt geselecteerd als het bestandstype, gebruik dan deze instellingen om PDF-
bestanden te beveiligen.
Als u een PDF-bestand wilt maken dat alleen met een wachtwoord kan worden geopend, stelt u
Wachtw. doc.openen in. Als u een PDF-bestand wilt maken dat alleen met een wachtwoord kan
worden afgedrukt of bewerkt, stelt u Wachtw. machtigingen in.
Resolutie:
Selecteer de scanresolutie.
Dubbelzijdig:
Scan beide zijden van het origineel.
Scannen
>
Originelen scannen naar een geheugenapparaat
>
Basis menu-opties voor scannen naar een geheugenappar
a
102

❏Afdrukstand (origineel):
Selecteer de afdrukstand van het origineel.
❏Binden (origineel):
Selecteer de bindrichting van het origineel.
Scangebied:
Selecteer het scangebied. Als u het maximale gebied van de scannerglasplaat wilt scannen, selecteert u
Max. gebied.
❏Afdrukstand (origineel):
Selecteer de afdrukstand van het origineel.
Type origineel:
Selecteer het type van het origineel.
Geavanceerde menu-opties voor scannen naar een
geheugenapparaat
Opmerking:
De items zijn mogelijk niet beschikbaar, aankelijk van andere instellingen die u hebt gecongureerd.
Afdrukstand (origineel):
Selecteer de afdrukstand van het origineel.
Orig. gemengd formaat:
U kunt de volgende combinatie van formaten tegelijk in de ADF laden. A3 en A4; B4 en B5. Als u
deze combinaties gebruikt, worden originelen gescand op de werkelijke grootte van de originelen.
Lijn bij het plaatsen de breedte van de originelen uit, zoals hieronder weergeven.
Dichtheid:
Selecteer het contrast van de gescande aeelding.
Schaduw verw.:
Verwijder schaduwen van het origineel die in de gescande aeelding verschijnen.
❏Kader:
Verwijder de schaduwen aan de randen van het origineel.
❏Midden:
Verwijder de schaduwen langs de bindmarge van de brochure.
Ponsgaten verw:
Wis perforatiegaten die in de gescande aeelding verschijnen. U kunt het gebied opgeven waarin
perforatiegaten moeten worden gewist door in het vak rechts een waarde op te geven.
Scannen
>
Originelen scannen naar een geheugenapparaat
>
Geavanceerde menu-opties voor scannen naar een geheu
g
103

❏Positie wissen:
Selecteer de positie waar perforatiegaten moeten worden gewist.
❏Afdrukstand (origineel):
Selecteer de afdrukstand van het origineel.
Bestandsnaam:
❏Voorvoegsel bestandsnaam:
Voer een voorvoegsel in voor de naam van de aeeldingen in alfanumerieke tekens en symbolen.
❏Datum toevoegen:
Voeg de datum aan de bestandsnaam toe.
❏Tijd toe voegen:
Voeg het tijdstip aan de bestandsnaam toe.
Originelen scannen naar de cloud
Voordat u deze functie gebruikt, moet u instellingen opgeven met Epson Connect. Raadpleeg de volgende
portaalsite van Epson Connect voor meer informatie.
https://www.epsonconnect.com/
http://www.epsonconnect.eu (alleen Europa)
1. Plaats de originelen.
“Originelen plaatsen” op pagina 37
2. Selecteer Scannen > Cloud op het bedieningspaneel.
3. Selecteer bovenaan het scherm en selecteer vervolgens een bestemming.
4. Congureer de scaninstellingen.
“Basis menu-opties voor scannen naar de cloud” op pagina 104
“Geavanceerde menu-opties voor scannen naar de cloud” op pagina 105
Opmerking:
Selecteer om uw instellingen als een voorinstelling op te slaan.
5. Tik op
x
.
Basis menu-opties voor scannen naar de cloud
Opmerking:
De items zijn mogelijk niet beschikbaar, aankelijk van andere instellingen die u hebt gecongureerd.
Zwart-wit/Kleur
Selecteer of u in zwart-wit of in kleur wilt scannen.
Scannen
>
Originelen scannen naar de cloud
>
Basis menu-opties voor scannen naar de cloud
104

Bestandsindeling:
Selecteer het bestandstype waarin u gescande aeelding wilt opslaan.
Wanneer u de PDF-bestandsindeling selecteert, moet u aangeven of alle originelen als één bestand
(meerdere pagina's) moeten worden opgeslagen of dat elk origineel apart (één pagina) moet wprden
opgeslagen.
Dubbelzijdig:
Scan beide zijden van het origineel.
❏Afdrukstand (origineel):
Selecteer de afdrukstand van het origineel.
❏Binden (origineel):
Selecteer de bindrichting van het origineel.
Scangebied:
Selecteer het scangebied. Als u het maximale gebied van de scannerglasplaat wilt scannen, selecteert u
Max. gebied.
❏Afdrukstand (origineel):
Selecteer de afdrukstand van het origineel.
Geavanceerde menu-opties voor scannen naar de cloud
Opmerking:
De items zijn mogelijk niet beschikbaar, aankelijk van andere instellingen die u hebt gecongureerd.
Type origineel:
Selecteer het type van het origineel.
Afdrukstand (origineel):
Selecteer de afdrukstand van het origineel.
Dichtheid:
Selecteer het contrast van de gescande aeelding.
Schaduw verw.:
Verwijder schaduwen van het origineel die in de gescande aeelding verschijnen.
❏Kader:
Verwijder de schaduwen aan de randen van het origineel.
❏Midden:
Verwijder de schaduwen langs de bindmarge van de brochure.
Ponsgaten verw:
Wis perforatiegaten die in de gescande aeelding verschijnen. U kunt het gebied opgeven waarin
perforatiegaten moeten worden gewist door in het vak rechts een waarde op te geven.
❏Positie wissen:
Selecteer de positie waar perforatiegaten moeten worden gewist.
Scannen
>
Originelen scannen naar de cloud
>
Geavanceerde menu-opties voor scannen naar de cloud
105

❏Afdrukstand (origineel):
Selecteer de afdrukstand van het origineel.
Scannen via WSD
Opmerking:
❏Deze functie is uitsluitend beschikbaar voor computers met Windows 10/Windows 8.1/Windows 8/Windows 7/Windows
Vi s t a .
❏Als u Windows 7/Windows Vista gebruikt, moet u eerst uw computer instellen voordat u deze functie kunt gebruiken.
“Een WSD-poort instellen” op pagina 106
1. Plaats de originelen.
“Originelen plaatsen” op pagina 37
2. Selecteer Scannen > WSD op het bedieningspaneel.
3. Selecteer een computer.
4. Tik op
x
.
Een WSD-poort instellen
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een WSD-poort instelt voor Windows 7/Windows Vista.
Opmerking:
Voor Windows 10/Windows 8.1/Windows 8 wordt de WSD-poort automatisch ingesteld.
Voor het instellen van een WSD-poort is het volgende nodig.
❏De printer en de computer moeten verbinding hebben met het netwerk.
❏De printerdriver moet op de computer zijn geïnstalleerd.
1. Zet de printer aan.
2. Klik op Start en vervolgens op Netwerk op de computer.
3. Klik met de rechtermuisknop op de printer en klik vervolgens op Installeren.
Klik op Doorgaan wanneer het dialoogvenster Gebruikersaccountbeheer wordt weergegeven.
Scannen
>
Scannen via WSD
>
Een WSD-poort instellen
106

❏Win dow s Vist a
Klik op Start > Conguratiescherm > Hardware en geluiden > Printers.
7. Controleer of een pictogram met de naam van de printer in het netwerk wordt weergegeven.
Selecteer de printernaam wanneer u WSD gebruikt.
Originelen scannen naar een smart device
Opmerking:
❏Installeer Epson Smart Panel op uw smart device voordat u gaat scannen.
❏De weergave van Epson Smart Panel kan zonder waarschuwing worden gewijzigd.
❏De inhoud van Epson Smart Panel kan variëren aankelijk van het product.
1. Plaats de originelen.
“Originelen plaatsen” op pagina 37
2. Start Epson Smart Panel op uw smart device.
3. Selecteer op het startscherm het scanmenu.
4. Volg de instructies op het scherm om de aeeldingen te scannen en op te slaan.
Scannen
>
Originelen scannen naar een smart device
108

Faxen
Voordat u faxfuncties gebruikt........................................110
Overzicht van de faxfuncties van de printer.............................. 110
Faxberichten verzenden via de printer.................................. 115
Faxberichten ontvangen op de printer.................................. 123
Menuopties voor faxen............................................. 129
Menuopties voor Faxbox............................................134
De status of logboeken van faxtaken controleren...........................140
Een faxbericht verzenden via een computer.............................. 143
Faxberichten ontvangen op een computer................................147

Voordat u faxfuncties gebruikt
Controleer het volgende voordat u de faxfuncties gebruikt.
❏De printer en de telefoonlijn, en (indien nodig) de telefoon zijn correct aangesloten
❏De basisinstellingen voor de fax (Wizard faxinstelling) zijn voltooid
❏Andere nodige Faxinstellingen zijn voltooid
Zie de gerelateerde informatie hieronder om de instellingen te congureren.
Gerelateerde informatie
&“De printer aansluiten op een telefoonlijn” op pagina 400
&“De printer klaarmaken voor het verzenden en ontvangen van faxberichten” op pagina 403
&“Instellingen voor de faxfuncties van de printer op maat congureren” op pagina 404
&“Basisinstellingen” op pagina 319
&“Verzendinstellingen” op pagina 321
&“Een gedeelde netwerkmap instellen” op pagina 367
&“Een e-mailserver congureren” op pagina 363
&“Contactpersonen beschikbaar maken” op pagina 386
&“Gebruikersinstellingen” op pagina 336
Overzicht van de faxfuncties van de printer
Functie: Faxberichten verzenden
Verzendmethoden
❏Automatisch verzenden
Wanneer u een origineel scant door op
x
(Verzenden) te tikken, belt de printer naar de ontvangers en wordt
het faxbericht verzonden.
“Faxberichten verzenden via de printer” op pagina 115
❏Handmatig verzenden
Wanneer u de lijn handmatig wilt controleren door de ontvanger te bellen, tikt u op
x
(Verzenden) om
onmiddellijk een faxbericht te verzenden.
“Een faxbericht handmatig verzenden na controle van de status van de ontvanger” op pagina 117
“Faxberichten verzenden met een extern telefoontoestel” op pagina 118
Bestemming van ontvanger bij verzenden van een faxbericht
U kunt ontvangers invoeren via Toetsenbord, Contacten en Recent.
“Ontvanger” op pagina 129
“Contactpersonen beschikbaar maken” op pagina 386
Faxen
>
Overzicht van de faxfuncties van de printer
>
Functie: Faxberichten verzenden
110

Scaninstellingen bij het verzenden van een faxbericht
U kunt items zoals Resolutie of Origineel formaat (glas) selecteren bij het verzenden van faxberichten.
“Scaninstellingen:” op pagina 130
Inst.faxverzending bij het verzenden van een faxbericht
U kunt Inst.faxverzending zoals Direct verzenden (een groot document stabiel verzenden) of Back-up gebruiken
wanneer normaal verzenden mislukt. Als u hebt ingesteld dat een back-up moet worden gemaakt van verzonden
faxberichten, maar bij het verzenden van een faxbericht geen back-up wordt gemaakt, kan de printer automatisch
een e-mailmelding sturen wanneer de back-up wordt uitgevoerd.
“Inst.faxverzending:” op pagina 131
“Foutenrapport back-up:” op pagina 329
“Een e-mailserver congureren” op pagina 363
Functie: Faxberichten ontvangen
Ontvangstmodus
Er zijn twee opties in Ontvangstmodus om binnenkomende faxberichten te ontvangen.
❏Handmatig
Voornamelijk om te telefoneren, maar ook om te faxen
“Handmatig-modus gebruiken” op pagina 124
❏Auto
- Alleen om te faxen (een extern telefoontoestel is niet vereist)
- Voornamelijk om te faxen en soms om te telefoneren
“Auto-modus gebruiken” op pagina 124
Faxberichten ontvangen met een verbonden telefoon
U kunt faxberichten met alleen een extern telefoontoestel ontvangen.
“Basisinstellingen” op pagina 319
“Instellingen congureren wanneer u een telefoontoestel verbindt” op pagina 406
Faxen
>
Overzicht van de faxfuncties van de printer
>
Functie: Faxberichten ontvangen
111

“Instellingen instellen om faxen te verzenden en ontvangen op een computer” op pagina 415
“Soware voor faxen” op pagina 307
“Faxberichten ontvangen op een computer” op pagina 147
Functies: Verschillende faxrapporten
U kunt de status van ontvangen en verzonden faxberichten in een rapport controleren.
“Rapportinstellingen” op pagina 329
“Inst.faxverzending:” op pagina 131
“Verzendlogboek:” op pagina 132
“Faxverslag:” op pagina 132
Functie: De status of logboeken van faxtaken controleren
U kunt de taakgeschiedenis controleren of welke faxtaken worden uitgevoerd.
“De status of logboeken van faxtaken controleren” op pagina 140
Faxen
>
Overzicht van de faxfuncties van de printer
>
Functie: De status of logboeken van faxtaken controleren
113

Functie: Faxbox
Postvak IN en vertrouwelijke mappen
U kunt ontvangen faxberichten opslaan in het Postvak IN of in vertrouwelijke mappen.
“Postvak IN/ Vertrouwelijke” op pagina 134
Map Opgeslagen documenten
U kunt faxberichten verzenden met documenten die in deze map zijn opgeslagen.
“Opgeslagen documenten:” op pagina 135
Map Polling verz./Board
Documenten die in de map Polling verzenden of bulletinbordmappen zijn opgeslagen, kunnen op verzoek vanaf
een ander faxapparaat worden verzonden.
“Polling verz./Board” op pagina 137
Beveiligingsfunctie voor faxboxen
U kunt een wachtwoord instellen voor elke faxbox.
“Functie: Beveiliging bij het verzenden en ontvangen van faxberichten” op pagina 114
Functie: Beveiliging bij het verzenden en ontvangen van
faxberichten
U kunt veel beveiligingsfuncties gebruiken, zoals Beperkingen dir. kiezen om verzending naar het verkeerde adres
te voorkomen, of Autom. back-upgeg.wissen om lekken van gegevens te voorkomen. U kunt een wachtwoord
instellen voor elke faxbox van de printer.
“Veiligheidsinstel.” op pagina 330
“Inst. wachtwoord postvak:” op pagina 327
“Menuopties voor Faxbox” op pagina 134
Faxen
>
Overzicht van de faxfuncties van de printer
>
Functie: Beveiliging bij het verzenden en ontvangen van faxberichte
114

Functies: andere handige functies
Ongewenste faxberichten blokkeren
U kunt ongewenste faxberichten weigeren.
“Instellingen congureren voor het blokkeren van ongewenste faxberichten” op pagina 415
Faxberichten ontvangen na bellen
Nadat u naar een ander faxapparaat hebt gebeld, kunt u het document van het faxapparaat ontvangen.
“Faxen ontvangen via een telefoonoproep” op pagina 125
“Polling ontvangen:” op pagina 133
Faxberichten verzenden
Bovenaan het tabblad Faxinstellingen kunt u de instellingen die u regelmatig gebruikt voor het verzenden van
faxberichten weergeven.
“Knop Snelle bewerking 1, Knop Snelle bewerking 2, Knop Snelle bewerking 3:” op pagina 319
“Knop Snelle bewerking:” op pagina 130
Faxberichten verzenden via de printer
U kunt faxberichten verzenden door het faxnummer van de ontvanger op het bedieningspaneel in te voeren.
Opmerking:
❏Als u een faxbericht in zwart-wit verzendt, kunt u de gescande aeelding bekijken op het display.
❏U kunt tot 50 monochrome faxtaken opslaan, zelfs als de telefoonlijn in gebruik is voor telefoongesprekken, het verzenden
van een ander faxbericht of het ontvangen van een faxbericht. U kunt opgeslagen faxtaken controleren of annuleren in
.
1. Plaats de originelen.
“Originelen plaatsen” op pagina 37
U kunt maximaal 100 pagina's in één keer verzenden. Aankelijk van de resterende hoeveelheid geheugen is
dit echter niet altijd mogelijk, zelfs als het faxbericht minder dan 100 pagina's bevat.
2. Selecteer Fax op het startscherm.
3. Kies de ontvanger.
“Ontvangers selecteren” op pagina 116
4. Selecteer het tabblad Faxinstellingen en congureer desgewenst de instellingen.
“Faxinstellingen” op pagina 130
Faxen
>
Faxberichten verzenden via de printer
115

5. Tik op
x
om het faxbericht te verzenden.
Opmerking:
❏Als het faxnummer bezet is of er een probleem optreedt, vormt de printer na een minuut autmatisch nogmaals het
nummer.
❏Als u het verzenden wilt annuleren, tikt u op
y
.
❏Het verzenden van faxberichten in kleur duurt langer, omdat de printer tegelijk scant en verzendt. Als de printer een
faxbericht in kleur aan het verzenden is, kunt u geen andere functies gebruiken.
Gerelateerde informatie
&“Actieve faxopdrachten controleren” op pagina 142
Ontvangers selecteren
U kunt op de volgende manieren ontvangers opgeven op het tabblad Ontvanger om het faxbericht te verzenden.
Een faxnummer handmatig invoeren
Selecteer To etsen b ord, voer een faxnummer in op het scherm dat wordt weergegeven en tik vervolgens op OK.
- Om een pauze (drie seconden tijdens het bellen van het nummer) toe te voegen, voegt u een koppelteken (-) toe.
- Als u een externe toegangscode hebt ingesteld in Lijntype, begint u het faxnummer met een hekje (#) in plaats
van de werkelijke toegangscode.
Opmerking:
Als u een faxnummer niet handmatig kunt invoeren, is Beperkingen dir. kiezen in Veiligheidsinstel. ingesteld op Aan.
Selecteer de faxontvangers in de lijst met contactpersonen of de faxgeschiedenis.
Ontvangers selecteren in de lijst met contactpersonen
Selecteer Contacten en selecteer de ontvangers naar wie u wilt faxen. Als de ontvanger waarnaar u het bericht wilt
versturen niet zijn geregistreerd in Contacten, tikt u op om deze te registreren.
Ontvangers selecteren in de geschiedenis met verzonden faxberichten
Selecteer Recent en geef een ontvanger op.
Ontvangers selecteren in de lijst op het tabblad Ontvanger
Selecteer een ontvanger in de lijst die is geregistreerd in Instel. > Contacten-beheer > Frequent.
Opmerking:
Als u ingevoerde ontvangers wilt verwijderen, gee u de lijst met ontvangers weer door op het veld van een faxnummer of
het aantal ontvangers op het lcd-scherm te tikken. Selecteer vervolgens de ontvanger in de lijst en selecteer Ver wijde ren.
Gerelateerde informatie
&“Contactpersonen beschikbaar maken” op pagina 386
Faxen
>
Faxberichten verzenden via de printer
>
Ontvangers selecteren
116

Verschillende manieren om faxberichten te verzenden
Het faxbericht verzenden na controle van de gescande afbeelding
U kunt de gescande aeelding op het lcd-scherm bekijken voordat u het faxbericht verzendt. (Alleen faxberichten
in zwart-wit)
1. Plaats de originelen.
“Originelen plaatsen” op pagina 37
2. Selecteer Fax op het startscherm.
3. Kies de ontvanger.
“Ontvangers selecteren” op pagina 116
4. Selecteer het tabblad Faxinstellingen en congureer desgewenst de instellingen.
“Faxinstellingen” op pagina 130
5. Tik op en controleer de gescande documentaeelding.
- : hiermee verplaatst u het scherm in de richting van de pijlen.
- : hiermee verkleint of vergroot u.
- : hiermee verplaatst u naar de vorige of volgende pagina.
Opmerking:
❏Als Direct verzenden geactiveerd is, kunt u geen voorbeeld weergeven.
❏Wanneer het voorbeeldscherm gedurende een tijd die in Instel. > Algemene instellingen > Faxinstellingen >
Ve r z endi n ste l li ng e n > Tijd weergave faxvoorbeeld, wordt ingesteld niet wordt aangeraakt, wordt het faxbericht
automatisch verzonden.
6. Selecteer Verzenden starten. Selecteer anders Annuler.
Opmerking:
De beeldkwaliteit van een faxbericht is mogelijk anders dan het voorbeeld, naargelang de capaciteit van de machine van
de ontvanger.
Een faxbericht handmatig verzenden na controle van de status van de
ontvanger
U kunt tijdens het nummervormen, communiceren of verzenden een faxbericht verzenden terwijl u naar geluiden
of stemmen luistert via de luidspreker in de printer.
1. Selecteer Fax op het startscherm.
2. Congureer de noodzakelijke instellingen op het tabblad Faxinstellingen.
Faxen
>
Faxberichten verzenden via de printer
>
Verschillende manieren om faxberichten te verzenden
117

3. Tik op het tabblad Ontvanger op en geef de ontvanger op.
Opmerking:
U kunt het volume van de luispreker aanpassen.
4. Wanneer u een faxtoon hoort, selecteert u Verzenden/ Ontvangen rechts boven in het lcd-scherm en
selecteert u vervolgens Verzenden.
Opmerking:
Als u een faxbericht van een faxinformatiedienst ontvangt, en u hoort de stembegeleiding, volg dan de instructies.
5. Tik op
x
om het faxbericht te verzenden.
Gerelateerde informatie
&“Faxinstellingen” op pagina 130
Faxberichten verzenden met een extern telefoontoestel
U kunt een faxbericht verzenden d.m.v. een aangesloten telefoon als u voor het verzenden van het faxbericht nog
een gesprek wilt voeren of als het faxapparaat van de ontvanger niet automatisch overschakelt.
1. Neem de hoorn van de telefoon in de hand en vorm het faxnummer van de ontvanger op uw toestel.
Opmerking:
Als de ontvanger de telefoon beantwoordt, kunt u met de ontvanger spreken.
2. Selecteer Fax op het startscherm.
3. Congureer de noodzakelijke instellingen in Faxinstellingen.
“Faxinstellingen” op pagina 130
4. Als u een faxtoon hoort, tikt u op
x
en legt u de hoorn op de haak.
Opmerking:
Als een nummer gevormd wordt d.m.v. een aangesloten toestel, duurt de verzending langer omdat de printer tegelijk
scant en verzendt. Als de printer een faxbericht aan het verzenden is, kunt u geen andere functies gebruiken.
Faxberichten op verzoek verzenden (met Polling verzenden/
Bulletinboardbox)
Als u een document in zwart-wit van tevoren in de printer opslaat, kan het opgeslagen document op verzoek
worden verzonden van een ander faxapparaat met de pollingontvangstfunctie. De printer beschikt over één map
Polling verzenden en 10 mappen voor bulletinborden voor deze functie. U kunt in elke map één document met
maximaal 100 pagina's opslaan. Om een bulletinbordmap te gebruiken, moet u de map waarin u een document
wilt opslaan van tevoren registreren. Het faxapparaat van de ontvanger moet de subadres-/wachtwoordfunctie
ondersteunen.
Gerelateerde informatie
&“De Box Polling verzenden instellen” op pagina 119
&“Een map voor bulletinborden registreren” op pagina 119
Faxen
>
Faxberichten verzenden via de printer
>
Verschillende manieren om faxberichten te verzenden
118

&“Een document opslaan in de Polling verzenden/ Bulletinboardbox” op pagina 120
De Box Polling verzenden instellen
U kunt een document opslaan in de Box Polling verzenden zonder voorafgaande registratie. Congureer de
volgende instellingen indien nodig.
1. Selecteer vanuit het startscherm Faxbox > Polling verz./Board.
2. Selecteer Polling verzenden, tik op en selecteer vervolgens Instel..
Opmerking:
Voer het wachtwoord in als u hierom wordt gevraagd.
3. Congureer de toepasselijke instellingen, zoals Verz.reslt. melden.
Opmerking:
Als u een wachtwoord instelt in Wachtw.vr.open box, wordt u gevraagd het wachtwoord in te voeren vanaf de volgende
keer dat u de map opent.
4. Selecteer OK om de instellingen toe te passen.
Gerelateerde informatie
&“Polling verzenden:” op pagina 137
Een map voor bulletinborden registreren
U moet een map voor bulletinborden registreren voordat u een document kunt opslaan. Volg de onderstaande
stappen om de map te registreren.
1. Selecteer vanuit het startscherm Faxbox > Polling verz./Board.
2. Selecteer een van de mappen met de naam Niet geregistreerd bulletinboard.
Opmerking:
Voer het wachtwoord in als u hierom wordt gevraagd.
3. Congureer instellingen voor de items op het scherm.
❏Voer in Naam (vereist) een naam in
❏Voer in Subadres (SEP) een subadres in
❏Voer in Wachtwoord(P W D ) een wachtwoord in
4. Congureer de toepasselijke instellingen, zoals Verz.reslt. melden.
Opmerking:
Als u een wachtwoord instelt in Wachtw.vr.open box, wordt u gevraagd het wachtwoord in te voeren vanaf de volgende
keer dat u de map opent.
5. Selecteer OK om de instellingen toe te passen.
Als u het scherm voor het wijzigen van instellingen of verwijderen van geregistreerde mappen wilt weergegeven,
selecteert u de map die u wilt wijzigen/verwijderen en tikt u op .
Faxen
>
Faxberichten verzenden via de printer
>
Verschillende manieren om faxberichten te verzenden
119

Gerelateerde informatie
&“Niet geregistreerd bulletinboard:” op pagina 138
Een document opslaan in de Polling verzenden/ Bulletinboardbox
1. Selecteer Faxbox op het startscherm en selecteer dan Polling verz./Board.
2. Selecteer het vak Polling verzenden of op een van de vakken van de bulletinborden die al zijn geregistreerd.
Voer het wachtwoord in om het vak te openen als u hierom wordt gevraagd.
3. Tik op Document toevoegen.
4. Controleer boven in het faxscherm dat wordt weergegeven de faxinstelling en tik vervolgens op
x
om het
document te scannen en op te slaan.
Als u het opgeslagen document wilt controleren, selecteert u Faxbox > Polling verz./Board, selecteert u het vak
met het document dat u wilt controleren en tikt u vervolgens op Document controleren. In het scherm dat wordt
weergegeven, kunt u het gescande document bekijken, afdrukken of wissen.
Gerelateerde informatie
&“Elk geregistreerd bulletinbord” op pagina 139
Meerdere pagina's van een zwart-witdocument verzenden (Direct verzenden)
Als u een faxbericht in zwart-wit verzendt, wordt het gescande document tijdelijk opgeslagen in het geheugen van
de printer. Hierdoor kan het verzenden van een groot aantal pagina's ervoor zorgen dat het geheugen van de
printer vol raakt. U kunt dit vermijden door de functie Direct verzenden te activeren, maar mogelijk duurt de
verzending langer omdat de printer tegelijk scant en verzendt. U kunt deze functie gebruiken als er maar één
ontvanger is.
Het menu openen
U vindt het menu op het bedieningspaneel van de printer.
Fax > Faxinstellingen Direct verzenden.
Een faxbericht prioritair verzenden (Met prioriteit sturen)
U kunt een dringend document voorrang verlenen op faxberichten in de wachtrij.
Opmerking:
U kunt geen prioritaire faxberichten zenden wanneer een van de volgende zaken in behandeling zijn omdat de printer geen
andere faxberichten kan aanvaarden.
❏Een monochroom faxbericht verzenden terwijl Direct verzenden is ingeschakeld
❏Het verzenden van een faxbericht in kleur
❏Het verzenden van een faxbericht d.m.v. een aangesloten telefoontoestel
❏Een faxbericht verzenden vanaf de computer (niet bij verzenden vanaf een geheugenapparaat)
Faxen
>
Faxberichten verzenden via de printer
>
Verschillende manieren om faxberichten te verzenden
120

Het menu openen
U vindt het menu op het bedieningspaneel van de printer.
Fax > Faxinstellingen Met prioriteit sturen.
Gerelateerde informatie
&“De status of logboeken van faxtaken controleren” op pagina 140
Faxberichten in zwart-wit verzenden op een speciek tijdstip (Fax later
verzenden)
U kunt op een speciek tijdstip een faxbericht verzenden. Dit kan uitsluitend bij faxberichten in zwart-wit.
Het menu openen
U vindt het menu op het bedieningspaneel van de printer.
Fax > Faxinstellingen
Schakel Fax later verzenden in en geef vervolgens het tijdstip op waarop het faxbericht moet worden verzonden.
Opmerking:
Als u het faxbericht wilt annuleren terwijl de printer wacht tot het opgegeven tijdstip, kunt u dit doen via .
Gerelateerde informatie
&“De status of logboeken van faxtaken controleren” op pagina 140
Documenten van verschillende formaten verzenden d.m.v. de ADF
(Doorlopend scannen (ADF))
Als u faxberichten verzendt door de originelen een voor een te plaatsen of door de originelen op formaat te
plaatsen, kunt u deze als een enkel document verzenden in hun originele formaten.
Als u originelen met verschillende afmetingen in de ADF plaatst, worden alle originelen verzonden volgens het
grootste formaat. Plaats geen originelen met verschillende formaten als u de originelen in het oorspronkelijke
formaat wilt verzenden.
1. Plaats de eerste batch originelen tegelijkertijd.
2. Selecteer Fax op het startscherm.
3. Kies de ontvanger.
4. Selecteer het tabblad Faxinstellingen en tik vervolgens op Doorlopend scannen (ADF) om dit in te stellen op
Aan.
U kunt naar wens ook instellingen congureren voor bijvoorbeeld resolutie en verzendmethode.
5. Tik op
x
(Verzenden).
Faxen
>
Faxberichten verzenden via de printer
>
Verschillende manieren om faxberichten te verzenden
121

6. Wanneer het scannen van de eerste set originelen is voltooid en op het bedieningspaneel een bericht wordt
weergegeven waarin u wordt gevraagd de volgende set originelen te scannen, plaatst u de volgende originelen
en selecteert u Scannen starten.
Opmerking:
Als de printer gedurende een tijd die in Wachttijd voor volgend origineel wordt ingesteld niet wordt gebruikt nadat u
bent gevraagd de volgende originelen te plaatsen, stopt de printer met opslaan en wordt het document verzonden.
Een fax verzenden met een Subadres (SUB) en Wachtwoord(SID)
U kunt faxen verzenden naar de vertrouwelijke mappen of de doorstuurmappen van het faxapparaat van de
ontvanger wanneer dit faxapparaat beschikt over de functie om vertrouwelijke faxen of doorgezonden faxen te
ontvangen. De ontvangers kunnen deze veilig ontvangen of doorsturen naar een specieke faxbestemming.
1. Plaats de originelen.
2. Selecteer Fax op het startscherm.
3. Selecteer Contacten en selecteer een ontvanger met een geregistreerd subadres en wachtwoord.
U de ontvanger ook selecteren uit Recent als het betreende bericht was verzonden met een subadres en
wachtwoord.
4. Selecteer het tabblad Faxinstellingen en congureer desgewenst de instellingen, zoals voor resolutie en
verzendmethode.
5. Verzend de fax.
Gerelateerde informatie
&“Contactpersonen beschikbaar maken” op pagina 386
Een document meerdere keren verzenden
Gerelateerde informatie
&“Een faxbericht opslaan zonder een ontvanger te speciceren (Faxgeg. opslaan)” op pagina 122
&“Faxberichten verzenden met de functie voor opgeslagen documenten” op pagina 123
Een faxbericht opslaan zonder een ontvanger te speciceren (Faxgeg. opslaan)
Doordat u faxberichten kunt verzenden op basis van documenten die zijn opgeslagen in de printer, kunt u scantijd
besparen wanneer u hetzelfde document regelmatig moet verzenden. U kunt maximaal 100 pagina's van een enkel
document opslaan in zwart/wit. U kunt 10 documenten opslaan in de map voor opgeslagen documenten in de
printer.
Opmerking:
Het is mogelijk dat u geen 10 documenten kunt opslaan, aankelijk van de gebruiksomstandigheden, zoals de
bestandsgrootte van de opgeslagen documenten.
1. Plaats de originelen.
Faxen
>
Faxberichten verzenden via de printer
>
Verschillende manieren om faxberichten te verzenden
122

2. Selecteer Faxbox op het startscherm.
3. Selecteer Opgeslagen documenten, tik op (Boxmenu) en selecteer vervolgens Faxgeg. opslaan.
4. Congureer op het tabblad Faxinstellingen dat wordt weergegeven gewenste instellingen zoals de
resolutiemethode.
5. Tik op
x
om het document op te slaan.
Nadat het opslaan van een document is voltooid, kunt u de gescande aeelding bekijken door Faxbox >
Opgeslagen documenten te selecteren en in het vak voor het document te tikken, of u kunt het verwijderen door
op rechts van het vak voor het document te tikken.
Gerelateerde informatie
&“Opgeslagen documenten:” op pagina 135
Faxberichten verzenden met de functie voor opgeslagen documenten
1. Selecteer Faxbox op het startscherm en selecteer dan Opgeslagen documenten.
2. Selecteer het document dat u wilt verzenden, controleer de inhoud van het document en selecteer vervolgens
Verzenden starten.
Wanneer het bericht Dit document verwijderen na het verzenden? wordt weergegeven, selecteert u Ja of Nee.
3. Kies de ontvanger.
4. Selecteer het tabblad Faxinstellingen en congureer desgewenst de instellingen, zoals voor verzendmethode.
5. Tik op
x
om het faxbericht te verzenden.
Gerelateerde informatie
&“Opgeslagen documenten:” op pagina 135
&“De status of logboeken van faxtaken controleren” op pagina 140
Faxberichten ontvangen op de printer
Als de printer is aangesloten op de telefoonlijn en basisinstellingen zijn gecongureerd met de Wizard faxinstelling,
kunt u faxberichten ontvangen.
U kunt ontvangen faxberichten opslaan, op het scherm van de printer controleren en ze doorsturen.
Faxen
>
Faxberichten ontvangen op de printer
123

Ontvangen faxberichten worden afgedrukt met de standaardinstellingen van de printer.
Wanneer u de status van de faxinstellingen wilt controleren, kunt u een Lijst faxinstellingen afdrukken via Fax >
(Meer) > Faxverslag > Lijst faxinstellingen.
Inkomende faxen ontvangen
Er zijn twee mogelijkheden in Ontvangstmodus.
Gerelateerde informatie
&“Handmatig-modus gebruiken” op pagina 124
&“Auto-modus gebruiken” op pagina 124
Handmatig-modus gebruiken
Deze modus is voornamelijk voor het plaatsen van telefoonoproepen, maar kan ook worden gebruikt voor faxen.
Faxberichten ontvangen
Wanneer de telefoon overgaat, kunt u de oproep handmatig beantwoorden door de handset op te nemen.
❏Wanneer u een faxtoon hoort (baud):
Selecteer Fax op het startscherm van de printer Verzenden/ Ontvangen > Ontvangen en tik vervolgens op
x
.
Zodra het faxbericht binnenkomt, kunt u de hoorn op de haak leggen.
❏Als het overgaan voor een spraakoproep is:
U kunt de oproep normaal beantwoorden.
Faxberichten ontvangen met alleen de aangesloten telefoon
Wanneer Extern ontvangen is ingesteld, kunt u faxberichten ontvangen door de Startcode in te voeren.
Als de telefoon overgaat, neemt u de handset op. Als u een faxtoon (baud) hoort, voert u de tweecijferige Startcode
in en hangt u de handset op. Als u de startcode niet weet, neemt u dan contact op met de beheerder.
Gerelateerde informatie
&“Extern ontvangen:” op pagina 321
Auto-modus gebruiken
Met deze modus kunt u de lijn voor de volgende toepassingen gebruiken.
Faxen
>
Faxberichten ontvangen op de printer
>
Inkomende faxen ontvangen
124

❏De lijn alleen gebruiken om te faxen (externe telefoon is niet noodzakelijk)
❏De lijn voornamelijk gebruiken om te faxen, maar soms ook om te telefoneren
Faxberichten ontvangen zonder extern telefoontoestel
De printer schakelt automatisch over naar het ontvangen van faxberichten wanneer het nummer dat wordt gebeld
zo vaak is overgegaan als u hebt ingesteld in Overgaan voor antwoorden.
Faxberichten ontvangen met een extern telefoontoestel
Een printer zonder extern telefoontoestel werkt als volgt.
❏Wanneer het antwoordapparaat de oproep beantwoordt binnen het aantal keer overgaan dat is ingesteld in
Overgaan voor antwoorden:
- Als het overgaan voor een faxoproep is: de printer schakelt automatisch naar de modus voor het ontvangen
van faxberichten.
- Als het overgaan voor een spraakoproep is: het antwoordapparaat kan spraakoproepen ontvangen en
spraakberichten opnemen.
❏Wanneer u de handset opneemt binnen het aantal keer overgaan dat is ingesteld in Overgaan voor
antwoorden:
- Als het overgaan voor een faxoproep is: blijf aan de lijn tot het faxbericht automatisch wordt ontvangen. Zodra
het faxbericht binnenkomt, kunt u de hoorn op de haak leggen. Als u het faxbericht meteen wilt ontvangen, past
u dezelfde stappen toe als voor Handmatig. U kunt het faxbericht ontvangen met dezelfde stappen als voor
Handmatig. Selecteer Fax op het startscherm en selecteer dan Verzenden/ Ontvangen > Ontvangen. Tik
vervolgens op
x
en leg de hoorn op de haak.
- Als het overgaan voor een spraakoproep is: u kunt de oproep normaal beantwoorden.
❏Als het overgaan stopt en de printer automatisch naar de modus voor het ontvangen van faxberichten
overschakelt:
- Als het overgaan voor een faxoproep is: de printer ontvangt de fax.
- Als het overgaan voor een spraakoproep is: u kunt de oproep niet beantwoorden. Vraag of de beller u
terugbelt.
Opmerking:
Stel het aantal keer overgaan voor het antwoordapparaat in op een aantal dat lager is dan het aantal dat is ingesteld in
Overgaan voor antwoorden. Anders kan het antwoordapparaat geen berichten ontvangen. Raadpleeg de bij het
antwoordapparaat meegeleverde handleiding voor informatie over het instellen van het antwoordapparaat.
Faxen ontvangen via een telefoonoproep
U kunt een fax die op een ander faxapparaat is opgeslagen, ontvangen door het faxnummer te bellen.
Gerelateerde informatie
&“Een faxbericht ontvangen na controle van de status van de verzender” op pagina 126
&“Faxen ontvangen via pollingdiensten (Polling ontvangen)” op pagina 126
&“Faxen ontvangen van een bord met een subadres (SEP) en wachtwoord (PWD) (Polling ontvangen)” op
pagina 127
Faxen
>
Faxberichten ontvangen op de printer
>
Faxen ontvangen via een telefoonoproep
125

Een faxbericht ontvangen na controle van de status van de verzender
U kunt tijdens het nummervormen, communiceren of verzenden een faxbericht ontvangen terwijl u naar geluiden
of stemmen luistert via de luidspreker in de printer. U kunt deze functie gebruiken als u een faxbericht wilt
ontvangen vanuit een faxinformatiedienst d.m.v. stembegeleiding.
1. Selecteer Fax op het startscherm.
2. Tik op en geef de verzender op.
Opmerking:
U kunt het volume van de luispreker aanpassen.
3. Wacht tot de verzender uw oproep beantwoordt. Wanneer u een faxtoon hoort, selecteert u Verzenden/
Ontvangen rechts boven in het lcd-scherm en selecteert u vervolgens Ontvangen.
Opmerking:
Als u een faxbericht van een faxinformatiedienst ontvangt, en u hoort de stembegeleiding, volg dan de instructies.
4. Tik op
x
.
Faxen ontvangen via pollingdiensten (Polling ontvangen)
U kunt een fax die op een ander faxapparaat is opgeslagen, ontvangen door het faxnummer te bellen. Gebruik deze
functie om een document te ontvangen van een faxinformatiedienst.
Opmerking:
❏Als de faxinformatiedienst een stembegeleidingsfunctie hee die u moet volgen om een document te ontvangen, kunt u
deze functie niet gebruiken.
❏Om een document te ontvangen van een faxinformatiedienst die stembegeleiding gebruikt, kiest u gewoon het
faxnummer met de functie Op haak of via de aangesloten telefoon en bedient u de telefoon en printer volgens de
stembegeleiding.
1. Selecteer Fax op het startscherm.
2. Tik op (Meer).
3. Selecteer Uitgebreide fax.
4. Tik op het vak Polling ontvangen om dit in te stellen op Aan.
5. Tik op Sluiten en tik vervolgens nogmaals op Sluiten.
6. Voer het faxnummer in.
Opmerking:
Als u een faxnummer niet handmatig kunt invoeren, is Beperkingen dir. kiezen in Veiligheidsinstel. ingesteld op Aan.
Selecteer de faxontvangers uit de lijst met contacten of de faxgeschiedenis.
7. Tik op
x
.
Faxen
>
Faxberichten ontvangen op de printer
>
Faxen ontvangen via een telefoonoproep
126

Faxen ontvangen van een bord met een subadres (SEP) en wachtwoord (PWD)
(Polling ontvangen)
Als u het nummer van een verzender kiest, kunt u faxen ontvangen van een bord dat is opgeslagen op het
faxapparaat van de afzender met de functie subadres (SEP) en wachtwoord (PWD). Als u deze functie wilt
gebruiken, registreert u het contact met het subadres (SEP) en wachtwoord (PWD) vooraf in de lijst met contacten.
1. Selecteer Fax op het startscherm.
2. Selecteer (Meer).
3. Selecteer Uitgebreide fax.
4. Tik op Polling ontvangen om deze optie in te stellen op Aan.
5. Tik op Sluiten en tik vervolgens nogmaals op Sluiten.
6. Selecteer Contacten en selecteer het contact met het geregistreerde subadres (SEP) en wachtwoord (PWD) in
overeenstemming met het bord van bestemming.
7. Tik op
x
.
Gerelateerde informatie
&“Contactpersonen beschikbaar maken” op pagina 386
Ontvangen faxen opslaan en doorsturen
Samenvatting van de functies
Als uw organisatie een printerbeheerder hee, neemt u contact op met deze beheerder om de van de
printerinstellingen te controleren.
Ontvangen faxberichten opslaan in de printer
De ontvangen faxberichten kunnen in de printer worden opgeslagen en u kunt ze bekijken op het scherm van de
printer. U kunt alleen de gewenste faxberichten afdrukken of onnodige faxberichten verwijderen.
Opslaan en/of doorsturen van ontvangen faxberichten naar een andere bestemming dan de printer
De volgende bestemmingen kunnen worden ingesteld.
❏Computer (PC-FAX-ontvangst)
❏Extern geheugenapparaat
❏E-mailadres
❏Gedeelde map in een netwerk
❏Een ander faxapparaat
Faxen
>
Faxberichten ontvangen op de printer
>
Ontvangen faxen opslaan en doorsturen
127

Opmerking:
❏De faxgegevens worden opgeslagen in pdf-indeling.
❏Gekleurde documenten kunnen niet worden doorgestuurd naar een ander faxapparaat. Ze worden verwerkt als
documenten die niet kunnen worden doorgestuurd.
Ontvangen faxberichten sorteren op basis van voorwaarden als subadres en wachtwoord
U kunt ontvangen faxberichten sorteren en opslaan naar uw Postvak IN of mappen voor bulletinborden. U kunt
ontvangen faxberichten tevens doorsturen naar andere bestemmingen dan de printer.
❏E-mailadres
❏Gedeelde map in een netwerk
❏Een ander faxapparaat
Opmerking:
❏De faxgegevens worden opgeslagen in pdf-indeling.
❏Gekleurde documenten kunnen niet worden doorgestuurd naar een ander faxapparaat. Ze worden verwerkt als
documenten die niet kunnen worden doorgestuurd.
❏U kunt de op de printer ingestelde voorwaarden voor opslaan/doorsturen afdrukken. Selecteer op het startscherm Fax en
selecteer vervolgens (Meer) > Faxverslag > Lijst voorwaard. opsl./doorsturen.
❏Als uw organisatie een printerbeheerder hee, neemt u contact op met deze beheerder om de voorwaarden voor opslaan/
doorsturen in te stellen of te wijzigen.
Voor de beheerder: zie “Gerelateerde informatie” hieronder om de instellingen te controleren of te wijzigen.
Gerelateerde informatie
&“Instellingen congureren voor het opslaan en doorsturen van ontvangen faxberichten” op pagina 406
&“Instellingen congureren voor het doorsturen en opslaan van ontvangen faxberichten volgens specieke
voorwaarden” op pagina 410
&“Ontvangen faxberichten op het lcd-scherm van de printer bekijken” op pagina 128
Ontvangen faxberichten op het lcd-scherm van de printer bekijken
Als u ontvangen faxberichten op het scherm van de printer wilt bekijken, moet u de instellingen vooraf op de
printer congureren.
“Instellingen voor opslaan congureren voor inkomende faxberichten” op pagina 407
1. Selecteer Faxbox op het startscherm.
Opmerking:
Als er ontvangen faxberichten zijn die niet zijn gelezen, wordt het aantal ongelezen documenten weergegeven op het
op het startscherm.
2. Selecteer Postvak IN/ Vertrouwelijke.
3. Selecteer het Postvak IN of de map Vertrouwelijk die u wilt bekijken.
4. Als het Postvak IN of de map Vertrouwelijk is beveiligd met een wachtwoord, voert u het wachtwoord van het
Postvak IN, het wachtwoord van de map Vertrouwelijk of het beheerderswachtwoord in.
Faxen
>
Faxberichten ontvangen op de printer
>
Ontvangen faxberichten op het lcd-scherm van de printer bekijken
128

5. Selecteer de fax die u wilt bekijken in de lijst.
De inhoud van de fax wordt getoond.
❏: hiermee draait u het beeld 90 graden rechtsom.
❏ : hiermee verplaatst u het scherm in de richting van de pijlen.
❏ : hiermee verkleint of vergroot u.
❏ : hiermee gaat u naar de vorige of volgende pagina.
❏: hiermee gee u menu's weer, zoals opslaan en doorsturen.
❏Als u de activiteitpictogrammen wilt verbergen, tikt u in het voorbeeldscherm. Tik hiervoor niet op de
pictogrammen zelf. Tik opnieuw om de pictogrammen weer te geven.
6. Selecteer of u het bekeken document wilt afdrukken of wissen en volg de instructies op het scherm.
c
Belangrijk:
Als er onvoldoende printergeheugen is, is het verzenden en ontvangen van faxberichten uitgeschakeld.
Verwijder documenten die u al hebt gelezen of afgedrukt.
Gerelateerde informatie
&“Postvak IN/ Vertrouwelijke” op pagina 134
Menuopties voor faxen
Ontvanger
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Fax > Ontvanger
Toetsenbord:
U kunt een faxnummer handmatig invoeren.
Contacten:
Selecteer een ontvanger in de lijst met contacten. U kunt ook contacten toevoegen of bewerken.
Recent:
Selecteer een ontvanger uit de geschiedenis met verzonden faxberichten. U kunt de ontvanger tevens
toevoegen aan de lijst met contactpersonen.
Gerelateerde informatie
&“Ontvangers selecteren” op pagina 116
Faxen
>
Menuopties voor faxen
>
Ontvanger
129

Faxinstellingen
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Fax > Faxinstellingen
Knop Snelle bewerking:
U kunt maximaal drie veelgebruikte items toewijzen, zoals Verz endlogboek en Type origineel in
Instel. > Algemene instellingen > Faxinstellingen > Knop Snelle bewerking. Hiermee worden de
items bovenaan het tabblad Faxinstellingen weergegeven.
Scaninstellingen:
Resolutie:
Selecteer de resolutie van de uitgaande fax. Als u een hogere resolutie selecteert, neemt de
gegevensgrootte toe en duurt het verzenden van de fax langer.
Dichtheid:
Bepaalt de dichtheid van de uitgaande fax. Met + wordt de dichtheid donkerder, met - wordt
deze lichter.
Type origineel:
Selecteer het type van het origineel.
Achtergrond verwijderen:
Detecteert de papierkleur (achtergrondkleur) van het origineel en vervolgens wordt de kleur
verwijderd of lichter gemaakt. In welke mate het verwijderen of lichter maken lukt, hangt af
van de donkerte of felheid van de kleur
Scherpte:
Maakt omtrekken in de aeelding scherper of minder scherp. Met + verhoogt u de scherpte en
met - vermindert u de scherpte.
ADF dubbelzijdig:
Scant beide zijden van originelen die in de ADF worden geplaatst en verzendt een fax in zwart-
wit.
Doorlopend scannen (ADF):
Als u faxberichten verzendt door de originelen een voor een te plaatsen of door de originelen
op formaat te plaatsen, kunt u deze als een enkel document verzenden in hun originele
formaten. Raadpleeg de gerelateerde informatie verderop in dit onderwerp.
Origineel formaat (glas):
Selecteer het formaat en de oriëntatie van het origineel dat u op de scannerglasplaat plaatste.
Kleurmodus:
Selecteer of u wilt scannen in kleur of zwart-wit.
Faxen
>
Menuopties voor faxen
>
Faxinstellingen
130

Inst.faxverzending:
Direct verzenden:
Hiermee verzendt u een faxbericht in zwart-wit terwijl de originelen worden gescand. Omdat
gescande originelen niet tijdelijk worden opgeslagen in het printergeheugen, zelfs niet wanneer
u een groot aantal pagina's verzendt, kunt u printerfouten als gevolg van gebrek aan geheugen
voorkomen. Houd er rekening mee dat het verzenden langer duurt wanneer u deze functie
gebruikt. Raadpleeg de gerelateerde informatie verderop in dit onderwerp.
U kunt deze functie niet gebruiken wanneer:
❏U een fax verzendt met de optie ADF dubbelzijdig
❏Wanneer u een fax naar meerdere ontvangers verzendt
Met prioriteit sturen:
Verstuurt de huidige fax vóór andere faxberichten die in de wachtrij staan. Raadpleeg de
gerelateerde informatie verderop in dit onderwerp.
Fax later verzenden:
Hiermee wordt een faxbericht verzonden op het tijdstip dat u opgee. Alleen een faxbericht in
zwart-wit is beschikbaar bij het gebruik van deze optie. Raadpleeg de gerelateerde informatie
verderop in dit onderwerp.
Afzender info toevoegen:
❏Afzender info toevoegen
Selecteer de positie waar u de koptekstinformatie wilt invoegen (naam en faxnummer van
afzender) in de uitgaande fax, of geef aan dat u deze informatie niet wilt invoegen.
- Uit: Hiermee verzendt u een faxbericht zonder koptekstinformatie.
- Buitenkant aeelding: Hiermee verzendt u een faxbericht met de koptekstinformatie in
de marge bovenaan het faxbericht. Zo voorkomt u dat de koptekst overlapt met de gescande
aeelding. Aankelijk van het formaat van de originelen kan het faxbericht bij de
ontvanger echter op twee pagina's worden afgedrukt.
- Binnenkant aeelding: Hiermee verzendt u een faxbericht met de koptekstinformatie
circa 7 mm lager dan de bovenkant van de gescande aeelding. De koptekst overlapt
mogelijk met de aeelding, maar de fax zal bij de ontvanger niet over twee pagina's worden
verdeeld.
❏Koptekst fax
Selecteer de koptekst voor de ontvanger. Als u deze functie wilt gebruiken, moet u eerst
meerdere kopteksten vastleggen.
❏Aanvullende informatie
Selecteer de informatie die u wilt toevoegen. U kunt kiezen uit Uw telefoonnummer en
Doellijst.
Verz.reslt. melden:
Hiermee wordt een melding verzonden nadat u een fax hebt verzonden.
Rapport transmissie:
Hiermee wordt na verzending van de fax een verzendrapport afgedrukt.
Bij fout afdrukken : hiermee drukt u alleen een rapport af als er een fout optreedt.
Faxen
>
Menuopties voor faxen
>
Faxinstellingen
131

Wanneer Aeelding aan rapport bevestigen is ingesteld in Instel. > Algemene instellingen >
Faxinstellingen > Rapportinstellingen, worden faxberichten met fouten ook afgedrukt met
een rapport.
Back-up:
Hiermee slaat u een back-up op van de verzonden fax. Deze wordt automatisch gescand en in
het printergeheugen opgeslagen. De back-upfunctie is in de volgende gevallen beschikbaar:
❏Tijdens het verzenden van een fax in zwart-wit
❏Tijdens het verzenden van een fax met de functie Fax later verzenden
❏Tijdens het verzenden van een fax met de functie Batchverzend
❏Tijdens het verzenden van een fax met de functie Faxgeg. opslaan
Gerelateerde informatie
&“Documenten van verschillende formaten verzenden d.m.v. de ADF (Doorlopend scannen (ADF))” op
pagina 121
&“Meerdere pagina's van een zwart-witdocument verzenden (Direct verzenden)” op pagina 120
&“Een faxbericht prioritair verzenden (Met prioriteit sturen)” op pagina 120
&“Faxberichten in zwart-wit verzenden op een speciek tijdstip (Fax later verzenden)” op pagina 121
Meer
Als u op het startscherm selecteert in Fax, wordt het menu Meer weergegeven.
Verzendlogboek:
U kunt de geschiedenis van ontvangen en verzonden berichten controleren.
U kunt tevens de geschiedenis van ontvangen en verzonden berichten controleren in Job/Status.
Faxverslag:
Laatste overdracht:
Hiermee drukt u een rapport af voor het vorige faxbericht dat via polling is ontvangen of
verzonden.
Faxlogboek:
Hiermee drukt u een transmissierapport af. U kunt instellen dat dit rapport automatisch wordt
afgedrukt via het volgende menu.
Instel. > Algemene instellingen > Faxinstellingen > Rapportinstellingen > Automatisch
afdrukken faxlogboek
Opgesl. faxdocumenten:
Hiermee drukt u een lijst met faxdocumenten af die in het geheugen van de printer staan, zoals
niet-voltooide opdrachten.
Lijst faxinstellingen:
Hiermee drukt u de actuele faxinstellingen af.
Faxen
>
Menuopties voor faxen
>
Meer
132

Lijst voorwaard. opsl./doorsturen:
Hiermee drukt u de lijst Op basis van voorwaarden opslaan/doorsturen.
Protocol traceren:
Hiermee drukt u een gedetailleerd rapport af voor de vorige verzonden of ontvangen fax.
Uitgebreide fax:
Polling ontvangen:
Wanneer dit is ingesteld op Aan en u het faxnummer van de afzender belt, kunt u documenten
ontvangen van het faxapparaat van de afzender. Zie de onderstaande gerelateerde informatie
voor meer informatie over het ontvangen van faxberichten met Polling ontvangen.
Wanneer u het menu Fax verlaat, wordt de instelling hersteld naar Uit (standaard).
Polling verzenden/ Board:
Wanneer deze optie is ingesteld op Aan door het selecteren van de map voor
pollingverzending of een map voor bulletinborden, kunt u documenten scannen en opslaan
naar de map die u hebt geselecteerd door op x te tikken op het tabblad Faxinstellingen.
U kunt een document opslaan naar de map voor pollingverzending. U kunt maximaal 10
documenten opslaan in maximaal 10 bulletinborden in de printer. U moet deze echter
registreren vanuit Faxbox voordat u documenten kunt opslaan. Zie de onderstaande
gerelateerde informatie voor informatie over het registreren van een map voor bulletinborden.
Wanneer u het menu Fax verlaat, wordt de instelling hersteld naar Uit (standaard).
Faxgeg. opslaan:
Wanneer deze optie is ingesteld op Aan en u tikt op x op het tabblad Faxinstellingen, kunt u
documenten scannen en opslaan in de map Opgeslagen documenten. U kunt maximaal 10
documenten opslaan.
U kunt tevens documenten scannen en opslaan naar de map Opgeslagen documenten in
Faxbox. Zie de onderstaande gerelateerde informatie voor meer informatie over het opslaan
van documenten met Faxbox
Wanneer u het menu Fax verlaat, wordt de instelling hersteld naar Uit (standaard).
Faxbox:
Open Faxbox op het startscherm.
Faxinstellingen:
Open Instel. > Algemene instellingen > Faxinstellingen. Open het instellingenmenu als beheerder.
Gerelateerde informatie
&“Faxen ontvangen via pollingdiensten (Polling ontvangen)” op pagina 126
&“De Box Polling verzenden instellen” op pagina 119
&“Een map voor bulletinborden registreren” op pagina 119
&“Een document opslaan in de Polling verzenden/ Bulletinboardbox” op pagina 120
&“Polling verz./Board” op pagina 137
&“Een faxbericht opslaan zonder een ontvanger te speciceren (Faxgeg. opslaan)” op pagina 122
Faxen
>
Menuopties voor faxen
>
Meer
133

&“Opgeslagen documenten:” op pagina 135
&“De status of logboeken van faxtaken controleren” op pagina 140
&“De faxtaakgeschiedenis controleren” op pagina 142
Menuopties voor Faxbox
Postvak IN/ Vertrouwelijke
U vindt Postvak IN/ Vertrouwelijke in Faxbox op het startscherm.
Postvak IN en vertrouwelijke mappen (lijst)
Postvak IN en vertrouwelijke mappen in Faxbox > Postvak IN/ Vertrouwelijke.
U kunt maximaal 100 documenten opslaan in het Postvak IN en de vertrouwelijke map.
U kunt één Postvak IN gebruiken en maximaal 10 vertrouwelijke mappen registreren. De mapnaam
wordt weergegeven op de map. Vertrouwelijk XX is de standaardnaam voor elke vertrouwelijke map.
Postvak IN en vertrouwelijke mappen
Hier wordt de lijst met ontvangen faxberichten weergegeven, met ontvangstdatum,
afzendernaam en aantal pagina's.
Als u in de lijst op een van de faxberichten tikt, wordt het voorbeeldscherm geopend en kunt u
de inhoud van de fax bekijken. Tijdens het bekijken van de voorbeeldweergave kunt u de fax
afdrukken of verwijderen.
voorbeeldscherm
❏ : verkleint of vergroot.
❏: draait het beeld 90 graden rechtsom.
❏ : verplaatst het scherm in de richting van de pijlen.
❏ : verplaatst naar de vorige of volgende pagina.
Als u de activiteitpictogrammen wilt verbergen, tikt u in het voorbeeldscherm. Tik
hiervoor niet op de pictogrammen zelf. Tik opnieuw om de pictogrammen weer te
geven.
(Menu)
❏Opsl.op geheugenapp.
❏Doorsturen(E-mail)
❏Doorsturen(Netwerkmap)
❏Fax verzenden
❏Details
Wanneer het bericht Verwijderen wanneer voltooid wordt weergegeven, selecteert u
Aan om faxberichten te verwijderen na het volledig voltooien van processen als Opsl.op
geheugenapp. of Doorsturen(E-mail).
Faxen
>
Menuopties voor Faxbox
>
Postvak IN/ Vertrouwelijke
134

(Boxmenu)
Alles afdrukken:
Dit wordt alleen weergegeven wanneer zich in de map opgeslagen faxberichten
bevinden. Hiermee worden alle faxberichten in de map afgedrukt. Als u Aan selecteert
in Verwijderen wanneer voltooid, worden alle faxberichten verwijderd nadat het
afdrukken is voltooid.
Alles opslaan op Geheugenapp.:
Dit wordt alleen weergegeven wanneer zich in de map opgeslagen faxberichten
bevinden. Hiermee worden alle faxberichten in de map opgeslagen naar een extern
geheugenapparaat. Als u Aan selecteert in Verwijderen wanneer voltooid, worden alle
documenten verwijderd nadat het opslaan is voltooid.
Alles verwijderen:
Dit wordt alleen weergegeven wanneer zich in de map opgeslagen faxberichten
bevinden. Hiermee worden alle faxberichten in de map verwijderd.
Instel.:
De volgende items worden weergegeven als u Postvak IN > Boxmenu > Instel.
selecteert.
❏Opties wanneer het geheugen vol is: selecteer een optie om inkomende faxberichten
af te drukken of te weigeren als het Postvak IN vol is.
❏Inst. wachtwoord postvak: u kunt een wachtwoord instellen of dit wijzigen.
De volgende items worden weergegeven als u een vertrouwelijke map selecteert en
vervolgens Boxmenu > Instel. selecteert.
❏Naam: voer een naam in voor de vertrouwelijke map.
❏Wachtw.vr.open box: u kunt een wachtwoord instellen of dit wijzigen.
Box verwijderen:
Dit item wordt alleen weergegeven wanneer u een vertrouwelijke map selecteert en
vervolgens Boxmenu selecteert. Wist de huidige instellingen voor vertrouwelijke
mappen en verwijdert alle opgeslagen documenten.
Gerelateerde informatie
&“De faxtaakgeschiedenis controleren” op pagina 142
Opgeslagen documenten:
U vindt Opgeslagen documenten in Faxbox in het startscherm.
U kunt tot 100 pagina's van een enkel document in zwart/wit en maximaal 10 documenten in de map opslaan.
Hierdoor bespaart u scantijd als u hetzelfde document regelmatig moet verzenden.
Opmerking:
Mogelijk kunt u niet 10 documenten opslaan. Dat is aankelijk van de gebruiksomstandigheden, zoals de grootte van de
opgeslagen documenten.
Faxen
>
Menuopties voor Faxbox
>
Opgeslagen documenten:
135

Opgeslagen documentenbox
Gee de lijst met opgeslagen documenten weer, inclusief de opslagdatum en het aantal pagina's.
Als u in de lijst op een van de opgeslagen documenten tikt, wordt het voorbeeldscherm weergegeven.
Tik op Verz enden star ten om naar het scherm voor het verzenden van faxberichten te gaan, of tik op
Wi s s e n om het document te verwijderen terwijl u het bekijkt.
voorbeeldscherm
❏ : verkleint of vergroot.
❏: draait het beeld 90 graden rechtsom.
❏ : verplaatst het scherm in de richting van de pijlen.
❏ : verplaatst naar de vorige of volgende pagina.
Als u de activiteitpictogrammen wilt verbergen, tikt u in het voorbeeldscherm. Tik hiervoor
niet op de pictogrammen zelf. Tik opnieuw om de pictogrammen weer te geven.
(Menu)
❏Opsl.op geheugenapp.
❏Doorsturen(E-mail)
❏Doorsturen(Netwerkmap)
❏Afdrukken
Wanneer het bericht Verwijderen wanneer voltooid wordt weergegeven, selecteert u Aan om
faxberichten te verwijderen na het volledig voltooien van processen als Opsl.op geheugenapp.
of Doorsturen(E-mail).
(Boxmenu)
Faxgeg. opslaan:
Hiermee wordt het scherm voor het tabblad Fax > Faxinstellingen weergegeven. Als u op het
scherm op x tikt, worden de documenten gescand die in de map Opgeslagen documentenbox
moeten worden opgeslagen.
Alles afdrukken:
Dit wordt alleen weergegeven wanneer zich in de map opgeslagen faxberichten bevinden.
Hiermee worden alle faxberichten in de map afgedrukt. Als u Aan selecteert in Ver wij dere n
wanneer voltooid, worden alle faxberichten verwijderd nadat het afdrukken is voltooid.
Alles opslaan op Geheugenapp.:
Dit wordt alleen weergegeven wanneer zich in de map opgeslagen faxberichten bevinden.
Hiermee worden alle faxberichten in de map opgeslagen naar een extern geheugenapparaat.
Als u Aan selecteert in Verwijderen wanneer voltooid, worden alle documenten verwijderd
nadat het opslaan is voltooid.
Alles verwijderen:
Dit wordt alleen weergegeven wanneer zich in de map opgeslagen faxberichten bevinden.
Hiermee worden alle faxberichten in de map verwijderd.
Faxen
>
Menuopties voor Faxbox
>
Opgeslagen documenten:
136

Instel.:
Wachtw.vr.open box: u kunt een wachtwoord instellen of dit wijzigen.
Gerelateerde informatie
&“Een document meerdere keren verzenden” op pagina 122
&“De faxtaakgeschiedenis controleren” op pagina 142
Polling verz./Board
U vindt Polling verz./Board in Faxbox op het startscherm.
Er is een map voor pollingverzending en er zijn 10 bulletinborden. U kunt tot 100 pagina's van een enkel
document opslaan in zwart/wit en één document in elke map.
Gerelateerde informatie
&“Faxberichten op verzoek verzenden (met Polling verzenden/ Bulletinboardbox)” op pagina 118
Polling verzenden:
U vindt Polling verzenden in Faxbox > Polling verz./Board.
Box Polling verzenden:
Hiermee worden de instellingsitems en -waarden in Instel. in (Menu) weergegeven.
Document toevoegen:
Hiermee wordt het scherm voor het tabblad Fax > Faxinstellingen weergegeven. Als u op het scherm
op
x
tikt, worden de documenten gescand die in de map moeten worden opgeslagen.
Wanneer een document zich in de map bevindt, wordt in plaats daarvan Document controleren
weergegeven.
Document controleren:
Hiermee wordt het voorbeeldscherm weergegeven wanneer zich in de map een document bevindt.
Tijdens het bekijken van de voorbeeldweergave kunt u het document afdrukken of verwijderen.
voorbeeldscherm
❏ : verkleint of vergroot.
❏: draait het beeld 90 graden rechtsom.
❏ : verplaatst het scherm in de richting van de pijlen.
❏ : verplaatst naar de vorige of volgende pagina.
Als u de activiteitpictogrammen wilt verbergen, tikt u in het voorbeeldscherm. Tik hiervoor
niet op de pictogrammen zelf. Tik opnieuw om de pictogrammen weer te geven.
Faxen
>
Menuopties voor Faxbox
>
Polling verz./Board
137

Wachtw.vr.open box:
Stel het wachtwoord in waarmee de map kan worden geopend of wijzig dit.
Autom. verw. na Polling verzenden:
Als u deze optie instelt op Aan, wordt het document in de map verwijderd wanneer de
volgende aanvraag van een ontvanger om het document te verzenden (Polling verzenden) is
voltooid.
Verz.reslt. melden:
Wanneer E-mailmeldingen is ingesteld op Aan verzendt de printer een kennisgeving naar de
Ontvanger wanneer een aanvraag om het document te verzenden (Polling verzenden) is
voltooid.
Gerelateerde informatie
&“Elk geregistreerd bulletinbord” op pagina 139
Elk geregistreerd bulletinbord
Bulletinborden bevinden zich in Faxbox > Polling verz./Board. Selecteer de map waarvoor de geregistreerde
naam wordt weergegeven. De weergegeven naam van de map is de naam die is geregistreerd in Niet geregistreerd
bulletinboard.
U kunt maximaal 10 bulletinborden registreren.
(Naam van geregistreerd bulletinbord)
Hiermee worden de instellingswaarden van de items in Instel. in (Menu) weergegeven.
Document toevoegen:
Hiermee wordt het scherm voor het tabblad Fax > Faxinstellingen weergegeven. Als u op het scherm
op
x
tikt, worden de documenten gescand die in de map moeten worden opgeslagen.
Wanneer een document zich in de map bevindt, wordt in plaats daarvan Document controleren
weergegeven.
Document controleren:
Hiermee wordt het voorbeeldscherm weergegeven wanneer zich in de map een document bevindt.
Tijdens het bekijken van de voorbeeldweergave kunt u het document afdrukken of verwijderen.
voorbeeldscherm
❏ : verkleint of vergroot.
❏: draait het beeld 90 graden rechtsom.
❏ : verplaatst het scherm in de richting van de pijlen.
❏ : verplaatst naar de vorige of volgende pagina.
Als u de activiteitpictogrammen wilt verbergen, tikt u in het voorbeeldscherm. Tik hiervoor
niet op de pictogrammen zelf. Tik opnieuw om de pictogrammen weer te geven.
Faxen
>
Menuopties voor Faxbox
>
Polling verz./Board
139

(Menu)
❏Opsl.op geheugenapp.
❏Doorsturen(E-mail)
❏Doorsturen(Netwerkmap)
❏Fax verzenden
Wanneer het bericht Verwijderen wanneer voltooid wordt weergegeven, selecteert u Aan om
faxberichten te verwijderen na het volledig voltooien van processen als Opsl.op geheugenapp.
of Doorsturen(E-mail).
(Menu)
Document verwijderen:
Dit item wordt alleen weergegeven wanneer zich in de map een opgeslagen document bevindt.
Hiermee wordt het in de map opgeslagen document verwijderd.
Instel.:
❏Wachtw.vr.open box: u kunt een wachtwoord instellen of dit wijzigen.
❏Autom. verw. na Polling verzenden: als u deze optie instelt op Aan, wordt het document in
de map verwijderd wanneer de volgende aanvraag van een ontvanger om het document te
verzenden (Polling verzenden) is voltooid.
❏Verz.reslt. melden: wanneer E-mailmeldingen is ingesteld op Aan verzendt de printer een
kennisgeving naar het doel dat is opgegeven in Ontvanger wanneer een aanvraag om het
document te verzenden (Polling verzenden) is voltooid.
Box verwijderen:
Hiermee verwijdert u de geselecteerde map, waardoor de huidige instellingen worden gewist
en alle opgeslagen documenten worden verwijderd.
Gerelateerde informatie
&“Niet geregistreerd bulletinboard:” op pagina 138
&“De faxtaakgeschiedenis controleren” op pagina 142
De status of logboeken van faxtaken controleren
Informatie weergeven wanneer ontvangen faxen niet zijn verwerkt
(Niet gelezen/Niet afgedrukt/Niet opgeslagen/Niet doorgestuurd)
Wanneer er onverwerkte ontvangen documenten zijn, wordt het aantal onverwerkte taken weergegeven op het
op het startscherm. Raadpleeg de onderstaande tabel voor een denitie van "onverwerkt".
Faxen
>
De status of logboeken van faxtaken controleren
>
Informatie weergeven wanneer ontvangen faxen niet zijn ver
w
140

c
Belangrijk:
Wanneer het Postvak IN vol is, is ontvangen van faxen uitgeschakeld. U moet de documenten verwijderen uit het
Postvak IN wanneer ze zijn gecontroleerd.
Instelling ontvangen fax
opslaan/doorsturen
Onverwerkte status
Afdrukken
*1
Er zijn ontvangen documenten die wachten om te worden afgedrukt of die worden
afgedrukt.
Opslaan in het Postvak IN of de
map Vertrouwelijk
Er bevinden zich ongelezen ontvangen documenten in het Postvak IN of de map
Vertrouwelijk.
Opslaan op een extern
geheugenapparaat
Er zijn ontvangen documenten die niet zijn opgeslagen op het apparaat omdat er geen
apparaat is dat een map bevat dat speciek is gemaakt voor het opslaan van ontvangen
documenten, verbonden met de printer of voor andere redenen.
Opslaan op een computer Er zijn ontvangen documenten die niet zijn opgeslagen op de computer omdat de
computer in de slaapmodus is of voor andere redenen.
Doorsturen Er zijn ontvangen documenten die niet zijn doorgestuurd of waarvoor het doorsturen is
mislukt
*2
.
*1 : Wanneer u geen van de faxuitvoerinstellingen hebt gecongureerd, of wanneer u hebt ingesteld om ontvangen
documenten af te drukken terwijl ze worden opgeslagen in een extern geheugenapparaat of een computer.
*2 : Wanneer u hebt ingesteld om documenten op te slaan die niet kunnen worden doorgestuurd in het Postvak IN, zijn er
ongelezen documenten in het Postvak IN die niet konden worden doorgestuurd. Als u hebt ingesteld om documenten die
niet konden worden doorgestuurd, af te drukken, is het afdrukken niet voltooid.
Opmerking:
Als u meer dan één van de instellingen voor het opslaan/doorsturen van faxen gebruikt, kan het aantal onverwerkte taken
worden weergegeven als "2" of "3", zelfs als er slechts één fax is ontvangen. Als u bijvoorbeeld hebt ingesteld om faxen op te
slaan in het Postvak IN en op een computer, en er één fax wordt ontvangen, wordt "2" weergegeven als het aantal
onverwerkte taken als de fax niet is opgeslagen in het Postvak IN en op een computer.
Gerelateerde informatie
&“Ontvangen faxberichten op het lcd-scherm van de printer bekijken” op pagina 128
&“Actieve faxopdrachten controleren” op pagina 142
Faxen
>
De status of logboeken van faxtaken controleren
>
Informatie weergeven wanneer ontvangen faxen niet zijn ver
w
141

Actieve faxopdrachten controleren
U kunt het scherm weergeven om faxtaken te controleren die nog niet volledig zijn verwerkt. De volgende taken
worden weergegeven op het controlescherm. Vanaf dit scherm kunt u tevens documenten afdrukken die nog niet
zijn afgedrukt, of documenten die niet konden worden verzonden opnieuw verzenden.
❏Onderstaande ontvangen faxtaken
❏Nog niet afgedrukt (wanneer taken moeten worden afgedrukt)
❏Nog niet opgeslagen (wanneer taken moeten worden opgeslagen)
❏Nog niet doorgestuurd (wanneer taken moeten worden doorgestuurd)
❏Uitgaande faxtaken die niet zijn verzonden (als Foutgeg.opslaan is ingeschakeld)
Volg de onderstaande stappen om het controlescherm weer te geven.
1. Tik op het startscherm op Job/Status.
2. Tik op het tabblad Taakstatus en tik vervolgens op Actief.
3. Selecteer de taak die u wilt controleren.
Gerelateerde informatie
&“Informatie weergeven wanneer ontvangen faxen niet zijn verwerkt (Niet gelezen/Niet afgedrukt/Niet
opgeslagen/Niet doorgestuurd)” op pagina 140
De faxtaakgeschiedenis controleren
U kunt de geschiedenis van ontvangen en verzonden faxtaken controleren, bijvoorbeeld de datum, de tijd en het
resultaat voor elke taak.
1. Tik op het startscherm op Job/Status.
2. Selecteer Logboek op het tabblad Taakstatus.
3. Tik rechts op
d
en selecteer vervolgens Verzend en of Ontvangen.
Het logboek van verzonden of ontvangen faxtaken wordt in omgekeerde volgorde weergegeven. Tik op de taak
die u wilt controleren om de details weer te geven.
U kunt de faxgeschiedenis tevens controleren door een Faxlogboek af te drukken. Selecteer hiervoor Fax >
(Meer) > Faxverslag > Faxlogboek.
Gerelateerde informatie
&“Meer” op pagina 132
Ontvangen documenten opnieuw afdrukken
U kunt ontvangen documenten opnieuw afdrukken vanuit de logboekbestanden of afgedrukte faxtaken.
Faxen
>
De status of logboeken van faxtaken controleren
>
Ontvangen documenten opnieuw afdrukken
142

Houd er rekening mee dat documenten die zijn ontvangen en afgedrukt in chronologische volgorde worden
verwijderd als de geheugenruimte vol raakt.
1. Tik op het startscherm op Job/Status.
2. Selecteer Logboek op het tabblad Taakstatus.
3. Tik rechts op
d
en selecteer vervolgens Afdrukken.
De geschiedenis van verzonden of ontvangen faxtaken wordt in omgekeerde volgorde weergegeven.
4. Selecteer een taak met in de weergegeven geschiedenis.
Controleer de datum, de tijd en het resultaat om te bepalen of dit het document is dat u wilt afdrukken.
5. Tik op Afdrukken om het document af te drukken.
Een faxbericht verzenden via een computer
U kunt faxberichten via de computer verzenden d.m.v. de FAX Utility en het PC-FAX-stuurprogramma.
Opmerking:
❏Controleer of FAX Utility en het PC-FAX-stuurprogramma van de printer zijn geïnstalleerd voordat u deze functie
gebruikt.
“Toepassing voor het congureren van faxbewerkingen en het verzenden van faxberichten (FAX Utility)” op pagina 307
“Toepassing voor het verzenden van faxberichten (PC-FAX-stuurprogramma)” op pagina 308
❏Als FAX Utility niet is geïnstalleerd, installeert u FAX Utility met EPSON Soware Updater (toepassing voor het
bijwerken van soware).
Gerelateerde informatie
&“Het verzenden van faxberichten instellen vanaf een computer” op pagina 415
Documenten verzenden die zijn gemaakt met een toepassing
(Windows)
Als u via het menu Afdrukken van een toepassing als Microso Word of Excel een printer of fax selecteert, kunt u
gegevens als documenten, tekeningen en tabellen rechtstreeks verzenden, met een voorblad.
Opmerking:
In de volgende uitleg wordt Microso Word gebruikt als voorbeeld. De daadwerkelijke bewerkingen kunnen variëren
aankelijk van de toepassing die u gebruikt. Raadpleeg voor details de Help van de toepassing.
1. Maak met behulp van een toepassing een document dat om per fax te verzenden.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand.
Het venster Afdrukken van de toepassing wordt weergegeven.
Faxen
>
Een faxbericht verzenden via een computer
>
Documenten verzenden die zijn gemaakt met een toepassing (Win
d
143

❏Een ontvanger (naam, faxnummer enz.) rechtstreeks opgeven:
Voer de onderstaande stappen uit.
A
Klik op het tabblad Handmatig kiezen.
B
Voer de benodigde informatie in.
C
Klik op Toevoegen.
Als u vervolgens klikt op Reg. in telefoonboek, kunt u de ontvangers opslaan in de lijst onder het tabblad
Telefo onboek pc-fax.
Opmerking:
❏Als het Lijntype van de printer is ingesteld op PBX en de toegangscode is ingesteld op het gebruik van # (hekje) in
plaats van de exacte prexcode, voert u # (hekje) in. Zie voor meer informatie Lijntype in Basisinstellingen via de
onderstaande koppeling naar gerelateerde informatie.
❏Als u Voer het faxnummer tweemaal in hebt geselecteerd in Optionele instellingen op het startscherm van FAX
Utility, moet u hetzelfde nummer opnieuw invoeren wanneer u op Toe voegen of Volgende klikt.
De ontvanger wordt toegevoegd aan de Lijst geadresseerden die wordt weergegeven in het bovenste deel van
het venster.
9. Klik op Volgende.
❏Wanneer u het selectievakje voor Voeg te verzenden doc.toe hebt geselecteerd, volgt u onderstaande
stappen om documenten toe te voegen in het venster Samenvoegen van documenten.
A
Open het document dat u wilt toevoegen en selecteer dezelfde printer (faxnaam) in het venster
Afdrukken. Het document wordt toegevoegd aan de lijst Samen te voegen documentlijst.
B
Klik op Voorbeeld om het samengevoegde document te bekijken.
C
Klik op Volgende.
Opmerking:
De instellingen Beeldkwaliteit en Kleur die u voor het eerste document hebt geselecteerd, worden op andere
documenten toegepast.
❏Wanneer u het selectievakje voor Een voorblad bijvoegen hebt geselecteerd, gee u de inhoud van het
voorblad op in het venster Instellingen voorbladen.
A
Selecteer een voorblad uit de voorbeelden in de lijst Voorblad. Houd er rekening mee dat er geen functie
is voor het maken van een origineel voorblad of voor het toevoegen van een origineel voorblad aan de lijst.
B
Voer gegevens in bij Onderwerp en Bericht.
C
Klik op Volgende.
Opmerking:
Geef desgewenst de volgende instellingen op in Instellingen voorbladen.
❏Klik op Voorblad opmaken als u de volgorde van de items op het voorblad wilt wijzigen. U kunt het formaat van
het voorblad selecteren in Papierformaat. U kunt een voorblad selecteren dat een ander formaat hee dan het
document dat wordt verzonden.
❏Klik op Lettertype als u het lettertype wilt wijzigen dat op het voorblad wordt gebruikt.
❏Klik op Instellingen afzender als u de informatie over de afzender wilt wijzigen.
❏Klik op Gedet. voorbld als u het voorblad met het onderwerp en het bericht dat u hebt ingevoerd wilt controleren.
10. Controleer de inhoud van de documenten die worden verzonden en klik op Verzenden.
Controleer voor verzenden of de naam en het faxnummer van de ontvanger correct zijn. Klik op Vo orbeeld
om een voorbeeldweergave te bekijken van het voorblad en het document dat wordt verzonden.
Faxen
>
Een faxbericht verzenden via een computer
>
Documenten verzenden die zijn gemaakt met een toepassing (Win
d
145

Zodra de overdracht begint, wordt een venster weergegeven met de overdrachtsstatus.
Opmerking:
❏Als u de overdracht wilt stoppen, selecteert u de gegevens en klikt u op Annuleren . U kunt ook annuleren op het
bedieningspaneel van de printer.
❏Als tijdens de overdracht een fout optreedt, wordt het venster Communicatiefout weergegeven. Controleer de
informatie in de fout en verzend opnieuw.
❏Het scherm Faxstatuscontrole (het scherm boven de informatie over het controleren van de overdrachtsstatus) wordt
niet weergegeven als Faxstatuscontrole weergeven tijdens verzenden niet is geselecteerd in het scherm Optionele
instellingen van het startscherm van FAX Utility.
Gerelateerde informatie
&“Basisinstellingen” op pagina 319
Documenten verzenden die zijn gemaakt met een toepassing (Mac
OS)
Als u in het menu Afdrukken van een in de handel verkrijgbare toepassing een printer met faxfunctie selecteert,
kunt u gegevens zoals documenten, tekeningen en tabellen die u hebt gemaakt, verzenden.
Opmerking:
In de volgende uitleg wordt Text Edit, een standaard Mac OS-toepassing, als voorbeeld gebruikt.
1. Maak het document dat u per fax wilt verzenden in een toepassing.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand.
Het venster Afdrukken van de toepassing wordt weergegeven.
3. Selecteer de printer (faxnaam) in Naam, klik op
d
om de geavanceerde instellingen weer te geven, controleer
de printerinstellingen en klik vervolgens op OK.
4. Congureer de instellingen voor elk item.
❏Geef 1 op bij Aantal exemplaren. Zelfs als u 2 of meer opgee, wordt er maar 1 exemplaar verzonden.
❏U kunt tot 100 pagina's per faxoverdracht verzenden.
Opmerking:
Het papierformaat van documenten dat u kunt verzenden, is hetzelfde als het papierformaat dat u kunt faxen vanaf de
printer.
5. Selecteer Faxinstellingen in het snelmenu en congureer vervolgens de instellingen voor elk item.
Zie de help van het PC-FAX-stuurprogramma voor uitleg over elk instellingsitem.
Klik op linksonder in het venster op de help van het PC-FAX-stuurprogramma te openen.
Faxen
>
Een faxbericht verzenden via een computer
>
Documenten verzenden die zijn gemaakt met een toepassing (Mac
O
146

De status van verbruiksartikelen controleren
Via het bedieningspaneel van de printer kunt u controleren hoeveel inkt er nog is en hoelang de
onderhoudscassette nog meegaat (bij benadering). Selecteer op het startscherm.
Opmerking:
❏U kunt de inktniveaus en de levensduur van de onderhoudscassette ook controleren via het bedieningspaneel of de
computer. Zie de koppeling met gerelateerde informatie hieronder voor meer informatie.
❏U kunt doorgaan met afdrukken terwijl een bericht wordt weergegeven dat de inkt bijna op is. Vervang de inktcartridges
indien nodig.
Gerelateerde informatie
&“Het tabblad Hulpprogramma's” op pagina 48
&“Uitleg bij het printerstuurprogramma voor Mac OS” op pagina 305
&“De inktcartridges moeten worden vervangen” op pagina 237
&“De onderhoudsset moet worden vervangen” op pagina 243
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit verbeteren
De afdrukkwaliteit aanpassen
Pas de afdrukkwaliteit aan wanneer de afdruk niet-uitgelijnde verticale lijnen, wazige aeeldingen of horizontale
strepen vertoont.
1. Selecteer Instel. op het bedieningspaneel van de printer.
2. Selecteer Onderhoud > Aanpassing afdrukkwaliteit.
3. Volg de instructies op het scherm om papier te laden en het spuitkanaaltjespatroon af te drukken.
4. Bekijk het afgedrukte patroon goed.
❏Als er stukken van lijnen of segmenten ontbreken, zoals weergegeven in het patroon "NG", zijn de
spuitkanaaltjes van de printkop mogelijk verstopt. Selecteer om de printkop te reinigen.
❏Als u geen ontbrekende segmenten of onderbroken lijnen ziet, zoals in het volgende patroon "OK", zijn de
spuitkanaaltjes niet verstopt. Selecteer om door te gaan met de volgende aanpassing.
De printer onderhouden
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit verbeteren
>
De afdrukkwaliteit aanpassen
152

c
Belangrijk:
❏Open de scannereenheid niet of schakel de printer niet uit tijdens het reinigen van de printkop. Als het reinigen
van de kop niet wordt voltooid, kunt u mogelijk niet afdrukken.
❏Bij reiniging van de printkop wordt inkt gebruikt. Voer dit daarom niet vaker uit dan nodig.
❏Wanneer de inkt bijna op is kan de printkop mogelijk niet worden gereinigd.
❏Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd na 3 herhalingen van de printkopcontrole en -reiniging, moet u ten
minste 12 uur wachten zonder af te drukken en vervolgens de printkopcontrole en -reiniging herhalen. Het wordt
aanbevolen de printer uit te schakelen met de knop
P
. Neem contact op met de klantenservice van Epson als de
afdrukkwaliteit nog steeds niet is verbeterd.
❏Voorkom dat de printkop uitdroogt en trek nooit de stekker van de printer uit het stopcontact wanneer de printer
nog aan is.
1. Selecteer Instel. op het bedieningspaneel van de printer.
2. Selecteer Onderhoud > PrintkopControle spuitm..
3. Volg de instructies op het scherm om papier te laden en het spuitkanaaltjespatroon af te drukken.
4. Bekijk het afgedrukte patroon goed.
❏Als er stukken van lijnen of segmenten ontbreken, zoals weergegeven in het patroon "NG", zijn de
spuitkanaaltjes van de printkop mogelijk verstopt. Ga naar de volgende stap.
❏Als u geen ontbrekende segmenten of onderbroken lijnen ziet, zoals in het volgende patroon "OK", zijn de
spuitkanaaltjes niet verstopt. Het is niet nodig om printkopreiniging uit te voeren. Selecteer om af te
sluiten.
5. Selecteer .
6. Volg de instructies op het scherm om de printkop te reinigen.
7. Na de reiniging volgt u de instructies op het scherm om het spuitkanaaltjespatroon opnieuw af te drukken.
Herhaal het reinigen en afdrukken van het testpatroon tot alle lijnen geheel afgedrukt worden.
Opmerking:
U kunt de printkop controleren en reinigen via het printerstuurprogramma. Zie de koppeling met gerelateerde informatie
hieronder voor meer informatie.
Gerelateerde informatie
&“Het tabblad Hulpprogramma's” op pagina 48
De printer onderhouden
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit verbeteren
>
De printkop controleren en re
154

&“Uitleg bij het printerstuurprogramma voor Mac OS” op pagina 305
Voorkomen dat spuikanaaltjes verstopt raken
Gebruik altijd de aan/uit-knop voor het in- en uitschakelen van de printer.
Controleer of het aan/uit-lampje uit is voordat u het netsnoer loskoppelt.
De inkt kan uitdrogen wanneer deze niet is afgedekt. Zorg ervoor dat u de printkop deugdelijk afdekt om te
voorkomen dat de inkt uitdroogt, net zoals u dat met een balpen of vulpen zou doen.
Wanneer tijdens het afdrukken het netsnoer wordt losgekoppeld of een stroomstoring optreedt, wordt de printkop
mogelijk niet goed afgedekt. Als u de printkop niet alsnog afdekt, droogt deze uit, waardoor de spuitkanaaltjes
(voor de inktuitvoer) verstopt raken.
Schakel in deze gevallen de printer zo snel mogelijk weer in en daarna weer uit om de printkop af te dekken.
De printkop uitlijnen
Als u een verkeerde uitlijning van verticale lijnen of onscherpe beelden ziet, lijn de printkop dan uit.
1. Selecteer Instel. op het bedieningspaneel van de printer.
2. Selecteer Onderhoud > Printkop uitlijnen.
3. Selecteer een van de uitlijningsmenu's.
❏Verticale lijnen zijn niet goed uitgelijnd of de afdrukken zijn wazig: selecteer Uitl. lijn regelafst..
❏Er treedt regelmatig horizontale streepvorming op: selecteer Horizontale uitlijning.
4. Volg de instructies op het scherm om papier te laden en het uitlijningspatroon af te drukken.
Het papiertraject vrijmaken van inktvlekken
Als de afdrukken vlekken vertonen of bekrast zijn, reinig dan de roller binnenin.
c
Belangrijk:
Gebruik geen keukenpapier om de binnenkant van de printer te reinigen. Het kan zijn dat de spuitkanaaltjes van de
printkop verstopt zitten met stof.
1. Selecteer Instel. op het startscherm.
2. Selecteer Onderhoud > Papiergeleider reinigen.
3. Selecteer de papierbron, plaats gewoon papier in de papierbron die u hebt geselecteerd en volg de instructies
op het scherm om de papierbaan te reinigen.
“Papier laden” op pagina 32
Opmerking:
Herhaal deze procedure tot er geen vegen meer op het papier zitten. Als de afdrukken nog steeds niet goed zijn, reinig
dan de andere papierbronnen.
De printer onderhouden
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit verbeteren
>
Het papiertraject vrijmaken v
a
155

De scannerglasplaat en documentmat reinigen
Reinig de scannerglasplaat en de documentmat wanneer de volgende problemen optreden.
❏Wanneer er vlekken op de kopieën of gescande aeeldingen zitten
❏Wanneer vlekken of stof worden opgenomen in het kopieer- of scangedeelte, wat tot een verkeerde kopieer- of
scanpositie of kleine aeelding leidt
!
Let op:
Pas bij het sluiten van het documentdeksel op dat uw vingers niet klem komen te zitten. Anders kunt u zich
verwonden.
c
Belangrijk:
Maak de printer nooit schoon met alcohol of thinner. Deze chemicaliën kunnen de printer beschadigen.
1. Open de documentkap.
2. Maak het oppervlak van de scannerglasplaat schoon met een zachte, droge, schone doek.
De printer onderhouden
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit verbeteren
>
De scannerglasplaat en docu
m
156

1. Open het deksel van de ADF.
2. Maak de rol en de binnenzijde van de ADF schoon met een zachte, vochtige doek.
c
Belangrijk:
❏Als u een droge doek gebruikt, beschadigt u mogelijk het oppervlak van de rol.
❏Gebruik de ADF pas weer als de rol droog is.
3. Sluit de ADF-afdekking en open vervolgens de documentkap.
De printer onderhouden
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit verbeteren
>
De automatische documentin
158

4. Reinig het onderdeel dat wordt getoond in de aeelding.
c
Belangrijk:
❏Als de glasplaat besmeurd is met vet of een andere hardnekkige substantie, veegt u de plaat schoon met een
doek met daarop een klein beetje glasreiniger. Verwijder al het overtollige vocht.
❏Druk niet te hard op het glasoppervlak.
❏Zorg ervoor dat u het oppervlak van het glas niet krast of beschadigt. Een beschadigde glasplaat kan de
scankwaliteit aantasten.
De printer reinigen
Als de behuizing van de printer vies of stog is, schakelt u de printer uit en reinigt u deze met een zachte, schone
en vochtige doek. Als u het vuil niet kunt verwijderen, gebruik dan een zachte, schone en vochtige doek met een
beetje mild schoonmaakmiddel.
De printer onderhouden
>
De printer reinigen
159

c
Belangrijk:
❏Voorkom dat er water in het printermechanisme of op een van de elektrische onderdelen komt. Anders kan de
printer beschadigd raken.
❏Maak de onderdelen en de behuizing nooit schoon met alcohol of thinner. Door deze chemicaliën kunnen ze
beschadigen.
❏Raak de witte, platte kabel of het doorzichtige folie binnen in de printer niet aan. Dit kan een storing
veroorzaken.
Stroom besparen
De printer gaat in slaapstand of gaat automatisch uit als er een bepaalde tijd geen handelingen worden verricht. U
kunt instellen hoelang het duurt voordat stroombeheer wordt toegepast. Elke verhoging is van invloed op de
energiezuinigheid van het product. Denk aan het milieu voordat u wijzigingen doorvoert.
Aankelijk van de plaats van aankoop, kan de printer een functie hebben voor het automatisch uitschakelen als
het apparaat gedurende 30 minuten niet is verbonden met het netwerk.
Energie besparen (bedieningspaneel)
1. Selecteer Instel. op het startscherm.
2. Selecteer Algemene instellingen > Basisinstellingen.
3. Voer een van de volgende handelingen uit.
Opmerking:
Uw product hee mogelijk de functie Uitschakelinst. of Uitschakelingstimer, aankelijk van de plaats van aankoop.
De printer onderhouden
>
Stroom besparen
>
Energie besparen (bedieningspaneel)
160

❏Selecteer Slaaptimer of Uitschakelinst. > Uitschakelen indien inactief of Uitschakelen indien
losgekoppeld en maak dan de instellingen.
❏Selecteer Slaaptimer of Uitschakelingstimer en stel dan de instellingen in.
Toepassingen afzonderlijk installeren of verwijderen
Verbind uw computer met het netwerk en installeer de nieuwste versie van toepassingen vanaf de website. Meld u
aan op uw computer als beheerder. Voer het beheerderswachtwoord in als u hierom wordt gevraagd.
Toepassingen afzonderlijk installeren
Opmerking:
U moet een toepassing eerst verwijderen voordat u deze opnieuw kunt installeren.
1. Controleer of de printer en de computer beschikbaar zijn voor communicatie en of de computer is verbonden
met internet.
2. Start EPSON Soware Updater.
De schermafdruk is een voorbeeld in Windows.
3. Selecteer voor Windows de printer en klik vervolgens op om te controleren op de meest recente
beschikbare toepassingen.
De printer onderhouden
>
Toepassingen afzonderlijk installeren of verwijderen
>
Toepassingen afzonderlijk inst
a
161

4. Selecteer de items die u wilt installeren of bijwerken en klik vervolgens op de installatieknop.
c
Belangrijk:
Schakel de printer niet uit en trek de stekker niet uit het stopcontact zolang de update bezig is. Anders kan de
printer defect raken.
Opmerking:
❏U kunt de meest recente toepassingen downloaden van de website van Epson.
http://www.epson.com
❏Als u een Windows Server-besturingssysteem gebruikt, kunt u Epson Soware Updater niet gebruiken. Download de
meest recente toepassingen van de website van Epson.
Gerelateerde informatie
&“Toepassing voor het bijwerken van soware en rmware (EPSON Soware Updater)” op pagina 312
&“Toepassingen verwijderen” op pagina 164
Controleer of een origineel Epson-printerstuurprogramma is geïnstalleerd —
Windows
Via een van de volgende methoden kunt u controleren of op de computer een origineel Epson-
printerstuurprogramma is geïnstalleerd.
Selecteer Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven (Printers, Printers en faxapparaten) en doe
het volgende om het venster voor printservereigenschappen te openen.
❏Windows Windows 10/Windows 8.1/Windows 8/Windows 7/Windows Server 2019/Windows Server 2016/
Windows Server 2012 R2/Windows Server 2012/Windows Server 2008 R2
Klik op het printerpictogram en klik vervolgens op Printservereigenschappen bovenaan het venster.
❏Windows Vista/Windows Server 2008
Klik met de rechtermuisknop op de map Printers en selecteer vervolgens Als administrator uitvoeren >
Servereigenschappen.
❏Windows XP/Windows Server 2003 R2/Windows Server 2003
Selecteer in het menu Bestand de optie Servereigenschappen.
De printer onderhouden
>
Toepassingen afzonderlijk installeren of verwijderen
>
Toepassingen afzonderlijk inst
a
162

Klik op het tabblad Stuurprogramma. Als de naam van uw printer in de lijst wordt weergegeven, is een origineel
Epson-printerstuurprogramma op de computer geïnstalleerd.
Gerelateerde informatie
&“Toepassingen afzonderlijk installeren” op pagina 161
Controleer of een origineel Epson-printerstuurprogramma is geïnstalleerd —
Mac OS
Via een van de volgende methoden kunt u controleren of op de computer een origineel Epson-
printerstuurprogramma is geïnstalleerd.
Selecteer Systeemvoorkeuren in het Apple-menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken
en faxen) en selecteer vervolgens de printer. Klik op Opties en toebehoren, en als het tabblad Opties en het
De printer onderhouden
>
Toepassingen afzonderlijk installeren of verwijderen
>
Toepassingen afzonderlijk inst
a
163

tabblad Hulpprogramma worden weergegeven, is er een origineel Epson-printerstuurprogramma op de computer
geïnstalleerd.
Gerelateerde informatie
&“Toepassingen afzonderlijk installeren” op pagina 161
De printer toevoegen (alleen voor Mac OS)
1. Selecteer Systeemvoorkeuren in het Apple-menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen).
2. Klik op + en selecteer dan Een andere printer of scanner toevoegen.
3. Selecteer uw printer en selecteer vervolgens uw printer bij Gebruiken.
4. Klik op Toevoegen.
Opmerking:
Als uw printer niet in de lijst staat, controleer dan of deze goed aangesloten en ingeschakeld is.
Toepassingen verwijderen
Meld u aan op uw computer als beheerder. Voer het beheerderswachtwoord in als u hierom wordt gevraagd.
Toepassingen verwijderen — Windows
1. Druk op de knop
P
om de printer uit te zetten.
2. Sluit alle actieve toepassingen.
De printer onderhouden
>
Toepassingen afzonderlijk installeren of verwijderen
>
Toepassingen verwijderen
164

3. Conguratiescherm openen:
❏Windows 10/Windows Server 2019/Windows Server 2016
Klik op de startknop en selecteer vervolgens Systeem > Conguratiescherm.
❏Windows 8.1/Windows 8/Windows Server 2012 R2/Windows Server 2012
Selecteer Bureaublad > Instellingen > Conguratiescherm.
❏Windows 7/Windows Vista/Windows XP/Windows Server 2008 R2/Windows Server 2008/Windows Server
2003 R2/Windows Server 2003
Klik op de startknop en selecteer Conguratiescherm.
4. Open Een programma verwijderen (of Programma's installeren of verwijderen):
❏Windows 10/Windows 8.1/Windows 8/Windows 7/Windows Vista/Windows Server 2019/Windows Server
2016/Windows Server 2012 R2/Windows Server 2012/Windows Server 2008 R2/Windows Server 2008
Selecteer Een programma verwijderen in Programma's.
❏Windows XP/Windows Server 2003 R2/Windows Server 2003
Klik op Programma's installeren of verwijderen.
5. Selecteer de soware die u wilt verwijderen.
U kunt het printerstuurprogramma niet verwijderen als er afdruktaken actief zijn. Verwijder de taken of wacht
tot deze zijn afgedrukt voordat u het printerstuurprogramma verwijdert.
6. De toepassingen verwijderen:
❏Windows 10/Windows 8.1/Windows 8/Windows 7/Windows Vista/Windows Server 2019/Windows Server
2016/Windows Server 2012 R2/Windows Server 2012/Windows Server 2008 R2/Windows Server 2008
Klik op Ver wijd ere n/ wijz ige n of Ver w ij der en .
❏Windows XP/Windows Server 2003 R2/Windows Server 2003
Klik op Wijzigen/Verwijderen of Ver wi jd eren .
Opmerking:
Als het venster Gebruikersaccountbeheer wordt weergegeven, klikt u op Doorgaan.
7. Volg de instructies op het scherm.
Toepassingen verwijderen — Mac OS
1. Download de Uninstaller met EPSON Soware Updater.
Als u de Uninstaller hebt gedownload, hoe u deze niet telkens opnieuw te downloaden wanneer u de
toepassing verwijdert.
2. Druk op de knop
P
om de printer uit te zetten.
3. Als u het printerstuurprogramma of het PC-FAX-stuurprogramma wilt verwijderen, selecteert u
Systeemvoorkeuren in het Apple-menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en
faxen) en verwijdert u de printer uit de lijst met ingeschakelde printers.
4. Sluit alle actieve toepassingen.
De printer onderhouden
>
Toepassingen afzonderlijk installeren of verwijderen
>
Toepassingen verwijderen
165

5. Selecteer Ga > Toepassingen > Epson Soware > Uninstaller.
6. Selecteer de toepassing die u wilt verwijderen en klik vervolgens op Maak installatie ongedaan.
c
Belangrijk:
De Uninstaller verwijdert alle Epson-inktjetprinterstuurprogramma's van de computer. Als u meerdere Epson
inktjetprinters gebruikt en u enkel bepaalde stuurprogramma's wilt verwijderen, verwijder ze dan eerst
allemaal en installeer dan enkel de vereiste stuurprogramma's.
Opmerking:
Als u de toepassing die u wilt verwijderen niet kunt vinden in de lijst, kunt u deze niet verwijderen met de Uninstaller.
Selecteer in dat geval Start > Toepassingen > Epson Soware, kies de toepassing die wilt verwijderen en sleep deze
vervolgens naar het prullenmandpictogram.
Gerelateerde informatie
&“Toepassing voor het bijwerken van soware en rmware (EPSON Soware Updater)” op pagina 312
Toepassingen en rmware bijwerken
Bepaalde problemen kunnen worden opgelost door de toepassingen en rmware opnieuw te installeren. Zorg
ervoor dat u de nieuwste versie van de toepassingen en rmware gebruikt.
1. Controleer of de printer en de computer zijn aangesloten, en of de computer met internet is verbonden.
2. Start EPSON Soware Updater en werk de toepassingen of de rmware bij.
c
Belangrijk:
Schakel de computer of de printer niet uit voordat de update is voltoord, anders kan de printer defect raken.
Opmerking:
Als u de toepassing die u wilt bijwerken niet kunt vinden in de lijst, kunt u deze niet bijwerken met de EPSON Soware
Updater. Kijk op uw lokale Epson-website voor de nieuwste versies van de toepassingen.
http://www.epson.com
Gerelateerde informatie
&“Toepassing voor het bijwerken van soware en rmware (EPSON Soware Updater)” op pagina 312
De printerrmware bijwerken via het bedieningspaneel
Als de printer met internet kan worden verbonden, kunt u de rmware van de printer bijwerken via het
bedieningspaneel. U kunt ook instellen dat de printer regelmatig zelf moet controleren of er nieuwe rmware is en
zo ja, dat u daar dan bericht van moet krijgen.
1. Selecteer Instel. op het startscherm.
De printer onderhouden
>
Toepassingen afzonderlijk installeren of verwijderen
>
Toepassingen en rmware bij
w
166

2. Selecteer Algemene instellingen > Systeembeheer > Firmware-update > Bijwerken.
Opmerking:
Selecteer Melding > Aan om de printer regelmatig te laten controleren op beschikbare rmware-updates.
3. Controleer het bericht dat op het scherm wordt weergegeven en start het zoeken naar beschikbare updates.
4. Als op het lcd-scherm wordt weergegeven dat er een rmware-update beschikbaar is, volg dan de
aanwijzingen op het scherm om de update te starten.
c
Belangrijk:
❏Schakel de printer niet uit en trek de stekker niet uit het stopcontact zolang de update bezig is, anders kan de
printer defect raken.
❏Als de rmware-update niet goed wordt afgerond of mislukt, start de printer niet goed op en wordt de
volgende keer dat de printer wordt aangezet "Recovery Mode" weergegeven op het lcd-scherm. In dit geval
moet u de rmware opnieuw bijwerken maar dan met behulp van een computer. Sluit de printer met een
USB-kabel aan op de computer. Wanneer "Recovery Mode" wordt weergegeven op de printer, kunt u de
rmware niet via een netwerkverbinding bijwerken. Ga op de computer naar uw lokale Epson-website en
download de meest recente printerrmware. Zie de aanwijzingen op de website voor de volgende stappen.
Firmware bijwerken met Web Cong
Wanneer de printer verbinding kan maken met internet, kunt u de rmware bijwerken via Web Cong.
1. Open Web Cong en selecteer het tabblad Apparaatbeheer > Firmware-update.
2. Klik op Starten en volg de instructies op het scherm.
De rmwarebevestiging begint. Als er nieuwe rmware beschikbaar is, wordt de rmware-informatie
weergegeven.
Opmerking:
U kunt de rmware ook bijwerken met Epson Device Admin. U kunt de rmware-informatie visueel controleren in de
apparaatlijst. Dit is handig wanneer u de rmware van meerdere apparaten wilt bijwerken. Raadpleeg de handleiding of de
Help van Epson Device Admin voor meer informatie.
Firmware bijwerken zonder verbinding te maken met internet
U kunt de rmware van het apparaat downloaden naar de computer vanaf de website van Epson, en vervolgens het
apparaat via een USB-kabel aansluiten op de computer om de rmware bij te werken. Gebruik deze methode als u
niet kunt bijwerken via het netwerk.
1. Ga naar de website van Epson en download de rmware.
2. Sluit de printer met een USB-kabel aan op de computer waarop de gedownloade rmware is opgeslagen.
3. Dubbelklik op het gedownloade EXE-bestand.
Epson Firmware Updater wordt gestart.
4. Volg de instructies op het scherm.
De printer onderhouden
>
Toepassingen afzonderlijk installeren of verwijderen
>
Toepassingen en rmware bij
w
167

De printer vervoeren en opslaan
Volg onderstaande stappen om de printer in te pakken, wanneer u de printer moet opslaan of vervoeren in
verband met een verhuizing of reparatie.
1. Druk op
P
om de printer uit te zetten.
2. Zorg ervoor dat het aan/uit-lampje uit staat en haal dan het netsnoer uit het stopcontact.
c
Belangrijk:
Haal het netsnoer uit het stopcontact als het aan/uit-lampje uit staat. Als u dit niet doet gaat de printkop niet
terug naar de uitgangspositie waardoor de inkt opdroogt en afdrukken niet meer mogelijk is.
3. Koppel alle kabels los zoals het netsnoer en de USB-kabel.
4. Als de printer ondersteuning biedt voor externe opslagapparaten, zorgt u ervoor dat deze niet zijn verbonden.
5. Verwijder al het papier uit de printer.
6. Zorg dat er geen originelen in de printer steken.
7. Open de scannereenheid met de documentkap gesloten. Bevestig de inkpatroonhouder met tape aan het
omhulsel.
!
Let op:
Pas bij het sluiten van de scannereenheid op dat uw vingers niet klem komen te zitten. Anders kunt u zich
verwonden.
De printer onderhouden
>
De printer vervoeren en opslaan
168

!
Let op:
❏Til de printer vanuit een stabiele positie op als u deze verplaatst. Als u de printer optilt vanuit een onstabiele
positie, kunt u gewond raken.
❏De printer is zwaar en moet daarom altijd met twee of meerdere mensen gedragen worden tijdens het uitpakken
en vervoeren.
❏Plaats uw handen bij het tillen van de printer zoals hieronder wordt weergegeven. Als u de printer op een andere
plaats vastneemt, kan de printer vallen of kunnen uw vingers in de printer vast komen te zitten.
❏Kantel de printer nooit meer dan 10 graden, anders kan hij vallen.
c
Belangrijk:
❏Zorg er bij opslag of transport van de printer voor dat deze niet gekanteld, verticaal of ondersteboven wordt
gehouden, anders kan er inkt lekken.
❏Laat de cartridges zitten. Als u de cartridges verwijdert, kan de printkop indrogen, waardoor afdrukken niet
meer mogelijk is.
Verwijder de tape die de inktpatroonhouder vasthoudt voordat u de printer opnieuw gebruikt. Reinig en lijn de
printkop uit als de afdrukkwaliteit lager is wanneer u opnieuw afdrukt.
Gerelateerde informatie
&“De printkop controleren en reinigen” op pagina 153
&“De printkop uitlijnen” op pagina 155
De printer onderhouden
>
De printer vervoeren en opslaan
170

Problemen oplossen
De printer werkt niet naar behoren.....................................172
Er wordt een bericht weergegeven op het lcd-scherm........................233
Papier loopt vast..................................................235
De inktcartridges moeten worden vervangen............................. 237
De onderhoudsset moet worden vervangen.............................. 243
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht.........................245
Kan het probleem niet oplossen.......................................266

De printer werkt niet naar behoren
De printer gaat niet aan of uit
De stroom wordt niet ingeschakeld
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
Het netsnoer is niet goed aangesloten op het stopcontact.
Oplossingen
Controleer of het netsnoer goed in het stopcontact zit.
De knop
P
is niet lang genoeg ingedrukt.
Oplossingen
Houd de knop
P
iets langer ingedrukt.
De stroom wordt niet uitgeschakeld
De knop
P
is niet lang genoeg ingedrukt.
Oplossingen
Houd de knop
P
iets langer ingedrukt. Als de printer ook hiermee niet uitgaat, haalt u de stekker uit het
stopcontact. Zet de printer weer aan en zet deze vervolgens uit door op de knop
P
te drukken om te
voorkomen dat de printkop uitdroogt.
Stroom schakelt automatisch uit
De functie Uitschakelinst. of Uitschakelingstimer is uitgeschakeld.
Oplossingen
❏Selecteer Instel. > Algemene instellingen > Basisinstellingen > Uitschakelinst. en schakel vervolgens
de instellingen Uitschakelen indien inactief en Uitschakelen indien losgekoppeld uit.
❏Selecteer Instel. > Algemene instellingen > Basisinstellingen en schakel vervolgens de instelling
Uitschakelingstimer uit.
Opmerking:
Uw product hee mogelijk de functie Uitschakelinst. of Uitschakelingstimer, aankelijk van de plaats van
aankoop.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
De printer gaat niet aan of uit
172

Papier wordt niet goed ingevoerd
Geen papiertoevoer
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
De installatieplek is niet geschikt.
Oplossingen
Plaats de printer op een vlakke ondergrond en gebruik deze in de aanbevolen
omgevingsomstandigheden.
&“Omgevingsspecicaties” op pagina 346
Er wordt niet-ondersteund papier gebruikt.
Oplossingen
Gebruik papier dat door deze printer wordt ondersteund.
&“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 297
&“Niet-beschikbare papiersoorten” op pagina 301
Het papier wordt niet goed verwerkt.
Oplossingen
Volg de voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking.
&“Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking” op pagina 31
Er zijn te veel vellen in de printer geladen.
Oplossingen
Laad niet meer dan het maximale aantal vellen dat voor het papier is opgegeven.
&“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 297
De papierinstellingen van de printer zijn onjuist.
Oplossingen
Controleer of de instellingen voor het papierformaat en de papiersoort overeenkomen met het
papierformaat en de papiersoort in de printer.
&“Instellingen voor het papierformaat en de papiersoort” op pagina 31
Papier wordt schuin ingevoerd
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Papier wordt niet goed ingevoerd
173

Verbind de computer of het smart device via hetzelfde SSID als de printer.
Privacyscheiding is beschikbaar voor de draadloze router.
Oplossingen
De meeste draadloze routers hebben een functie voor privacyscheiding waarmee communicatie tussen
verbonden apparaten wordt geblokkeerd. Als er geen communicatie mogelijk is tussen de printer en de
computer of het smart device, terwijl deze zijn verbonden met hetzelfde netwerk, schakelt u de
privacyscheiding op de draadloze router uit. Zie voor meer informatie de bij de draadloze router
geleverde handleiding.
Het IP-adres is niet juist toegewezen.
Oplossingen
Als het aan de printer toegewezen IP-adres 169.254.XXX.XXX is, en het subnetmasker is 255.255.0.0, is
het IP-adres mogelijk niet correct toegewezen.
Selecteer op het bedieningspaneel van de printer Instel. > Algemene instellingen > Netwerkinstellingen
> Geavanceerd en controleer vervolgens het IP-adres en het subnetmasker die aan de printer zijn
toegewezen.
Start de draadloze router opnieuw of stel de netwerkinstellingen van de printer opnieuw in.
&“De netwerkverbinding opnieuw instellen” op pagina 271
Er is een probleem opgetreden met de netwerkinstellingen op de computer.
Oplossingen
Probeer op de computer een internetpagina te openen om te controleren of de netwerkinstellingen van de
computer correct zijn. Als u geen internetpagina's kunt openen, is er een probleem met de computer.
Controleer de netwerkverbinding van de computer. Raadpleeg de documentatie van de computer voor
meer informatie.
De printer is met ethernet verbonden via apparaten die IEEE 802.3az (Energie-eciënt
Ethernet) ondersteunen.
Oplossingen
Wanneer u de printer met ethernet verbindt via apparaten die IEEE 802.3az (Energie-eciënt Ethernet)
ondersteunen, kunnen de volgende problemen optreden, aankelijk van de hub of router die u gebruikt.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet afdrukken
179

Er is een probleem opgetreden met de netwerkinstellingen op de computer.
Oplossingen
Probeer op de computer een internetpagina te openen om te controleren of de netwerkinstellingen van de
computer correct zijn. Als u geen internetpagina's kunt openen, is er een probleem met de computer.
Controleer de netwerkverbinding van de computer. Raadpleeg de documentatie van de computer voor
meer informatie.
Er staat nog een afdruktaak in de wachtrij.
Oplossingen
Klik op Wachtrij op het tabblad Hulpprogramma's van het printerstuurprogramma. Als overbodige
gegevens achterblijven, selecteert u Alle documenten annuleren in het menu Printer.
De printer staat in de wachtstand of is oine.
Oplossingen
Klik op Wachtrij op het tabblad Hulpprogramma's van het printerstuurprogramma.
Als de printer oine is of in wachtstand staat, schakel de relevante instelling dan uit via het menu
Printer.
De printer is niet geselecteerd als de standaardprinter.
Oplossingen
Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram in Conguratiescherm > Apparaten en printers
weergeven (of Printers, Printers en faxapparaten) en klik op Als standaardprinter instellen.
Opmerking:
Raadpleeg de volgende informatie on de juiste printer te selecteren als er meerdere printerpictogrammen zijn.
Voorbeeld)
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet afdrukken
184

USB-verbinding: EPSON XXXX-serie
Netwerkverbinding: EPSON XXXX-serie (netwerk)
Als u het printerstuurprogramma meerdere keren hebt geïnstalleerd, zijn er mogelijk kopieën gemaakt
van het printerstuurprogramma. Als er kopieën zijn gemaakt, bijvoorbeeld met de naam "EPSON XXXX
Series (kopie 1)", klikt u met de rechtermuisknop op het gekopieerde stuurprogrammapictogram en klikt
u op Apparaat verwijderen.
De printerpoort is niet correct ingesteld.
Oplossingen
Klik op Wachtrij op het tabblad Hulpprogramma's van het printerstuurprogramma.
Controleer onder Eigenschappen > Poort in het menu Printer of de printerpoort goed is ingesteld (zie
hieronder).
USB-verbinding: USBXXX, Netwerkverbinding: EpsonNet Print Port
Kan niet afdrukken via Mac OS
Controleer of de computer en de printer goed zijn verbonden.
De verbinding is bepalend voor de oorzaak en de oplossing van het probleem.
De verbindingsstatus controleren
Gebruik EPSON Status Monitor om de verbindingsstatus voor de computer en de printer te controleren.
1. Selecteer Systeemvoorkeuren in het Apple-menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer.
2. Klik op Opties en toebehoren > Hulpprogramma > Open Printerhulpprogramma.
3. Klik op EPSON Status Monitor.
Wanneer de resterende inktniveaus worden weergegeven, is er verbinding tussen de computer en de printer.
Controleer het volgende als er geen verbinding is gemaakt.
❏De printer wordt niet herkend bij een netwerkverbinding
“Kan geen verbinding maken met een netwerk” op pagina 185
❏De printer wordt niet herkend bij een USB-verbinding
“De printer kan niet via USB worden verbonden (Mac OS)” op pagina 189
Controleer het volgende als er een verbinding is gemaakt.
❏De printer wordt herkend, maar er kan niet worden afgedrukt.
“Kan niet afdrukken, ondanks dat er verbinding is (Mac OS)” op pagina 189
Kan geen verbinding maken met een netwerk
Een van de volgende problemen kan de oorzaak zijn.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet afdrukken
185

Selecteer Systeemvoorkeuren in het Apple-menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en dubbelklik op de printer. Als de printer gepauzeerd is, klikt u op Hervatten.
Functiebeperkingen zijn ingeschakeld voor de printer.
Oplossingen
De printer drukt mogelijk niet af omdat de functiebeperking ingeschakeld is. Neem contact op met uw
printerbeheerder.
De printer kan opeens niet afdrukken via een netwerkverbinding
Een van de volgende problemen kan de oorzaak zijn.
De netwerkomgeving is gewijzigd.
Oplossingen
Wanneer u de netwerkomgeving hebt gewijzigd, zoals de draadloze router of provider, stelt u de
netwerkverbindingen voor de printer opnieuw in.
Verbind de computer of het smart device via hetzelfde SSID als de printer.
&“De netwerkverbinding opnieuw instellen” op pagina 271
Er is iets mis met de netwerkapparaten voor de wi-verbinding.
Oplossingen
Schakel de apparaten die u met het netwerk wilt verbinden uit. Wacht circa 10 seconden en schakel de
apparaten in de volgende volgorde weer in: de draadloze router, de computer of het smart device en
tenslotte de printer. Verklein de afstand tussen de printer en de computer of het smart device enerzijds en
de draadloze router anderzijds om de radiocommunicatie te vereenvoudigen, en probeer vervolgens
opnieuw de netwerkinstellingen te congureren.
De printer is niet verbonden met het netwerk.
Oplossingen
Selecteer Instel. > Algemene instellingen > Netwerkinstellingen > Controle van netwerkverbinding en
druk vervolgens het netwerkverbindingsrapport af. Als uit het rapport blijkt dat er geen
netwerkverbinding tot stand is gebracht, controleert u het netwerkverbindingsrapport en volgt u de
afgedrukte oplossingen.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet afdrukken
190

Er is een probleem opgetreden met de netwerkinstellingen op de computer.
Oplossingen
Probeer op de computer een internetpagina te openen om te controleren of de netwerkinstellingen van de
computer correct zijn. Als u geen internetpagina's kunt openen, is er een probleem met de computer.
Controleer de netwerkverbinding van de computer. Raadpleeg de documentatie van de computer voor
meer informatie.
Afdrukken met een smart device
Controleer of het smart device en de printer goed zijn verbonden.
De verbinding is bepalend voor de oorzaak en de oplossing van het probleem.
De verbindingsstatus controleren
Gebruik de Epson-afdruk-app om de verbindingsstatus voor het smart device en de printer te controleren.
Voorbeelden van Epson-printapps
Zoek de Epson-afdruktoepassing in de App Store of Google Play en installeer deze als dat nog niet is gebeurd.
1. Start de Epson-afdruktoepassing op het smart device.
2. Controleer of de naam van de printer in de toepassing wordt weergegeven.
Wanneer de naam van de printer wordt weergegeven, is er verbinding tussen het smart device en de printer.
Als het volgende wordt weergegeven, is er geen verbinding tussen het smart device en de printer.
❏Printer niet geselecteerd.
❏Communicatiefout.
Controleer het volgende als er geen verbinding is gemaakt.
❏De printer wordt niet herkend bij een netwerkverbinding
“Kan geen verbinding maken met een netwerk” op pagina 192
Controleer het volgende als er een verbinding is gemaakt.
❏De printer wordt herkend, maar er kan niet worden afgedrukt.
“Kan niet afdrukken, ondanks dat er verbinding is (iOS)” op pagina 193
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet afdrukken
191

Kan geen verbinding maken met een netwerk
Een van de volgende problemen kan de oorzaak zijn.
Er is iets mis met de netwerkapparaten voor de wi-verbinding.
Oplossingen
Schakel de apparaten die u met het netwerk wilt verbinden uit. Wacht circa 10 seconden en schakel de
apparaten in de volgende volgorde weer in: de draadloze router, de computer of het smart device en
tenslotte de printer. Verklein de afstand tussen de printer en de computer of het smart device enerzijds en
de draadloze router anderzijds om de radiocommunicatie te vereenvoudigen, en probeer vervolgens
opnieuw de netwerkinstellingen te congureren.
Apparaten kunnen geen signaal ontvangen van de draadloze router, omdat ze te ver uit
elkaar staan.
Oplossingen
Zet de computer of het smart device en de printer dichter bij de draadloze router. Schakel de draadloze
router vervolgens uit en weer in.
Wanneer u de draadloze router vervangt, komen de instellingen niet overeen met de
nieuwe router.
Oplossingen
Congureer de verbindingsinstellingen opnieuw, zodat deze overeenkomen met de nieuwe draadloze
router.
&“Vervanging van de draadloze router” op pagina 271
De SSID's voor verbinding met de computer of het smart device en de computer verschillen.
Oplossingen
Wanneer u meerdere draadloze routers tegelijk gebruikt of de draadloze router meerdere SSID's hee en
apparaten met verschillende SSID's zijn verbonden, kunt u geen verbinding maken met de draadloze
router.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet afdrukken
192

❏De verbinding kan onstabiel worden, de printer hee verbinding, vervolgens wordt de verbinding
verbroken en dit gebeurt alsmaar opnieuw.
❏Kan geen verbinding maken met de printer.
❏De communicatiesnelheid wordt traag.
Volg de onderstaande stappen om IEEE 802.3az uit te schakelen voor de printer en maak dan verbinding.
1. Verwijder de ethernetkabel die is aangesloten op de computer en de printer.
2. Wanneer IEEE 802.3az voor de computer is ingeschakeld, schakelt u dit uit.
Raadpleeg de documentatie van de computer voor meer informatie.
3. Sluit de computer en de printer met een ethernetkabel op elkaar aan.
4. Print via de printer een netwerkverbindingsrapport af.
“Een netwerkverbindingsrapport afdrukken” op pagina 288
5. Controleer het IP-adres van de printer op het netwerkverbindingsrapport.
6. Ga op de computer naar Web Cong.
Start een browser en voer vervolgens het IP-adres van de printer in.
“Web Cong uitvoeren op een browser” op pagina 309
7. Selecteer het tabblad Netwerk > Vast netwerk.
8. Selecteer Uit voor IEEE 802.3az.
9. Klik op Volgende.
10. Klik op OK.
11. Verwijder de ethernetkabel die is aangesloten op de computer en de printer.
12. Als u bij stap 2 IEEE 802.3az hebt uitgeschakeld voor de computer, schakelt u dit weer in.
13. Sluit de ethernetkabels die u hebt verwijderd bij stap 1 aan op de computer en de printer.
Als het probleem nog steeds optreedt, zijn het mogelijk andere apparaten dan de computer die het
probleem veroorzaken.
De printer kan niet via USB worden verbonden (Windows)
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
De USB-kabel is niet correct op het stopcontact aangesloten.
Oplossingen
Sluit de USB-kabel goed aan tussen de printer en de computer.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet beginnen met scannen
198

Er is een probleem opgetreden met de USB-hub.
Oplossingen
Als u een USB-hub gebruikt, sluit u de printer direct op de computer aan.
Er is een probleem opgetreden met de USB-kabel of de USB-poort.
Oplossingen
Als de USB-kabel niet wordt herkend, gebruikt u een andere poort of een andere USB-kabel.
Kan niet scannen, ondanks dat er verbinding is (Windows)
Scannen op hoge resolutie via een netwerk.
Oplossingen
Probeer op een lagere resolutie te scannen.
Kan niet scannen vanuit Mac OS
Controleer of de computer en de printer goed zijn verbonden.
De verbinding is bepalend voor de oorzaak en de oplossing van het probleem.
De verbindingsstatus controleren
Gebruik EPSON Status Monitor om de verbindingsstatus voor de computer en de printer te controleren.
1. Selecteer Systeemvoorkeuren in het Apple-menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer.
2. Klik op Opties en toebehoren > Hulpprogramma > Open Printerhulpprogramma.
3. Klik op EPSON Status Monitor.
Wanneer de resterende inktniveaus worden weergegeven, is er verbinding tussen de computer en de printer.
Controleer het volgende als er geen verbinding is gemaakt.
❏De printer wordt niet herkend bij een netwerkverbinding
“Kan geen verbinding maken met een netwerk” op pagina 185
❏De printer wordt niet herkend bij een USB-verbinding
“De printer kan niet via USB worden verbonden (Mac OS)” op pagina 189
Controleer het volgende als er een verbinding is gemaakt.
❏De printer wordt herkend, maar er kan niet worden gescand.
“Kan niet scannen, ondanks dat er verbinding is (Mac OS)” op pagina 203
Kan geen verbinding maken met een netwerk
Een van de volgende problemen kan de oorzaak zijn.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet beginnen met scannen
199

Als het probleem nog steeds optreedt, zijn het mogelijk andere apparaten dan de computer die het
probleem veroorzaken.
De printer kan niet via USB worden verbonden (Mac OS)
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
De USB-kabel is niet correct op het stopcontact aangesloten.
Oplossingen
Sluit de USB-kabel goed aan tussen de printer en de computer.
Er is een probleem opgetreden met de USB-hub.
Oplossingen
Als u een USB-hub gebruikt, sluit u de printer direct op de computer aan.
Er is een probleem opgetreden met de USB-kabel of de USB-poort.
Oplossingen
Als de USB-kabel niet wordt herkend, gebruikt u een andere poort of een andere USB-kabel.
Kan niet scannen, ondanks dat er verbinding is (Mac OS)
Scannen op hoge resolutie via een netwerk.
Oplossingen
Probeer op een lagere resolutie te scannen.
Kan niet scannen vanaf een smart device
Controleer of het smart device en de printer goed zijn verbonden.
De verbinding is bepalend voor de oorzaak en de oplossing van het probleem.
De verbindingsstatus controleren
Gebruik de Epson-afdruk-app om de verbindingsstatus voor het smart device en de printer te controleren.
Voorbeelden van Epson-printapps
Zoek de Epson-afdruktoepassing in de App Store of Google Play en installeer deze als dat nog niet is gebeurd.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet beginnen met scannen
203

1. Start de Epson-afdruktoepassing op het smart device.
2. Controleer of de naam van de printer in de toepassing wordt weergegeven.
Wanneer de naam van de printer wordt weergegeven, is er verbinding tussen het smart device en de printer.
Als het volgende wordt weergegeven, is er geen verbinding tussen het smart device en de printer.
❏Printer niet geselecteerd.
❏Communicatiefout.
Controleer het volgende als er geen verbinding is gemaakt.
❏De printer wordt niet herkend bij een netwerkverbinding
“Kan geen verbinding maken met een netwerk” op pagina 192
Controleer het volgende als er een verbinding is gemaakt.
❏De printer wordt herkend, maar er kan niet worden gescand.
“Kan niet afdrukken, ondanks dat er verbinding is (iOS)” op pagina 193
Kan geen verbinding maken met een netwerk
Een van de volgende problemen kan de oorzaak zijn.
Er is iets mis met de netwerkapparaten voor de wi-verbinding.
Oplossingen
Schakel de apparaten die u met het netwerk wilt verbinden uit. Wacht circa 10 seconden en schakel de
apparaten in de volgende volgorde weer in: de draadloze router, de computer of het smart device en
tenslotte de printer. Verklein de afstand tussen de printer en de computer of het smart device enerzijds en
de draadloze router anderzijds om de radiocommunicatie te vereenvoudigen, en probeer vervolgens
opnieuw de netwerkinstellingen te congureren.
Apparaten kunnen geen signaal ontvangen van de draadloze router, omdat ze te ver uit
elkaar staan.
Oplossingen
Zet de computer of het smart device en de printer dichter bij de draadloze router. Schakel de draadloze
router vervolgens uit en weer in.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet beginnen met scannen
204

Wanneer u de draadloze router vervangt, komen de instellingen niet overeen met de
nieuwe router.
Oplossingen
Congureer de verbindingsinstellingen opnieuw, zodat deze overeenkomen met de nieuwe draadloze
router.
&“Vervanging van de draadloze router” op pagina 271
De SSID's voor verbinding met de computer of het smart device en de computer verschillen.
Oplossingen
Wanneer u meerdere draadloze routers tegelijk gebruikt of de draadloze router meerdere SSID's hee en
apparaten met verschillende SSID's zijn verbonden, kunt u geen verbinding maken met de draadloze
router.
Verbind de computer of het smart device via hetzelfde SSID als de printer.
Privacyscheiding is beschikbaar voor de draadloze router.
Oplossingen
De meeste draadloze routers hebben een functie voor privacyscheiding waarmee communicatie tussen
verbonden apparaten wordt geblokkeerd. Als er geen communicatie mogelijk is tussen de printer en de
computer of het smart device, terwijl deze zijn verbonden met hetzelfde netwerk, schakelt u de
privacyscheiding op de draadloze router uit. Zie voor meer informatie de bij de draadloze router
geleverde handleiding.
Het IP-adres is niet juist toegewezen.
Oplossingen
Als het aan de printer toegewezen IP-adres 169.254.XXX.XXX is, en het subnetmasker is 255.255.0.0, is
het IP-adres mogelijk niet correct toegewezen.
Selecteer op het bedieningspaneel van de printer Instel. > Algemene instellingen > Netwerkinstellingen
> Geavanceerd en controleer vervolgens het IP-adres en het subnetmasker die aan de printer zijn
toegewezen.
Start de draadloze router opnieuw of stel de netwerkinstellingen van de printer opnieuw in.
&“De netwerkverbinding opnieuw instellen” op pagina 271
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet beginnen met scannen
205

Er is een probleem opgetreden met de netwerkinstellingen op het smart device.
Oplossingen
Probeer op het smart device een website te openen om te controleren of de netwerkinstellingen van het
smart device correct zijn. Als u geen website kunt openen, is er een probleem met het smart device.
Controleer de netwerkverbinding van de computer. Raadpleeg de documentatie van het smart device
voor meer informatie.
Kan geen gescande afbeeldingen opslaan naar de gedeelde map
Meldingen worden op het bedieningspaneel weergegeven
Wanneer foutmeldingen op het bedieningspaneel worden weergegeven, controleert u de melding zelf of de
volgende lijst om het probleem op te lossen.
Meldingen Oplossingen
DNS-fout. Controleer DNS-
instellingen.
Kan geen verbinding maken met de computer. Controleer het volgende.
❏Controleer of het adres in de contactpersonenlijst op de printer overeenkomt
met het adres van de gedeelde map.
❏Als de computer een statisch IP-adres heeft dat handmatig is ingesteld, wijzigt
u de computernaam in het netwerkpad in het IP-adres.
Voorbeeld: \\EPSON02\SCAN naar \\192.168.xxx.xxx\SCAN
❏Controleer of de computer is ingeschakeld en de slaapstand niet is
ingeschakeld. Als de slaapstand is ingeschakeld, kunt u geen afbeeldingen
opslaan in de gedeelde map op de computer.
❏Schakel tijdelijk de Firewall en beveiligingssoftware van de printer uit. Als het
probleem hiermee wordt opgelost, controleer de instellingen in de
beveiligingssoftware.
❏Als Openbaar netwerk is geselecteerd als netwerklocatie, kunt u geen
gescande afbeeldingen opslaan in de gedeelde map. Stel voor elke poort de
instellingen voor doorsturen in.
❏Als u een laptop gebruikt en het IP-adres is ingesteld als DHCP, kan het IP-adres
wijzigen wanneer opnieuw verbinding wordt gemaakt met het netwerk. Haal
het IP-adres opnieuw op.
❏Controleer of de DNS-instelling correct is. Neem contact op met de
netwerkbeheerder voor informatie over de DNS-instellingen.
❏De computernaam en het IP-adres kunnen verschillen wanneer de
beheertabel van de DNS-server niet wordt bijgewerkt. Neem contact op met
de beheerder van de DNS-server.
Vericatiefout. Controleer instellingen
e-mailserver.
Controleer of de gebruikersnaam en het wachtwoord correct zijn op de computer
en in de contactpersonenlijst op de printer. Controleer bovendien of het
wachtwoord niet is verlopen.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan niet beginnen met scannen
206

Er is een probleem opgetreden met de USB-hub.
Oplossingen
Als u een USB-hub gebruikt, sluit u de printer direct op de computer aan.
Er is een probleem opgetreden met de USB-kabel of de USB-poort.
Oplossingen
Als de USB-kabel niet wordt herkend, gebruikt u een andere poort of een andere USB-kabel.
U moet de USB-verbinding opnieuw congureren.
Oplossingen
Koppel de USB-kabel los van de computer. Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram op de
computer en selecteer Apparaat verwijderen. Sluit vervolgens de USB-kabel aan op de computer.
Als u geen USB-kabel kunt aansluiten, stelt u de USB-verbinding opnieuw in aan de hand van de
volgende stappen voor het wijzigen van de verbinden met een computer. Zie de koppeling met
gerelateerde informatie hieronder voor meer informatie.
&“Instellingen voor verbinding met de computer congureren” op pagina 271
Kan geen faxberichten verzenden of ontvangen, ondanks dat er een verbinding is
(Windows)
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
De software is niet geïnstalleerd.
Oplossingen
Controleer of het PC-FAX-stuurprogramma op de computer is geïnstalleerd. Het PC-FAX-
stuurprogramma is geïnstalleerd met FAX Utility. Volg de onderstaande stappen om te controleren of het
is geïnstalleerd.
Controleer of de printer (fax) in Apparaten en printers, Printer of Printers en andere hardware wordt
weergegeven. De printer (fax) wordt weergegeven als "EPSON XXXXX (FAX)". Als de printer (fax) niet
wordt weergegeven, verwijdert u FAX Utility en installeert u de toepassing opnieuw. Zie het volgende om
Apparaten en printers, Printer, of Printers en andere hardware te openen.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen
218

❏Wi n d ow s 1 0
Klik op de startknop en selecteer vervolgens Windows-systeem > Conguratiescherm > Apparaten
en printers weergeven in Hardware en geluiden.
❏Windows 8.1/Windows 8
Selecteer Bureaublad > Instellingen > Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven in
Hardware en geluiden of Hardware.
❏Wi n d ow s 7
Klik op de startknop, selecteer Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven in Hardware
en geluiden of Hardware.
❏Wi n d ow s Vi s t a
Klik op de startknop, selecteer Conguratiescherm > Printers in Hardware en geluiden.
❏Wi n d ow s X P
Klik op de startknop, selecteer Instellingen > Conguratiescherm > Printers en andere hardware >
Printers en faxapparaten.
Gebruikersvericatie mislukt wanneer een faxbericht vanaf een computer wordt verzonden.
Oplossingen
Stel de gebruikersnaam en het wachtwoord in het printerstuurprogramma in. Wanneer een faxbericht
wordt verzonden vanaf een computer en de beveiligingsfunctie is ingesteld die gebruik van de faxfunctie
van de printer door gebruikers beperkt, wordt gebruikersvericatie uitgevoerd met de gebruikersnaam en
het wachtwoord die in het printerstuurprogramma zijn ingesteld.
Er zijn problemen met de faxverbinding en faxinstellingen.
Oplossingen
Probeer de oplossingen voor de faxverbinding en faxinstellingen.
Kan geen faxberichten verzenden en ontvangen (Mac OS)
Controleer of de computer en de printer goed zijn verbonden. De verbinding is bepalend voor de oorzaak en de
oplossing van het probleem.
De verbindingsstatus controleren
Gebruik EPSON Status Monitor om de verbindingsstatus voor de computer en de printer te controleren.
1. Selecteer Systeemvoorkeuren in het Apple-menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer.
2. Klik op Opties en toebehoren > Hulpprogramma > Open Printerhulpprogramma.
3. Klik op EPSON Status Monitor.
Wanneer de resterende inktniveaus worden weergegeven, is er verbinding tussen de computer en de printer.
Controleer het volgende als er geen verbinding is gemaakt.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen
219

❏De printer wordt niet herkend bij een netwerkverbinding
“Kan geen verbinding maken met een netwerk” op pagina 185
❏De printer wordt niet herkend bij een USB-verbinding
“De printer kan niet via USB worden verbonden (Mac OS)” op pagina 189
Controleer het volgende als er een verbinding is gemaakt.
❏De printer wordt herkend, maar er kan niet worden afgedrukt.
“Kan niet afdrukken, ondanks dat er verbinding is (Mac OS)” op pagina 189
Kan geen verbinding maken met een netwerk
Een van de volgende problemen kan de oorzaak zijn.
Er is iets mis met de netwerkapparaten voor de wi-verbinding.
Oplossingen
Schakel de apparaten die u met het netwerk wilt verbinden uit. Wacht circa 10 seconden en schakel de
apparaten in de volgende volgorde weer in: de draadloze router, de computer of het smart device en
tenslotte de printer. Verklein de afstand tussen de printer en de computer of het smart device enerzijds en
de draadloze router anderzijds om de radiocommunicatie te vereenvoudigen, en probeer vervolgens
opnieuw de netwerkinstellingen te congureren.
Apparaten kunnen geen signaal ontvangen van de draadloze router, omdat ze te ver uit
elkaar staan.
Oplossingen
Zet de computer of het smart device en de printer dichter bij de draadloze router. Schakel de draadloze
router vervolgens uit en weer in.
Wanneer u de draadloze router vervangt, komen de instellingen niet overeen met de
nieuwe router.
Oplossingen
Congureer de verbindingsinstellingen opnieuw, zodat deze overeenkomen met de nieuwe draadloze
router.
&“Vervanging van de draadloze router” op pagina 271
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen
220

De SSID's voor verbinding met de computer of het smart device en de computer verschillen.
Oplossingen
Wanneer u meerdere draadloze routers tegelijk gebruikt of de draadloze router meerdere SSID's hee en
apparaten met verschillende SSID's zijn verbonden, kunt u geen verbinding maken met de draadloze
router.
Verbind de computer of het smart device via hetzelfde SSID als de printer.
Privacyscheiding is beschikbaar voor de draadloze router.
Oplossingen
De meeste draadloze routers hebben een functie voor privacyscheiding waarmee communicatie tussen
verbonden apparaten wordt geblokkeerd. Als er geen communicatie mogelijk is tussen de printer en de
computer of het smart device, terwijl deze zijn verbonden met hetzelfde netwerk, schakelt u de
privacyscheiding op de draadloze router uit. Zie voor meer informatie de bij de draadloze router
geleverde handleiding.
Het IP-adres is niet juist toegewezen.
Oplossingen
Als het aan de printer toegewezen IP-adres 169.254.XXX.XXX is, en het subnetmasker is 255.255.0.0, is
het IP-adres mogelijk niet correct toegewezen.
Selecteer op het bedieningspaneel van de printer Instel. > Algemene instellingen > Netwerkinstellingen
> Geavanceerd en controleer vervolgens het IP-adres en het subnetmasker die aan de printer zijn
toegewezen.
Start de draadloze router opnieuw of stel de netwerkinstellingen van de printer opnieuw in.
&“De netwerkverbinding opnieuw instellen” op pagina 271
Er is een probleem opgetreden met de netwerkinstellingen op de computer.
Oplossingen
Probeer op de computer een internetpagina te openen om te controleren of de netwerkinstellingen van de
computer correct zijn. Als u geen internetpagina's kunt openen, is er een probleem met de computer.
Controleer de netwerkverbinding van de computer. Raadpleeg de documentatie van de computer voor
meer informatie.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen
221

De printer is met ethernet verbonden via apparaten die IEEE 802.3az (Energie-eciënt
Ethernet) ondersteunen.
Oplossingen
Wanneer u de printer met ethernet verbindt via apparaten die IEEE 802.3az (Energie-eciënt Ethernet)
ondersteunen, kunnen de volgende problemen optreden, aankelijk van de hub of router die u gebruikt.
❏De verbinding kan onstabiel worden, de printer hee verbinding, vervolgens wordt de verbinding
verbroken en dit gebeurt alsmaar opnieuw.
❏Kan geen verbinding maken met de printer.
❏De communicatiesnelheid wordt traag.
Volg de onderstaande stappen om IEEE 802.3az uit te schakelen voor de printer en maak dan verbinding.
1. Verwijder de ethernetkabel die is aangesloten op de computer en de printer.
2. Wanneer IEEE 802.3az voor de computer is ingeschakeld, schakelt u dit uit.
Raadpleeg de documentatie van de computer voor meer informatie.
3. Sluit de computer en de printer met een ethernetkabel op elkaar aan.
4. Print via de printer een netwerkverbindingsrapport af.
“Een netwerkverbindingsrapport afdrukken” op pagina 288
5. Controleer het IP-adres van de printer op het netwerkverbindingsrapport.
6. Ga op de computer naar Web Cong.
Start een browser en voer vervolgens het IP-adres van de printer in.
“Web Cong uitvoeren op een browser” op pagina 309
7. Selecteer het tabblad Netwerk > Vast netwerk.
8. Selecteer Uit voor IEEE 802.3az.
9. Klik op Volgende.
10. Klik op OK.
11. Verwijder de ethernetkabel die is aangesloten op de computer en de printer.
12. Als u bij stap 2 IEEE 802.3az hebt uitgeschakeld voor de computer, schakelt u dit weer in.
13. Sluit de ethernetkabels die u hebt verwijderd bij stap 1 aan op de computer en de printer.
Als het probleem nog steeds optreedt, zijn het mogelijk andere apparaten dan de computer die het
probleem veroorzaken.
De printer kan niet via USB worden verbonden (Mac OS)
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen
222

weergegeven als "FAX XXXX (USB)" of "FAX XXXX (IP)". Als de printer (fax) niet wordt weergegeven,
klikt u op [+] en registreert u de printer (fax).
PC-FAX-stuurprogramma is onderbroken.
Oplossingen
Selecteer Systeemvoorkeuren in het Apple-menu > Printers en scanners (of Printen en scannen,
Printen en faxen) en dubbelklik vervolgens op de printer (fax). Als de printer gepauzeerd is, klikt u op
Hervatten (of Printer hervatten).
Gebruikersvericatie mislukt wanneer een faxbericht vanaf een computer wordt verzonden.
Oplossingen
Stel de gebruikersnaam en het wachtwoord in het printerstuurprogramma in. Wanneer een faxbericht
wordt verzonden vanaf een computer en de beveiligingsfunctie is ingesteld die gebruik van de faxfunctie
van de printer door gebruikers beperkt, wordt gebruikersvericatie uitgevoerd met de gebruikersnaam en
het wachtwoord die in het printerstuurprogramma zijn ingesteld.
Er zijn problemen met de faxverbinding en faxinstellingen.
Oplossingen
Probeer de oplossingen voor de faxverbinding en faxinstellingen.
Foutcode in het statusmenu
Als een taak niet succesvol voltooid is, controleer dan de foutcode in de geschiedenis van elke taak. U kunt de
foutcode weergeven d.m.v. de toets en dan Taakstatus te selecteren. Raadpleeg de volgende tabel om het
probleem en de oplossing te zoeken.
Code Probleem Oplossing
001 Product werd uitgeschakeld door een stroomstoring. -
106 Kan niet afdrukken via de computer omwille van
toegangsbeveiliging.
Neem contact op met uw printerbeheerder.
107 Mislukte gebruikersvericatie. De taak is
geannuleerd.
❏Zorg ervoor dat de gebruikersnaam en
wachtwoord correct zijn.
❏Selecteer Instel. > Algemene instellingen >
Systeembeheer > Veiligheidsinstel. >
Toegangsbeheer. Schakel de functiebeperking in
en laat de taak vervolgens toe zonder
authenticatie-informatie.
108 Vertrouwelijke taakgegevens zijn verwijderd terwijl
de product uitgeschakeld was.
-
109 Het ontvangen faxbericht was al verwijderd. -
110 De taak werd eenzijdig afgedrukt omdat het geladen
papier niet geschikt is voor dubbelzijdig afdrukken.
Als u dubbelzijdig wenst af te drukken, laad dan
papier dat daar geschikt voor is.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Foutcode in het statusmenu
224

Code Probleem Oplossing
201 Het geheugen is vol. ❏Druk de ontvangen faxberichten af vanuit
Taakstatus in Job/Status.
❏Verwijder ontvangen faxberichten uit het Postvak
IN via Taakstatus in het Job/Status.
❏Als u een monochroom faxbericht naar een
enkele bestemming zendt, kunt u dat doen d.m.v.
Direct Send.
❏Verdeel uw originele in twee of meer delen en
verzend ze dan.
202 De lijn werd verbroken door de machine van de
ontvanger.
Wacht even en probeer het dan nogmaals.
203 Kan geen kiestoon detecteren. ❏Zorg ervoor dat de telefoonkabel correct
verbonden is en dat de telefoonlijn werkt.
❏Als de printer aangesloten is op de PBX of de
terminaladapter, wijzig dan de instelling Lijntype
naar PBX.
❏Selecteer Instel. > Algemene instellingen >
Faxinstellingen > Basisinstellingen >
Kiestoondetectie en schakel vervolgens de
kiestooninstelling uit.
204 De machine van de ontvanger is bezet. ❏Wacht even en probeer het dan nogmaals.
❏Controleer het faxnummer van de ontvanger.
205 De machine van de ontvanger antwoordt niet. Wacht even en probeer het dan nogmaals.
206 De telefoonkabel is niet goed aangesloten op de
LINE en EXT. poorten van de printer.
Controleer de aansluiting van de LINE poort en de
EXT. poort aan de achterzijde van de printer.
207 De printer is niet verbonden met de telefoonlijn. Sluit de telefoonkabel aan op een
telefoonaansluiting.
208 Het faxbericht kon niet naar bepaalde ontvangers
verzonden worden.
Druk een Faxlogboek of Laatste overdracht-
rapport af voor vorige faxberichten via Faxverslag in
de faxmodus om de foutieve bestemmingen te
controleren. Als de instelling Foutgeg.opslaan
geactiveerd is, kunt u een faxbericht opnieuw
verzenden via Taakstatus in het Job/Status.
301 Er is niet voldoende opslagruimte beschikbaar om de
gegevens op het geheugenapparaat op te slaan.
❏Verhoog de opslagruimte van het
geheugenapparaat.
❏Reduceer het aantal documenten.
❏Verlaag de scanresolutie of verhoog de
compressieverhouding om de grootte van het
gescande beeld te reduceren.
302 Het geheugenapparaat is beveiligd tegen schrijven. Schakel de beveiliging uit.
303 Er is geen map gecreëerd om de gescande
afbeelding op te slaan.
Voer een ander geheugenapparaat in.
304 Het geheugenapparaat is verwijderd. Voer het geheugenapparaat opnieuw in.
305 Er is een fout opgetreden bij het opslaan van de
gegevens.
Als het externe apparaat wordt gebruikt vanaf een
computer, wacht u even en probeert u het opnieuw.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Foutcode in het statusmenu
225

Code Probleem Oplossing
306 Het geheugen is vol. Wacht tot andere actieve taken voltooid zijn.
311 Er is een DNS-fout opgetreden. ❏Selecteer Instel. > Algemene instellingen >
Netwerkinstellingen > Geavanceerd > TCP/IP
en controleer vervolgens de DNS-instellingen.
❏Controleer de DNS instellingen van de server, de
computer en het toegangspunt.
312 Er is een authenticatiefout opgetreden. Selecteer Instel. > Algemene instellingen >
Netwerkinstellingen > Geavanceerd > E-
mailserver > Serverinstellingen en controleer
vervolgens de serverinstellingen.
313 Er is een communicatiefout opgetreden. ❏Druk een netwerkverbindingsrapport af om te
controleren of de printer is verbonden met het
netwerk.
❏Selecteer Instel. > Algemene instellingen >
Netwerkinstellingen > Geavanceerd > E-
mailserver > Serverinstellingen om de
instellingen van de e-mailserver te controleren. U
kunt de oorzaak van de fout controleren door de
verbindingscontrole uit te voeren.
❏De authenticatiemethode van de instellingen en
de e-mailserver komt mogelijk niet overeen. Als u
Uit selecteert als authenticatiemethode, moet u
ervoor zorgen dat de authenticatiemethode van
de e-mailserver is ingesteld op Geen.
314 De bijlage is groter dan de maximaal toegelaten
grootte voor bijlagen.
❏Verhoog de instelling Max. grootte bijlage in de
scaninstellingen.
❏Verlaag de scanresolutie of verhoog de
compressieverhouding om de grootte van het
gescande beeld te reduceren.
315 Het geheugen is vol. Probeer het opnieuw nadat andere actieve taken
voltooid zijn.
321 Er is een DNS-fout opgetreden. ❏Selecteer Instel. > Algemene instellingen >
Netwerkinstellingen > Geavanceerd > TCP/IP
en controleer vervolgens de DNS-instellingen.
❏Controleer de DNS instellingen van de server, de
computer en het toegangspunt.
322 Er is een authenticatiefout opgetreden. Controleer de instellingen van Locatie.
323 Er is een communicatiefout opgetreden. ❏Controleer de instellingen van Locatie.
❏Druk een netwerkverbindingsrapport af om te
controleren of de printer is verbonden met het
netwerk.
324 In de opgegeven map bestaat al een bestand met
dezelfde naam.
❏Verwijder het bestand met dezelfde naam.
❏Wijzig de bestandsnaamprex bij
Bestandsinstellingen.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Foutcode in het statusmenu
226

Code Probleem Oplossing
325
326
Er is niet voldoende opslagruimte in de opgegeven
map.
❏Verhoog de opslagruimte in de opgegeven map.
❏Reduceer het aantal documenten.
❏Verlaag de scanresolutie of verhoog de
compressieverhouding om de grootte van het
gescande beeld te reduceren.
327 Het geheugen is vol. Wacht tot andere actieve taken voltooid zijn.
328 De bestemming was fout of ze bestaat niet. Controleer de instellingen van Locatie.
331 Er is een communicatiefout opgetreden bij het laden
van de bestemmingenlijst.
Druk een netwerkverbindingsrapport af om te
controleren of de printer is verbonden met het
netwerk.
332 Er is niet voldoende opslagruimte beschikbaar om de
gescande afbeelding op de doellocatie op te slaan.
Reduceer het aantal documenten.
333 De bestemming werd niet gevonden omdat de
informatie naar de server verzonden werd voordat de
gescande afbeelding verzonden werd.
Selecteer de bestemming opnieuw.
334 Er is een fout opgetreden tijdens het verzenden van
de gescande afbeelding.
-
341 Er is een communicatiefout opgetreden. ❏Controleer de aansluitingen van de printer en de
computer. Als u verbinding maakt via een
netwerk, drukt u een netwerkverbindingsrapport
af om te controleren of de printer is verbonden
met het netwerk.
❏Zorg ervoor dat Epson Event Manager op de
computer geïnstalleerd is.
401 Er is niet voldoende opslagruimte beschikbaar om de
gegevens op het geheugenapparaat op te slaan.
Verhoog de opslagruimte van het
geheugenapparaat.
402 Het geheugenapparaat is beveiligd tegen schrijven. Schakel de beveiliging uit.
404 Het geheugenapparaat is verwijderd. Voer het geheugenapparaat opnieuw in.
405 Er is een fout opgetreden bij het opslaan van de
gegevens.
❏Voer het geheugenapparaat opnieuw in.
❏Gebruik een ander geheugenapparaat waarop u
een map hebt gemaakt met de functie Map voor
opslag maken.
411 Er is een DNS-fout opgetreden. ❏Selecteer Instel. > Algemene instellingen >
Netwerkinstellingen > Geavanceerd > TCP/IP
en controleer vervolgens de DNS-instellingen.
❏Controleer de DNS instellingen van de server, de
computer en het toegangspunt.
412 Er is een authenticatiefout opgetreden. Selecteer Instel. > Algemene instellingen >
Netwerkinstellingen > Geavanceerd > E-
mailserver > Serverinstellingen en controleer
vervolgens de serverinstellingen.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Foutcode in het statusmenu
227

Code Probleem Oplossing
413 Er is een communicatiefout opgetreden. ❏Selecteer Instel. > Algemene instellingen >
Netwerkinstellingen > Geavanceerd > E-
mailserver > Serverinstellingen om de
instellingen van de e-mailserver te controleren. U
kunt de oorzaak van de fout controleren door de
verbindingscontrole uit te voeren.
❏De authenticatiemethode van de instellingen en
de e-mailserver komt mogelijk niet overeen. Als u
Uit selecteert als authenticatiemethode, moet u
ervoor zorgen dat de authenticatiemethode van
de e-mailserver is ingesteld op Geen.
❏Druk een netwerkverbindingsrapport af om te
controleren of de printer is verbonden met het
netwerk.
421 Er is een DNS-fout opgetreden. ❏Selecteer Instel. > Algemene instellingen >
Netwerkinstellingen > Geavanceerd > TCP/IP
en controleer vervolgens de DNS-instellingen.
❏Controleer de DNS instellingen van de server, de
computer en het toegangspunt.
422 Er is een authenticatiefout opgetreden. Selecteer Instel. > Algemene instellingen >
Faxinstellingen > Ontvangstinstellingen >
Instellingen opsl./doorsturen en controleer
vervolgens de instellingen van de map die u hebt
geselecteerd in Best. Opslaan/Doorsturen.
423 Er is een communicatiefout opgetreden. ❏Druk een netwerkverbindingsrapport af om te
controleren of de printer is verbonden met het
netwerk.
❏Selecteer Instel. > Algemene instellingen >
Faxinstellingen > Ontvangstinstellingen >
Instellingen opsl./doorsturen en controleer
vervolgens de instellingen van de map die u hebt
geselecteerd in Best. Opslaan/Doorsturen.
425 Er is niet voldoende opslagruimte in de opgegeven
doelmap.
Verhoog de opslagruime in de opgegeven doelmap.
428 De bestemming was fout of ze bestaat niet. Selecteer Instel. > Algemene instellingen >
Faxinstellingen > Ontvangstinstellingen >
Instellingen opsl./doorsturen en controleer
vervolgens de instellingen van de map die u hebt
geselecteerd in Best. Opslaan/Doorsturen.
Kan de printer niet bedienen zoals verwacht
De printer is traag
Afdrukken verloopt te traag
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan de printer niet bedienen zoals verwacht
228

Er zijn onnodige toepassingen actief.
Oplossingen
Sluit alle onnodige toepassingen op uw computer of smart device.
De afdrukkwaliteit is te hoog ingesteld.
Oplossingen
Stel een lagere kwaliteit in.
Bidirectioneel afdrukken is uitgeschakeld.
Oplossingen
Schakel de bidirectionele (of hogesnelheids)instelling in. Wanneer deze instelling is geselecteerd, drukt de
printkop in beide richtingen af, en verhoogt de afdruksnelheid.
❏Bedieningspaneel
Selecteer Instel. > Algemene instellingen > Printerinstellingen en schakel vervolgens Bidirectioneel
in.
❏Wi n d o w s
Selecteer Bidirectioneel afdrukken op het tabblad Meer opties van het printerstuurprogramma.
❏Mac OS
Selecteer Systeemvoorkeuren in het Apple-menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer. Klik op Opties en toebehoren > Opties (of
Stuurprogramma). Selecteer Aan voor Bidirectioneel afdrukken.
Stille modus is ingeschakeld.
Oplossingen
Schakel Stille modus uit. De afdruksnelheid neemt af als de Stille modus actief is.
❏Bedieningspaneel
Selecteer op het startscherm en selecteer vervolgens Uit.
❏Wi n d o w s
Selecteer Uit bij Stille modus op het tabblad Hoofdgroep van het printerstuurprogramma.
❏Mac OS
Selecteer Systeemvoorkeuren in het Apple-menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer. Klik op Opties en toebehoren > Opties (of
Stuurprogramma). Selecteer Uit voor Stille modus.
De afdruksnelheid neemt sterk af tijdens het continu afdrukken
De functie die ervoor zorgt dat het printermechanisme niet oververhit en beschadigd raakt
is actief.
Oplossingen
U kunt doorgaan met afdrukken. Als u de normale afdruksnelheid wilt herstellen, laat u de printer
minstens 30 minuten inactief. De afdruksnelheid wordt niet hersteld als de stroom uit is.
Problemen oplossen
>
De printer werkt niet naar behoren
>
Kan de printer niet bedienen zoals verwacht
229

Het faxnummer van de verzender dat op ontvangen faxberichten wordt
weergegeven is onjuist
Het faxnummer van de afzender dat op het apparaat van de afzender is ingesteld, is onjuist.
Oplossingen
De afzender hee het faxnummer mogelijk verkeerd ingesteld. Neem contact op met de afzender.
Bellen niet mogelijk op verbonden telefoon
De telefoonkabel is niet correct aangesloten.
Oplossingen
Sluit de telefoon aan op de EXT. poort van de printer en neem de hoorn van de haak. Hoort u geen
kiestoon, sluit de modulaire kabel dan goed aan.
Antwoordapparaat kan geen gesprekken aannemen
De printerinstelling Overgaan voor antwoorden is op een lager aantal ingesteld dan het
aantal keer overgaan voor het antwoordapparaat.
Oplossingen
Selecteer Langz.(9.600 b/s) in Instel. > Algemene instellingen > Faxinstellingen > Basisinstellingen >
Overgaan voor antwoorden en stel een hoger aantal in dan het aantal keer overgaan voor het
antwoordapparaat.
Er is een groot aantal ongewenste faxberichten ontvangen
De printerfunctie voor het blokkeren van ongewenste faxberichten is niet ingesteld.
Oplossingen
Congureer de instellingen voor Weigeringsfax in Instel. > Algemene instellingen > Faxinstellingen >
Basisinstellingen.
“Instellingen congureren voor het blokkeren van ongewenste faxberichten” op pagina 415
Er wordt een bericht weergegeven op het lcd-scherm
Als er een foutmelding op het display wordt weergegeven, volgt u de instructies op het scherm of de onderstaande
oplossingen om het probleem op te lossen.
Foutmeldingen Oplossingen
Printerfout. Schakel de printer uit en weer in. Zie
de documentatie voor details.
Verwijder al het papier en beschermingsmateriaal uit de printer. Neem
contact op met de klantenservice van Epson als de foutmelding
aanhoudt.
Problemen oplossen
>
Er wordt een bericht weergegeven op het lcd-scherm
233

Foutmeldingen Oplossingen
Printerfout. Raadpleeg uw documentatie voor
details. Er zijn niet-afdrukfuncties beschikbaar.
De printer is mogelijk beschadigd. Neem contact op met de Epson-
ondersteuning of een erkende Epson-serviceprovider om een reparatie
aan te vragen. Niet-afdrukgerelateerde functies, zoals scannen, zijn
beschikbaar.
Printerfout. Raadpleeg de documentatie voor
details.
De printer is mogelijk beschadigd. Neem contact op met de Epson-
ondersteuning of een erkende Epson-serviceprovider om een reparatie
aan te vragen.
Papier op in XX. Laad papier. Papierformaat: XX/
Papiertype: XX
Plaats papier in de weergegeven papierbron. Voer het volledig in als u
papier in de papiercassette plaatst.
U moet Inktcartridge vervangen. Voor een optimale afdrukkwaliteit en bescherming van de printkop blijft
een variabele inktreserve in de cartridge achter op het moment dat de
printer aangeeft dat u de cartridge moet vervangen. Vervang het
inktpatroon wanneer hierom wordt gevraagd.
Inktkussen voor randloos afdrukken van printer
nadert einde levensduur. Gebruiker kan
onderdeel niet vervangen. Neem contact op
met Epson-ondersteuning.
Neem contact op met Epson of een door Epson geautoriseerde
dienstverlener om het inktkussen voor randloos afdrukken te
vervangen*. Dit onderdeel kan niet door de gebruiker worden
vervangen.
Tik op OK om het afdrukken te hervatten.
Inktkussen voor randloos afdrukken van printer
heeft einde levensduur bereikt. Gebruiker kan
onderdeel niet vervangen. Neem contact op
met Epson-ondersteuning.
Neem contact op met Epson of een door Epson geautoriseerde
dienstverlener om het inktkussen voor randloos afdrukken te
vervangen*. Dit onderdeel kan niet door de gebruiker worden
vervangen.
Randloos afdrukken is niet beschikbaar. Afdrukken met rand is wel
beschikbaar.
Autom. weerg. papierinstelling is ingesteld op
Uit. Sommige functies zijn wellicht niet
beschikbaar. Zie uw documentatie voor details.
Als Autom. weerg. papierinstelling is uitgeschakeld, kunt u AirPrint
niet gebruiken.
Geen kiestoon gedetecteerd. Dit probleem kan mogelijk worden opgelost door Instel. > Algemene
instellingen > Faxinstellingen > Basisinstellingen > Lijntype en
vervolgens PBX te selecteren. Als uw telefoonsysteem een externe
toegangscode vereist voor een buitenlijn, stelt u de toegangscode in
nadat u PBX hebt geselecteerd. Gebruik een hekje (#) in plaats van de
werkelijke toegangscode wanneer u een extern faxnummer invoert.
Hierdoor wordt de verbinding betrouwbaarder.
Als de foutmelding nog steeds wordt weergegeven, schakelt u de
Kiestoondetectie uit. N.B. Als u deze functie uitschakelt, wordt het
eerste cijfer van het faxnummer mogelijk overgeslagen waardoor het
bericht naar een foutief nummer wordt verzonden.
Problemen oplossen
>
Er wordt een bericht weergegeven op het lcd-scherm
234

Foutmeldingen Oplossingen
Kan geen faxen ontvangen omdat de
faxgegevenscapaciteit vol is. Druk op Job/Status
onderaan op het Startscherm voor details.
Om de volgende redenen kunnen ontvangen faxberichten zich
opstapelen zonder dat ze worden verwerkt.
❏Kan niet afdrukken omdat er een printerfout is opgetreden.
Los de printerfout op. Om de details en oplossingen voor de fout te
controleren, drukt u op de knop en selecteert u vervolgens
Printerstatus.
❏Kan niet opslaan op computer of geheugenapparaat.
Om te controleren of ontvangen faxberichten al dan niet zijn
opgeslagen, drukt u op de knop en selecteert u vervolgens
Taakstatus. Om ontvangen faxberichten op te slaan, schakelt u de
computer in of verbindt u een geheugenapparaat met de printer.
Combinatie van IP-adres en subnetmasker is
ongeldig. Raadpleeg uw documentatie voor
meer details.
Voer het juiste IP-adres of de juiste standaardgateway in. Neem voor
ondersteuning contact op met degene die het netwerk heeft ingesteld.
Werk rootcerticaat bij om cloudservices te
gebruiken.
Voer Web Cong uit en werk vervolgens het basiscerticaat bij.
Controleer of de poortinstellingen van Printer
(zoals IP-adres) of het printerstuurprogramma
correct is via Computer.
Zorg ervoor dat de printerpoort goed is geselecteerd in Eigenschappen
> Poort in het menu Printer. Dit gaat als volgt.
Selecteer USBXXX voor een USB-verbinding of EpsonNet Print Port
voor een netwerkverbinding.
Controleer via de computer of de
poortinstellingen of het printerstuurprogramma
correct zijn. Raadpleeg uw documentatie voor
details.
Recovery Mode
Update Firmware
De printer is in de herstelmodus gestart omdat de rmware-update is
mislukt. Volg de onderstaande stappen om opnieuw te proberen de
rmware bij te werken.
1. Sluit de computer en de printer met een USB-kabel op elkaar aan. (In
de herstelmodus kunt u de rmware niet via een netwerkverbinding
bijwerken.)
2. Ga naar uw lokale Epson-website voor verdere instructies.
* Bij sommige afdrukcycli komt een heel kleine hoeveelheid overtollige inkt op het inktkussentje voor randloos
afdrukken terecht. Om te voorkomen dat er inkt uit het kussentje lekt, is het product ontworpen om het randloos
afdrukken te stoppen wanneer het kussentje de limiet bereikt. Of en hoe vaak dit moet gebeuren, is aankelijk van
het aantal pagina's dat u afdrukt met de optie voor randloos afdrukken. Dat het kussentje moet worden vervangen,
wil niet zeggen dat uw printer niet meer volgens de specicaties functioneert. Als het kussentje moet worden
vervangen, wordt er op de printer een melding weergegeven. Het kussentje kan alleen worden vervangen door een
erkende Epson-serviceprovider. De kosten voor deze vervanging vallen niet onder de garantie van Epson.
Papier loopt vast
Controleer de foutmelding die op het bedieningspaneel wordt weergegeven en volg de instructies om het
vastgelopen papier, inclusief afgescheurde stukjes, te verwijderen. Op het lcd-scherm wordt een animatie
weergegeven waarin u ziet hoe u vastgelopen papier verwijdert. Selecteer vervolgens OK om de fout te wissen.
Problemen oplossen
>
Papier loopt vast
235

!
Let op:
Raak nooit de knoppen van het bedieningspaneel aan als u met uw hand in de printer zit. Als de printer begint te
werken, kunt u zich verwonden. Raak de uitstekende delen niet aan om verwondingen te voorkomen.
c
Belangrijk:
Verwijder voorzichtig het vastgelopen papier. Het papier krachtdadig verwijderen kan de printer beschadigen.
Voorkomen dat papier vastloopt
Controleer het volgende. Als papier vaak vastloopt.
❏Plaats de printer op een vlakke ondergrond en gebruik deze in de aanbevolen omgevingsomstandigheden.
“Omgevingsspecicaties” op pagina 346
❏Gebruik papier dat door deze printer wordt ondersteund.
“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 297
❏Volg de voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking.
“Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking” op pagina 31
❏Laad het papier in de juiste richting en schuif de zijgeleider tegen de rand van het papier aan.
“Papier laden” op pagina 32
❏Zet de ADF-documentsteun omhoog.
❏Laad niet meer dan het maximale aantal vellen dat voor het papier is opgegeven.
❏Laad één blad papier per keer wanneer u meerdere bladen laadt.
❏Controleer of de instellingen voor het papierformaat en de papiersoort overeenkomen met het papierformaat en
de papiersoort in de printer.
“Lijst met papiersoorten” op pagina 32
Problemen oplossen
>
Papier loopt vast
>
Voorkomen dat papier vastloopt
236

De inktcartridges moeten worden vervangen
Voorzorgsmaatregelen voor inktcartridges
Lees de volgende instructies voordat u inktcartridges vervangt.
Voorzorgsmaatregelen voor de opslag van inkt
❏Houd de inktcartridges uit de buurt van direct zonlicht.
❏Bewaar de inktcartridges niet bij hoge temperaturen of temperaturen onder het vriespunt.
❏Voor het beste resultaat raadt Epson aan om inktcartridges op te gebruiken voordat de houdbaarheidsdatum op
de verpakking is verstreken of binnen zes maanden na openen van de verpakking (wat zich het eerst voordoet).
❏Voor de beste resultaten bewaart u inktpatroonverpakkingen met de onderkant naar beneden.
❏Laat cartridges voor gebruik ten minste drie uur op kamertemperatuur komen.
❏Open de verpakking niet totdat u klaar bent om het inktpatroon in de printer te plaatsen. Het inktpatroon is
vacuüm verpakt om de betrouwbaarheid ervan te garanderen. Als u een inktpatroon lange tijd onverpakt laat
voordat u het gebruikt, is normaal afdrukken niet mogelijk.
Voorzorgsmaatregelen voor het vervangen van inktpatronen
❏Zorg dat u de haakjes aan de zijkant van het inktpatroon niet breekt wanneer u het uit de verpakking haalt.
❏Schud inktpatronen niet nadat u de verpakking hebt geopend, omdat ze kunnen lekken.
❏U moet de gele tape van het inktpatroon verwijderen voordat u het plaatst; anders kan de afdrukkwaliteit
achteruitgaan of kunt u niet afdrukken. Verwijder of scheur het label op het inktpatroon niet; hierdoor kan het
gaan lekken.
Problemen oplossen
>
De inktcartridges moeten worden vervangen
>
Voorzorgsmaatregelen voor inktcartridges
237

❏Als het volgende venster wordt weergegeven, selecteert u Afdrukken in zwart-wit.
❏Als het volgende venster verschijnt, stop dan met afdrukken. Hervat vervolgens het afdrukken.
Opmerking:
Als u het afdrukken niet kunt annuleren vanaf de computer, doe dit dan op het bedieningspaneel van de printer.
Volg de onderstaande stappen als het afdrukken wordt hervat.
1. Open het venster van het printerstuurprogramma.
2. Schakel Randloos uit op het tabblad Hoofdgroep.
3. Selecteer een Papiertype waarvoor Afdrukken in zwart-wit wordt ondersteund.
4. Selecteer Grijswaarden.
5. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik vervolgens op OK.
6. Klik op Druk af.
Problemen oplossen
>
De inktcartridges moeten worden vervangen
>
Tijdelijk doorgaan met afdrukken zonder in
k
241

Opmerking:
❏Als EPSON Status Monitor 3 is uitgeschakeld, opent u het printerstuurprogramma, klikt u op Extra instellingen op het
tabblad Hulpprogramma's en selecteert u EPSON Status Monitor 3 inschakelen.
❏Samengesteld zwart ziet er anders uit dan puur zwart. Hierdoor daalt de afdruksnelheid wel.
❏Er wordt ook zwarte inkt gebruikt om de printkop in goede staat te houden.
Opties Beschrijving
Ja Selecteer een mengsel van kleureninkt om zwart te maken. Dit venster verschijnt de
volgende keer dat u een soortgelijke taak afdrukt.
Nee Selecteer om de resterende zwarte inkt te gebruiken. Dit venster verschijnt de volgende
keer dat u een soortgelijke taak afdrukt.
Deze functie uitschakelen Selecteer om de resterende zwarte inkt te gebruiken. Dit venster wordt pas opnieuw
weergegeven wanneer u de zwarte cartridge hebt vervangen en deze cartridge bijna is
opgebruikt.
De onderhoudsset moet worden vervangen
Voorzorgsmaatregelen voor de onderhoudscassette
Lees de volgende instructies voordat u de onderhoudscassette vervangt.
❏Raak de groene chip aan de zijkant van de onderhoudscassette niet aan. Omdat dit de normale werking kan
schaden.
❏Vervang de onderhoudscassette niet tijdens afdrukken, omdat anders inkt kan lekken.
❏Verwijder de onderhoudsset en de afdekking niet, behalve bij het vervangen van de onderhoudsset. Anders kan
er inkt lekken.
❏Hergebruik van een onderhoudscassette die lange tijd uit het apparaat verwijderd is geweest, is niet toegestaan.
Inkt in de cassette is dan gestold en er kan geen inkt meer worden geabsorbeerd.
❏Houd de gebruikte onderhoudscassette niet scheef wanneer deze in de plastic zak is verzegeld, omdat anders
inkt kan lekken.
❏Sla de onderhoudscassette niet op onder hoge temperaturen of temperaturen onder het vriespunt.
❏Houd de onderhoudscassette uit de buurt van direct zonlicht.
❏Laat de onderhoudscassette niet vallen en stel hem niet bloot aan hevige schokken.
Problemen oplossen
>
De onderhoudsset moet worden vervangen
>
Voorzorgsmaatregelen voor de onderhouds
c
243

❏Raak de openingen van de onderhoudscassette niet aan. U kunt inkt over uzelf knoeien.
Een onderhoudscassette vervangen
Tijdens sommige afdrukcycli kan een heel kleine hoeveelheid overtollige inkt in de onderhoudscassette worden
verzameld. Om te voorkomen dat inkt uit de onderhoudscassette lekt, is de printer ontworpen om het afdrukken te
stoppen wanneer de absorptiecapaciteit van de onderhoudscassette zijn limiet hee bereikt. Of en hoe vaak dit
nodig is, hangt af van het aantal pagina's dat u afdrukt, het soort materiaal waarop u afdrukt en het aantal
reinigingsprocedures dat door het apparaat wordt uitgevoerd.
Raadpleeg de animaties op het bedieningspaneel wanneer een bericht wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd
de onderhoudsset te vervangen. Dat de cassette moet worden vervangen, wil niet zeggen dat uw printer niet meer
volgens de specicaties functioneert. De kosten voor deze vervanging vallen niet onder de garantie van Epson. Dit
onderdeel kan door de gebruiker worden vervangen.
Opmerking:
❏Als de onderhoudsset vol is, kunt u niet afdrukken en kunt u de printkop niet reinigen totdat de set is vervangen. Dit om
het lekken van inkt te voorkomen. U kunt echter bewerkingen uitvoeren die geen inkt gebruiken, zoals scannen.
❏Als het volgende scherm wordt getoond kan het onderdeel niet door gebruikers worden vervangen. Neem contact op met
de klantenservice van Epson.
Gerelateerde informatie
&“Onderhoudscassettecode” op pagina 303
&“Voorzorgsmaatregelen voor de onderhoudscassette” op pagina 243
Problemen oplossen
>
De onderhoudsset moet worden vervangen
>
Een onderhoudscassette vervangen
244

De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht
Afdrukkwaliteit is slecht
Er ontbreken kleuren, er is streepvorming of afdrukken vertonen onverwachte
kleuren
De spuitkanaaltjes van de printkop zijn mogelijk verstopt.
Oplossingen
Gebruik de functie Aanpassing afdrukkwaliteit. Als u de printer langere tijd niet hebt gebruikt, kunnen
de spuitkanaaltjes van de printkop verstopt raken en worden inktdruppels mogelijk niet doorgelaten.
&“De afdrukkwaliteit aanpassen” op pagina 152
Gekleurde streepvorming zichtbaar met een tussenafstand van ongeveer 1.1 cm
of 3.3 cm
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
De instelling voor de papiersoort komt niet overeen met het geladen papier.
Oplossingen
Selecteer de geschikte papiersoortinstelling voor de papiersoort die in de printer is geladen.
&“Lijst met papiersoorten” op pagina 32
De afdrukkwaliteit is te laag ingesteld.
Oplossingen
Wanneer u afdrukt op gewoon papier, drukt u af met een hogere kwaliteitsinstelling.
❏Bedieningspaneel
Selecteer Beste bij Kwaliteit op het tabblad Geavanceerd in de printerinstellingen.
Problemen oplossen
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht
>
Afdrukkwaliteit is slecht
245

❏Wi n d o w s
Selecteer Hoog op het tabblad Kwaliteit op het tabblad Hoofdgroep van het printerstuurprogramma.
❏Mac OS
Selecteer Fijn bij Afdrukkwaliteit in het menu Printerinstellingen van het dialoogvenster.
De printkop is niet goed uitgelijnd.
Oplossingen
Lijn de printkop uit met gebruik van de functie Aanpassing afdrukkwaliteit.
&“De afdrukkwaliteit aanpassen” op pagina 152
Onscherpe afdrukken, verticale strepen of verkeerde uitlijning
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
De printkop is niet goed uitgelijnd.
Oplossingen
Lijn de printkop uit met gebruik van de functie Aanpassing afdrukkwaliteit.
&“De afdrukkwaliteit aanpassen” op pagina 152
De instelling voor bidirectioneel afdrukken is ingeschakeld.
Oplossingen
Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd na uitlijning van de printkop, schakelt u de instelling voor
bidirectioneel afdrukken uit.
Bidirectioneel (of snel) afdrukken wil zeggen dat de printkop in beide richtingen afdrukt. Verticale lijnen
worden mogelijk niet goed uitgelijnd. Wanneer u deze instelling uitschakelt, kan de afdruksnelheid
afnemen. De afdrukkwaliteit blij echter hetzelfde.
❏Bedieningspaneel
Selecteer Instel. > Algemene instellingen > Printerinstellingen en schakel vervolgens Bidirectioneel
uit.
❏Wi n d o w s
Hef de selectie op van Bidirectioneel afdrukken op het tabblad Meer opties van de het
printerstuurprogramma.
Problemen oplossen
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht
>
Afdrukkwaliteit is slecht
246

❏Mac OS
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu Apple > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer. Klik op Opties en toebehoren > Opties (of
Stuurprogramma). Selecteer Uit voor Bidirectioneel afdrukken.
Er ontstaan strepen
De instelling voor bidirectioneel afdrukken is ingeschakeld.
Oplossingen
Schakel de instelling voor bidirectioneel afdrukken uit wanneer u op gewoon papier wilt afdrukken.
Bidirectioneel (of snel) afdrukken wil zeggen dat de printkop in beide richtingen afdrukt. Verticale lijnen
worden mogelijk niet goed uitgelijnd. Wanneer u deze instelling uitschakelt, kan de afdruksnelheid
afnemen. De afdrukkwaliteit blij echter hetzelfde.
❏Bedieningspaneel
Selecteer Instel. > Algemene instellingen > Printerinstellingen en schakel vervolgens Bidirectioneel
uit.
❏Wi n d o w s
Hef de selectie op van Bidirectioneel afdrukken op het tabblad Meer opties van de het
printerstuurprogramma.
❏Mac OS
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu Apple > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer. Klik op Opties en toebehoren > Opties (of
Stuurprogramma). Selecteer Uit voor Afdrukken met hoge snelheid.
De afdrukkwaliteit is te laag ingesteld.
Oplossingen
Gebruik een hogere kwaliteitsinstelling wanneer u op fotopapier afdrukt.
❏Bedieningspaneel
Selecteer Beste bij Kwaliteit op het tabblad Geavanceerd in de printerinstellingen.
❏Wi n d o w s
Selecteer Hoog op het tabblad Kwaliteit op het tabblad Hoofdgroep van het printerstuurprogramma.
❏Mac OS
Selecteer Fijn bij Afdrukkwaliteit in het menu Printerinstellingen van het dialoogvenster.
Problemen oplossen
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht
>
Afdrukkwaliteit is slecht
247

Papier is onjuist geladen.
Oplossingen
Wanneer u horizontale streepvorming ziet (loodrecht op de afdrukrichting) of wanneer u vlekken krijgt
op de boven- of onderkant van het papier, laad het papier dan in de juiste richting en schuif de
zijgeleiders tegen het papier.
&“Papier laden” op pagina 32
De papierbaan is vies.
Oplossingen
Wanneer u verticale streepvorming (horizontaal op de afdrukrichting) of vlekken op het papier ziet,
reinig dan de papierbaan.
&“Het papiertraject vrijmaken van inktvlekken” op pagina 155
Het papier is omgekruld.
Oplossingen
Plaats het papier op een vlakke ondergrond om te controleren of het is omgekruld. Maak het plat indien
dit het geval is.
De printkop wrijft over het oppervlak van het papier.
Oplossingen
Als u afdrukt op dik papier, bevindt de printkop zich dicht bij het afdrukoppervlak en kan het papier
slijtplekken vertonen. Schakel in dit geval de instelling in die dit kan voorkomen. Als u deze functie
inschakelt, neemt de afdrukkwaliteit of de afdruksnelheid mogelijk af.
❏Bedieningspaneel
Selecteer Instel. > Algemene instellingen > Printerinstellingen en schakel vervolgens Dik papier in.
❏Wi n d o w s
Klik op het tabblad Extra instellingen van het printerstuurprogramma op Hulpprogramma's en
selecteer Dik papier en enveloppes.
Als het papier nog steeds bekrast is na het selecteren van de instelling Dik papier en enveloppes,
selecteert u Breedlopend papier in het venster Extra instellingen van het printerstuurprogramma.
❏Mac OS
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu Apple > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer. Klik op Opties en toebehoren > Opties (of
Stuurprogramma). Selecteer Aan voor Dik papier en enveloppes.
De achterzijde van het papier is afgedrukt voordat de inkt op de andere zijde droog was.
Oplossingen
Zorg ervoor dat de inkt volledig gedroogd is voordat u het papier opnieuw laadt bij het handmatig
dubbelzijdig afdrukken.
Problemen oplossen
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht
>
Afdrukkwaliteit is slecht
249

Bij automatisch dubbelzijdig afdrukken is de afdrukdichtheid te hoog en de droogtijd te
kort.
Oplossingen
Wanneer u automatisch dubbelzijdig afdrukt en gegevens met een hoge dichtheid wilt afdrukken, zoals
aeeldingen en graeken, verlaag dan de afdrukdichtheid en verhoog de droogtijd.
&“Dubbelzijdig afdrukken” op pagina 49
&“Dubbelzijdig afdrukken” op pagina 71
Afgedrukte foto's zijn plakkerig
Er is op de verkeerde zijde van het fotopapier afgedrukt.
Oplossingen
Controleer of u op de afdrukzijde afdrukt. Wanneer u op de verkeerde zijde van fotopapier afdrukt, moet
u de papierbaan reinigen.
&“Het papiertraject vrijmaken van inktvlekken” op pagina 155
Afbeeldingen of foto's worden afgedrukt met de verkeerde kleuren
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
De spuitkanaaltjes van de printkop zijn mogelijk verstopt.
Oplossingen
Gebruik de functie Aanpassing afdrukkwaliteit. Als u de printer langere tijd niet hebt gebruikt, kunnen
de spuitkanaaltjes van de printkop verstopt raken en worden inktdruppels mogelijk niet doorgelaten.
&“De afdrukkwaliteit aanpassen” op pagina 152
Kleurcorrectie is toegepast.
Oplossingen
Bij het afdrukken vanaf het bedieningspaneel of via het Windows-printerstuurprogramma, wordt de
automatische fotoaanpassingsinstelling van Epson standaard toegepast, aankelijk van de papiersoort.
Pas de instelling eventueel aan.
Problemen oplossen
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht
>
Afdrukkwaliteit is slecht
250

❏Bedieningspaneel
Wijzig de instelling Herstel foto in Auto naar een van de andere opties. Als het wijzigen van de
instelling niet werkt, selecteert u Verbeteren uit als instelling voor Herstel foto.
❏Windows-printerstuurprogramma
Selecteer op het tabblad Meer opties Aangepast in Kleurcorrectie, en klik vervolgens op
Geavanceerd. Wijzig de instelling Scènecorrectie in Automatisch naar een van de andere opties. Als
aanpassing van deze instelling niet werkt, gebruik dan een andere kleurcorrectiemethode dan
PhotoEnhance in Kleurenbeheer.
&“Instellingen voor JPEG” op pagina 78
&“De afdrukkleur aanpassen” op pagina 64
Kan niet afdrukken zonder marges
Randloos afdrukken is niet ingesteld in de afdrukinstellingen.
Oplossingen
Geef in de afdrukinstellingen aan dat u randloos wilt afdrukken. Als u een papiersoort selecteert
waarvoor randloos afdrukken niet mogelijk is, kunt u Randloos niet selecteren. Selecteer een papiersoort
waarvoor randloos afdrukken wordt ondersteund.
❏Bedieningspaneel
Selecteer Randloos als Indeling.
❏Wi n d o w s
Selecteer Randloos op het tabblad Hoofdgroep van het printerstuurprogramma.
❏Mac OS
Selecteer randloos papierformaat bij Papierformaat.
&“Instellingen voor JPEG” op pagina 78
&“Instellingen voor TIFF” op pagina 80
&“Papier voor randloos afdrukken” op pagina 300
Randen van de afbeelding vallen weg bij het randloos afdrukken
Problemen oplossen
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht
>
Afdrukkwaliteit is slecht
251

Het uitstekende gebied wordt bijgesneden, omdat de afbeelding iets wordt vergroot.
Oplossingen
Selecteer een kleinere vergroting.
❏Wi n d o w s
Klik op Instellingen naast het selectievakje Randloos op het tabblad Hoofdgroep van het
printerstuurprogramma en wijzig vervolgens de instellingen.
❏Mac OS
Pas de instelling Uitbreiding aan in het menu Printerinstellingen van het afdrukvenster.
Positie, formaat of marges van de afdruk zijn niet juist
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
Het papier is onjuist geladen.
Oplossingen
Laad het papier in de juiste richting en schuif de zijgeleider tegen de rand van het papier aan.
&“Papier laden” op pagina 32
Het papierformaat is verkeerd ingesteld.
Oplossingen
Selecteer de juiste instelling voor het papierformaat.
De marge-instelling van de toepassingssoftware valt niet binnen het afdrukgebied.
Oplossingen
Pas de marge-instelling van de toepassing aan, zodat deze binnen het afdrukgebied valt.
&“Afdrukgebied” op pagina 337
Afgedrukte tekens zijn niet juist of onleesbaar
Problemen oplossen
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht
>
Afdrukkwaliteit is slecht
252

Dit kan de volgende oorzaken hebben.
De USB-kabel is niet correct aangesloten.
Oplossingen
Sluit de USB-kabel goed aan tussen de printer en de computer.
Er staat een afdruktaak in de wachtrij.
Oplossingen
Annuleer gepauzeerde afdruktaken.
Tijdens het afdrukken is de computer handmatig in de Stand-by- of in de Slaapstand gezet.
Oplossingen
Zet de computer tijdens het afdrukken niet handmatig in de Stand-by- of Slaapstand. Als u de computer
opnieuw opstart, worden er mogelijk onleesbare pagina's afgedrukt.
U gebruikt het printerstuurprogramma voor een andere printer.
Oplossingen
Controleer of het gebruikte printerstuurprogramma deze printer ondersteunt. Controleer de printer
boven in het venster van het printerstuurprogramma.
De afgedrukte afbeelding is omgekeerd
In de afdrukinstellingen is ingesteld dat de afbeelding horizontaal moet worden geplaatst.
Oplossingen
Hef de selectie van instellingen voor het spiegelen van aeeldingen op in het printerstuurprogramnma of
de toepassing.
❏Wi n d o w s
Hef de selectie op van Spiegel aeelding op het tabblad Meer opties van de het
printerstuurprogramma.
❏Mac OS
Hef de selectie op van Spiegel aeelding in het menu Printerinstellingen van het afdrukdialoog.
Problemen oplossen
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht
>
Afdrukkwaliteit is slecht
253

Wanneer dunne originelen worden gescand, kunnen afbeelden op de achterkant ook
worden gescand.
Oplossingen
Plaats het origineel op d scannerglasplaat en leg er vervolgens een zwart vel papier overheen.
&“Originelen plaatsen” op pagina 37
De dichtheidsinstelling is hoog bij het verzenden van faxberichten.
Oplossingen
Selecteer Fax > Faxinstellingen > Scaninstellingen > Dichtheid en verlaag de instelling.
Het ontvangen faxbericht is van slechte kwaliteit
De beeldkwaliteit van ontvangen faxberichten is slecht
Dit kan de volgende oorzaken hebben.
De ECM-instelling is uitgeschakeld.
Oplossingen
Selecteer Instel. > Algemene instellingen > Faxinstellingen > Basisinstellingen en schakel de ECM-
instelling in op het bedieningspaneel. Hierdoor worden fouten die optreden vanwege
verbindingsproblemen mogelijk opgelost. Het kan zijn dat faxberichten minder snel worden verzonden
en ontvangen dan wanneer ECM is uitgeschakeld.
De beeldkwaliteit is laag ingesteld op het faxapparaat van de afzender.
Oplossingen
Vraag de afzender faxberichten in een hogere kwaliteit te verzenden.
Kan het probleem niet oplossen
Als het probleem niet is opgelost nadat u alle bovenstaande oplossingen hebt geprobeerd, neem dan contact op met
de ondersteuning van Epson.
Zie de volgende gerelateerde informatie als problemen met afdrukken of kopiëren niet kunnen worden opgelost.
Gerelateerde informatie
&“Problemen met afdrukken of kopiëren kunnen niet worden opgelost” op pagina 267
Problemen oplossen
>
Kan het probleem niet oplossen
266

Problemen met afdrukken of kopiëren kunnen niet worden
opgelost
Probeer het probleem op te lossen met onderstaande oplossingen. Begin bij de eerste en loop ze vervolgens in
volgorde af tot het probleem is opgelost.
❏Zorg ervoor dat de papiersoort die in de printer is geladen en de papiersoort die op de printer is ingesteld
overeenkomen met de papiersoortinstellingen van het printerstuurprogramma.
“Instellingen voor het papierformaat en de papiersoort” op pagina 31
❏Gebruik een hogere kwaliteitsinstelling op het bedieningspaneel of in het printerstuurprogramma.
❏Plaats de inktcartridges die al in de printer zijn geïnstalleerd opnieuw.
Door inktcartridges opnieuw te installeren kan de verstopping van spuitkanaaltjes in de printkop worden
verholpen en kan de inkt weer vrij stromen.
Omdat er inkt wordt verbruikt wanneer de inktcartridge opnieuw wordt geïnstalleerd, kan er een bericht
worden weergegeven waarin u wordt gevraagd de inktcartridge te vervangen. Dit is aankelijk van de
resterende hoeveelheid inkt.
“De inktcartridges moeten worden vervangen” op pagina 237
❏Lijn de printkop uit.
“De printkop uitlijnen” op pagina 155
❏Voer een spuitkanaaltjescontrole uit om te controleren of de spuitkanaaltjes van de printkoppen verstopt zijn.
Als het spuitkanaaltjespatroon wordt onderbroken, zijn de spuitkanaaltjes mogelijk verstopt. Voer de
printkopreiniging en de spuitkanaaltjescontrole om afwisselend 3 keer uit en controleer of de verstopping is
verholpen.
Bij de printkopreiniging wordt wat inkt gebruikt.
“De status van verbruiksartikelen controleren” op pagina 152
❏Schakel de printer uit, wacht ten minste 12 uur en controleer vervolgens of de verstopping is verholpen.
Als het probleem inderdaad een verstopping was, kunt u het probleem mogelijk oplossen door een tijdje niet af
te drukken.
U kunt het volgende controleren terwijl de printer is uitgeschakeld.
❏Controleer of u originele Epson-inktcartridges gebruikt.
Gebruik bij voorkeur originele Epson-cartridges. Dit product is ontworpen om kleuren aan te passen gebaseerd
op het gebruik van originele Epson-cartridges. De afdrukkwaliteit kan verslechteren wanneer niet-originele
cartridges worden gebruikt.
“Codes van de cartridges” op pagina 302
❏Controleer of er geen papierresten in de printer zijn achtergebleven.
Wanneer u papier verwijdert, raak de doorschijnende folie dan niet met uw handen of het papier aan.
❏Controleer het papier.
Controleer of het papier is omgekruld of met de afdrukzijde naar boven is geladen.
“Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking” op pagina 31
“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 297
“Niet-beschikbare papiersoorten” op pagina 301
❏Controleer of u geen oude inktcartridge gebruikt.
Voor het beste resultaat raadt Epson aan om inktcartridges op te gebruiken voordat de houdbaarheidsdatum op
de verpakking is verstreken of binnen zes maanden na openen van de verpakking (wat zich het eerst voordoet).
Problemen oplossen
>
Kan het probleem niet oplossen
>
Problemen met afdrukken of kopiëren kunnen niet word
e
267

Als u het probleem niet kunt oplossen met bovenstaande oplossingen, moet u wellicht een reparatie aanvragen.
Neem contact op met de klantenservice van Epson.
Gerelateerde informatie
&“Voordat u contact opneemt met Epson” op pagina 453
&“Contact opnemen met de klantenservice van Epson” op pagina 453
Problemen oplossen
>
Kan het probleem niet oplossen
>
Problemen met afdrukken of kopiëren kunnen niet word
e
268

De computer of apparaten toevoegen
of vervangen
Verbinden met een printer die met het netwerk is verbonden..................270
De netwerkverbinding opnieuw instellen................................271
Een smart device rechtstreeks verbinden met een printer (Wi-Fi Direct)..........277
De status van de netwerkverbinding controleren...........................287

Verbinden met een printer die met het netwerk is
verbonden
Wanneer de printer al is verbonden met een netwerk, kunt u een computer of een smart device via het netwerk met
de printer verbinden.
De printer gebruiken vanaf een tweede computer
Het wordt aanbevolen het installatieprogramma te gebruiken om de printer te verbinden met een computer. U
kunt het installatieprogramma op een van de volgende manieren uitvoeren.
❏Instellen vanaf de website
Open de volgende website en voer de productnaam in. Ga naar Instellen en congureer de instellingen.
http://epson.sn
❏Instellen met de soware-cd (alleen voor modellen die worden geleverd met een soware-cd en gebruikers die
beschikken over een Windows-computer met een schijfstation).
Plaats de soware-cd in de computer en volg de instructies op het scherm.
De printer selecteren
Volg de instructies op het scherm totdat het volgende scherm wordt weergegeven. Selecteer de naam van de printer
waarmee u verbinding wilt maken en klik vervolgens op Volgende.
Volg de instructies op het scherm.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
Verbinden met een printer die met het netwe
270

Een netwerkprinter gebruiken vanaf een smart device
U kunt een smart device op een van de volgende manieren met de printer verbinden.
Verbinden via een draadloze router
Verbind het smart device met hetzelfde wi-netwerk (SSID) als de printer.
Zie hierna voor meer informatie.
“Instellingen voor verbinding met het smart device congureren” op pagina 272
Verbinden via Wi-Fi Direct
Verbind het smart device rechtstreeks met de printer zonder draadloze router.
Zie hierna voor meer informatie.
“Een smart device rechtstreeks verbinden met een printer (Wi-Fi Direct)” op pagina 277
De netwerkverbinding opnieuw instellen
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de instellingen voor de netwerkverbinding kunt congureren en de
verbindingsmethode kunt wijzigen bij vervanging van de draadloze router of de computer.
Vervanging van de draadloze router
Wanneer u de draadloze router vervangt, moet u de verbinding tussen de computer of het smart device en de
printer instellen.
U moet deze instellingen congureren als u bijvoorbeeld van internetprovider verandert.
Instellingen voor verbinding met de computer congureren
Het wordt aanbevolen het installatieprogramma te gebruiken om de printer te verbinden met een computer. U
kunt het installatieprogramma op een van de volgende manieren uitvoeren.
❏Instellen vanaf de website
Open de volgende website en voer de productnaam in. Ga naar Instellen en congureer de instellingen.
http://epson.sn
❏Instellen met de soware-cd (alleen voor modellen die worden geleverd met een soware-cd en gebruikers die
beschikken over een Windows-computer met een schijfstation).
Plaats de soware-cd in de computer en volg de instructies op het scherm.
De verbindingsmethoden selecteren
Volg de instructies op het scherm totdat het volgende scherm wordt weergegeven.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
De netwerkverbinding opnieuw instellen
>
271

Selecteer Wijzig de verbindingsmethode voor printer (voor nieuwe netwerkrouter of om USB te wijzigen naar
netwerk, enz.) in het scherm Uw bewerking selecteren en klik vervolgens op Volgende.
Volg de instructies op het scherm.
Als u geen verbinding kunt maken, lees dan het volgende om het probleem op te lossen.
❏Wi n d o w s : “Kan geen verbinding maken met een netwerk” op pagina 178
❏Mac OS: “Kan geen verbinding maken met een netwerk” op pagina 185
Instellingen voor verbinding met het smart device congureren
U kunt de printer gebruiken vanaf een smart device wanneer u de printer verbindt met hetzelfde wi-netwerk
(SSID) als het smart device. Als u de printer wilt gebruiken vanaf een smart device, stelt u dit in op de volgende
website. Open de website vanaf een smart device waarmee u verbinding wilt maken met de printer.
http://epson.sn > Instellen
Vervanging van de computer
Wanneer u de computer vervangt, moet u de verbinding tussen de computer en de printer instellen.
Instellingen voor verbinding met de computer congureren
Het wordt aanbevolen het installatieprogramma te gebruiken om de printer te verbinden met een computer. U
kunt het installatieprogramma op een van de volgende manieren uitvoeren.
❏Instellen vanaf de website
Open de volgende website en voer de productnaam in. Ga naar Instellen en congureer de instellingen.
http://epson.sn
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
De netwerkverbinding opnieuw instellen
>
272

❏Instellen met de soware-cd (alleen voor modellen die worden geleverd met een soware-cd en gebruikers die
beschikken over een Windows-computer met een schijfstation).
Plaats de soware-cd in de computer en volg de instructies op het scherm.
Volg de instructies op het scherm.
De methode voor verbinding met de computer wijzigen
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de verbindingsmethode kunt wijzigen wanneer de computer en de printer zijn
verbonden.
De netwerkverbinding wijzigen van ethernet in wi
Wijzig de ethernetverbinding via het bedieningspaneel van de printer in een wi-verbinding. De methode voor
wijziging van de verbinding is in feite dezelfde als die voor het instellen van een wi-verbinding.
Gerelateerde informatie
&“Wi-instellingen congureren via het bedieningspaneel” op pagina 275
De netwerkverbinding wijzigen van wi in ethernet
Volg onderstaande stappen om de wi-verbinding te wijzigen in een ethernetverbinding.
1. Selecteer Instel. op het startscherm.
2. Selecteer Algemene instellingen > Netwerkinstellingen > Bekabelde LAN-installatie.
3. Volg de instructies op het scherm.
Een USB-verbinding wijzigen in een netwerkverbinding
Gebruik het installatieprogramma en stel de installatie in met een andere verbindingsmethode.
❏Instellen vanaf de website
Open de volgende website en voer de productnaam in. Ga naar Instellen en congureer de instellingen.
http://epson.sn
❏Instellen met de soware-cd (alleen voor modellen die worden geleverd met een soware-cd en gebruikers die
beschikken over een Windows-computer met een schijfstation).
Plaats de soware-cd in de computer en volg de instructies op het scherm.
De verbindingsmethode wijzigen selecteren
Volg de instructies op het scherm totdat het volgende scherm wordt weergegeven.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
De netwerkverbinding opnieuw instellen
>
273

Wi-instellingen congureren via het bedieningspaneel
Op het bedieningspaneel van de printer kunt u op verschillende manieren de netwerkinstellingen congureren.
Kies de verbindingsmethode die overeenkomt met uw omgeving en de voorwaarden die u gebruikt.
Als u beschikt over de informatie voor de draadloze router, zoals de SSID en het wachtwoord, kunt u de
instellingen handmatig congureren.
Als de draadloze router WPS ondersteunt, kunt u de instellingen congureren met drukknopinstellingen.
Nadat de printer verbinding hee gemaakt met het netwerk, maakt u verbinding tussen de printer en het apparaat
dat u wilt gebruiken (computer, smart device, tablet, enz.).
Gerelateerde informatie
&“Wi-instellingen congureren door de SSID en het wachtwoord in te voeren” op pagina 275
&“Wi-instellingen congureren via de drukknopinstelling (WPS)” op pagina 276
&“Wi-instellingen congureren via de pincode-instelling (WPS)” op pagina 277
Wi-instellingen congureren door de SSID en het wachtwoord in te voeren
U kunt wi-netwerk instellen door op het bedieningspaneel van de printer de gegevens in te voeren die benodigd
zijn voor het maken van een verbinding met een draadloze router. Als u op deze wijze de instellingen wilt
congureren, hebt u de SSID en het wachtwoord van de draadloze router nodig.
Opmerking:
Als u een draadloze router met de standaardinstellingen gebruikt, gebruikt u de SSID en het wachtwoord die op het label
vermeld staan. Als u de SSID en het wachtwoord niet weet, neem dan contact op met degene die de draadloze router hee
ingesteld of raadpleeg de documentatie van de draadloze router.
1. Tik op het startscherm op .
2. Selecteer Router.
3. Tik op Start de instelling.
Als de netwerkverbinding al is ingesteld, worden de verbindingsdetails weergegeven. Tik op Wij z i g n a a r Wi -
Fi-verbinding. of Instellingen wijzigen om de instellingen te wijzigen.
4. Selecteer Wizard Wi-Fi instellen.
5. Volg de instructies op het scherm om de SSID te selecteren, voer het wachtwoord van de draadloze router in
en start de conguratie.
Klik op de koppeling hieronder voor gerelateerde informatie als u na de conguratie de
netwerkverbindingsstatus van de printer wilt controleren.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
De netwerkverbinding opnieuw instellen
>
275

Opmerking:
❏Als u de SSID niet kent, controleert u of de informatie op het label van de draadloze router is vermeld. Als u de
draadloze router met de standaardinstellingen wilt gebruiken, gebruikt u de SSID die op het label is vermeld. Als u
geen gegevens kunt vinden, raadpleegt u de documentatie die bij de draadloze router is meegeleverd.
❏Het wachtwoord is hoofdlettergevoelig.
❏Als u het wachtwoord niet kent, controleert u of de informatie op het label van de draadloze router is vermeld. Op
het label is mogelijk het wachtwoord vermeld, bijvoorbeeld aangeduid als “Network Key”, “Wireless Password”. Als u
de draadloze router met de standaardinstellingen wilt gebruiken, gebruikt u het wachtwoord dat op het label is
geschreven.
Gerelateerde informatie
&“Tekens invoeren” op pagina 28
&“De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 287
Wi-instellingen congureren via de drukknopinstelling (WPS)
U kunt automatisch een Wi-Fi-netwerk instellen door op een knop op de draadloze router te drukken. Als aan de
volgende voorwaarden is voldaan, kunt u deze manier van instellen gebruiken.
❏De draadloze router is compatibel met WPS (Wi-Fi Protected Setup).
❏De huidige Wi-Fi-verbinding is tot stand gebracht door op een knop op de draadloze router te drukken.
Opmerking:
Als u de knop niet kunt vinden of als u de installatie uitvoert met de soware, raadpleegt u de documentatie die bij de
draadloze router is geleverd.
1. Tik op het startscherm op .
2. Selecteer Router.
3. Tik op Start de instelling.
Als de netwerkverbinding al is ingesteld, worden de verbindingsdetails weergegeven. Tik op Wij z i g n a a r Wi -
Fi-verbinding. of Instellingen wijzigen om de instellingen te wijzigen.
4. Selecteer Instellen met drukknop (WPS).
5. Volg de instructies op het scherm.
Klik op de koppeling hieronder voor gerelateerde informatie als u na de conguratie de
netwerkverbindingsstatus van de printer wilt controleren.
Opmerking:
Als de verbinding mislukt, start dan de draadloze router opnieuw, zet deze dichter bij de printer en probeer het nog een
keer. Als het nog steeds niet werkt, druk dan een netwerkverbindingsrapport af en controleer de oplossing.
Gerelateerde informatie
&“De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 287
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
De netwerkverbinding opnieuw instellen
>
276

Wi-instellingen congureren via de pincode-instelling (WPS)
U kunt automatisch verbinding maken met een draadloze router door gebruik te maken van een pincode. U kunt
deze methode gebruiken als uw draadloze router WPS (Wi-Fi Protected Setup) ondersteunt. Gebruik een computer
om een pincode in te voeren in de draadloze router.
1. Tik op het startscherm op .
2. Selecteer Router.
3. Tik op Start de instelling.
Als de netwerkverbinding al is ingesteld, worden de verbindingsdetails weergegeven. Tik op Wij z i g n a a r Wi -
Fi-verbinding. of Instellingen wijzigen om de instellingen te wijzigen.
4. Selecteer Overige > Instellen met PIN (WPS)
5. Volg de instructies op het scherm.
Klik op de koppeling hieronder voor gerelateerde informatie als u na de conguratie de
netwerkverbindingsstatus van de printer wilt controleren.
Opmerking:
Raadpleeg de documentatie van de draadloze router voor meer informatie over het invoeren van een pincode.
Gerelateerde informatie
&“De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 287
Een smart device rechtstreeks verbinden met een
printer (Wi-Fi Direct)
Met Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) kunt u een smart device rechtstreeks zonder draadloze router op de
printer aansluiten en vanaf het smart device afdrukken.
Over Wi-Fi Direct
Gebruik deze verbindingsmethode wanneer u thuis of op kantoor geen Wi-Fi hebt of wanneer u de printer en het
smart device rechtstreeks met elkaar wilt verbinden. In deze modus fungeert de printer als draadloze router en
kunt u maximaal vier apparaten met de printer verbinden zonder dat u een gewone draadloze router nodig hebt.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
Een smart device rechtstreeks verbinden met
277

Smart devices die rechtstreeks met de printer zijn verbonden kunnen echter niet met elkaar communiceren via de
printer.
De printer kan tegelijk verbinding hebben via Wi-Fi of ethernet en Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt). Als u
echter een netwerkverbinding start in Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) wanneer de printer verbinding hee
via Wi-Fi, wordt de Wi-Fi-verbinding tijdelijk verbroken.
Verbinding maken met een iPhone, iPad of iPod touch via Wi-Fi
Direct
Met deze methode kunt u de printer zonder een draadloze router rechtstreeks verbinden met een iPhone, iPad of
iPod touch. Voor het gebruik van deze functie dient aan de volgende voorwaarden te worden voldaan. Als uw
omgeving niet aan deze voorwaarden voldoet, kunt u verbinding maken door Andere OS-apparaten te selecteren.
Zie de koppeling naar gerelateerde informatie hieronder voor meer informatie over verbinding maken.
❏iOS 11 of hoger
❏Gebruik de standaard cameratoepassing om de QR-code te scannen
❏Epson-afdruk-app voor iOS.
Voorbeelden van Epson-apps voor afdrukken
Installeer de Epson-afdruk-app van te voren op het smart device.
Opmerking:
U hoe deze instellingen slechts een keer te congureren voor de printer die en het smart device dat u met elkaar wilt
verbinden. U hoe deze instellingen niet opnieuw te congureren, tenzij u Wi-Fi Direct uitschakelt of de standaard
netwerkinstellingen herstelt.
1. Tik op het startscherm op .
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
Een smart device rechtstreeks verbinden met
278

2. Tik op Wi - Fi D i r e c t .
3. Tik op Start de instelling.
4. Tik op iOS.
De QR-code wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer.
5. Start op de iPhone, iPad of iPod touch de standaard Camera-app en scan de QR-code die in de modus FOTO
op het bedieningspaneel van de printer wordt weergegeven.
Gebruik de Camera-app voor iOS 11 of hoger. Met de Camera-app voor iOS 10 of lager kunt u geen
verbinding maken met de printer. Ook kunt u geen app voor het scannen van QR-codes gebruiken. Als u geen
verbinding kunt maken, selecteert u Andere methoden op het bedieningspaneel van de printer. Zie de
koppeling naar gerelateerde informatie hieronder voor meer informatie over verbinding maken.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
Een smart device rechtstreeks verbinden met
279

1. Selecteer Instel. op het startscherm.
2. Selecteer Algemene instellingen > Netwerkinstellingen > Netwerkstatus.
3. Als u deze informatie wilt controleren, selecteert u de menu's die u wilt nakijken.
❏Status vast netwerk/Wi-Fi
Hiermee gee u de netwerkinformatie weer (apparaatnaam, verbinding, signaalsterkte, enz.) voor ethernet-
of wi-verbindingen.
❏Wi-Fi Direct-status
Gee weer of Wi-Fi Direct is in- of uitgeschakeld, en de SSID, het wachtwoord enzovoort voor Wi-Fi
Direct-verbindingen.
❏Status e-mailserver
Gee de netwerkinformatie voor de e-mailserver weer.
❏statusvel
Drukt een netwerkstatusblad af. De informatie voor ethernet, wi Wi-Fi Direct enzovoort wordt op twee of
meer pagina's afgedrukt.
Een netwerkverbindingsrapport afdrukken
U kunt een netwerkverbindingsrapport afdrukken om de status tussen de printer en de draadloze router te
controleren.
1. Selecteer Instel. op het startscherm.
2. Selecteer Algemene instellingen > Netwerkinstellingen > Controle van netwerkverbinding.
De verbindingscontrole wordt gestart.
3. Selecteer Controlerapport afdrukken.
4. Druk het netwerkverbindingsrapport af.
Als er een fout is opgetreden, controleer dan het netwerkverbindingsrapport en volg de afgedrukte
oplossingen.
Gerelateerde informatie
&“Berichten en oplossingen op het netwerkverbindingsrapport” op pagina 289
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
De status van de netwerkverbinding controle
288

Berichten en oplossingen op het netwerkverbindingsrapport
Controleer de berichten en foutcodes op het netwerkverbindingsrapport en volg dan de oplossingen.
a. Foutcode
b. Berichten over de netwerkomgeving
Gerelateerde informatie
&“E-1” op pagina 290
&“E-2, E-3, E-7” op pagina 290
&“E-5” op pagina 291
&“E-6” op pagina 291
&“E-8” op pagina 291
&“E-9” op pagina 292
&“E-10” op pagina 292
&“E-11” op pagina 292
&“E-12” op pagina 293
&“E-13” op pagina 293
&“Bericht over de netwerkomgeving” op pagina 294
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
De status van de netwerkverbinding controle
289

E-1
Oplossingen:
❏Controleer of de ethernetkabel op de printer en op een hub of een ander netwerkapparaat is aangesloten.
❏Controleer of de hub of het andere netwerkapparaat is ingeschakeld.
❏Als u de printer via Wi-Fi wilt aansluiten, congureert u de Wi-Fi-instellingen voor de printer opnieuw,
aangezien deze zijn uitgeschakeld.
E-2, E-3, E-7
Oplossingen:
❏Controleer of uw draadloze router is ingeschakeld.
❏Controleer of uw computer of apparaat correct is aangesloten op de draadloze router.
❏Schakel de draadloze router uit. Wacht ongeveer 10 seconden en schakel deze in.
❏Plaats de printer dichter bij uw draadloze router en verwijder alle eventuele obstakels ertussen.
❏Als u de SSID handmatig hebt ingevoerd, moet u controleren of deze correct is. Controleer de SSID op het
gedeelte Netwerkstatus op het netwerkverbindingsrapport.
❏Als een draadloze router meerdere SSID’s hee, selecteert u de SSID die wordt weergegeven. Wanneer de SSID
een niet-compatibele frequentie gebruikt, toont de printer deze niet.
❏Als u een drukknopinstelling gebruikt voor het tot stand brengen van een netwerkverbinding, moet u
controleren of uw draadloze router WPS ondersteunt. U kunt de drukknopinstelling niet gebruiken als uw
draadloze router WPS niet ondersteunt.
❏Controleer of uw SSID alleen ASCII-tekens (alfanumerieke tekens en symbolen) gebruikt. De printer kan geen
SSID die niet-ASCII-tekens bevat, weergeven.
❏Zorg dat u uw SSID en wachtwoord kent voordat u verbinding maakt met de draadloze router. Als u een
draadloze router gebruikt met de standaardinstellingen, bevinden de SSID en het wachtwoord zich op het label
op de draadloze router. Als u uw SSID en het wachtwoord niet kent, neemt u contact op met de persoon die de
draadloze routers hee ingesteld of raadpleegt u de documentatie die bij de draadloze router is geleverd.
❏Als u wilt verbinden met een SSID die is gegenereerd met behulp van de tethering-functie van een smart device,
controleert u de SSID en het wachtwoord in de documentatie die bij het smart device is geleverd.
❏Als uw wi-verbinding plots wordt verbroken, controleert u de onderstaande voorwaarden. Als een of meer van
deze voorwaarden van toepassing zijn, stelt u uw netwerkinstellingen opnieuw in door de soware van de
volgende website te downloaden en uit te voeren.
http://epson.sn > Instellen
❏Er is een ander smart device toegevoegd aan het netwerk met behulp van de drukknopinstelling.
❏Het wi-netwerk is ingesteld met een andere methode dan de drukknopinstelling.
Gerelateerde informatie
&“Instellingen voor verbinding met de computer congureren” op pagina 272
&“Wi-instellingen congureren via het bedieningspaneel” op pagina 275
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
De status van de netwerkverbinding controle
290

E-9
Oplossingen:
Controleer het volgende.
❏Apparaten worden ingeschakeld.
❏U kunt toegang krijgen tot internet en andere computer of netwerkapparaten op hetzelfde netwerk van de
apparaten die u met de printer wilt verbinden.
Als uw printer en netwerkapparaten nog steeds niet worden verbonden nadat u het bovenstaande hebt
gecontroleerd, schakelt u de draadloze router uit. Wacht ongeveer 10 seconden en schakel deze in. Stel dan uw
netwerkinstellingen opnieuw in door het installatieprogramma van de volgende website te downloaden en uit te
voeren.
http://epson.sn > Instellen
Gerelateerde informatie
&“Instellingen voor verbinding met de computer congureren” op pagina 272
E-10
Oplossingen:
Controleer het volgende.
❏Andere apparaten op het netwerk worden ingeschakeld.
❏Netwerkadressen (IP-adres, subnetmasker en standaard gateway) zijn correct als u IP-adres verkrijgen van de
printer hebt ingesteld op Handmatig.
Stel het netwerkadres opnieuw in als dit onjuist is. U kunt het IP-adres, het subnetmasker en de standaardgateway
controleren in het gedeelte Netwerkstatus van het netwerkverbindingsrapport.
Gerelateerde informatie
&“Netwerkinstellingen” op pagina 317
E-11
Oplossingen:
Controleer het volgende.
❏Het standaard gateway-adres is correct als u de TCP/IP-instelling van de printer instelt op Handmatig.
❏Het apparaat dat is ingesteld als de standaard gateway, wordt ingeschakeld.
Stel het juiste standaard gateway-adres in. U kunt het standaard gateway-adres controleren onder het gedeelte
Netwerkstatus in het netwerkverbindingsrapport.
Gerelateerde informatie
&“Netwerkinstellingen” op pagina 317
De computer of apparaten toevoegen of vervangen
>
De status van de netwerkverbinding controle
292

Formaat Laadcapaciteit (vellen)
Papiercassette 1 Papiercassette 2 Papierlade
Gebruikergedenieerd
*2
(mm)
89 tot 297×127 tot 431,8
250 – –
Gebruikergedenieerd
*2
(mm)
89 tot 297×431,9 tot 1200
1––
Gebruikergedenieerd
*2
(mm)
182 tot 297×257 tot 431,8
– 250 –
Gebruikergedenieerd
*2
(mm)
182 tot 297×431,9 tot 1200
–1–
Gebruikergedenieerd
*2
(mm)
64 tot 329×127 tot 483
––50
Gebruikergedenieerd
*2
(mm)
64 tot 329×483,1 tot 1200
––1
*1 Papier waarop verschillende vormen zijn voorgedrukt, zoals bonnen of eecten.
*2 Alleen afdrukken vanaf een computer is beschikbaar.
Dik papier
Formaat Laadcapaciteit (vellen)
Papiercassette 1 Papiercassette 2 Papierlade
A3+ – – 20
A3, B4, Legal, Letter, 8,5×13 inch,
A4, Executive
*
, B5, A5, A6, B6, 16K
(195×270 mm), 8K (270×390 mm),
Indian-Legal
50 – 20
Gebruikergedenieerd
*
(mm)
89 tot 297×127 tot 431,8
50 – –
Gebruikergedenieerd
*
(mm)
89 tot 297×431,9 tot 1200
1––
Gebruikergedenieerd
*
(mm)
64 tot 329×127 tot 483
––20
Gebruikergedenieerd
*
(mm)
64 tot 329×483,1 tot 1200
––1
* Alleen afdrukken vanaf een computer is beschikbaar.
Productinformatie
>
Papiergegevens
>
Beschikbaar papier en capaciteiten
299

Enveloppe
Formaat Laadcapaciteit (enveloppen)
Papiercassette 1 Papiercassette 2 Papierlade
Enveloppe #10, Enveloppe DL,
Enveloppe C6, Enveloppe C4
10 – 10
Papier voor randloos afdrukken
Origineel Epson-papier
❏Epson Business Paper
*1
❏Epson Bright White Paper
*1
❏Epson Bright White Ink Jet Paper
*1
❏Epson Photo Quality Ink Jet Paper
*2
❏Epson Double-sided Photo Quality Ink Jet Paper
❏Epson Matte Paper-Heavyweight
*2
❏Epson Ultra Glossy Photo Paper
❏Epson Premium Glossy Photo Paper
*2
❏Epson Premium Semigloss Photo Paper
*2
❏Epson Photo Paper Glossy
*2
*1 Deze kunnen de printkop raken, waardoor er vlekken op de afdrukken komen.
*2 Papier van A3-formaat of groter wordt niet ondersteund bij randloos afdrukken.
Gerelateerde informatie
&“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 297
Commercieel beschikbaar papier
❏Gewoon papier, kopieerpapier, voorgedrukt papier, papier met brieoofd, gekleurd papier, gerecycled papier,
gewoon papier van hoge kwaliteit (A3, Letter, A4)
*
❏Dik papier (A3, Letter, A4)
*
* Deze kunnen de printkop raken, waardoor er vlekken op de afdrukken komen.
Gerelateerde informatie
&“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 297
Productinformatie
>
Papiergegevens
>
Beschikbaar papier en capaciteiten
300

Papier voor dubbelzijdig afdrukken
Origineel Epson-papier
❏Epson Business Paper
❏Epson Bright White Paper
❏Epson Bright White Ink Jet Paper
❏Epson Double-sided Photo Quality Ink Jet Paper
Gerelateerde informatie
&“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 297
Commercieel beschikbaar papier
❏Gewoon papier, kopieerpapier, voorgedrukt papier, papier met brieoofd, gekleurd papier, gerecycled papier,
normaal papier van hoge kwaliteit
*
❏Dik papier
*
* Papier van A3-formaat of groter wordt niet ondersteund bij dubbelzijdig afdrukken.
Voor dubbelzijdig afdrukken op papier op maat, kunt u papierformaten van 182 tot 297×257 tot 431,8 mm gebruiken.
Gerelateerde informatie
&“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 297
Niet-beschikbare papiersoorten
Gebruik het volgende papier niet. Het gebruik van deze papiersoorten kan papierstoringen of vlekken op de afdruk
veroorzaken.
❏Gegolfd papier
❏Gescheurd of afgeknipt papier
❏Gevouwen papier
❏Vochtig p apier
❏Te dik of te dun papier
❏Papier waarop stickers zijn geplakt
Gebruik de volgende enveloppen niet. Het gebruik van deze enveloppen kan papierstoringen of vlekken op de
afdruk veroorzaken.
❏Omgekrulde of gevouwen enveloppen
❏Enveloppen met zellevende oppervlakken of vensters
❏Te dunne enveloppen
Deze kunnen omkrullen tijdens het afdrukken.
Productinformatie
>
Papiergegevens
>
Niet-beschikbare papiersoorten
301

http://ipr.to/c
Toepassing voor eenvoudig afdrukken via een Android-toepassing (Epson
Print Enabler)
Epson Print Enabler is een toepassing waarmee u documenten, e-mails, foto's en webpagina's rechtstreeks vanaf
uw Android-telefoon of -tablet (Android v4.4 of hoger) draadloos kunt afdrukken. Met enkele tikken laat u uw
Android-apparaat een Epson-printer detecteren die met hetzelfde draadloze netwerk is verbonden.
Installeer Epson Print Enabler via Google Play.
Software voor scannen
Toepassing voor scannen vanaf een computer (Epson ScanSmart)
Met deze toepassing kunt u in enkele eenvoudige stappen documenten scannen en de gescande aeeldingen
vervolgens opslaan.
Raadpleeg de Help van Epson ScanSmart voor meer informatie over het gebruik van de functies.
Beginnen met Windows
❏Wi n d o w s 1 0
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Epson Soware > Epson ScanSmart.
❏Windows 8.1/Windows 8
Voer de naam van de soware in het zoekvenster in en selecteer vervolgens het weergegeven pictogram.
❏Wi n d o w s 7
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Alle programma's > Epson Soware > Epson ScanSmart.
Beginnen met Mac OS
Selecteer Start > Toepassingen > Epson Soware > Epson ScanSmart.
Software voor faxen
Toepassing voor het congureren van faxbewerkingen en het verzenden van
faxberichten (FAX Utility)
FAX Utility is een toepassing waarmee u verscheidene instellingen kunt congureren voor het verzenden van
faxberichten via een computer. U kunt de contactpersonenlijst maken of bewerken voor het verzenden van
Productinformatie
>
Software-informatie
>
Software voor faxen
307

Autom.wisselen A4/Letter:
Selecteer Aan om papier te laden van de papierbron, ingesteld als A4-formaat, wanneer er
geen papierbron ingesteld is als Letter-formaat, of om papier te laden van de papierbron,
ingesteld als Letter-formaat, wanneer er geen papierbron ingesteld is als A4-formaat.
Inst. autom. selecteren:
Wanneer het papier bijna op is, wordt papier automatisch ingevoerd vanuit de papierbron met
dezelfde instellingen als de papierinstellingen voor de afdruktaken. U kunt automatische
selectie instellen voor elke papierbron voor elke functie in kopiëren, faxen of andere functie. U
kunt niet alles instellen op uit.
Deze instelling is uitgeschakeld bij het selecteren van een specieke papierbron in de
papierinstellingen voor de afdruktaken. Aankelijk van de instelling voor papiertype in het
tabblad Hoofdgroep van het printerstuurprogramma, wordt papier wellicht niet automatisch
ingevoerd.
Foutmelding:
Selecteer Aan om foutberichten weer te geven wanneer het geselecteerde papierformaat of -
type niet overeenkomt met het papier dat is geladen.
Autom. weerg. papierinstelling:
Selecteer Aan om het scherm Papierinstelling weer te geven wanneer u papier in de
papiercassette laadt. Als u deze functie uitschakelt, kunt u niet afdrukken vanaf een iPhone,
iPad of iPod touch met AirPrint.
Algem. afdrukinst.:
Deze afdrukinstellingen worden toegepast wanneer u afdrukt vanaf een extern apparaat zonder
gebruik te maken van het printerstuurprogramma. De verschuivingsinstellingen worden toegepast
wanneer u afdrukt met het printerstuurprogramma.
Oset boven:
Hiermee past u de bovenmarge van het papier aan.
Oset links:
Hiermee past u de linkermarge van het papier aan.
Oset boven achter:
Hiermee past u de bovenmarge van het papier voor de achterzijde van de pagina aan bij
dubbelzijdig afdrukken.
Oset links achter:
Hiermee past u de linkermarge van het papier voor de achterzijde van de pagina aan bij
dubbelzijdig afdrukken.
Controleer papierbreedte:
Selecteer Aan om voor het afdrukken de papierbreedte te controleren. Hierdoor voorkomt u
dat er over de randen van het papier wordt afgedrukt wanneer het papierformaat onjuist is
ingesteld. Het afdrukken kan hierdoor iets langer duren.
Lege pagina overslaan:
Hiermee worden lege pagina's in de afdrukgegevens automatisch overgeslagen.
Productinformatie
>
Overzicht instellingenmenu
>
Algemene instellingen
315

Auto probleemopl.:
Selecteer een actie bij het optreden van een fout bij dubbelzijdig afdrukken of vol geheugen.
❏Aan
Hiermee wordt een waarschuwing weergegeven en wordt in de modus voor enkelzijdig afdrukken
afgedrukt wanneer er tijdens dubbelzijdig afdrukken een fout is opgetreden, of worden alleen de
gegevens afgedrukt die de printer hee kunnen verwerken toen het geheugen vol was.
❏Uit
Er wordt een foutmelding weergegeven en de afdruktaak wordt geannuleerd.
Interface geheugenapp.:
❏Geheugenapp.:
Selecteer Insch. als u wilt dat de printer toegang krijgt tot een geplaatst geheugenapparaat. Als
Uitschakel. is geselecteerd, kunt u met de printer geen gegevens naar het geheugenapparaat.
Hierdoor wordt vermeden dat vertrouwelijke documenten illegaal worden verwijderd.
❏Bestanden deln:
Selecteer de toegang tot het geheugenapparaat voor schrijven vanuit een computer die via een
USB-aansluiting of via een netwerkaansluiting is verbonden.
Dik papier:
Selecteer Aan om te voorkomen dat inkt op uw afdrukken vlekt. De afdruksnelheid kan hierdoor
worden verlaagd.
Stille modus:
Selecteer Aan om het geluid tijdens het afdrukken te verminderen. De afdruksnelheid kan hierdoor
worden verlaagd. Aankelijk van de door u gekozen instellingen voor het papiertype en de
afdrukkwaliteit, merkt u mogelijk niet veel verschil in het geluid dat de printer produceert.
Droogtijd voor inkt:
Selecteer de droogtijd van de inkt die u wilt gebruiken bij dubbelzijdig afdrukken. De printer drukt
de andere zijde af nadat de ene zijde is afgedrukt. Als uw afdruk is gevlekt, verhoogt u de
tijdsinstelling.
Bidirectioneel:
Selecteer Aan om da afdrukrichting te wijzigen. Drukt af wanneer de printkop naar links beweegt en
wanneer hij naar rechts beweegt. Als verticale of horizontale lijnen op uw afdrukken niet scherp of
niet goed uitgelijnd zijn, kunt u dit probleem mogelijk verhelpen door deze functie uit te schakelen.
De afdruksnelheid kan dan wel afnemen.
Uitvoerlade Automatische verlenging:
Selecteer Aan om de papieruitvoersteun automatisch te verlengen bij het afdrukken op papier van
A3-formaat.
PC-verbinding via USB:
Selecteer Insch. om de computer toegang te geven tot de printer wanneer deze via USB is verbonden.
Wanneer Uitschakel. wordt geselecteerd, worden afdruktaken en scantaken die niet via een
netwerkverbinding gaan beperkt.
Productinformatie
>
Overzicht instellingenmenu
>
Algemene instellingen
316

https://www.epsonconnect.com/
http://www.epsonconnect.eu (alleen Europa)
Gerelateerde informatie
&“Afdrukken via een cloudservice” op pagina 81
Faxinstellingen
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Algemene instellingen > Faxinstellingen
Opmerking:
❏U kunt Faxinstellingen ook openen via Web Cong. Klik op het tabblad Fax op het scherm Web Cong.
❏Wanneer u Web Cong gebruikt om het menu Faxinstellingen te openen, kan de gebruikersinterface en de locatie
daarvan enigszins verschillen met het bedieningspaneel van de printer.
Gerelateerde informatie
&“Knop Snelle bewerking” op pagina 319
&“Basisinstellingen” op pagina 319
&“Verzendinstellingen” op pagina 321
&“Ontvangstinstellingen” op pagina 322
&“Rapportinstellingen” op pagina 329
&“Veiligheidsinstel.” op pagina 330
&“Fax-aansl. controleren” op pagina 331
&“Wizard faxinstelling” op pagina 331
Knop Snelle bewerking
U vindt het menu op het bedieningspaneel van de printer.
Instel. > Algemene instellingen > Faxinstellingen > Knop Snelle bewerking
Opmerking:
❏Voer het beheerderswachtwoord in als een wachtwoordscherm wordt weergegeven.
❏U kunt dit menu niet weergeven op het scherm Web Cong.
Knop Snelle bewerking 1, Knop Snelle bewerking 2, Knop Snelle bewerking 3:
Hiermee registreert u tot drie sneltoetsen voor het menu dat u vaak gebruikt als u faxberichten
verzendt. De sneltoetsen worden in het volgende menu weergegeven.
Tabblad Fax > Faxinstellingen.
Basisinstellingen
U vindt het menu op het bedieningspaneel van de printer.
Instel. > Algemene instellingen > Faxinstellingen > Basisinstellingen
Productinformatie
>
Overzicht instellingenmenu
>
Algemene instellingen
319

Opmerking:
❏Op het scherm Web Cong vindt u het onderstaande menu.
Tab blad Fax > Basisinstellingen
❏Voer het wachtwoord in als u hierom wordt gevraagd.
Faxsnelheid:
Selecteer de verzendsnelheid van de fax. We raden aan om Langz.(9.600 b/s) te selecteren als er
regelmatig een communicatiefout optreedt wanneer u berichten verzendt naar/ontvangt vanuit het
buitenland, of wanneer u een IP-service (VoIP) gebruikt.
ECM:
Corrigeert automatisch fouten met het verzenden van faxberichten (Foutcorrectiemodus), meestal
veroorzaakt door storingen op de telefoonlijn. Als deze functie uitgeschakeld is, kunt u geen
kleurendocumenten zenden en ontvangen.
Kiestoondetectie:
Detecteert een kiestoon alvorens het nummer te bellen. Als de printer op een PBX (Private Branch
Exchange) of digitale telefoonlijn is aangesloten, kan de printer mogelijk geen nummer bellen. Wijzig
in dat geval het Lijntype naar PBX. Als dit niet helpt, schakelt u de functie uit. N.B. Als u deze
functie uitschakelt, wordt het eerste cijfer van het faxnummer mogelijk overgeslagen waardoor het
bericht naar een foutief nummer wordt verzonden.
Kiesmodus:
Selecteer het telefoonsysteemtype waarop u de printer hebt aangesloten. Wanneer deze optie is
ingesteld op Puls, kunt u de kiesmodus tijdelijk wijzigen van puls naar toon door op te drukken ("T"
wordt ingevoerd) terwijl u de cijfers op het scherm invoert. Deze instelling wordt mogelijk niet
weergegeven, aankelijk van uw regio of land.
Lijntype:
Selecteer het telefoonlijntype waarop u de printer hebt aangesloten.
Wanneer u de printer gebruikt in een omgeving met losse toestellen en een externe toegangscode,
zoals een 0 of 9 voor een buitenlijn, selecteer dan PBX. Voor omgevingen met een DSL-modem of
terminaladapter raden wij tevens aan om PBX te gebruiken als instelling.
Toegangscode
Selecteer Gebr. en registreer een externe toegangscode, zoals een 0 of 9. Nadat u de
toegangscode hebt geregistreerd, voert u vervolgens een hekje (#) in plaats van de code in
wanneer u een faxbericht naar een extern faxnummer verzendt. Een hekje (#) moet ook in
Contacten als externe toegangscode worden gebruikt. U kunt geen faxberichten verzenden
naar een contactpersoon voor wie een externe toegangscode is ingesteld, zoals 0 of 9. In dat
geval stelt u Toegangsco d e in op Niet gebr.. Anders moet u de code in Contacten wijzigen in
#.
Koptekst:
Voer de naam en het faxnummer van de afzender in. Deze gegevens verschijnen als koptekst op
uitgaande berichten.
❏Uw telefoonnummer: U kunt tot 20 tekens invoeren. Gebruik 0 t/m 9 + of spatie. Voor Web Cong
kunt u tot 30 tekens invoeren.
❏Koptekst fax: U kunt maximaal 21 afzendernamen registreren. U kunt tot 40 tekens invoeren voor
elke afzendernaam. Voor Web Cong voert u de koptekst in Unicode (UTF-8) in.
Productinformatie
>
Overzicht instellingenmenu
>
Algemene instellingen
320

Ontvangstmodus:
Selecteer de ontvangstmodus. Zie de onderstaande gerelateerde informatie voor meer details.
DRD:
Als u zich bij uw telecomprovider hebt ingeschreven op een dienst met specieke beltonen, kunt u het
belsignaal voor binnenkomende faxberichten selecteren. Specieke beltoondiensten die door veel
telecombedrijven worden aangeboden (de naam van de dienst verschilt per bedrijf), bieden de
mogelijkheid om meerdere telefoonnummers op één lijn te hebben. Elk nummer krijgt dan een
specieke beltoon toegewezen. U kunt dan een nummer gebruiken voor telefoongesprekken en een
ander nummer om te faxen. Aankelijk van de regio kan deze optie Aan of Uit zijn.
Overgaan voor antwoorden:
Selecteer het aantal beltonen waarna de printer het faxbericht automatisch moet ontvangen.
Extern ontvangen:
Extern ontvangen
Als u een inkomend faxbericht beantwoordt met een telefoontoestel dat op de printer is
aangesloten, kunt u het faxbericht ontvangen door de code van het telefoontoestel in te voeren.
Startcode
Stel de startcode in voor Extern ontvangen. Voer twee tekens in. U kunt 0–9, *, # gebruiken.
Weigeringsfax:
Weigeringsfax
Selecteer opties om de ontvangst van ongewenste faxberichten te weigeren.
❏Lijst geweigerde nummers: Als het nummer van de afzender is opgenomen in de lijst met
geweigerde nummers, stelt u in of u inkomende faxberichten wilt weigeren.
❏Blanco koptekst fax geblokkeerd: Als het nummer van de afzender is geblokkeerd, stelt u in
of u de ontvangst van deze faxberichten wilt weigeren.
❏Niet geregistreerde contacten: Als het nummer van de afzender zich niet in de contacten
bevindt, stelt u in of u de ontvangst van deze faxberichten wilt weigeren.
Lijst geweigerde nummers bewerken
U kunt tot 30 faxnummers registreren voor het weigeren van faxberichten en oproepen. Voer
tot 20 tekens in. U kunt 0–9, *, # en spaties gebruiken.
Gerelateerde informatie
&“De printer klaarmaken voor het verzenden en ontvangen van faxberichten” op pagina 403
&“Instellingen congureren voor een PBX-telefoonsysteem” op pagina 405
&“Inkomende faxen ontvangen” op pagina 124
&“Instellingen congureren voor het blokkeren van ongewenste faxberichten” op pagina 415
Verzendinstellingen
U vindt het menu op het bedieningspaneel van de printer.
Instel. > Algemene instellingen > Faxinstellingen > Verzendinstellingen
Productinformatie
>
Overzicht instellingenmenu
>
Algemene instellingen
321

Opmerking:
❏Op het scherm Web Cong vindt u het onderstaande menu.
Tab blad Fax > Ve r z e nd i nst ellin ge n
❏Voer het wachtwoord in als u hierom wordt gevraagd.
Autom. draaien:
Een origineel van A4-formaat dat op de ADF of op het scannerglas met de lange zijde naar links
wordt geplaatst, wordt verzonden als een faxbericht van A3-formaat. Schakel dit in om het gescande
beeld te draaien en het te verzenden op A4-formaat.
Batchverzend:
Wanneer er meerdere faxberichten voor dezelfde ontvanger in de wachtrij staan, worden ze hiermee
gegroepeerd om ze tegelijk te verzenden. U kunt maximaal vijf documenten (in totaal maximaal 100
pagina's) tegelijk verzenden. Hierdoor bespaart u op uw telefoonkosten, doordat u het aantal
verbindingsmomenten vermindert.
Foutgeg.opslaan:
Hiermee worden documenten bewaard die niet in het geheugen van de printer konden worden
opgeslagen. U kunt de documenten opnieuw verzenden vanuit het Job/Status.
Wachttijd voor volgend origineel:
Stel in hoelang er op het volgende origineel moet worden gewacht. Wanneer de tijd is verstreken,
wordt het faxbericht verzonden.
Tijd weergave faxvoorbeeld:
U kunt instellen dat gedurende bepaalde tijd een voorbeeld van het gescande document wordt
weergeven voordat u het verzend. Wanneer de tijd is verstreken, wordt het faxbericht verzonden.
Functie PC naar FAX:
Deze optie wordt alleen weergegeven op het scherm Web Cong. Hiermee kunt u faxberichten
verzenden vanaf een clientcomputer.
Gerelateerde informatie
&“Web Cong uitvoeren op een browser” op pagina 309
Ontvangstinstellingen
Gerelateerde informatie
&“Instellingen opsl./doorsturen” op pagina 322
&“Afdrukinstellingen” op pagina 327
Instellingen opsl./doorsturen
Onvoorwaardelijk opslaan/doorsturen:
U vindt het menu op het bedieningspaneel van de printer.
Productinformatie
>
Overzicht instellingenmenu
>
Algemene instellingen
322

❏Bestemming: u kunt een doorstuurbestemming die u eerder hebt toegevoegd, selecteren in
de contactpersonenlijst.
Als u een gedeelde map in een netwerk of een e-mailadres hebt geselecteerd als de
doorstuurbestemming, raden wij u aan te testen of u een gescande aeelding naar de
bestemming kunt sturen in de scanmodus. Selecteer op het startscherm Scannen > E-mail
of Scannen > Netwerkmap/FTP, selecteer de bestemming en start het scannen.
❏Opties als doorsturen mislukt: u kunt opgeven of de mislukte fax moet worden afgedrukt of
opgeslagen in de Postvak IN.
Afdrukken:
Hiermee drukt u ontvangen faxberichten af.
E-mailmeldingen:
Hiermee wordt een e-mailmelding verzonden wanneer het hieronder geselecteerde proces is voltooid.
U kunt de onderstaande functies tegelijkertijd gebruiken.
Ontvanger
Hiermee stelt u de bestemming in voor de melding dat het proces is voltooid.
Melding bij voltooiing ontvangen
Hiermee verzendt u een melding wanneer een faxbericht is ontvangen.
Melding bij voltooiing afdrukken
Hiermee verzendt u een melding wanneer een faxbericht is afgedrukt.
Melding voltooiing geheugenapparaat opslaan
Hiermee verzendt u een melding wanneer een faxbericht op een geheugenapparaat is
opgeslagen.
Melding bij voltooiing doorsturen
Hiermee verzendt u een melding wanneer een faxbericht is doorgestuurd.
Rapport transmissie:
Hiermee wordt na het opslaan of doorsturen van een ontvangen fax automatisch een verzendrapport
afgedrukt.
Als u Bij fout afdrukken selecteert, wordt alleen een rapport afgedrukt wanneer een fout optreedt
tijdens het opslaan of doorsturen van een ontvangen fax.
Gerelateerde informatie
&“Instellingen congureren voor het opslaan van ontvangen faxberichten volgens specieke voorwaarden” op
pagina 410
&“Instellingen congureren voor het doorsturen van ontvangen faxberichten volgens opgegeven voorwaarden”
op pagina 412
Algemene instellingen:
U vindt het menu op het bedieningspaneel van de printer.
Productinformatie
>
Overzicht instellingenmenu
>
Algemene instellingen
326

Automatisch beperken:
Hiermee drukt u ontvangen faxberichten van groot formaat verkleind tot het papier in de papierbron
af. Naargelang de ontvangen gegevens is dit soms niet mogelijk. Als deze functie uitgeschakeld is,
worden grote documenten op hun oorspronkelijke grootte afgedrukt op meerdere pagina's, of wordt
er mogelijk een tweede lege pagina uitgeworpen.
Instellingen Pagina's splitsen:
Hiermee drukt u ontvangen faxberichten gesplitst af wanneer het formaat van het ontvangen
document groter is dan het papier dat in de printer is geladen.
Autom. draaien:
Hiermee draait u een liggend ontvangen faxbericht van het formaat A4 (Letter, B5 of A5), zodat het
op papier van het formaat A4 (Letter, B5 of A5) wordt afgedrukt. Deze instelling wordt toegepast
wanneer de papierinstelling voor ten minste één papierbron, die wordt gebruikt voor het afdrukken
van faxberichten, is ingesteld op A4 (B5, A5 of Letter).
Als u Uit selecteert, worden liggend ontvangen faxberichten van het formaat A4 (Letter, B5 of A5),
met dezelfde breedte als staande documenten van het formaat A3 (Tabloid, B4 of A4), beschouwd als
faxberichten van het formaat A3 (Tabloid, B4 of A4) en als zodanig afgedrukt.
Controleer de instellingen voor de papierbron voor het afdrukken van faxberichten en het
papierformaat voor de papierbronnen in de volgende menu's in Instel. > Algemene instellingen >
Printerinstellingen > Instellingen papierbron.
❏Inst. autom. selecteren
❏Papierinstelling > Papierformaat
Ontvangstinformatie toevoegen:
Drukt ontvangstinformatie af op de ontvangen fax, zelfs als de verzender geen koptekstinformatie
hee ingesteld. De ontvangstinformatie omvat de datum en het tijdstip van ontvangst, de ID van de
afzender, de ontvangst-ID (bijv. “#001”) en het paginanummer (bijv. “P1”). Door de ontvangst-ID die
op het ontvangen faxbericht te veriëren, kunt u het verzendlogboek in het faxrapport en de
geschiedenis van de faxtaak controleren. Wanneer Instellingen Pagina's splitsen is ingeschakeld,
wordt het nummer van de gesplitste pagina ook afgedrukt.
Dubbelzijdig:
Hiermee drukt u meerdere pagina's van ontvangen documenten dubbelzijdig af.
Timing start afdruk:
Selecteer opties om de ontvangen faxberichten af te drukken.
❏Alle ontvangen pagina’s: Het afdrukken wordt gestart nadat alle pagina's zijn ontvangen. Of het
afdrukken wordt gestart vanaf de eerste of de laatste pagina, is aankelijk van de instelling van de
functie Sorteerstapel. Zie de uitleg voor Sorteerstapel.
❏Eerste pagina ontvangen: Het afdrukken begint wanneer de eerste pagina is ontvangen. De
pagina's worden afgedrukt in de volgorde waarin ze worden ontvangen. Als de printer niet kan
beginnen met afdrukken, bijvoorbeeld omdat een andere taak wordt afgedrukt, drukt de printer de
ontvangen pagina's in batch af zodra deze beschikbaar is.
Sorteerstapel:
Omdat de eerste pagina als laatste wordt afgedrukt (uitvoer bovenop), worden de afgedrukte
documenten in de juiste paginavolgorde gestapeld. Als het geheugen van de printer bijna vol is, is
deze functie mogelijk niet beschikbaar.
Productinformatie
>
Overzicht instellingenmenu
>
Algemene instellingen
328

Tijd uitstellen afdr.:
Tijd uitstellen afdr.
Hiermee worden de in de opgegeven periode ontvangen documenten opgeslagen in het
printergeheugen zonder ze af te drukken. Deze functie kan worden gebruikt om 's nachts het
lawaai te beperken of om te voorkomen dat vertrouwelijke documenten worden afgedrukt als
u afwezig bent. Zorg ervoor dat er voldoende geheugen vrij is alvorens u deze functie gebruikt.
Zelfs voorafgaand aan het moment van opnieuw starten kunt u de ontvangen documenten
afzonderlijk controleren en afdrukken vanuit Job/Status op het startscherm.
Tijd tot stop.
Hiermee wordt het afdrukken van documenten gestopt.
Herstarttijd invoeren
Hiermee wordt het afdrukken automatisch opnieuw gestart.
Stille modus:
Vermindert het geluid dat de printer maakt tijdens het afdrukken van faxberichten. De
afdruksnelheid wordt echter mogelijk verlaagd.
Rapportinstellingen
U vindt het menu op het bedieningspaneel van de printer.
Instel. > Algemene instellingen > Faxinstellingen > Rapportinstellingen
Opmerking:
❏Op het scherm Web Cong vindt u het onderstaande menu.
Tab blad Fax > Rapportinstellingen
❏Voer het wachtwoord in als u hierom wordt gevraagd.
Rapport doorsturen:
Hiermee wordt een rapport afgedrukt nadat een ontvangen faxdocument is doorgestuurd. Selecteer
Afdrukken om elk document af te drukken dat wordt doorgestuurd.
Foutenrapport back-up:
Hiermee drukt u een rapport af wanneer een back-upfout optreedt tijdens het doorsturen van de
verzonden fax naar de Back-upbestemming. U kunt de bestemming instellen bij Fax >
Faxinstellingen > Back-up. De back-upfunctie is in de volgende gevallen beschikbaar:
❏Tijdens het verzenden van een fax in zwart-wit
❏Tijdens het verzenden van een fax met de functie Fax later verzenden
❏Tijdens het verzenden van een fax met de functie Batchverzend
❏Tijdens het verzenden van een fax met de functie Faxgeg. opslaan
Automatisch afdrukken faxlogboek:
Drukt automatisch het faxlogboek af. Selecteer Aan(elke 30) om een logboek af te drukken na elke 30
voltooide faxtaken. Selecteer Aan (tijd) om het logboek af te drukken op een opgegeven tijdstip. Als
er echter meer dan 30 faxtaken zijn geweest, wordt het logboek afgedrukt voordat de opgegeven tijd
verstreken is.
Productinformatie
>
Overzicht instellingenmenu
>
Algemene instellingen
329

Afbeelding aan rapport bevestigen:
Drukt een Rapport transmissie af met een aeelding van de eerste pagina van het verzonden
document. Selecteer Aan (grote aeelding) om het bovenste deel van de pagina af te drukken
zonder te verkleinen. Selecteer Aan (kleine aeelding) om de hele pagina verkleind af te drukken
zodat deze in het rapport past.
Rapportindeling:
Selecteer in Fax > tabblad Meer > Faxverslag een andere opmaak voor faxrapporten dan Protocol
traceren. Selecteer Detail om af te drukken met foutcodes.
Uitvoermethode:
Selecteer een uitvoermethode voor faxrapporten, bijvoorbeeld Opsl.op geheugenapp.. Wanneer u
Doorsturen selecteert, selecteert u Bestemming in de contactpersonen.
Veiligheidsinstel.
U vindt het menu op het bedieningspaneel van de printer.
Instel. > Algemene instellingen > Faxinstellingen > Veiligheidsinstel.
Opmerking:
❏Op het scherm Web Cong vindt u het onderstaande menu.
Tab blad Fax > Veiligheidsinstel.
❏Voer het wachtwoord in als u hierom wordt gevraagd.
Beperkingen dir. kiezen:
Door Aan te selecteren, schakelt u de functie voor het handmatig invoeren van faxnummers van
ontvangers uit, zodat de gebruiker alleen contactpersonen uit de lijst of uit de verzendgeschiedenis
kan selecteren.
Door Tweemaal invoeren te selecteren, zorgt u ervoor dat de gebruiker het faxnummer opnieuw
moet worden ingevoerd wanneer het nummer handmatig werd ingevoerd.
Door Uit te selecteren, schakelt u het handmatig invoeren van faxnummers van ontvangers in.
Beperkingen uitzending:
Als u Aan selecteert, kan slechts één faxnummer worden ingevoerd bij "Ontvanger".
Adreslijst bevestigen:
Door Aan, wordt een bevestigingsscherm voor de ontvanger weergegeven alvorens het bericht
verzonden wordt.
U kunt de ontvangers selecteren via Alles of Alleen voor uitzending.
Autom. back-upgeg.wissen:
Back-ups van verzonden en ontvangen documenten worden gewoonlijk tijdelijk in het geheugen
opgeslagen met het oog op plotselinge uitschakeling door een stroomstoring of een verkeerde
handeling.
Door Aan te selecteren worden automatisch de back-ups gewist bij het succesvol versturen of
ontvangen van een document en wanneer de back-ups overbodig worden.
Productinformatie
>
Overzicht instellingenmenu
>
Algemene instellingen
330

Normen en goedkeuringen voor Europees model
Voor gebruikers in Europa
Seiko Epson Corporation verklaart hierbij dat de volgende radioapparatuur voldoet aan Richtlijn 2014/53/EU. De
volledige tekst van de Verklaring van conformiteit met EU-richtlijnen is beschikbaar via de volgende website.
http://www.epson.eu/conformity
C752F
Alleen voor gebruik in Ierland, Verenigd Koninkrijk, Oostenrijk, Duitsland, Liechtenstein, Zwitserland, Frankrijk,
België, Luxemburg, Nederland, Italië, Portugal, Spanje, Denemarken, Finland, Noorwegen, Zweden, IJsland,
Kroatië, Cyprus, Griekenland, Slovenië, Malta, Bulgarije, Tsjechië, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen,
Roemenië en Slowakije.
Epson aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid wanneer aan de beschermingsvereisten areuk wordt gedaan
ten gevolge van een niet-geautoriseerde wijziging aan de producten.
Frequentie Maximaal uitgezonden radiofrequentievermogen
2400 tot 2483,5 MHz 20 dBm (EIRP)
Normen en goedkeuringen voor Australisch model
EMC AS/NZS CISPR32 Class B
Epson verklaart hierbij dat volgende modellen van dit apparaat voldoen aan de essentiële vereisten en andere
relevante bepalingen in AS/NZS4268:
C752E
Epson aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid wanneer aan de beschermingsvereisten areuk wordt gedaan
ten gevolge van een niet-geautoriseerde wijziging aan de producten.
Normen en goedkeuringen voor Nieuw Zeeland-model
General Warning
e grant of a Telepermit for any item of terminal equipment indicates only that Telecom has accepted that the
item complies with minimum conditions for connection to its network. It indicates no endorsement of the product
by Telecom, nor does it provide any sort of warranty. Above all, it provides no assurance that any item will work
correctly in all respects with another item of Telepermitted equipment of a dierent make or model, nor does it
imply that any product is compatible with all of Telecom's network services.
Telepermitted equipment only may be connected to the EXT telephone port. is port is not specically designed
for 3-wire-connected equipment. 3-wire-connected equipment might not respond to incoming ringing when
attached to this port.
Important Notice
Under power failure conditions, this telephone may not operate. Please ensure that a separate telephone, not
dependent on local power, is available for emergency use.
Productinformatie
>
Regelgevingsinformatie
>
Normen en goedkeuringen
349

DNS-server en proxyserver
De DNS-server hee onder andere een hostnaam en domeinnaam van het e-mailadres dat overeenkomt met de IP-
adresinformatie.
Communicatie is niet mogelijk als de andere partij wordt aangeduid met bijvoorbeeld hostnaam of domeinnaam,
wanneer de computer of de printer communiceert via IP.
Er wordt dan een aanvraag voor informatie naar de DNS-server verzonden, maar de andere partij reageert met een
IP-adres. Dit proces heet naamomzetting.
Hierdoor kunnen apparaten als computers en printers communiceren via het IP-adres.
Naamomzetting is noodzakelijk om de printer te kunnen laten communiceren via de e-mailfunctie of de functie
voor internetverbinding.
Wanneer u deze functies gebruikt, congureert u de DNS-serverinstellingen.
Wanneer u het IP-adres van de printer toewijst met de DHCP-functie van de DHCP-server of de router, wordt dit
automatisch ingesteld.
De proxyserver bevindt zich op de gateway tussen het netwerk en internet, en communiceert met en namens de
computer, printer en internet (overstaande server). De overstaande server communiceert alleen met de
proxyserver. Printerinformatie zoals het IP-adres en het poortnummer kunnen daarom niet worden gelezen,
waarmee de beveiliging wordt verbeterd.
Wanneer u verbinding maakt met internet via een proxyserver, congureert u de proxyserver op de printer.
Verbinding maken met het netwerk via het bedieningspaneel
Verbind de printer met het netwerk via het bedieningspaneel van de printer.
Het IP-adres toewijzen
Stel de basisonderdelen in, zoals hostadres, Subnetmasker en Standaardgateway.
In dit gedeelte wordt de procedure voor het instellen van een statisch IP-adres uitgelegd.
1. Schakel de printer uit.
2. Selecteer Instel. op het startscherm van het bedieningspaneel van de printer.
3. Selecteer Algemene instellingen > Netwerkinstellingen > Geavanceerd > TCP/IP.
4. Selecteer Handmatig voor IP-adres ophalen.
Wanneer u het IP-adres automatisch instelt met de DHCP-functie van de router, selecteert u Auto. In dat geval
worden het IP-adres, het Subnetmasker en de Standaardgateway bij stap 5 en 6 ook automatisch ingesteld.
Ga door naar stap 7.
5. Voer het IP-adres in.
Als u
l
en
r
selecteert, gaat u naar het vorige of volgende segment. De segmenten worden door punten
gescheiden.
Bevestig de waarde uit het voorgaande scherm.
Informatie voor beheerders
>
De printer met het netwerk verbinden
>
Verbinding maken met het netwerk via
354

❏Mappad: C:\Gebruikers\xxxx\Bureaublad\scanmap
❏Toegangsmachtiging via het netwerk (Sharemachtigingen): Iedereen
❏Toegangsmachtiging op het bestandssysteem (Beveiliging): voeg dit niet toe of voeg Gebruikers-/Groepsnamen
in om toegang toe te staan
1. Meld u met het gebruikersaccount van de beheerder aan bij de computer waarop de gedeelde map wordt
gemaakt.
2. Open de verkenner.
3. Maak de map op het bureaublad en noem deze "scanmap".
Voer voor de mapnaam tussen 1 en 12 alfanumerieke tekens in. Als u de tekenlimiet voor de mapnaam
overschrijdt, hebt u mogelijk vanuit een andere omgeving geen toegang tot de map.
4. Klik met de rechtermuisknop op de map en selecteer Eigenschappen.
Informatie voor beheerders
>
Instellingen voor gebruik van de printer
>
Een gedeelde netwerkmap instellen
376

Opmerking:
❏Via het bedieningspaneel van de printer kunt u schakelen tussen de contactpersonenlijst van de printer en de LDAP-
server.
❏De lijst met contactpersonen kan de volgende soorten bestemmingen bevatten. U kunt in totaal maximaal 200 items
registreren.
Fax Bestemming voor faxberichten
E-mail Bestemming voor e-mail
U moet de instellingen van de e-mailserver van tevoren congureren.
Netwerkmap (SMB) Bestemming voor scangegevens en faxdoorstuurgegevens
Netwerkmap/FTP
Contacten congureren — vergelijking
Er zijn drie tools voor het congureren van de contacten van de printer: Web Cong, Epson Device Admin en het
bedieningspaneel van de printer. De verschillen tussen de drie manieren van werken worden weergegeven in de
onderstaande tabel.
Functies Web Cong Epson Device Admin Bedieningspaneel printer
Bestemming registreren ✓✓✓
Bestemming bewerken ✓✓✓
Groep toevoegen ✓✓✓
Groep bewerken ✓✓✓
Bestemming of groepen
verwijderen
✓✓✓
Alle bestemmingen
verwijderen
✓✓ –
Bestand importeren ✓✓ –
Exporteren naar bestand ✓✓ –
Bestemmingen toewijzen
voor frequent gebruik
✓✓✓
Bestemmingen voor
frequent gebruik sorteren
––✓
Opmerking:
U kunt faxbestemmingen ook congureren met het FAX Utility.
Een bestemming registreren in de contacten met Web Cong
Opmerking:
U kunt de contacten ook registreren op het bedieningspaneel van de printer.
Informatie voor beheerders
>
Instellingen voor gebruik van de printer
>
Contactpersonen beschikbaar maken
387

1. Open Web Cong en selecteer het tabblad Scannen/Kopiëren of Fax > Contactpersonen.
2. Selecteer het nummer dat u wilt registreren en klik vervolgens op Bewerken.
3. Vo er Naam en Indexwoord in.
4. Selecteer het type bestemming voor de optie Type.
Opmerking:
Nadat de registratie is voltooid, kunt u de optie Ty pe niet meer wijzigen. Als u het type wilt wijzigen, wist u de
bestemming en registreert u deze opnieuw.
5. Voer voor elk item een waarde in en klik vervolgens op Toepassen.
Gerelateerde informatie
&“Web Cong uitvoeren op een browser” op pagina 309
Items voor het instellen van de bestemming
Items Instellingen en toelichting
Algemene instellingen
Naam Voer een naam in die in de contacten wordt weergegeven. Deze mag maximaal
30 tekens bevatten in Unicode (UTF-8). Als u dit niet opgeeft, laat u dit leeg.
Indexwoord Voer zoekwoorden in van maximaal 30 tekens in Unicode (UTF-8). Als u dit niet
opgeeft, laat u dit leeg.
Type Selecteer het type adres dat u wilt registreren.
Toewijzen aan frequent gebruik Selecteer om het geregistreerde adres in te stellen als veelgebruikt adres.
Wanneer u dit instelt als veelgebruikt adres, wordt dit bovenaan het scherm voor
faxen en scannen weergegeven en kunt u de bestemming opgeven zonder de
contacten weer te geven.
Informatie voor beheerders
>
Instellingen voor gebruik van de printer
>
Contactpersonen beschikbaar maken
388

De printer klaarmaken voor het verzenden en ontvangen van faxberichten
Met de Wizard faxinstelling congureert u de standaard faxfuncties om de printer kaar te maken voor het
verzenden en ontvangen van faxberichten.
De wizard wordt automatisch weergegeven wanneer de printer voor de eerste keer wordt ingeschakeld. U kunt de
wizard handmatig weergeven vanaf het bedieningspaneel van de printer. U moet de wizard opnieuw uitvoeren in
het geval dat de wizard wordt overgeslagen wanneer de printer voor het eerst wordt ingeschakeld of wanneer de
verbindingsomgeving is gewijzigd.
❏De onderstaande items kunt u instellen via de wizard.
❏Koptekst (Uw telefoonnummer en Koptekst fax)
❏Ontvangstmodus (Auto of Handmatig)
❏Distinctive Ring Detection (DRD)-instelling
❏De onderstaande items worden automatisch ingesteld overeenkomstig de verbindingsomgeving.
❏Kiesmodus (zoals To on of Puls)
❏Andere items in Basisinstellingen blijven ongewijzigd.
Gerelateerde informatie
&“Basisinstellingen” op pagina 319
De printer klaarmaken voor het verzenden en ontvangen van faxberichten met gebruik van
Wizard faxinstelling
1. Selecteer Instel. op het startscherm op het bedieningspaneel van de printer, en selecteer vervolgens Algemene
instellingen > Faxinstellingen > Wi z a r d f a x i n s t e l l i n g .
2. Volg de aanwijzingen op het scherm en voer de afzendernaam, bijvoorbeeld uw bedrijfsnaam, en uw
faxnummer in.
Opmerking:
Uw afzendernaam en uw faxnummer verschijnen als koptekst op uitgaande faxberichten.
3. Congureer de DRD-instelling (Distinctive Ring Detection).
❏Als u ingeschreven bent op een specieke beltoondienst bij uw telecomprovider:
Ga naar het volgende scherm en selecteer de beltoon die voor inkomende faxberichten moet worden
gebruikt.
Wanneer u op een item (maar niet Alles) tikt, wordt Ontvangstmodus ingesteld op Auto en kunt u
doorgaan naar het volgende scherm waar u de gecongureerde instellingen kunt controleren.
❏Als u zich niet bij uw telecomprovider op een specieke beltoondienst hebt ingeschreven of als u deze optie
niet hoe in te stellen:
Sla deze instelling over en ga naar het scherm waar u uw instellingen kunt controleren.
Informatie voor beheerders
>
Instellingen voor gebruik van de printer
>
Beschikbare faxfuncties
403
Termékspecifikációk
Márka: | Epson |
Kategória: | nyomtató |
Modell: | WF-7840 series WorkForce |
Szüksége van segítségre?
Ha segítségre van szüksége Epson WF-7840 series WorkForce, tegyen fel kérdést alább, és más felhasználók válaszolnak Önnek
Útmutatók nyomtató Epson

19 Március 2025

16 Január 2025

16 Január 2025

1 Január 2025

25 December 2024

25 December 2024

15 December 2024

16 Október 2024

13 Október 2024

13 Október 2024
Útmutatók nyomtató
- nyomtató Samsung
- nyomtató Sony
- nyomtató Fujitsu
- nyomtató LG
- nyomtató Olympus
- nyomtató Panasonic
- nyomtató Canon
- nyomtató StarTech.com
- nyomtató Sharp
- nyomtató Lenovo
- nyomtató Toshiba
- nyomtató HP
- nyomtató Roland
- nyomtató Digitus
- nyomtató Zebra
- nyomtató AVM
- nyomtató Fujifilm
- nyomtató Dell
- nyomtató Xerox
- nyomtató Primera
- nyomtató Polaroid
- nyomtató Kyocera
- nyomtató Ricoh
- nyomtató Huawei
- nyomtató Renkforce
- nyomtató Mitsubishi
- nyomtató Godex
- nyomtató Brother
- nyomtató Citizen
- nyomtató Microboards
- nyomtató Kodak
- nyomtató MSI
- nyomtató Dymo
- nyomtató Testo
- nyomtató Konica Minolta
- nyomtató Datamax O'Neil
- nyomtató Kogan
- nyomtató Honeywell
- nyomtató Velleman
- nyomtató D-Link
- nyomtató Fargo
- nyomtató TSC
- nyomtató Sagem
- nyomtató Olympia
- nyomtató Tomy
- nyomtató Posiflex
- nyomtató ZKTeco
- nyomtató NEC
- nyomtató CUSTOM
- nyomtató Panduit
- nyomtató OKI
- nyomtató Equip
- nyomtató Pantum
- nyomtató Brady
- nyomtató Bixolon
- nyomtató CSL
- nyomtató Nilox
- nyomtató Seiko
- nyomtató Argox
- nyomtató Royal Sovereign
- nyomtató Lexmark
- nyomtató Olivetti
- nyomtató Intermec
- nyomtató Minolta
- nyomtató DNP
- nyomtató Triumph-Adler
- nyomtató Oce
- nyomtató Paxar
- nyomtató Metapace
- nyomtató Ultimaker
- nyomtató Ibm
- nyomtató Toshiba TEC
- nyomtató Frama
- nyomtató Builder
- nyomtató Star Micronics
- nyomtató Dascom
- nyomtató HiTi
- nyomtató GG Image
- nyomtató Vupoint Solutions
- nyomtató Elite Screens
- nyomtató DTRONIC
- nyomtató Phoenix Contact
- nyomtató Videology
- nyomtató Star
- nyomtató EC Line
- nyomtató Colop
- nyomtató Approx
- nyomtató Fichero
- nyomtató Raspberry Pi
- nyomtató Middle Atlantic
- nyomtató IDP
- nyomtató Evolis
- nyomtató Nisca
- nyomtató Epson 7620
- nyomtató Sawgrass
Legújabb útmutatók nyomtató

10 Április 2025

10 Április 2025

10 Április 2025

10 Április 2025

10 Április 2025

10 Április 2025

9 Április 2025

9 Április 2025

9 Április 2025

3 Április 2025