Használati útmutató Atag IG9571MB

Atag sütő IG9571MB

Olvassa el alább 📖 a magyar nyelvű használati útmutatót Atag IG9571MB (148 oldal) a sütő kategóriában. Ezt az útmutatót 3 ember találta hasznosnak és 2 felhasználó értékelte átlagosan 4.5 csillagra

Oldal 1/148
700005647100
Het toestel-identifi catieplaatje bevindt zich aan de onderkant van het toestel.
The appliance identifi cation card is located on the bottom of the appliance.
Plak hier het toestel-identifi catieplaatje.
Stick the appliance identifi cation card here.
Houd, wanneer u contact opneemt met de serviceafdeling, het complete typenummer bij de hand.
When contacting the service department, have the complete type number to hand.
Adressen en telefoonnummers van de serviceorganisatie vindt u op de garantiekaart.
You will fi nd the addresses and phone numbers of the service organisation on the guarantee card.
gebruiksaanwijzing
gas-inductiekookplaat
instructions for use
gas-induction hob
IG9571MB
NL
Handleiding NL 3 - NL 37
EN
Manual EN 3 - EN 37
Gebruikte pictogrammen - Pictograms used
Belangrijk om te weten - Important information
Tip
NL 3
INHOUDSOPGAVE
Uw gas-inductiekookplaat
Inleiding 4
Bedieningspaneel 6
Beschrijving 7
Veiligheid
Temperatuurbeveiliging 8
Kookduurbegrenzing 8
Gebruik inductie
Werking van de aanraaktoetsen 9
Inductiekoken 9
Werking inductie 10
Inductiegeluiden 10
Pannen 11
Bediening inductie
Inschakelen en vermogen instellen 13
Restwarmte-indicatie 13
Boost 14
Twee achter elkaar liggende kookzones 14
Bridgen van de Vario inductiezones 15
Uitschakelen 16
Stand-by modus 16
Eco stand-by modus 16
Kinderslot 17
Pauze 18
Herkennen van een modus 18
Timer / Kookwekker 19
Geluidssignaal in- en uitschakelen 21
Automatische pandetectie 21
Automatische kookprogramma’s 22
Gezond koken 25
Kookstanden 26
Onderhoud inductie
Reinigen 27
Storingen inductie
Algemeen 28
Storingstabel 28
Bediening gas
Ontsteken en instellen 30
Gebruik 30
Onderhoud gas
Reinigen 33
Storingen gas
Storingstabel 34
Technische gegevens
Vermogens- en inbouwtabel 36
Gastechnische gegevens 36
Milieuaspecten
Afvoeren toestel en verpakking 37
NL 4
Inleiding
Deze combinatie kookplaat is ontworpen voor de echte kookliefhebber.
De kookplaat bestaat uit een wokbrander op gas en vier inductie-
kookzones.
Koken op inductie heeft een aantal voordelen. Het is comfortabel,
omdat de kookplaat snel reageert en ook op een zeer laag vermogen is
in te stellen. Dankzij het hoge vermogen gaat het aan de kook brengen
zeer snel. De ruime afstanden tussen de kookzones maken het koken
ook comfortabel.
Koken op het inductie kookgedeelte verschilt met koken op een
traditioneel toestel. Inductiekoken maakt gebruik van een magnetisch
veld om warmte op te wekken. Dit betekent dat u niet zomaar een
willekeurige pan kunt gebruiken. Het hoofdstuk pannen geeft u hierover
meer informatie.
Met de wokbrander (gas) die een zeer hoog vermogen heeft, kunt u
nog beter wokgerechten bereiden. Dankzij de in de knop geïntegreerde
vonkontsteking ontsteekt èn bedient u de wokbrander met één hand.
Voor optimale veiligheid is de wokbrander voorzien van een thermo-
elektrische vlambeveiliging. Het inductiegedeelte van de kookplaat
is uitgerust met meerdere temperatuurbeveiligingen en een
restwarmtesignalering die aangeeft welke kookzones nog heet zijn.
In deze handleiding staat beschreven op welke manier u de inductie-
kookplaat zo optimaal mogelijk kunt benutten. Naast informatie over
de bediening treft u ook achtergrondinformatie aan die van dienst
kan zijn bij het gebruik van dit product. Tevens zijn kooktabellen en
onderhoudstips opgenomen.
Lees eerst de gebruiksaanwijzing geheel en aandachtig door
voordat u het apparaat gaat gebruiken en bewaar deze zorgvuldig
voor latere raadpleging.
UW GAS-INDUCTIEKOOKPLAAT
NL 5
De handleiding dient bovendien als referentie voor de servicedienst.
Plak daarom het los bijgeleverde gegevensplaatje in het daarvoor
bestemde kader, achter in de handleiding. Het gegevensplaatje
bevat alle informatie die de servicedienst nodig heeft om adequaat op
uw vragen te reageren.
Veel kookplezier!
Let op
Pannen waarmee al eerder op een gaskookplaat is gekookt, zijn niet
meer geschikt voor inductiekoken!
UW GAS-INDUCTIEKOOKPLAAT
NL 6
Bedieningspaneel
UW GAS-INDUCTIEKOOKPLAAT
1. Pauzetoets
2. Pauze-indicatie
3. Kinderslot-/Eco stand-by toets
4. Kinderslot-indicatie/Eco stand-by indicatie
5. Standen-indicatie in blokjes
6. Aan-/uittoets
7. Vermogen versneld verlagen
8. Vermogen verlagen
9. Vermogen ophogen
10. Vermogen versneld ophogen
11. Boost
12. Timer-/kookwekkertoets
13. Kookwekkerindicatie
14. Timerindicatie
15. Tijd verlagen toets
16. Bridge functie (koppelt twee kookzones aan elkaar tot één grote
zone die met één slider te bedienen is)
17. Tijd ophogen toets
18. ‘Minuten achter de puntindicatie
19. Timer/kookwekker
20. Menufuncties
21. Menutoets
22. Standen-indicatie
23. Kookzone aanduiding
21 18
20 192223
6 7 8 9 12 13 14 15 1711 16105
1
2
4
3
NL 7
Beschrijving
1. Kookzone links wokbrander (gas) 6 kW
2. Vario zone 180 x 220 mm 3,7 kW (koppelbare zones)
1. 0-stand
2. Volstand
3. Kleinstand
4. Wokstand (wokbrander)
5. Braadstand (wokbrander)
UW GAS-INDUCTIEKOOKPLAAT
1
2
5
3
4
1 2 2
2 2
NL 8
Lees voor gebruik eerst de separate
veiligheidsinstructies!
Temperatuurbeveiliging
Elke inductiezone is voorzien van een sensor. Deze sensor
controleert ononderbroken de temperatuur van de bodem van de
kookpan en van de onderdelen van de kookplaat om elk risico op
oververhitting, bij bijvoorbeeld een drooggekookte pan, te vermijden.
Bij een te hoge temperatuur wordt het vermogen van de kookzone/
kookplaat auto matisch verlaagd of schakelt de kookzone/kookplaat
helemaal uit.
Kookduurbegrenzing
Als een kookzone gedurende een ongebruikelijk lange tijd aan is,
wordt deze automatisch uitgeschakeld.
Afhankelijk van het gekozen kookvermogen wordt de kookduur als
volgt begrensd:
Kookstand De kookzone wordt automatisch
uitgeschakeld na:
1 en 2 9 uur
3, 4 en 5 5 uur
6, 7 en 8 4 uur
9 3 uur
10 2 uur
11 en 12 1 uur
Als bovengenoemde tijd verstreken is schakelt de kookzone
automatisch uit.
Kookstand De kookzone wordt automatisch
naar stand 12 geschakeld na:
boost 10 minuten
VEILIGHEID
NL 9
GEBRUIK INDUCTIE
Werking van de aanraaktoetsen
Het bedienen van de kookplaat door middel van de aanraaktoetsen
is even wennen als u andere bediening gewend bent. Leg uw vinger-
toppen plat op de toetsen voor het beste effect. U hoeft niet hard te
drukken.
De aanraaksensoren zijn zodanig ingesteld dat deze alleen reageren
op de druk en het formaat van vingertoppen. De kookplaat is niet te
bedienen met andere voorwerpen en zal bijvoorbeeld niet inschakelen
als uw huisdier over de kookplaat loopt.
Inductiekoken
Inductiekoken is snel
In het begin zult u verrast zijn door de snelheid van het toestel.
Vooral het op een hogere stand aan de kook brengen gaat zeer
snel. Om overkoken of droogkoken te voorkomen, kunt u er het
beste altijd bij blijven.
Het vermogen past zich aan
Bij inductiekoken wordt alleen dat deel van de zone benut waar de
pan op staat. Gebruikt u een kleine pan op een grote zone, dan
zal het vermogen zich aanpassen aan de diameter van de pan. Het
vermogen zal dus kleiner zijn en het zal langer duren voordat het
gerecht in de pan aan de kook is.
Let op
Zandkorreltjes kunnen krasjes veroorzaken die niet meer te
verwijderen zijn. Zet daarom alleen pannen met een schone bodem
op het kookvlak en til pannen altijd op als u ze verplaatst.
Gebruik de kookplaat niet als werkvlak.
Kook altijd met het deksel op de pan om energieverlies te
voorkomen.
Geen warmteverlies en de
handgrepen blijven koud bij
inductiekoken.
NL 10
GEBRUIK INDUCTIE
Werking inductie
In het toestel wordt een magnetisch veld opgewekt.
Door een pan met een ijzeren bodem op een kookzone te plaatsen
ontstaat in de panbodem een inductiestroom. Deze inductiestroom
wekt warmte op in de panbodem.
Comfortabel
De elektronische regeling is nauwkeurig en eenvoudig in te stellen.
Op de laagste stand kunt u bijvoorbeeld chocolade direct in de pan
smelten of ingrediënten bereiden die u gewoonlijk au bain marie
verwarmt.
Snel
Door het hoge vermogen van de inductiekookplaat gaat het aan de
kook brengen erg snel. Het doorkoken kost evenveel tijd als koken op
een andere kookplaat.
Schoon
De kookplaat is eenvoudig te reinigen. Doordat de kookzones niet heter
worden dan de pan zelf, kunnen voedselresten niet inbranden.
Veilig
De warmte wordt opgewekt in de pan zelf. De glasplaat wordt niet
warmer dan de pan. Hierdoor blijft de kookzone een stuk koeler dan die
van bijvoorbeeld een keramische kookplaat of een gasbrander.
Na het wegnemen van een pan is de kookzone snel afgekoeld.
Inductiegeluiden
Tikkend geluid
Een licht tikkend geluid wordt veroorzaakt door de vermogensverdeling
van de voorste en de achterste zone. Ook bij lage kookstanden kan een
zacht tikkend geluid optreden.
Pan maakt geluid
De pannen kunnen geluid maken tijdens het koken. Dit wordt
veroorzaakt door de doorstroming van de energie van de kookplaat
naar de pan. Met name bij een hoge kookstand is dit normaal bij
bepaalde pannen. Het is niet schadelijk voor de pan of de kookplaat.
De spoel (1) in de kookplaat
(2) wekt een magnetisch
veld (3) op. Door een pan
met een ijzeren bodem (4)
op de spoel te plaatsen
ontstaat in de panbodem
een inductiestroom.
NL 11
Ventilator maakt geluid
Om de levensduur van de elektronica te vergroten, is het apparaat
voorzien van een ventilator. Als u het apparaat intensief gebruikt, wordt
de ventilator ingeschakeld en hoort u een zoemend geluid. Ook nadat u
het apparaat heeft uitgeschakeld, kan de ventilator nog geluid maken.
Automatische inschakelfunctie
Wanneer de automatisch inschakel functie (APD) actief is, is een
tikkend geluid waarneembaar ook als de zone niet in gebruik is.
Pannen
Pannen voor inductiekoken
Inductiekoken stelt eisen aan de kwaliteit van de pannen.
Pannen waarmee al eerder op een gaskookplaat is gekookt, zijn
niet meer geschikt voor inductiekoken.
Gebruik alleen pannen die geschikt zijn voor elektrisch- en
inductiekoken met:
een dikke bodem van minimaal 2,25 mm;
een vlakke bodem.
Het beste zijn pannen met het Class Induction” keurmerk.
Tip
Met een magneet kunt u zelf controleren of uw pannen geschikt zijn.
Wanneer de magneet wordt aangetrokken, is de pan geschikt.
Geschikt Ongeschikt
Speciale roestvrijstalen pannen Aardewerk
Class Induction Roestvrijstaal
Solide geëmailleerde pannen Porselein
Geëmailleerde gietijzeren pannen Koper
Kunststof
Aluminium
Voor de automatische kookprogramma’s wordt geadviseerd om
de pannen te gebruiken die door ATAG worden aanbevolen
(zie www.atagservice.nl).
GEBRUIK INDUCTIE
NL 12
Let op
Wees voorzichtig met dunne plaatstaal geëmailleerde pannen:
op een hoge stand kan het emaille er afspringen wanneer de pan te
droog is;
door het hoge vermogen kan de panbodem gemakkelijk
kromtrekken.
Let op
Gebruik nooit pannen met een vervormde bodem. Een holle of bolle
bodem kan de werking van de oververhittingsbeveiliging belemmeren.
Het toestel kan dan te warm worden waardoor de glasplaat kan barsten
en de panbodem kan smelten. Schade, ontstaan door het gebruik van
ongeschikte pannen of droogkoken, valt buiten de garantie.
Pandiameter
De maximale pan diameter is 18cm. De minimale diameter van de
panbodem bedraagt 12 cm. Bij te kleine pannen schakelt de kookzone
niet in.
Snelkookpannen
Inductiekoken is zeer geschikt voor het koken in snelkookpannen. De
kookzone reageert zeer snel, waardoor de snelkookpan ook snel op druk
komt. Zodra u een kookzone uitschakelt, stopt het kookproces direct.
GEBRUIK INDUCTIE
NL 13
Inschakelen en vermogen instellen
Het vermogen is in te stellen in 12 standen. Daarnaast is er nog een
‘boost’ stand.
1. Plaats een pan op het midden van een kookzone.
2. Druk op de sleuteltoets.
Er klinkt een enkel geluidssignaal.
3. Druk op de aan-/uittoets van de gewenste kookzone.
In de display verschijnt een knipperende ‘-’ en er klinkt een enkel
geluidssignaal. Wanneer u geen verdere actie onderneemt, schakelt
de kookzone na 10 seconden vanzelf uit.
4. Stel met de + of - toets, of de << of >> toets de gewenste stand in.
De kookplaat start automatisch in de ingestelde stand (als er een
pan gedetecteerd wordt).
Drukt u de eerste keer op de + of - toets, dan verschijnt stand 6.
Drukt u de eerste keer op de >> toets dan verschijnt stand 12 +
‘boost’. Dit is de ‘boost’ stand en deze kunt u gebruiken om een
korte tijd op heel hoog vermogen te koken (zie pagina 14).
Drukt u de eerste keer op de << toets dan verschijnt stand 1.
Tips
Met de + of - toets kunt u de stand stapsgewijs ophogen of
verlagen. Drukt u op de << of de >> toets, dan kunt u de stand
versneld ophogen of verlagen.
U kunt de << , - , + of >> toets ingedrukt houden om sneller het
gewenste vermogen in te stellen.
Pandetectie
Indien de kookplaat na het instellen van een kookvermogen geen
(ijzerhoudende) pan detecteert, zal het display blijven knipperen en de
kookzone blijft koud. Indien er binnen 1 minuut geen (ijzerhoudende)
pan geplaatst wordt, schakelt de kookzone automatisch uit.
Restwarmte-indicatie
Na gebruik van een kookzone kan de gebruikte zone nog een tijd heet
blijven. Zolang de kookzone heet is, blijft er een ‘H’ in de display staan.
BEDIENING INDUCTIE
NL 14
Boost
De ‘boost’ functie kunt u gebruiken om gedurende een korte tijd
(maximaal 10 minuten) op het hoogste vermogen te koken. Na het
verstrijken van de maximale boosttijd wordt het vermogen verlaagd
naar stand 12.
Boost inschakelen
1. Zet een pan op een kookzone en schakel de kookzone in.
2. Druk direct na inschakeling een keer op de >> toets.
In de display verschijnt stand 12 en boost’.
Staat een zone al ingesteld op een bepaalde stand en wilt u deze
op de ‘boost’ stand zetten, dan kunt u dit doen door meerdere
keren op de >> toets of de + toets te drukken.
De boost functie uitschakelen
De boost functie is ingeschakeld, in de display is stand 12 en ‘boost’
zichtbaar.
1. Druk op de << of - toets.
In de display verschijnt een lagere stand.
Of:
2. Druk op de aan-/uittoets van de kookzone die u wilt uitschakelen.
Er klinkt een enkel geluidssignaal en de display dooft. De kookzone
is nu helemaal uit.
Twee achter elkaar liggende kookzones
Twee kookzones die achter elkaar liggen beïnvloeden elkaar.
Wanneer deze kookzones tegelijk ingeschakeld zijn, wordt het
vermogen automatisch verdeeld. De eerst ingestelde kookzone
houdt te allen tijde de ingestelde stand. De stand die maximaal
ingesteld kan worden voor de voor- of achterliggende kookzone die
later wordt bijgeschakeld, hangt dus af van de stand van de eerste
kookzone. Wanneer u de maximale combinatie van kookstanden
heeft bereikt, gaat de laatst ingestelde stand knipperen en wordt
automatisch verlaagd naar de hoogst mogelijke stand.
Twee naast elkaar liggende kookzones beïnvloeden elkaar niet.
U kunt beide kookzones op een hoge stand instellen.
Indien de vario zones gebridged zijn kunnen deze niet op boost
gezet worden en kunnen de menufuncties niet gebruikt worden.
BEDIENING INDUCTIE
NL 15
BEDIENING INDUCTIE
Bridgen van de Vario inductiezones
De Vario inductiezones kunnen aan elkaar gebridged (gekoppeld)worden.
Hierdoor ontstaat 1 grote zone die gebruikt kan worden voor bijv. een grote
vispan.
Indien de vario zones gebridged zijn kunnen deze niet op boost gezet
worden en kunnen de menufuncties niet gebruikt worden.
Gebruik een (vis)pan die ten minste een van de vario zones in het midden
bedekt.
Bridge functie inschakelen
1. Zet de grote pan op beide kookzones zodat deze beide goed bedekt
zijn.
2. Schakel de voorste kookzone in.
3. Houd (gedurende een aantal seconden) twee toetsen gelijktijdig
ingedrukt: druk eerst de << toets van de achterste vario zone in en druk
meteen daarna de >> toets van de voorste vario zone erbij in.
‘BR verschijnt in de display van de achterste zone. Daarna kunt u met
de voorste zone bediening voor beide zones een kookstand instellen.
4. Stel met de + of - toets, of de << of >> toets van de voorste zone de
gewenste stand in. Beide zones worden verhit in de ingestelde stand.
Bridge functie uitschakelen
1. Druk gelijktijdig op de >> toets van de voorste vario zone en de
<< toets van de achterste vario zone om de stand ‘bridge uit te
schakelen.
Of:
2. Druk op de aan-/uittoets van de kookzone die u wilt uitschakelen.
Er klinkt een enkel geluidssignaal en de display dooft. De kookzone is
nu helemaal uit.
NL 17
De kookplaat naar eco stand-by modus schakelen
Druk kort op de sleuteltoets.
Er klinkt een enkel geluidssignaal. De eco stand-by modus is actief,
het rode lampje naast de sleuteltoets blijft langzaam aan en uit
gaan.
Vanuit de eco stand-by modus kunt u niet meteen beginnen met koken.
Hiervoor moet de kookplaat eerst naar stand-by modus geschakeld
worden.
Wist u dat
Na 30 minuten in de stand-by modus schakelt de kookplaat
automatisch naar eco stand-by modus om onnodig energieverbruik
te voorkomen.
Kinderslot
U kunt de kookplaat met het kinderslot vergrendelen. Onbedoeld
inschakelen van de kookzones wordt hiermee voorkomen.
De kookplaat naar kinderslot schakelen
1. Druk gedurende 2 seconden op de sleuteltoets.
Er klinkt een dubbel geluidssignaal. Alle toesten zijn nu inactief
behalve de sleuteltoets. De kookplaat schakelt eerst naar eco stand-
by modus en dan door naar de kinderslot modus. Het rode lampje
brandt constant.
2. Druk nogmaals 2 seconden op de sleuteltoets om de kookplaat van
het kinderslot te halen.
Er klinkt een enkel geluidssignaal. De kookplaat is nu in stand-by
modus. Het rode lampje naast de sleuteltoets is uit.
Tip
Zet de kookplaat in de kinderslot modus voordat u de kookplaat gaat
reinigen om te voorkomen dat deze per ongeluk inschakelt.
Wist u dat
Wanneer de kookplaat op het kinderslot staat, deze net zo weinig
energie verbruikt als in de eco stand-by modus.
BEDIENING INDUCTIE
NL 18
Pauze
Met de pauze functie kunt u de gehele kookplaat tijdens het koken
gedurende 5 minuten ‘op pauze’ zetten. U kunt de kookplaat zo
gedurende een korte tijd, op een veilige manier alleen laten of
schoonmaken, zonder instellingen te verliezen.
De kookplaat naar pauze modus schakelen
Druk éénmaal op de pauzetoets.
Er klinkt een dubbel geluidssignaal, de kookzones gaan uit en het
rode lampje naast de pauzetoets knippert.
Eventueel ingestelde timers/kookwekkers staan stil.
Alle kookzones worden automatisch uitgeschakeld.
Alle toetsen zijn inactief behalve de sleuteltoets en de
pauzetoets. Ook de aan-/uittoetsen van de afzonderlijke
kookzones blijven actief, echter deze reageren met een
vertraging van twee seconden zodat u het bedieningspaneel
kunt schoonmaken.
Indien u binnen 5 minuten nogmaals op de pauzetoets drukt, zullen
de gepauzeerde kookprocessen hervatten.
Er klinkt een dubbel geluidssignaal, de kookplaat hervat de
instellingen zoals deze voor de pauze ingesteld zijn.
Indien u binnen 5 minuten geen verdere actie onderneemt:
Worden alle actieve kookzones automatisch uitgeschakeld. Daarna
blijft de pauzetoets nog 25 minuten knipperen om aan te geven
dat de kookprocessen door de pauze modus zijn beëindigd. Na
25 minuten schakelt de kookplaat automatisch van pauze modus
naar eco stand-by modus.
Herkennen van een modus
De stand-by modus Er brandt geen enkel lampje.
De eco stand-by modus Het rode lampje naast de sleuteltoets
blijft langzaam aan en uit gaan.
De kinderslot modus Het rode lampje naast de sleuteltoets
brandt constant.
De pauze modus Het rode lampje naast de pauzetoets
knippert.
BEDIENING INDUCTIE
NL 19
BEDIENING INDUCTIE
Timer / Kookwekker
De timer-/kookwekkertoets van elke kookzone heeft twee functies:
De timerfunctie De kookwekkerfunctie
Deze functie is te herkennen aan
het rode pijltje naar boven.
Deze functie is te herkennen aan
het rode pijltje naar beneden.
In de timerfunctie loopt de tijd op. In de kookwekkerfunctie telt de
tijd af.
De timer is niet te koppelen aan
een kookzone.
De kookwekker is te koppelen aan
een kookzone. Dit houdt in dat
de kookzone uitschakelt als de
ingestelde tijd afgelopen is.
De timerfunctie schakelt na
het drukken op de timer-/
kookwekkertoets na 3 seconden
vanzelf in als u niets doet.
De kookwekkerfunctie is te
bereiken vanuit de timerfunctie
door op de rode + of - toets te
drukken.
Let op
Per set van twee kookzones (voor en achter) is één timer/
kookwekker beschikbaar.
De timer/kookwekker kan per set van twee kookzones slechts aan
één van beide kookzones gekoppeld worden.
De timer-/kookwekkerfunctie kan ook gebruikt worden zonder een
bijbehorende kookzone te activeren.
De timer inschakelen
1. Druk éénmaal op de timer-/kookwekkertoets van de kookzone.
De display van de timer licht op en u ziet drie nullen knipperen. Daar
onder verschijnt een + en -.
Als u geen tijd instelt met de + of - toets gaat na 3 seconden
automatisch de timer lopen. De timer loopt tot maximaal 9 uur en
59 minuten.
Het rode pijltje naar boven licht op en de tijd loopt op.
2. Druk nogmaals op de timer-/kookwekkertoets om deze uit te
schakelen.
NL 20
De kookwekker inschakelen
1. Druk éénmaal op de timer-/kookwekkertoets van de kookzone.
2. Druk op de + of - toets om van de timerfunctie naar de
kookwekkerfunctie te schakelen. Daarna kunt met de + toets de
gewenste kookduur instellen. Vervolgens kunt u met de - toets de
ingestelde tijd aanpassen.
Het rode pijltje naar beneden licht op. De tijd telt af.
3. Druk nogmaals op de timer-/kookwekkertoets om deze weer uit te
schakelen.
Let op
De kookwekker is gekoppeld aan de kookzone indien de
bijbehorende kookzone ingeschakeld is. De kookwekker stopt
zodra de pan wordt verwijderd en gaat verder als de pan wordt
teruggeplaatst.
Indien de kookwekker gekoppeld is aan een kookzone zal de
kookzone uitschakelen nadat de ingestelde tijd verstreken is.
Het kookwekkeralarm gaat af en geeft gedurende een kwartier
in afnemende mate een geluidssignaal, terwijl ‘0.00’ en het rode
pijltje naar beneden blijven knipperen. Druk nogmaals op de
timer-/kookwekkertoets van de kookzone waarvan het rode pijltje
naar beneden knippert, of verwijder de pan van de zone om het
kookwekkeralarm weer uit te schakelen.
De kookduur instellen
Schakel de kookwekker in.
Toets Stappen van x per
toetsaanraking
Tijdsduur
+ x = 1 minuut 0.00 tot ...
- x = 10 seconden 5.00 - 0.00
- x = 30 seconden 9.00 - 5.00
- x = 1 minuut ... tot 9.00
Na 9 minuten en 0 seconden (‘9.00’) verschijnt boven het display het
woord ‘.min’ en tellen de minuten verder op achter de punt.
BEDIENING INDUCTIE
NL 21
Tip
U kunt de + of - toets ingedrukt houden om sneller de gewenste
kookduur in te stellen.
Geluidssignaal in- en uitschakelen
1. Druk tweemaal op de meest linker aan-/uittoets.
2. Houd daarna tegelijkertijd de << toets en de + toets ingedrukt
totdat u een geluidssignaal hoort.
Het geluidssignaal is nu uitgeschakeld voor alle toetsbedieningen,
behalve bij de pauzetoets en de sleuteltoets. Let wel: het
kookwekker alarm en het geluidssignaal bij foutmeldingen zijn niet
uit te schakelen.
3. Gebruik dezelfde toetscombinatie om het geluid weer in te
schakelen.
Automatische pandetectie in- en uitschakelen
Als er, na het inschakelen van de kookplaat, een pan op een inactieve
kookzone geplaatst wordt licht de corresponderende bediening op en
kan deze direct bedient worden (zonder de aan-/uittoets te bedienen).
Als de kookzone niet binnen 10 seconden ingeschakelt wordt gaat
deze weer uit en kan vervolgens weer geactiveerd worden door de pan
te verwijderen en opnieuw te plaatsen of door gebruik te maken van de
aan-/uittoets.
Deze functie is standaard actief, maar kan ook uitgeschakelt worden.
Dit gebeurd door de kookplaat uit te schakelen en ‘Menu’ en ‘aan-/
uittoets’ van de linker bediening 5 sec. te bedienen. Op de displays
verschijnd dan ‘APd OFF’. Door de handeling te herhalen wordt de
functie weer geactiveerd en verschijnd ‘APd On’ in de display.
BEDIENING INDUCTIE
NL 22
BEDIENING INDUCTIE
Automatische kookprogramma’s
Uw kookplaat is voorzien van 6 automatische kookprogramma’s.
De eventuele eindtijd van een automatisch kookprogramma kunt u
zelf instellen met behulp van de kookwekkerfunctie (zie pagina 19).
De kookprogramma’s zijn gebaseerd op gangbare hoeveelheden.
De tabellen zijn bedoeld als richtlijn, door de ruime marges kunt u
het gerecht naar uw eigen wensen aanpassen.
Een automatisch kookprogramma instellen
De kookzone is ingeschakeld.
Druk op de menutoets.
Druk nogmaals op de menutoets, of houd de menutoets ingedrukt
om naar de volgende menufunctie te gaan.
Het gekozen kookprogramma start automatisch na 3 seconden.
Een ‘A’ van ‘automatischverschijnt in de display.
Indien er een automatisch kookprogramma actief is, kunt u met de
volgende toetsen terugkeren naar het handmatige kookproces:
<< , + , - , >> .
Let op
Bij de ‘Vario’ toestellen zijn de kookprogramma’s en boost functie
niet werkzaam indien de zones gebridged zijn.
NL 23
(Aan)kookfunctie*/**
Brengt de inhoud van de pan aan de kook (100 °C) en houdt deze aan
de kook. Er klinkt een geluidssignaal als de inhoud aan de kook is of als
het gerecht moet worden toegevoegd. Deze functie werkt alleen met
deksel op de pan.
Gerecht Aantal
personen
Hoeveelheid Pan Zone De pan vullen tot:
(begin kookproces)
Gekookte
aardappelen 6 - 8 1000 - 1400 g Hoge pan (Ø 200) Ø 210 / Vario 2,5 l incl. aardappelen
Gekookte
(harde)
groenten
4 - 6 500 - 750 g Hoge pan (Ø 200) Ø 210 / Vario 2,5 l incl. groenten
Rijst 4 - 5 400 - 500 g Hoge pan (Ø 240) Ø 210 / Vario 2,0 l alleen water
1)
Pasta 2 - 3 200 - 300 g Hoge pan (Ø 200) Ø 210 / Vario 2,0 l alleen water
1)
1) Na het geluidssignaal kan de rijst of pasta worden toevoegd.
* Deze functie werkt het best met pannen die door ATAG worden geadviseerd (zie hiervoor
www.atagservice.nl).
** Deze menufuncties werken het best als ze worden opgestart aan het begin van het kookproces.
Sudderfunctie*
De temperatuur van het gerecht wordt constant tegen het kookpunt
(90 °C - 95 °C) aangehouden. De sudderstand werkt het beste met
een deksel op de pan. Dikkere gerechten moeten elke 15 minuten
omgeroerd worden. De maximale suddertijd is 8 uur, tenzij er met
behulp van een timer een kortere tijd ingesteld is.
Gerecht Hoeveelheid +/- Pan Zone
Saus of soep
1 l Lage pan (Ø 200) Ø 210 / Vario
1,5 l Hoge pan (Ø 200) Ø 210 / Vario
BEDIENING INDUCTIE
NL 24
Warmhoudfunctie*
De temperatuur van het gerecht wordt automatisch op een constante
temperatuur van 70 °C - 75 °C gehouden. De warmhoudstand werkt
het beste met een deksel op de pan. Grotere hoeveelheden en dikkere
gerechten moeten af en toe geroerd worden. De maximale warmhoudtijd
is 8 uur, tenzij er met behulp van een timer een kortere tijd ingesteld is.
Gerecht Aantal
personen
Hoeveelheid
+/-
Pan Zone
Alle gerechten 4 2000 g Hoge pan (Ø 200) Ø 210 / Vario
* Deze functie werkt het best met pannen die door ATAG worden
geadviseerd (zie hiervoor www.atagservice.nl).
Wokfunctie*/**
De wokstand zorgt voor een optimale woktemperatuur, zowel voor
de olie als voor het wokken. Na het geluidssignaal is de pan op
temperatuur, de olie kan in de pan en daarna het gerecht.
Gerecht Aantal
personen
Maximale hoeveelheid
vlees of vis / groente
Pan Zone
Vlees, vis,
groenten 3 - 4 600 g / 600 g Wokpan Ø 210 / Vario
Braadfunctie*/**
De braadstand zorgt voor een optimale braadtemperatuur.
Na het geluidssignaal is de pan op temperatuur. De olie of boter kan in
de pan en daarna het gerecht.
Gerecht Aantal
personen
Hoeveelheid Pan Zone
Vlees, vis 4 - 5 400 - 500 g Koekenpan Ø 210 / Vario
* Deze functie werkt het best met pannen die door ATAG worden
geadviseerd (zie hiervoor www.atagservice.nl).
** Deze menufuncties werken het best als ze worden opgestart aan het
begin van het kookproces.
BEDIENING INDUCTIE
NL 25
Grillfunctie*/**
De grillstand zorgt voor een optimale grilltemperatuur. Er klinkt een
geluidssignaal als de pan op temperatuur is.
Gerecht Aantal
personen
Hoeveelheid Pan Zone
Vlees, vis,
groenten 3 - 4 300 - 400 g Grill pan / plaat Ø 210 / Vario
Gezond koken
Rookpunt van verschillende oliesoorten
Om gezond te bakken, adviseert Atag om de oliesoort af te stemmen
op de baktemperatuur. Elke oliesoort heeft een ander rookpunt waarbij
giftige gassen vrijkomen. In onderstaande tabel ziet u de rookpunten
van verschillende oliesoorten.
Olie Rookpunt °C
Extra vierge olijfolie 160 °C
Boter 177 °C
Kokosolie 177 °C
Raapzaadolie 204 °C
Vierge olijfolie 216 °C
Zonnebloemolie 227 °C
Maisolie 232 °C
Arachideolie 232 °C
Olijfolie 242 °C
Rijstolie 255 °C
* Deze functie werkt het best met pannen die door ATAG worden
geadviseerd (zie hiervoor www.atagservice.nl).
** Deze menufuncties werken het best als ze worden opgestart aan het
begin van het kookproces.
BEDIENING INDUCTIE
NL 26
Kookstanden
Het onderstaande overzicht is uitsluitend bedoeld als leidraad, omdat
de instelwaarde afhankelijk is van de hoeveelheid en samenstelling van
het gerecht en de pan.
BEDIENING INDUCTIE
Gebruik ‘boost’ en stand 11 en
12 voor:
snel aan de kook brengen;
slinken van bladgroenten
verhitten van olie en vet;
onder druk brengen van een
snelkookpan;
wokken.
Gebruik stand 9 en 10 voor:
aanbraden van vlees;
bakken van vis;
bakken van omeletten;
bakken van gekookte
aardappelen;
frituren.
Gebruik stand 7 en 8 voor:
bakken van dikke
pannenkoeken;
bakken van dik, gepaneerd
vlees;
uitbakken van spek of bacon;
bakken van rauwe
aardappelen;
bakken van wentelteefjes;
bakken van gepaneerde vis;
doorkoken pasta;
bakken en garen van dun
vlees;
aanbraden groot vlees.
Gebruik stand 4 t/m 6 voor:
doorkoken;
ontdooien van harde groenten;
bakken en garen van dikker
vlees;
stomen.
Gebruik stand 1 t/m 3 voor:
trekken van bouillon;
pocheren;
warmhouden;
bereiden van stoofvlees;
smoren van groenten;
smelten van chocolade;
smelten van kaas.
NL 27
ONDERHOUD INDUCTIE
Reinigen
Tip
Schakel, voordat u met schoonmaken begint, eerst het kinderslot in.
Dagelijkse reiniging
Hoewel overgekookt voedsel niet kan inbranden verdient het
aanbeveling de kookplaat direct na gebruik schoon te maken.
Voor de dagelijkse reiniging kunt u het beste een mild
reinigingsmiddel en een vochtige doek gebruiken.
Nadrogen met keukenpapier of een droge doek.
Hardnekkige vlekken
Ook hardnekkige vlekken zijn met een mild reinigingsmiddel,
bijvoorbeeld afwasmiddel, te verwijderen.
Verwijder waterkringen en kalkresten met schoonmaakazijn.
Metaalsporen (ontstaan door schuiven van pannen) zijn vaak lastig
te verwijderen. Hiervoor zijn speciale middelen verkrijgbaar.
Verwijder overgekookte voedselresten met een glasschraper.
Ook gesmolten kunststof en suiker kunt u verwijderen met een
glasschraper.
Nooit gebruiken
Gebruik nooit schuurmiddelen. Deze veroorzaken krasjes waarin
zich kalk en vuil ophopen.
Gebruik ook nooit scherpe voorwerpen, zoals staalwol en
schuursponsjes.
NL 28
STORINGEN INDUCTIE
Algemeen
Indien u een barstje of scheurtje (hoe klein ook) op de glasplaat ziet,
schakel dan de kookplaat onmiddellijk uit, neem direct de stekker
van de kookplaat uit het stopcontact, verbreek de (automatische)
zekering(en) in de meterkast of zet de schakelaar in de meterkast op
nul bij een vaste aansluiting. Neem vervolgens contact op met de
servicedienst.
Storingstabel
Wanneer u twijfelt over de goede werking van uw inductiekookplaat
betekent dit niet automatisch dat er een defect is. Controleer in elk
geval de volgende punten in onderstaande tabel of kijk voor meer
informatie op de website ‘www.atagservice.nl’.
Symptoom Mogelijke oorzaak Oplossing
Bij het in werking stellen
verschijnen er tekens in de
displays.
Dit is de standaard
opstartroutine.
Normale werking.
De ventilatie blijft nog enkele
minuten doorwerken nadat de
kookplaat is uitgeschakeld.
Afkoeling van de kookplaat. Normale werking.
De kookplaat geeft bij de
eerste kookbeurten een lichte
geur af.
Opwarmen nieuw toestel. Dit is normaal en verdwijnt na
enkele keren koken. Ventileer
de keuken.
U hoort een licht tikkend
geluid op uw kookplaat.
Dit wordt veroorzaakt door de
vermogensverdeling van de
voorste en de achterste zone.
Ook bij lage kookstanden
kan een zacht tikkend geluid
optreden.
Normale werking.
De kookpannen maken lawaai
tijdens het koken.
Dit wordt veroorzaakt door de
doorstroming van de energie
van de kookplaat naar de
kookpan.
Bij een hoge kookstand is dit
normaal bij bepaalde pannen.
Dit is niet schadelijk voor de
pannen of de kookplaat.
Nadat u een kookzone heeft
ingeschakeld blijft de display
knipperen.
De gebruikte kookpan is
niet geschikt voor koken op
inductie of heeft een diameter
kleiner dan 12 cm.
Gebruik een goede pan.
NL 29
STORINGEN INDUCTIE
Symptoom Mogelijke oorzaak Oplossing
Een kookzone stopt
plotseling met de werking en
er klinkt een signaal.
De ingestelde timertijd is
voorbij.
Schakel het signaal uit door
op de - of + toets van de
timer te drukken.
De kookplaat werkt niet en er
verschijnt niets in de display.
Geen stroomtoevoer door
defecte voeding of foutieve
aansluiting.
Controleer de zekering of de
elektrische schakelaar (bij een
toestel zonder stekker).
Bij het inschakelen van de
kookplaat slaat de zekering
van de installatie door.
Verkeerde aansluiting van de
kookplaat.
Controleer de elektrische
aansluiting.
In display verschijnt ‘br’ en de
bediening reageert niet.
De bridge functie is
ingeschakeld.
Schakel de bridge functie uit
(zie pagina 15).
Foutcode F00. Het bedieningspaneel is
vervuild of er ligt water op.
Bedieningspaneel
schoonmaken.
Foutcode F0 t/m F6 en FC. De generator is defect. Neem contact op met de
servicedienst.
Foutcode F7. De omgevingstemperatuur is
niet goed.
Zet alle warmtebronnen in de
omgeving van de kookplaat
uit.
Foutcode F8 en F08. Toestel oververhit. Het toestel laten afkoelen en
opnieuw beginnen met koken.
Foutcode F9 en/of continu
geluidssignaal.
Spanning te hoog en/of niet
goed aangesloten.
Laat uw aansluiting wijzigen.
Foutcode F99. U hebt 2 of meerdere toetsen
tegelijk bediend.
Bedien maar 1 toets tegelijk.
Foutcode FA. Spanning te laag. Neem contact op met uw
energiebedrijf.
Foutcode FAN. Luchtcirculatie niet goed. Zorg dat de beluchtingsgaten
onderin de kookplaat open
zijn.
Overige foutcodes. De generator is defect. Neem contact op met de
servicedienst.
NL 30
BEDIENING GAS
Ontsteken en instellen
De brander kan traploos worden geregeld tussen vol- en kleinstand.
Druk de bedieningsknop in en draai deze linksom. De brander ontsteekt.
Houd de bedieningsknop minimaal 3 seconden volledig ingedrukt
tussen volstand en kleinstand. De thermokoppelbeveiliging is
geactiveerd.
Draai de wok regelknop naar de kleinstand (4).
Verdraai, indien gewenst, de schakelring van de wok naar de
braadstand (6). De binnenring (wokstand) dooft en de buitenring
(braadstand) brandt.
De wokbrander schakelt automatisch terug naar de wokstand als de
bedieningsknop van de wokbrander naar de 0-stand wordt gedraaid.
Let op
Tijdens het koken kan overgestapt worden van wokstand naar braadstand
of andersom.
Let op! Als de bedieningsknop op de uitstand (0-stand) staat kan de
schakelring niet op braadstand worden gezet. Bij het terugdraaien van de
knop deze helemaal tot de 0 stand draaien!
Gebruik
Pannen
Zorg er altijd voor dat de vlammen onder de pan blijven. Als
vlammen om de pan heen spelen gaat veel energie verloren.
Bovendien kunnen de handgrepen dan te heet worden.
Gebruik geen pannen met een kleinere bodemdiameter dan 12 cm.
Kleinere pannen staan niet stabiel.
fout
goed
NL 31
BEDIENING GAS
Wokring
De wokring die ten behoeve van de wokbrander is meegeleverd, of
als accessoire verkrijgbaar is, zorgt voor extra stabiliteit bij een wok
met een ronde bodem.
Gebruik de wokring niet op de wok braadstand. De roosters
kunnen dan verkleuren.
Pandrager
Plaats de pandrager rechtstandig naar beneden, zonder over de
vangschaal te schuiven. Positioneer de pandrager op de glasplaat met
behulp van de positioneernokken.
wokring

Termékspecifikációk

Márka: Atag
Kategória: sütő
Modell: IG9571MB

Szüksége van segítségre?

Ha segítségre van szüksége Atag IG9571MB, tegyen fel kérdést alább, és más felhasználók válaszolnak Önnek




Útmutatók sütő Atag

Atag

Atag ox 6011 m Útmutató

7 Április 2025
Atag

Atag ox60 a Útmutató

2 Április 2025
Atag

Atag OX 6024GL Útmutató

1 Április 2025
Atag

Atag ox 6211 b Útmutató

16 Január 2025
Atag

Atag OG 6024ER Útmutató

16 Január 2025
Atag

Atag OG 6093CL Útmutató

16 Január 2025
Atag

Atag OS60..E Útmutató

16 Január 2025
Atag

Atag ZX6692D Útmutató

16 Január 2025
Atag

Atag OS 6024EL Útmutató

16 Január 2025
Atag

Atag ZX4674M Útmutató

16 Január 2025

Útmutatók sütő

Legújabb útmutatók sütő